Historisch Archief 1877-1940
AMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
Concertgebouw.
Max von Schillings.
Zouden de opvoeringen van Der Rosencavalier"
en Ariadne auf Naxos" van Strauss twee model
opvoeringen, onder auspiciën der
Wagner-Vereeniging door het zang-ensemble van de Berlijnsche
Staatsopera gegeven aanleiding worden tut
de stichting van een DuiUche opera in onze hoofd
stad? De intendant en dirigent Max von Schillings
is ten stadhuize geweest en daar zijn woorden ge
sproken, die wezen op de overweging van een per
manent optreden te Amsterdam, ter grondvesting
van een Amsterdamsche opera". Maar het Con
certgebouworkest zou moeten meehelpen. Men"
vertelt verder, dat de tegenwoordige abonnements
concerten in verband hiermede zouden verminderd
worden tot n in de week; het andere concert
?werd dan omgezet in hulp bij de voorstellingen
der Amsterdamsche opera. Wat is er waar van
deze on dit" 's?
De aanwezigheid van Max von Schillings in
Amsterdam was het Concertgebouw aanleiding
dezen dirigent de leiding van een der abonnements
concerten in het Concertgebouw te geven. Als
soliste trad op dit concert op Schillings tchtgenoote
de zangeres Barbara Kemp, ten onzent geen onbe
kende overigens.
De dirigent had zich zelf als componist op het
programma geplaatst met een viertal
Glockenlieder" van den Zwitser Carl Spitteler. Dat men
evenwel geen sterken indruk van deze in haar
effecten al zeer conventioneel gevonden compositie
kreeg, lag zeker niet aan de zangeres Barbara
Kemp, die de geluidmassa met haar stem moedig
te boven trachtte te komen en soms ook te boven
kwam.
De slot-scène uit Strauss' Salome" behoort
tot de prachtigste prestaties van Barbara Kemp.
Zij heeft voor deze muziek als een onweersstem
ming de gevraagde spanning, de lenige panter
achtigheid van zingen en de helle kinderlijke
drift bij het intoneeren. Men mag deze muziek
verafschuwen, haar sfeer pervers vinden, het onder
werp immoreel", maar Strauss heeft hier in
klanken weten te bereiken dat waarvan de tekst
zooi-eer geladen is. Salome's Tanz" gaat hieraan
vooraf als het instrumentale voorspel van dit voca
le hoogtepunt, op zich zelf ook een hoogtepunt.
Hier, in de leiding van Salome's Tanz was von
Schillings als dirigent op zijn best. De climax was
prachtig voorbereid, de verschillende phases, die
de expressiviteit doorloopt, mooi overwogen.
Minder raak dirigeerde von Schilling een
overigens zeer interessant en ons onbekend
symphonietje van Haydn. Een lichte muziek, vol
grappige effecten: de hobo in het trio van het
Concert, de verdubbeld langdurige triller in het
andante, het pittige, marionet-achtig trippelende
rythme van de finale. Er zijn muziekcritici, die
voor dit Haydntje de rest van het concert wilden
vergeten.
Het Residentieorkest.
Vera Janacopoulus.
De Amsterdamsche Kunstkring Voor Allen"
nam dezer dagen weer het initiatief tot eenige zeer
interessante concerten. Hij noodigde Peter van
Anrooy met zijn Residentie-orkest uit voor het
Amsterdamsche publiek te spelen, en had tevens
het goede idee dit publiek gelegenheid te geven
zich te rehabiliteeren, tegenover de waarlijk eenige
zangeres Vera Janacopoulos, die het bij haar eerste
optreden hier, in het begin van den winter, vrijwel
voor een leege zaal had laten zingen; en met suc
ces: want de Groote Zaal Concertgebouw was voor
de beide avonden geheel uitverkocht.
Dr. Peter van Anrooy aan het hoofd van zijn
eigen orkest te hooren is tevens hem in zijn kracht
te hooren. Met het Concertgebouw-orkest scheen
hij niet steeds tot een gelukkige ontplooiing van
zijn eigenlijke kwaliteiten te kunnen komen. Van
Anrooy is een Brahms-kenner en een
Brahmslicfhebber, en wat iemands liefde heeft wordt
altijd meer dan wat iemands belangstelling bezit.
Zoo werd ook het glanspunt van den avond de
uitvoering van Brahms' 1ste symphonie, uiterst
zingend" en elegisch gespeeld. Pogingen tot
exposévan den bouw" van dit niet sterk ge
bouwde werk deed van Anrooy niet, de melos
nam alles in zich op onder van Anrooy's leiding
en won het pleit voor Brahms.
Na de pauze speelde van Anrooy met het orkest
Don Juan" van Strauss, waarbij de details niet
DE VERTERINGSBELASTING
Teekening voor de Amsterdammer" door George van Raemdonck
DE CONSUMENT: ,,DIE HAND HF.B IK AL MEER GEZIEN!"
steeds helder genoeg naar voren kwamen om den
indruk van htt schutterige van deze Don
Juanvertooning in klanken wat te kunnen
neutraliseeren. Een muziekje van Paul Hindemith voor
Burmeesche marionetten (van Franz Blei) was
pikant, bootste het primitieve en tegelijk opwin
dende van de Oostersche dansen geslaagd na. Het
orkest speelde snel en met entrain dit licht ge
schreven werkje, dat alleen een beroep doet op de
rythmische vastheid der uitvoerenden.
Tot slot dirigeerde van Anrooy La Valse" van
Ravel. Sterk gestuwd, de melodische stroom
voortdurend onderstreept, de schrille accenten
bijna geheel verdoezeld om de Weensche wals
melodie vrij te houden. Maar nu was er geen hoogte
punt, feitelijk, en het slot kwam omdat er een slot
moest wezen.
Aan het concert van Vera Janacopoulos kan ik
niet anders dan met groote ontroering denken.
Men hoort wel zelden zulk een zangeres; geheel
natuur en toch van een veredeling, zooals
alleen de cultuur die kan geven. Een Griekin van
geboorte, maar cosmopoliete in hart en nieren,
en dat niet alleen ten opzichte van al die talen,
die zij onberispelijk uitspreekt (wij meenden dat
op haar concert alleen nog maar het Duitsch ont
brak, doch zie, dat kwam in haar toegift ,,lch
grolle nicht "van Schumann, en onberispelijk !)
Men weet van te voren, dat de Groote zaal Con
certgebouw wat te groot is voor een solist, die geen
andere steun heeft dan een piano en dat veel van
het geluid vóór het geheel ontbloeidis, reeds door
de ruimte wordt opgeslorpt. De teedere liedjes,
vooral die der oudere Italianen, en het
gracieusinnige Mandoline" van Debussy kwamen" er
niet heeiemaal, de stukken, die op een grootere
voordracht zijn ingesteld werden aangrijpend;
Moussorgsky's Chef d'armée" en vooral
invitation au voyage" van Duparc, dat men zelden zoo
breed-gedragen en zoo innig-elegisch hoort. Groot
succes hadden Poulenc's Bestiaire"(deze zangeres
is toch feitelijk de eenige, die het realistische ont
kleuren" der tonen kan geven zonder daarin tot
een banale truc te ontaarden !), de Spaansche
liederen en vooral ook dat verrassende toegiftje
Ich grolle nicht" van Schumann, gemeengoed
van alle dilettanten, maar heerlijk nieuw in dien
vervoerden, echt-menschelijke voordracht van
Vera Janacopoulos.
Een woord van hulde past ons nog aan de
begeleidster in de klavierpartij, Gilberte Dupin,
die hier met de zangeres zoo n bleef als maar
eenigszins mogelijk was.
Per Vliegdienst Sabena
NAAR
ir BRUSSEL
Inlichtingen bij de K. L M.
ENRICO BOSSl f
Daar het werk meer speciaal het koor-werk, van
den Italiaanschen componist Enrico Bossi ten
onzent, evenals in Duitschland, groote bekendheid
verwierf en verschillende van zijn scheppingen
voor koor, soli en orkest hier vaak zijn uitgevoerd
door Toonkunst en op de Zornerconcerten te Naar
den onder Schoonderbeek, willen wij hem, bij zijn
overlijden deze week (op de terugreis uit Amerika)
met enkele woorden herdenken.
Bossi, in 1861 geboren, behoorde tot de generatie
der Italiaansche componisten, uie zich meer Noor
delijk, in het bijzonder naar uitschland georiën
teerd hebben. Strauss en Wagner hadden op zijn
scheppingen grooten invloed evenals op die
van Wolf-Ferrazi en niet geheel toevallig
vonden deze scheppingen juist in Duitschland een
groot afzetgebied en was de verspreiding in handen
van Duitsche muziekuitgevers. Van zijn koor
werken werden ten onzent uitgevoerd het
Canticum Canticorum" en de oratoria Het verloren
Paradijs" en Jeanne d'Arc". Zijn instrumentaal
oeuvre kennen wij in Nederland vrijwel niet.
Eenige kinderstukken voor piano worden nog
een enkele maal gespeeld, maar het blijft te be
zien of zelfs het eertijds nogal gangbare
oratoriumwerk van dezen Italiaanschen componist die groot
werd in de periode der Duitsch-Italiaansche ver
broedering, hem lang zal overleven.
CONSTANT VAN W E s s E M
BOOKT