Historisch Archief 1877-1940
No. 2489
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
REIZEN IN MAART
3 MAART Italië, groote reis
5 MAART Italiaansche Meren
16 MAART Fransche Riviera
30 MAART Pary's en Omstreken
31 MAART Italië, groote reis
uitsluitend voo; R icmsch-Katholieken.
Inlichtingen en Programma's Lij:
N.V. LISSONE & ZOON's Reisbureau
Leidschestraat 5, AMSTERDAM, Dam 10
DE HOLLANDSCHE
HUISVROUW
houdt van een frissche heldere
wasch; daarin heeft zij gelijk, maar
niet iedere Hollandsche Huisviouw
weet daarvoor het r.dres.
DE PEL1KAAN" Ie GOUDA
staat ter Uwer beschikking.
Vraagt eens om onz; prijs
courant No. 106.
BOUWT IN HET
OOSTERPARK
TE
BILTHOVEN
IILICHTIKEI rERSTREKT DE DIRECTIE
TEL. INT. :?No. 6538
GALAPAGOS
n.
Ni de boekaniers kwamen c' e walvischvaarders.
Wij denken er eigenlijk vee! te weinig aan, dat de
walvischvangst niet beperkt is gebleven tot de
Poolstreken. In de buurt van de
Galapagoseilanden werd in het begin van de 19e eeuw door
Engelschen zoo druk op walvisschen gejaagd,
dat het de moeite waard leek om er een
oorlogseskader heen te zenden tijdens den
EngelschAmerikaanschen [oorlog in het laatst van den
Napoleontischen tijd. De Amerikaansche admiraal
Porter slaagde er in, de heele Engelsche
walvischvloot in te rekenen, hoewel hij er later toch weer
bekaaid ai kwam, zooals dat meestal gaat, wanneer
je met Engelschen te doen hebt.
Die walvischvaarders kwamen op
de eilanden om dezelfde redenen
als de boekaniers. Ze zetten er
van tijd tot tijd hun schepen op
het strand om ze rustig te kale
fateren en de romp te bevrijden
van alle wieren en dieren, waar
die gaandeweg mee begroeid
raakt en die de vaart van 't schip
belemmeren. In den regentijd
?haalden zij er water en op lederen
tijd van 't jaar kwamen zij pr
om schildpadden voor
vleeschproviand. Met een dertigtal van
die beestjes aan boord waren ze
voor langen tijd zeker van versch
vleesch. Het kostte zoo goed als
geen moeite, om er te vangen die
driehonderd pond of meer wogen.
Onderhoud had men er niet aan,
de dieren bleven maanden lang
gezond en we! zonder eten of
drinken. Eigenlijk is het verwon
derlijk, dat ze al niet veel eerder
zijn "uitgeroeid. Indien de scheep
vaart er even druk geweest was
als die om de Kaap de Goede
Hoop, of wanneer het binnenland wat beter begaan
baar was geweest, zouden de schildpadden er
stellig wel even spoedig opgeruimd zijn als de Dodo
van Mauritius of de Reuzenalk van het Noordelijk
Atlantisch gebied.
Eén van die schildpadverzamelaars heeft ons
een levendig verhaal nagelaten van de groote
uitbarsting van een vulkaan op het eiland
Narborough in 1825. Hij had de grootste moeite om
met zijn schip te ontkomen door de kokende zee,
waarin de gloeiende lavastroomen zich uitstortten.
Toen hij een half jaar later terugkwam was de
vulcaan nog in actie, hoewel minder hevig. Hij
landde toen op Indefatigable en bemachtigde daar
187 schildpadden.
Tien jaar later, den 17den September 1835, zette
Darwin voet aan wal op Chatham. Het zag er in
't eerst in het geheel niet aanlokkelijk uit. De grond
bestond uit zwarte basaltische lava, zeer ongelijk,
met ruggen en spleten en er was maar weinig leven,
niets dan wat verschrompeld kreupelhout, dat
eerder deed denken aan de dorre pcolstreken dan
aan de weelde der tropen. Eerst bij nader toezien
bleek, dat die planten toch leefden en voor het
meerendeel zelfs in bloei stonden. Het waren
accacia's, wolfsmelksoorten en een vreemd uit
ziende cactus. Het eiland was vol kraters, op een
hoog punt zag Darwin er zestig tegelijk, en hij
schatte hun aantal voor den heelen Archipel
op niet minder dan tweeduizend. Een eindje verder
kwam hij twee reuzenschildpadden tegen, de eene
liep gemoedelijk op een stuk cactus te kauwen en
nam geen notitie van onzen grooten man, de
andere begroette hem met luid gesis. Later zag
Darwin nog een menigte van die schildpadden en
hij was nog jongen genoeg, om zich het plezier
te gunnen van een eindje rond te rijden op den
rug van zoo'n voorwereldlijk lijkend monster.
Van Chatham gingen ze naar Charles, waar
sedert een half dozijn jaren een strafkolonie van
Ecuador gevestigd was. De bevolking bedroeg
ongeveer driehonderd menschen en huisde een
mijl of vier van de kust op een hoogte van drie
honderd meter. Zij verbouwden bananen en
yamswortels en hadden er ook varkens en geiten
ingevoerd, maar hun hoofdvoedsel werd toch
weer geleverd door de schildpadden.
Op Albemarie rookt nog een vulkaan. Op een
van zijn wandelingen werd Darwin dorstig. Hij
zag gelukkig in de diepte een helder meertje,
holde er heen, nam een termen slok maar,
tot zijn smart, het water was zoo zout als brem.
Terwijl de Beagle wat rondtoerde om zoet water
te zoeken, bleef Darwin een paar dagen op het
eiland James en ging daar wat hoogerop tot in de
wclkenstreek. De nevels, die zich daar verdichten,
maken meer plantengroei mogelijk; hij vond er
zelfs grassen en rietgrassen, waarin een bijzonder
Geospiza
Geospiza
Geospiza
Verschillende"grondvinken van de verschillende eilanden.
fuliginosa. 4. Geospiza magnirostr
fortis. 5. Geospiza conirostris.
scandens.
soort van waterrat huisde. Ook^kwamen de schild
padden daarheen om te drinken; die hebben
formeele wegen naar de plekken waar ze hun dorst
lesschen en het was heel gewoon om er langs
zoo'n weg eenige te ontmoeten, die niet de minste
vrees toonden. De eeuwenlange vervolging schijnt
deze phlegmatische dieren nog niet verontrust
te hebben. Vrees voor den mensen bestaat op deze
eilanden niet, noch bij de schildpadden, noch bij
de velerlei soorten van leguanen en hagedissen, noch
bij de zeeleeuwen of bij de vogels, een paradijs
achtige toestand.
Dit paradijsachtig gevoel wordt nog versterkt
door de overweging, dat deze eilanden betrekkelijk
jong zijn, of althans nog slechts sinds betrekkelijk
korten tijd bewoonbaar voor levende wezens.
Bedenkt men nu, dat haast alle planten en dieren
van de Galapagos-eilanden alleen daar en niet op
andere plaatsen in de wereld voorkomen, dan
staan wij hier, zegt Darwin, zeer dicht bij de groote
gebeurtenis, het mysterie der mysteriën het
eerst verschijnen van nieuwe wezens op deze aarde.
Dat waren belangrijke dagen voor Darwin en
het gebruik, dat hij er van maakte, dwingt nog
bewondering af. Hij had de benijdenswaardige
eigenschap van in ruimte en tijd uitgestrekte
gebieden te kunnen overzien en tegelijk de kleinste
bijzonderheden waar te nemen in zijn onmiddellijke
omgeving. Hij zag de tweeduizend kraters, het
geologisch verleden, de bijzonderheid en verschei
denheid van de planten en de dieren en de stroo
mingen van wind en water, die in dit stuk van de
Stille Zuidzee wellicht invloed zoudtn uitoefenen
op het voorkomen en de verspreiding der organis
men.
Ongelukkig bleef de Beagle slechts een maand
in deze wateren en daardoor kon Darwin niet ge
noeg aandacht schenken aan de merkwaardigste
bijzonderheid van deze eilanden, zoo bijzonder,
dat hij er aanvankelijk niet op bedacht was.
Niet aleen is de flora en fauna der
Galapagoseilanden bijna volkomen eigen aan die groep,
maar elk eiland heeft zijn eigen planten en dieren
soorten. De reuzenschildpad van Charles ziet er
anders uit dan die van Hood. Van de 71 planten
soorten die destijds op James bekend waren,
komen er dertig uitsluitend op dat eiland voor
en nergens elders. De zwarte grondvinken Geospiza,
eenige soorten die nog al duidelijk verschillen
in de dikte van hun snavels, hebben elk hun eigen
eiland; een enkele soort komt op twee eilanden
voor. Zoo is het ook met de spotlijsters en met de
insecten. Alleen de landslakkcn leken Darwin een
uitzondering op den regel.
Hij noemt deze verscheidenheid een waar wonder
maar dat weerhoudt hem niet om te zoeken naar
oorzaken, doch tevergeefs. De eilanden liggen zeer
dicht bij elkander, ze hebben denzelfden bouw
en oorsprong, het is zeer onwaar
schijnlijk, dat zij veel in leeftijd
zouden verschillen, en de klimato
logische tegenstellingen zijn voor
de heele groep niet belangrijker,
dan voor ieder eiland afzonderlijk.
De eenige invloeden, die hij kon
ontdekken, waren grootte en
diepte van de zee tusschen de
verschillende eilanden en de ge
ringe windkracht, niet bij machte
om zaden, stuifmeel, kiemen,
diertjes over te waaien van het
eene eiland naar het andere.
De wonderlijke toestanden op
de Galapagos-eilanden hebben het
onderzoek naar het bestaan en
ontstaan van de flora en fauna
van afgelegen eilanden in het
algemeen zeer bevorderd. In zijn
Origin of Species komt Darwin
zelf daar weer c p terug en ook
andere onderzoekers hebben zich
niet onbetuigd gelaten. We zijn
nu al weer heelwat verder in
onze opvattingen en ervaringen,
maar het Galapagos-probleem
blijft nog oncpgelost. De vol
gende week wil ik nog iets vertellen van de
jongste onderzoekingen.
J A C. P. T H IJ S S E
?lllllllttlllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIÏI! millllllllllllllllllllll
l LAAT UW TUIN AANLEGGEN DOOR
!?MOERHEIM"!
I DEDEMSVAART |
40 Hectaren met l
l VASTE PLANTEN, ROZEN,
! HEESTERS, CONIFEREN, f
| ENZ. l
Levering franco Catalogus gratis =
iiiimililiiilii IIIIMI
iiiiiiiiiiiiiiliiiiii