Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2489
l * r t . . f.^ ':.'" . ? f / ?
[7'Tj/böENGÓfËN'
l i. l.jll«X i .'.(...!.. r . i l ,i , J .W
ANATOLE FRANCE
ANDERMAAL
I.
Marcel Le Goff. A. F. d la Béc/iellerie, Propos
et souvenirs 1914?1024 is de titel van het laatste
boek dat ter hand kwam over den man wien het
zwijgen nog niet is opgelegd. La Béchellerie is het
landhuis in de buurt van Tours, waar France zijn
verblijf had opgeslagen toen de wisselvalligheden
van den oorlog het raadzaam schenen te maken
om Parijs te verlaten.
Het heeft daardoor een ander karakter gekregen
dan de vroeger genoemde mededeelingen, en geeft
ons den Meester in zijn vreemde omgeving,geduren
de de eerste jaren van den krijg. Hij is in zijn vrij
hoogen leeftijd van 70 jaar uit zijn gewoonte gerukt
van rustig genieten en beschouwen en moet zich
zien aan te passen aan het rumoer om zich heen.
Uiterst gevoelig aan de voorbijgaande indrukken
van den dag, heeft hij zich een oogenblik laten
meesleepen door een begoocheling van geestdrift
en er aan gedacht nog persoonlijk deel te kunnen
nemen aan het gevaar van het vaderland; dra
echter heeft hij gezien dat zijn plaats niet was in
de actieve gelederen, en hij nam zijn toevlucht
in het berooide landhuis en hij verwenschte den
oorlog die de menschen opschrikte.
Le Goff's boek is zoo de geschiedenis geworden
van een hoekje van Frankrijk gedurende de moei
lijke jaren van ontbering en teleurstelling. Wij zien
er den Meester, ontkomen aan de heerlijkheden
van zijn villa Said, vooreerst een ontredderd
lokaal bewonen, gezeten op een ouden manken
fauteuil waarvan alle veeren kraken, voor een
zwart houten lessenaar die op een lagere school
heeft dienst gedaan, pruttelend tegen menschen
en dingen en zijn gezelschapsjuffrouw Mad.lle
Laprévotte, die haar eigen bedoelingen had met
het gezelschap door haar verleend.
Toch altijd die Meester, onder welke omstandig
heden ook, zijn vriendelijk voorname manieren
toonend tegenover het bezoek, en het dames
bezoek, dat van den beginne af niet mankeerde.
Het duurde bijna een jaar, eer meubels, schilde
rijen en boeken uit Parijs overgebracht, de kamers
een gezellig aanzien gaven, in zijn hart was de
meester van het huis echter ontevreden, ? met
zichzelf even goed als met de anderen.
Hij gevoelde zich niet vrij, hij stond onder toe
zicht van de regeering. Spionnen van allerlei soort
en pluimage, ook militairen kwamen op zijn verblijf
af en gaven verslag van zijn woorden. Men be
schouwde hem als iemand wiens stem reikte door
de geheele wereld, en van wien het er bijzonder op
aankwam dat hij zich eensgezind toonde met den
officieelen wil der regeering. Men verlangde, zoo
wel voor het buiten- als binnenland, dat France
met hart en ziel zou opgaan in de oorlogsstemming.
Hij was daar ver van af, hij verfoeide den oorlog.
Toen Le Goff hem een compliment maakte over
-artikels geschreven voor het Bulletin des Anrées
de la République, viel France uit:
Ja, ik heb gesproken en geschreven als mijn
conciërge. Helaas het moet wel zoo".
Hij had zich de illusie gemaakt dat men hem
zou kunnen volgen, wanneer hij onderscheid maak
te tusschen het Duitsche volk dat, intiem, tegen
de verschrikkingen moest zijn van den oorlog en
den eerzuchtigen overheerschingswil van het
Duitsche bewind, en hij had gehoopt dat men hem
zou toestaan woorden van deernis te zeggen. Maar
dadelijk had de geheele publieke opinie zich tegen
hem gekeerd en France moest vaak bijdraaien.
Verweet hij zichzelf niet zijn gebrek aan moed !
Hij paaide er zijn geweten mee, later, dat van de
heele porlogsliteratuur tcch denkelijk niets zou
overblijven dan misschien het boek van Barbnsse.
van Romain Rolland moest hij overigens niet veel
hebben.
Maar hij verhief Tolstoi; dat is niet alleen een
genie, hij is een mooi karakter, zei hij van hem.
Hij heeft den moed bezeten om zijn handelingen
in overeenstemming te brengen met zijn beginsels.
Hij die de armoe preekte en de verachting voor
de goederen der wereld, heeft ze achtergelaten
en is als een onbekende in een station gestorven.
Zijn dood past bij zijn leer, dat is buitengewoon.
Ook mijn plicht, voor mij die dezelfde gedachten
hoog houd, zou het zijn, alles te laten varen. Maar
de Slaven hebben hun eigen logica; de Latijner
die ik ben, heeft ze niet en zal haar nooit hebben.
Bij het idee alleen mijn meubels en mijn schilde
rijen te verlaten, voel ik dat het nooit zou gaan.
Mijn leven is zonder logica, mijn geest is vol aarze
ling en komt er niet over heen; de daad die zou
behooren bij wat ik denk en wat ik heb geschreven,
die zal ik nooit verrichten.
Het was het eenige goede dat France van de
Russen als bondgenooten in den oorlog had te
zeggen. Wanneer iemand hen prees, daar in la
Béchellerie, zoo werd hem voorgehouden dat het
hun alleen om Constantinopel was te doen en zij
militair geheel onnut waren door hun gebrek aan
geweren en geschut: wat zij in dat opzicht van
hun westelijke bondgenooten kregen, beijverden
regeering en grootvorsten zich onmiddellijk aan
den vijand te verkoopen. Eerst later, toen de
Bolscheviki het hoofd in Rusland opstaken,
kwamen die uiterste partijgenooten nu en dan bij
France in genade.
Hij zag in den beginne de wolk van den oorlog
al somberder gaan dreigen. Anderen beschouwden
het "als een goed voorteeken, toen in 1915 Itali
zich bij de bondgenooten aansloot en Briand als
hoofd van het ministerie een meer afdoend oor
logvoeren beloofde; maar France:
Nog een er bij, des te erger. Hoe meer er zijn,
des te minder zal men tot het eind geraken. Hoe
meer nieuwe volken die er zich mee bemoeien, des
te grooter hindernissen op den weg naar den vrede.
Iedereen zal van den oorlog niet willen afzien, eer
hij zijn nationale verwachtingen, gelijk hij ze
noemt, heeft gerealiseerd, en het komt inderdaad
op niets anders aan dan dat hij zijn buurman of
zijn vijand nog iets meer wil bestelen. Voordat
elk zijn ro>f heeft volvoerd, zal het niet uit zijn".
Briand zal den toestand opklaren, heette het
een ander maal.
Hoe komt ge daaraan?" liet France zich
hooren. Briand heeft meer verstand dan de anderen,
maar hij redeneert evenals de rest en denkt als
zij en hij zal net zoo handelen; niets zal anders
uitkomen. Voor den vrede zal hij niets doen. Hij
zal naar de generaals luisteren, die hem den vrede
voor morgen beloven".
Hij houdt niet van Joffre, was de tegen
werping van een uit het gezelschap.
Hij houdt niet van Joffre", ging de Meester
ongestoord voort. Ik ook niet, ge weet toch dat
Joffre eerst dat bericht van Le Petit Parisien heeft
moeten lezen, voordat hij wist van de overwinning
aan de Marne, maar Briand zal niemand anders
in de plaats van Joffre nemen. Die dikke Joffre
is een heel handige man, die weet hoe hij met de
parlementsmensclien moet omgaan. Ieder die naar
het hoofdkwartier in Chantilly is geweest om hem
te bekapittelen, is er verrukt van thuis gekomen,
zonder iets wijzer te zijn gewordin. Briand zal er
inloopen als de anderen. Joffre zal groote kaarten
voor hem uitrollen en hem uitleggen: vandaag
zijn wij hier, morgen daar enz. Als er niets van ge
schiedt, heet het dat er te weinig geschut of vlieg
tuigen voor zijn geweest, en men gaat op nieuw
zich prepareeren. Dat is het gewone ritueel van
het hoofdkwartier, het wordt regelmatig in de vaste
orde afgewerkt, alsof het de gewone opvolging der
seizoenen betrof".
Daar kwam dan, in 1916, de slag van Verdun.
Hij dompelde den Meester in een onzegbare
droefheid. De verhalen van de woede waarmee de
strijd werd gevoerd, van de geweldige verliezen
die werden geleden, grepen hem zoo aan, dat hij
buiten zich zelf scheen toen hij met ongehoorde
heftigheid tegen die onnutte slachterij opkwam,
waarin de menschheid zich als razend verscheurde,
en waarvoor? voor een doel dat niemand kon er
kennen.
Dat onteert de beschaving", was de straf rede
van France. Ue eenige vordering die is gemaakt,
bestaat in de middelen om haar te vernietigen.
Wat 'n miserie, spreekt niemand een woord?
Het zal niet tot een einde komen, omdat nie
mand het wil, Frankrijkeven goed als de anderen
wil geen vrede; wij zijn nu eenmaal aan den oorlog
gewend en wij laten hem duren, want er zijn veel
te veel menschen die er belang bij hebben dat hij
duurt. Tot wanneer? Tot aan de overwinning;
maar waarin bestaat die? Niemand maakt er zich
een juist begrip van. En onderwijl gaat men voort
met moorden".
Tegen het eind van hit jaar was France naar
Antibes gegaan, om er de wintermaanden in zonne
schijn door te brengen. La Béchellerie was nog
niet goed ingericht voor winterverblijf.
Het jaar 1916 in zijn verloop bracht bezadiging
en verzadiging aan van krijgsgesprekken. In La
Béchellerie verscheen als bezoeker de m;:chtige
directeur van Lc Petit Parisien, het blad niL't den
grootsten invloed <>p de gemiddelde opinie van
de burgerij. De Sénateur Jean Dupuy, gezet in
voldaan vleide zich. in den gemakkelijkste!! fauteuil
Kersen
Pralines /f
...i
Bijzonder.frissche'ff|\aangsnarne smaak'
van den salon en met zijn korte armpjes
gesticuleerend, legde hij bedaard en overtuigend aan het
gezelschap uit, hoe het niet lang meer met Frank
rijk kon voortgaan op den weg dien het nu was
ingeslagen.
Ue Meester luisterde mtt instemming. Waar
om zegt ge die dingen niet in uw blad? Ais de
menschen iederen dag een stukje van zulk een
redeneering ontvingen, zouden zij aan het denk
beeld van den vrede gewennen....
De sénateur ging zenuwachtig op zijn stoel
schuiven: Maar, mijn waarde Meester, hoe kunt
ge zoo iets denken, dat is immers onmogelijk.
Niemand zou meer mijn blad koopen !"
Te deksel, dat 's waar ook !" was France's
opmerking.
Men ging na of er iemand was van, welke partij
ook die de autoriteit bezat om vredesonderhande
lingen in te leiden ; France schrapte de hoofden der
socialistenpartij wig, Jiij had weinig vleiende na
men voor hen over, zelfs het gemis van een man
als zijn vriend J au r es betreurde hij niet, hij
maakte mroie zinnen", zei hij van hem, geen had
de talenten van een staatsman en zij allen bibber
den van angst.
Caillaux dan? vroeg een die dacht Fran
ce's voorliefde te treffen.
Misgeraden", antwoordde de Meister. Hij
heeft evenmin als de anderen flinkwtg een plan
voor zich. Hij kijkt uit naar verschillende kanten
en moedig is hij waarlijk niet".
Zou er dan niemand wezen", zeide een, die
ons van dezen oorlog kan verlossen, waar ieder
genoeg van heeft. Er is toch wel in Frankrijk een
die kan zeggen wat de gansche wereld voelt en
die kan uitroepen het grocte vredesverlangen dat
allen bezielt. Die man zijt gij, waarde Meester, en
er is niemand dan gij".
France leunde in zijn veile lengte tegen den
schoorsteen aan, hij streek zich ovir zijn voor
hoofd, trok aan zijn kardinaal-roc.de huismuts en
zeide geen woord.
Maar het onderwerp was daarmede niet afge
daan. De vraag werd nog meerdere malen behan
deld, hoe het aan te liggen om de openbare
meening tot een andere stemming te brengen, France
had zijn oordeel daarover. Men moest van het
wapen der satire gebruik maken, zooals Rabelais
het had gedaan in de eeuw der Hervorming en
van het humanisme, maar daarvoor was ein man
met m;:chtig woord en machtigen lach noociig,
die de domheid in 't licht kon stellen en wist aan
te toonen hoe in een republiek waar de rijkdom
heeiTcht.de menschen zich tot alle slaafschheden
konden laten overhalen, want wis en waarachtig
een koning zou al lang medelijden hebben gevoeld,
maar de Republiek wil van hart niets weten !"
Meester" vroeg ein van het gezelschap, zijt
gij dan geen republikein"?
De Meester trok aan zijn calotie en barstte uit:
Houdt ge me soms voor een idioot?"
W. G. C. B v v ,\ N c K
Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER &Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Bergplaatsen voor Inboedels