De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 21 februari pagina 2

21 februari 1925 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2489 l * r t . . f.^ ':.'" . ? f / ? [7'Tj/böENGÓfËN' l i. l.jll«X i .'.(...!.. r . i l ,i , J .W ANATOLE FRANCE ANDERMAAL I. Marcel Le Goff. A. F. d la Béc/iellerie, Propos et souvenirs 1914?1024 is de titel van het laatste boek dat ter hand kwam over den man wien het zwijgen nog niet is opgelegd. La Béchellerie is het landhuis in de buurt van Tours, waar France zijn verblijf had opgeslagen toen de wisselvalligheden van den oorlog het raadzaam schenen te maken om Parijs te verlaten. Het heeft daardoor een ander karakter gekregen dan de vroeger genoemde mededeelingen, en geeft ons den Meester in zijn vreemde omgeving,geduren de de eerste jaren van den krijg. Hij is in zijn vrij hoogen leeftijd van 70 jaar uit zijn gewoonte gerukt van rustig genieten en beschouwen en moet zich zien aan te passen aan het rumoer om zich heen. Uiterst gevoelig aan de voorbijgaande indrukken van den dag, heeft hij zich een oogenblik laten meesleepen door een begoocheling van geestdrift en er aan gedacht nog persoonlijk deel te kunnen nemen aan het gevaar van het vaderland; dra echter heeft hij gezien dat zijn plaats niet was in de actieve gelederen, en hij nam zijn toevlucht in het berooide landhuis en hij verwenschte den oorlog die de menschen opschrikte. Le Goff's boek is zoo de geschiedenis geworden van een hoekje van Frankrijk gedurende de moei lijke jaren van ontbering en teleurstelling. Wij zien er den Meester, ontkomen aan de heerlijkheden van zijn villa Said, vooreerst een ontredderd lokaal bewonen, gezeten op een ouden manken fauteuil waarvan alle veeren kraken, voor een zwart houten lessenaar die op een lagere school heeft dienst gedaan, pruttelend tegen menschen en dingen en zijn gezelschapsjuffrouw Mad.lle Laprévotte, die haar eigen bedoelingen had met het gezelschap door haar verleend. Toch altijd die Meester, onder welke omstandig heden ook, zijn vriendelijk voorname manieren toonend tegenover het bezoek, en het dames bezoek, dat van den beginne af niet mankeerde. Het duurde bijna een jaar, eer meubels, schilde rijen en boeken uit Parijs overgebracht, de kamers een gezellig aanzien gaven, in zijn hart was de meester van het huis echter ontevreden, ? met zichzelf even goed als met de anderen. Hij gevoelde zich niet vrij, hij stond onder toe zicht van de regeering. Spionnen van allerlei soort en pluimage, ook militairen kwamen op zijn verblijf af en gaven verslag van zijn woorden. Men be schouwde hem als iemand wiens stem reikte door de geheele wereld, en van wien het er bijzonder op aankwam dat hij zich eensgezind toonde met den officieelen wil der regeering. Men verlangde, zoo wel voor het buiten- als binnenland, dat France met hart en ziel zou opgaan in de oorlogsstemming. Hij was daar ver van af, hij verfoeide den oorlog. Toen Le Goff hem een compliment maakte over -artikels geschreven voor het Bulletin des Anrées de la République, viel France uit: Ja, ik heb gesproken en geschreven als mijn conciërge. Helaas het moet wel zoo". Hij had zich de illusie gemaakt dat men hem zou kunnen volgen, wanneer hij onderscheid maak te tusschen het Duitsche volk dat, intiem, tegen de verschrikkingen moest zijn van den oorlog en den eerzuchtigen overheerschingswil van het Duitsche bewind, en hij had gehoopt dat men hem zou toestaan woorden van deernis te zeggen. Maar dadelijk had de geheele publieke opinie zich tegen hem gekeerd en France moest vaak bijdraaien. Verweet hij zichzelf niet zijn gebrek aan moed ! Hij paaide er zijn geweten mee, later, dat van de heele porlogsliteratuur tcch denkelijk niets zou overblijven dan misschien het boek van Barbnsse. van Romain Rolland moest hij overigens niet veel hebben. Maar hij verhief Tolstoi; dat is niet alleen een genie, hij is een mooi karakter, zei hij van hem. Hij heeft den moed bezeten om zijn handelingen in overeenstemming te brengen met zijn beginsels. Hij die de armoe preekte en de verachting voor de goederen der wereld, heeft ze achtergelaten en is als een onbekende in een station gestorven. Zijn dood past bij zijn leer, dat is buitengewoon. Ook mijn plicht, voor mij die dezelfde gedachten hoog houd, zou het zijn, alles te laten varen. Maar de Slaven hebben hun eigen logica; de Latijner die ik ben, heeft ze niet en zal haar nooit hebben. Bij het idee alleen mijn meubels en mijn schilde rijen te verlaten, voel ik dat het nooit zou gaan. Mijn leven is zonder logica, mijn geest is vol aarze ling en komt er niet over heen; de daad die zou behooren bij wat ik denk en wat ik heb geschreven, die zal ik nooit verrichten. Het was het eenige goede dat France van de Russen als bondgenooten in den oorlog had te zeggen. Wanneer iemand hen prees, daar in la Béchellerie, zoo werd hem voorgehouden dat het hun alleen om Constantinopel was te doen en zij militair geheel onnut waren door hun gebrek aan geweren en geschut: wat zij in dat opzicht van hun westelijke bondgenooten kregen, beijverden regeering en grootvorsten zich onmiddellijk aan den vijand te verkoopen. Eerst later, toen de Bolscheviki het hoofd in Rusland opstaken, kwamen die uiterste partijgenooten nu en dan bij France in genade. Hij zag in den beginne de wolk van den oorlog al somberder gaan dreigen. Anderen beschouwden het "als een goed voorteeken, toen in 1915 Itali zich bij de bondgenooten aansloot en Briand als hoofd van het ministerie een meer afdoend oor logvoeren beloofde; maar France: Nog een er bij, des te erger. Hoe meer er zijn, des te minder zal men tot het eind geraken. Hoe meer nieuwe volken die er zich mee bemoeien, des te grooter hindernissen op den weg naar den vrede. Iedereen zal van den oorlog niet willen afzien, eer hij zijn nationale verwachtingen, gelijk hij ze noemt, heeft gerealiseerd, en het komt inderdaad op niets anders aan dan dat hij zijn buurman of zijn vijand nog iets meer wil bestelen. Voordat elk zijn ro>f heeft volvoerd, zal het niet uit zijn". Briand zal den toestand opklaren, heette het een ander maal. Hoe komt ge daaraan?" liet France zich hooren. Briand heeft meer verstand dan de anderen, maar hij redeneert evenals de rest en denkt als zij en hij zal net zoo handelen; niets zal anders uitkomen. Voor den vrede zal hij niets doen. Hij zal naar de generaals luisteren, die hem den vrede voor morgen beloven". Hij houdt niet van Joffre, was de tegen werping van een uit het gezelschap. Hij houdt niet van Joffre", ging de Meester ongestoord voort. Ik ook niet, ge weet toch dat Joffre eerst dat bericht van Le Petit Parisien heeft moeten lezen, voordat hij wist van de overwinning aan de Marne, maar Briand zal niemand anders in de plaats van Joffre nemen. Die dikke Joffre is een heel handige man, die weet hoe hij met de parlementsmensclien moet omgaan. Ieder die naar het hoofdkwartier in Chantilly is geweest om hem te bekapittelen, is er verrukt van thuis gekomen, zonder iets wijzer te zijn gewordin. Briand zal er inloopen als de anderen. Joffre zal groote kaarten voor hem uitrollen en hem uitleggen: vandaag zijn wij hier, morgen daar enz. Als er niets van ge schiedt, heet het dat er te weinig geschut of vlieg tuigen voor zijn geweest, en men gaat op nieuw zich prepareeren. Dat is het gewone ritueel van het hoofdkwartier, het wordt regelmatig in de vaste orde afgewerkt, alsof het de gewone opvolging der seizoenen betrof". Daar kwam dan, in 1916, de slag van Verdun. Hij dompelde den Meester in een onzegbare droefheid. De verhalen van de woede waarmee de strijd werd gevoerd, van de geweldige verliezen die werden geleden, grepen hem zoo aan, dat hij buiten zich zelf scheen toen hij met ongehoorde heftigheid tegen die onnutte slachterij opkwam, waarin de menschheid zich als razend verscheurde, en waarvoor? voor een doel dat niemand kon er kennen. Dat onteert de beschaving", was de straf rede van France. Ue eenige vordering die is gemaakt, bestaat in de middelen om haar te vernietigen. Wat 'n miserie, spreekt niemand een woord? Het zal niet tot een einde komen, omdat nie mand het wil, Frankrijkeven goed als de anderen wil geen vrede; wij zijn nu eenmaal aan den oorlog gewend en wij laten hem duren, want er zijn veel te veel menschen die er belang bij hebben dat hij duurt. Tot wanneer? Tot aan de overwinning; maar waarin bestaat die? Niemand maakt er zich een juist begrip van. En onderwijl gaat men voort met moorden". Tegen het eind van hit jaar was France naar Antibes gegaan, om er de wintermaanden in zonne schijn door te brengen. La Béchellerie was nog niet goed ingericht voor winterverblijf. Het jaar 1916 in zijn verloop bracht bezadiging en verzadiging aan van krijgsgesprekken. In La Béchellerie verscheen als bezoeker de m;:chtige directeur van Lc Petit Parisien, het blad niL't den grootsten invloed <>p de gemiddelde opinie van de burgerij. De Sénateur Jean Dupuy, gezet in voldaan vleide zich. in den gemakkelijkste!! fauteuil Kersen Pralines /f ...i Bijzonder.frissche'ff|\aangsnarne smaak' van den salon en met zijn korte armpjes gesticuleerend, legde hij bedaard en overtuigend aan het gezelschap uit, hoe het niet lang meer met Frank rijk kon voortgaan op den weg dien het nu was ingeslagen. Ue Meester luisterde mtt instemming. Waar om zegt ge die dingen niet in uw blad? Ais de menschen iederen dag een stukje van zulk een redeneering ontvingen, zouden zij aan het denk beeld van den vrede gewennen.... De sénateur ging zenuwachtig op zijn stoel schuiven: Maar, mijn waarde Meester, hoe kunt ge zoo iets denken, dat is immers onmogelijk. Niemand zou meer mijn blad koopen !" Te deksel, dat 's waar ook !" was France's opmerking. Men ging na of er iemand was van, welke partij ook die de autoriteit bezat om vredesonderhande lingen in te leiden ; France schrapte de hoofden der socialistenpartij wig, Jiij had weinig vleiende na men voor hen over, zelfs het gemis van een man als zijn vriend J au r es betreurde hij niet, hij maakte mroie zinnen", zei hij van hem, geen had de talenten van een staatsman en zij allen bibber den van angst. Caillaux dan? vroeg een die dacht Fran ce's voorliefde te treffen. Misgeraden", antwoordde de Meister. Hij heeft evenmin als de anderen flinkwtg een plan voor zich. Hij kijkt uit naar verschillende kanten en moedig is hij waarlijk niet". Zou er dan niemand wezen", zeide een, die ons van dezen oorlog kan verlossen, waar ieder genoeg van heeft. Er is toch wel in Frankrijk een die kan zeggen wat de gansche wereld voelt en die kan uitroepen het grocte vredesverlangen dat allen bezielt. Die man zijt gij, waarde Meester, en er is niemand dan gij". France leunde in zijn veile lengte tegen den schoorsteen aan, hij streek zich ovir zijn voor hoofd, trok aan zijn kardinaal-roc.de huismuts en zeide geen woord. Maar het onderwerp was daarmede niet afge daan. De vraag werd nog meerdere malen behan deld, hoe het aan te liggen om de openbare meening tot een andere stemming te brengen, France had zijn oordeel daarover. Men moest van het wapen der satire gebruik maken, zooals Rabelais het had gedaan in de eeuw der Hervorming en van het humanisme, maar daarvoor was ein man met m;:chtig woord en machtigen lach noociig, die de domheid in 't licht kon stellen en wist aan te toonen hoe in een republiek waar de rijkdom heeiTcht.de menschen zich tot alle slaafschheden konden laten overhalen, want wis en waarachtig een koning zou al lang medelijden hebben gevoeld, maar de Republiek wil van hart niets weten !" Meester" vroeg ein van het gezelschap, zijt gij dan geen republikein"? De Meester trok aan zijn calotie en barstte uit: Houdt ge me soms voor een idioot?" W. G. C. B v v ,\ N c K Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER &Co. DEN HAAG AMSTERDAM ARNHEM Bergplaatsen voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl