Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2488
,,EN ALS DE STER BLEEF STILLE STAAN
(opgevoerd door het Rotterdamsch-Hofstad Tooneel)
Teekeningen voor de Amsterdammer'' door B. van Vlijmen
K»
*£**'*'+ l' '?'"'? .:-"<
:jr Avv A ^Ül
.4«l«"
EERSTE BEDRIJF
TWEEDE BEDRIJF
EERSTE BEDRIJF
ROTTBRDAMSCH-HOFSTADTOONEEL. En
als de ster bleef stille staan", door Felix
Timmermans en Eduard Veterman.
De versche tooneelsneeuw sjilpte onder de
voeten, en de schaduw der armzalige Drie
Koningen" lag geëtst over het wijde, witte land.
Een knotwilg rekte zijn knokige armen, als het
spookbeeld van Satan's Moer zelve, in de verte
teekende zich het zwart geraamte van een
hekje af.
Naturalisme, alles echt, maar dit wezenlijke
opgenomen in de onwezenlijkheid van den grauwen
winteravond, opgeheven in de gewijde atmospheer
van den naderenden Kerstnacht. De Kerstgedachte
en de stilte doen den vromen schaapherder
Suskewi.'t, in zijn melancholieke vermomming, knielen
in een hoekske, en Schrobberbeeck, de bedelaar
en Pitje Vogel, de palingvisscher, zijn gezellen,
die met hem doolden door den avond om de
bordpapieren ster" te laten draaien voor wat
centen en wat brood, volgen zijn voorbeeld.
Den weg naar de herberg van Polien terug hebben
ze verloren, en in hun angst voor het ongewone"
rondom, zijn ze tot alles bereid. En wijl ze de woor
den van het ,,Onze Vader" lang vergaten homme
ien" ze er maar zoowat van eigen vinding devotelijk
tusschen-door. Dan staat daar opeens de verlichte
woonwagen met den voerman, die op Josef gelijkt,
en binnenin de Moeder met het zoogend Kindeke,
arme lieden, die zeiden niets te bezitten. En de
drie Koningen, ze weten zelf niet waarom ze het
doen, en voor twee van de drie wordt het een
ras berouw, geven al wat ze met de Ster" hebben
bijeengescharreld, en ze durven daarbij nauwelijks
opstaan uit hun gebogen houding, en hun stemmen
worden al stiller en beschaamder, omdat zij maar
menschen zijn, en dit de Heilige Familie wel kan
wezen.... Naar de rij offeren zij: En dit van mij
En nog dit van mij.... En ook dit nog"....
Zóó lang, tot ze niets meer te geven hebben, en
uit den woonwagen een teedere vrouwestem het
wonder bevestigt: Net als vroeger"....
Dit tooneel was, in innigen toon gesproken,
iets zeer schoons, broos als de ijsbloemen op de
ramen, en gansch van aandacht verstild. Een
wonder" ook van regie-kunst.
Het had me bijna verzoend met de verschrikke
lijke epidemie, die succes-boeken in den smelt
kroes werpt om te kijken wat er voor het tooneel
effectvols uit te voorschijn wil komen. Maar daar
mee zouden we Felix Timmermans en zijn aardige
Driekoningen-triptiek al te zeer onrecht doen.
Aan hem is, evenals aan Dickens, wiens Krekeitje
achter den haard" op gelijke wijze werd ge
ffleureerd", om een Haagsch woord te gebruiken, als
auteur te veel verbeurd. Het beste van zijn ver
telsels is immers: de stem van den verteller, en
wat blijft daarvan wanneer anderen de bekwame
heer Veterman, die met dezen Vlaming niets
gemeenzaam heeft er tusschen door gaan
hommeien", gelijk Pitje Vogel in het gebed?
De schrijver van Pallieter is het Zondagskind
van de groot-Nederlandsche letterkunde. Men kan
de belangstelling in zijn gulle persoonlijkheid,
in vergelijking met stugger, maar ook dieper
schrijversnaturen, wat overdreven achten, zijn
onweerstaanbare glimlach ontwapent elk bezonnen
oordeel en wie zou niet dankbaar aanvaarden wat
zoo welig uit de bron welt al van den aanhef af....
Maarïhijv'moet den lezer dan ook louter en alleen
zelf te woord staan.
Het eerste luik" men had wellicht dit
geheele spel ook op het tooneel in het kader van
een drieluik kunnen vatten? geeft inderdaad
het wonder" in het natuurverschijnsel: dat drie
arme schooiers er toe komen, gedachteloos en
onbegrijpelijkerwijs, af te staan wat zij noode
missen kunnen, zóó-maar, doordat hun hart op
een oogenblik inniger begon te kloppen voor een
heilig beeld van liefde en leven.
Voor den niet-katholiek houden hiermede de
wonderen, en bijgevolg de intensiteit der gebeur
tenissen, op, en de pittoreske figuren, als menschen,
boeien ons dan voor den langen avond te weinig
meer. Dat de vrome schaapherder Suskewiet
de zaligheid deelachtig wordt en aan de hand van
het Jezus-kind den hemel binnenwandelen zou,
was te verwachten, dat Pitje Vogel, al kan hij
het kiekendieven niet laten, desniettemin berouw
vol en verlost mag sterven, lag mede in de lijn
van schrijver's belijdenis, en dat Schrobberbeeck
de eer te beurt valt het beeld van Onze lieve
Vrouwe van Zeven Smarten" in zijn armen door
de sneeuw te dragen, gelijk het ezeltje op Pieter
Breughel's De volkstelling te Bethlehem" Maria
op zijn rug rijdt over het ijs....lezen we, pour
l'amour de l'art, veel liever in het kindervertelsel
dan dat we het zien uitgebeeld" op het geduldig
tooneel. Juist doordat de charmante verteller
er daar zoo luchtig langsheen gleed, volstrekt
niet met de bedoeling u iets op te dringen en dade
lijk bereid tot een kwinkslag, een kleine profanatie
desnoods, wegens de goede verstandhouding.
Maar wanneer we dat alles zien uitgewerkt, positief
aangepast en afgemeten, met onvermijdelijke
inslagen van het technisch vernuft, dan ligt het
ons te zwaar op het hart en naar den inhoud valt
het veel te lang. Anderhalf uur is voor een
gelegenheidsspel voldoende. Het beruchte blauwe
potlood der regie had zich hier als een zeis mogen
zwaaien zonder noemenswaardig verlies.
Den onmisbaren Satan", dien wij ons gemak
kelijk als een gemoedelijker! middeleeuwschen
Moene" voorstellen, ware bij korter verschijning
niet tot dezen modernen treurspelheld uitgedijd,
zoüdat de vertolker niet wist wat hij met zijn bi
zarre figuur moest beginnen om het leege tafereel
te vullen. Het sterfbed van Suskewiet (het
middenluik) zou meer indruk hebben gemaakt, als
het daaropvolgend zijluik minder van ons had
gevraagd.
Op deze hoogte deed ook de vraag zich gelden
of niet nu het grove van de Vlaamsche boert
de aandacht meer en meer levendig moest houden
een gestyleerde, primitieve monteering, in
den trant van het bont-gekleurd kinderspeelgoed:
het kindje in de kribbe en al het vee van den stal
er omheen", zooals men dat onder den Kerstboom
nog wel vindt uitgestald, voor dit spel voordeeliger
zou zijn geweest?
De opgave was tweeslachtig, en dat Van der
Lugt er aan gehouden heeft bovenal het dichterlijke
te accentueeren is zijn rechtvaardige zaak. Wat
hij er onder deze omstandigheden brcksgewijze
van heeft weten te maken: een strak en mild
droombeeld, verdient onverdeelden lof, zoowel
voor den regisseur-metteur-en-scène als voor den
decors-schilder Frans van der Ko;>y. Bij de première
speelde de belichting dat allersubtielste instru
ment nog enkele parten, en men weet nooit wat
dat in een anderen schouwburg weer geven kan.
Het ontroerend sneeuwlandschap van de eerste
Kerstmis, waarbij men aan niets stoffelijks meer
dacht, slechts zuivere nachtelijke atmosfeer
proefde, hoe noodlottig veranderde' het in II,
toen de zon scheen vóór de hut van den schaap
herder, in wat we indertijd een oleographie"
noemden. Doch hoe schoon was daarop] weder het
woud met zijn rechte, besneeuwde stammen en het
eenzaam bidkapelletje, waarin Annie van Ees de
illusie van het kobalt-blauwe Moedergodsbeeldje
hooghield. En ook het slottafereel: Christus aan
het kruis een voorstelling waarnaar weinigen
in den schouwburg begeerig ktinnerrzijn was
zóó voortreffelijk geslaagd, dat het korte oogenblik
waarop het zichtbaar werd, nochtans in schoone,
zij het voor den aard van dit spel te schokkende,
herinnering bleef.
De zorg aan deze uitzonderlijke vertooning
besteed, redde den avond en bewees de macht
van het theatrale leven, dat bij zulke luttele
gegevens, als uit de planken opbloeit.
De meeste spelers hadden zich van den
Vlaamschen tongval niet veel eigen kunnen maken,
wat wel jammer was omdat het zoet-vloeiende,
opene van die taal er de eigenlijke argeloosheid
aan geeft. Cor van der Lugt vond voor Suskewiet"
een noordelijker!, maar fijnen, in het landschap
passenden, en kinderlijk-vromen toon, en hield
dien strak; dat het wat eentonig werd lag aan
de bewerking, welke den schaapherder binnen
het kletiterig" kringetje zijner gedachten, te veel
laat praten. Daarmede verschraalde allengs de
atmosfeer om hem heen. Minder toonvast dan
deze lieve broeder waren Hans van Ees als
PitjeVogel?een figuurtje, dat ik mij ook inarquanter
voorstel en Roemer, een geduchte Schrobber
beeck", schoon ook deze beiden het edel drieman
schap knap completeerden en het offerfeest bij den
woonwagen in de gewijde stemming hielden.
Zeer zuiver trof Annie van Ees den naïeven,
bovenwerkelijken toon, zoowel in haar kleine rol
van het kindeke Jezus, dat Suskewiet bij de hand
naar den hemel leidt de verschijning was hier
minder gelukkig, te reëel als later, waar zij als
Onze lieve Vrouwe" uit haar kluisje vlucht om
met alle lieve Vrotiwkcns van de streek haar zoon
aan het Kruis te gaan begroeten.en aan Schrob
berbeeck verzoekt haar snel te willen dragen naar
den plas, waar het kruisbeeld staat. In den kerst
nacht, op het geboorte-feest, kwam ons deze
lijdensweg der diverse Smarten-Moeders wel wat
voorbarig voor, maar in de geheimenissen der
mystiek en symboliek heb ik me bij dit effectvol
slot niet zwaar meer verdiept. Eduard Palmers
een als uit elpenbeen gesneden eeuwenoude
Christus zou wat dit slot-tableau betreft, in
Oberammergau zijn fortuin kunnen maken. Rie
Gilhuys was een lieve Maria" in den woonwagen.
En feitelijk was er niemand onder de vertolkers
der vele kleine rollen, die niet met liefde en beleid
medewerkte om dit hachelijk experiment, tereere
van een onzer beminnelijkste auteurs, zoo goed
mogelijk te doen slagen.
TOP N A E F F
Door eenvoudige
behandeling met ABIS
garandeeren wij abso
luut afdoende bestrij
ding van Kakkerlak
ken en andere schade
lijke insecten,
muskieten, wandgedierte,
enz.
Vraagt inlichtingen
en prospectus voor
schepen, gebouwen en
particulier gebruik
aan
N.V. A.B.I.S.,
Mij. ter Afdoende Bestrijding van Inssctenschade,
Heerengracht 281 Tel. 32281 Amsterdam