De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 14 februari pagina 7

14 februari 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2488 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND RO E 1925 Met bijzondere machtiging van Z. H. Paus Pins XI Vraagt onze gratis brochure: Het Heilig Jaar te Rome" Spoedige hotelbespreking DRINGEND aanbevolen bij THOS. COOK & SON, VIJGENDAM 10 - AMSTERDAM (Bijkantoor: TULPPLEIN 1, ingang AMSTEL-HOTEL) PEEK & CLOPPENBURG UUR GALAPAGOS De vorige week brachten de kranten ons het bericht, dat er een Noorsch-Engelsche wetenschap pelijke expeditie zal worden uitgezonden naar de Galapagos-eilanden, de Schildpad-eilanden. Ze zijn vroeger ook bekend geweest als de Betooverde eilanden, los Encatadas, maar de schildpadden hebben het gewonnen van de betoovering. Thans echter lijkt het, alsof de schildpadden er wel spoedig uitgestorven zullen zijn, maar dat neemt niet weg, dat voor de menschen van mijn generatie en, naar ik toch wil hopen, ook voor de volgende geslachten het woord Galapagos nog altijd een zeer bijzondere bekoring zal blijven behouden. Het krantenbericht gewaagt daar niet van, zegt alleen dat de expeditie belangrijke gegevens hoopt te verkrij gen over de voortteling van de walvischachtige dieren in die wateren. Dat is natuurlijk ook van veel belang, maar onvermijdelijk zullen de onder zoekers zich toch ook wel bezig moeten houden met de voortzetting van het werk van Charles Darwin. Voor ons zijn de Oalapagos de eilanden van Darwin. Het zal den 15en Spetember van dit jaar juist negentig jaar geleden zijn, dat de jeugdige onderzoeker daar voet aan wal zette als onbezoldigd natuuronderzoeker aan boord van het Engelsche opnemingsvaartuig deBeagle. Ik houd van dien naam en zie het brikje als een vlijtig hondje snuffelen in alle hoeken en gaten, langs de on diepe kusten van Patagonië, in de doolhoven van Vuurland en de Chileensche eilanden, langs de kust van Peru en Ecuador, tusschen de Oalapagos eilanden, dan de Stille Zuidzee over naar NieuwZeeland en Nieuw-Holland en dan langs Java heen naar het koraaleiland Keeling en eindelijk langs Maladieven en Mauritius de Kaap de Goede Hoop om en naar huis via St. Helena en Brazilië. Op 27 December 1831 was htt schip vertrokken van Devonport, 2 October 1836 ankerde het weer te Falmouth; de reis om de wereld had bijna vijfjaren geduurd. Toen de reis begon, was Darwin nog geen drieën twintig jaar en 't stond met hem in 't leven niet al te best. Hij was eerst mislukt als medisch stu dent, daarna als theoloog, niet door luiheid of onbekwaamheid, maar doordat hij het meerendeel van zijn tijd en hoogstwaarschijnlijk al zijn gedach ten wijdde aan natuur-historisch onderzoek. Hij slaagde dunnetjes voor een soort candidaatsexamen, maar was toen al lang bezig om onder den bekenden prof. Henslow plantkunde te studeeren en later ook geologie. De geologische weten schap kwam juist in die dagen tot grooten bloei onder invloed van LyelPs Principles. Darwin voelde er zich bijzonder toe aangetrokken, maakte met niemand minder dan prof. Sedgwick een geolo gische excursie naar Wales en toen hij van die reis terugkwam, vond hij de uitnoodiging van Henslow om als naturalist mee te gaan met de Beagle. Zijn vader zal eerst wel wat hebben tegengcstribbeld, want zulke meevallertjes worden in het eerst maar zelden naar waarde geschat. Niemand kon er toen ook erg in hebben, dat deze reis den grondslag zou vormen voor het levenswerk van een van 's werelds grootste mammen. Darwin zelf zegt: de reis met de Beagle is verreweg de belangrijkste gebeurtenis uit mijn leven geweest en heeft mijn verderen loopbaan bepaald. Drie jaar na zijn thuiskomst gaf hij zijn reis verhaal uit, dat hij met dankbaar genot" opdroeg aan Charles Lyell, den auteur van de Principles of eology. Hij noemde het boek A Journal of Researches." Het is een van de boeken, die je op elk oogenblik uit je kast kunt nemen om het te openen onverschillig op welke bladzijde en dan ga je het weer lezen in alle richtingen. Eerst twintig jaar later zou hij zijn Origin of Species" geven, zijn allerberoemdste werk, maar lang zoo leesbaar niet als het Journal. Het is een zeldzaam genot om in dit onderzo, kers-dagboek zoowat al het latere werk van Darwin al te zien ontkiemen. Maar ik dwaal af, ik wilde alleen iets van de Oalapagos eilanden vertellen. Het is niet meer 9» oe Towtr ,efdKfrdk!c \s±<i l Klllldu, mogelijk, ze los te maken van Darwin. Hij was echter lang niet de eerste, die ze bezocht. Ze zijn bij toeval in 1535 ontdekt door den bisschop van Panama op een dienstreis, die hij op bevel van Karel V moest doen naar Peru. Door windstilte en sterke stroomen kwam zijn schip uit de koers en zoo raakte hij verzeild op eenige eilanden, waar hij met zijn menschen en paarden geweldig veel last had van dorst, want er was in 't eerst geen druppel water te krijgen. Iedereen, die de Galapagos bezocht heeft, gewaagt op zijn minst van drie dingen: schildpadden, leguanen en dorst. Onze bisschop kwam eindelijk na veel gesukkel aan in Porto Viejo in Peru, nadat hij en de zijnen de laatste dagen niet anders te drinken hadden gehad dan wat wijn. De ondeugende geschiedschrijfster, die dit vertelt, vraagt nog even, of de paarden daarvan ook hun deel hebben gekregen. Een poosje lang hebben de Spanjaarden el kander nog trachten wijs te maken dat er op die eilanden schatten te vinden waren (ze dachten daar aan niets anders) maar omtrent KiOO wist toch iedereen wel, dat ze onbewoonbaar en onbe woond waren. Eerst in het eind van de 17e eeuw komt er wat leven in de brouwerij door de zeeroovers of als ge het wat milder uitgedrukt wilt hebben, met de kaapvaart. Een Engelsche kaper.kapitein, Coroley, maakte de eerste goede kaart van de eilandengroep en gaf de afzonderlijke eilandjes namen. Als een goed patriot noemde hij het grootste naar den Hertog van York en dat werd na den dood van Karel II omgedoopt in King James. Voor gezel schap kreeg die de hertogen van Norfolk en Albe marie, een ander bleef King Charles heeten en nog andere waren Narbarough, Abingdon enz. Eén heette er naar den lijfarts van stadhouder koning Willem III, Bindloss.De Republiek Ecuador heeft bij gelegenheid van de Columbusfeesten de heele Archipel omgedoopt in Archipelago de Colon en aan de verschillende eilanden Spaansch klin kende namen gegeven als Isabelle en Teresia, maar daar houdt niemand zich aan. Intusschen kunt ge die namen vinden in Andréis Handatlas. Aan boord van Coroley's schip, dat tusschen twee haakjes den vroolijken naam voerde van Vrijgezellen Vreugd (Bachelor's Delight) bevond zich nog een merkwaardig kaper met name Dam pier, er heet nog een zeestraat naar hem. Deze Dampier schijnt net zoo'n soort van man geweest te zijn als onze Gerrit de Veer. Hij hield van onderzoeken en opschrijven en hem danken wij dan ook de beste natuurbeschrijving van de Gala pagos eilanden op 't eind van de 17e eeuw. In 't begin van de achttiende eeuw zeilde Dampier nog eens om kaap Hoorn met twee schepen, de Duke en de Dutchess. Toen ze voorbij het eiland Juan h'ernandez kwamen zagen ze daar een vuur branden en stuurden de boot er op af. Daar ontmoette Dampier een ouden kennis van hem, ook een kaper, die daar voor straf aan wal was gezet en daar nu een paar jaar op zijn eentje geleefd had. Hij ging gekleed in geitenvellen en heette Alexander Selkirk en was dus niemand anders dan ons aller goede vriend Robinson Crusoe. Ze namen hem mee, nadat hij eerst nog zoo vriendelijk geweest was een paar geiten te vangen, die met raapjes en andere groenten in de soep gingen voor hun een-en-twintig zieken. Robinson, die een goed zee man was, kreeg het bevel over een buitgemaakt schip en hielp dapper mee bij de brandschatting van Guayaquil. Daar deden ze echter malaria op, en zeilden toen naar de Galapagos waar ze allerlei avonturen beleefden, hoofdzake lijk met leguanen, schildpadden en dorst. Zoo kwam dus Robinson Crusoe op de Galapagos eilanden honderdvijfentwintig jaar voor Charles Darwin. (Wordt vervolgd) J A c. P. T n ij s s r; 1IIIIIIIIIIIIIIIIIIII1I1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU l LAAT UW TUIN AANLEGGEN DOOR l I?MOERHEIM"| l DEDEMSVAART ( 40 Hectaren met l l VASTE PLANTEN, ROZEN, l f HEESTERS, CONIFEREN, l f ENZ. l Levering franco Catalogus gratis IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl