De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 28 februari pagina 22

28 februari 1925 – pagina 22

Dit is een ingescande tekst.

22 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2490 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE DE ZUIINIGE KEUKENMEID. Er werd gescheld. Leentje ik zeg Leentje", al zeggen ze binnen Helene", wat geen pas geeft als ze de keukenmeid Aal durven noemen Leen was op zolder en ik deed dus open. Ik zag zoo gauw niet wie het was, maar in eens herkende ik hem. Ik liet. hem binnen. Meneer is nog niet thuis, zei ik, maar hij kan elk oogenblik komen. Of u het u maar gemakkelijk wil maken. ? Dank je, meisje, zei hij en ik hielp hem uit zijn jas. U had dat meisje" moeten hoon n, hoc dat uit zijn mond klonk. Het deed me gotd. Dat z ggcn ze tegenwoordig niet meer. Of z- z gg n boe r.och ba of alleen dank j ". Do bekefch id tegen de booien is de wereid uit. Ik liet hem in hit salon en jcl oof een :toel bij den haard. Hij bl?ef st??n i r z i in eins: ? Ik geloof dat jij een tevreden meisje bent, niet waar? Ik kreeg bijna tranen in mijn oogt n. Tweemaal achter elkaar meisje", je bent d;.t niet meer ge woon. Ik Was tevreden, zei ik, bij Mevrouw zalige r. . ? Tevredenheid is een groote schat in het leven, zei hij en ik voelde zoo op eens dat hij behoefte had aan wat aanspraak en daarom liet ik hem uit spreken. Een mensch kan dat zoo hebben als zijn gemoed overkropt is. ? Het is anders zoo moeilijk in d< ze tijden een tevreden mensch te vinden, zei ik om htm aan te moedigen. Zegt u dat wel, juffrouw ---Alida, zei ik gauw. ? Juffrouw Alida.... men kan nog zoo zijn best doen en toch kunnen al onze daden verkeerd worden uitgelegd. ? ? Vooral in uw positie, zei ik, om hem een handje te helpen. De wangunst .... Zij knaagt aan de beste vruchten. U heeft gelijk. Als ik kalm gebleven was die ik was, zou men nu nog met eerbied en ontzag tegen mij op zien. Men zou mij, ik zeg het zelf zonder valschc hoovaardij, de jeugd ten voorbeeld stellen wat noeste vlijt en wilskracht vermag. Doch instcde mij zelf te zoeken, mejuffrouw.... ? ? Zevenboom, zei ik snel. ? ? Mejuffrouw Zevenboom, meende ik hoogere plichten te hebben. Ik voelde de kracht in mij, mijn land en volk naar eer en geweten te dienen. Ik was er bij gaan zitten op een puntje van een stoel en beet op het puntje van mijn bo z laar, zoo vreemd werd het van binnen in me. Hij stond rechtop voor den haard. ? En wat ben ik nu? De meest verguisde man in heel het land. Ik kreeg trek om te huilen, zoo werkte hij op mijn zenuwen. U, juffrouw Zevenhemel, die tot de als ik het zoo noemen mag, democratische lagen van ons volk behoort, tot de gezonde, christelijke demo cratische lagen, ik vraag het u op den man af: is het onder ons bewind niet goed geweest te leven? Ik werd onrustig op mijn stoel en voelde dat mijn rechteroog vochtig werd. Was er n land in Europa waar zoo de rust verzekerd was? En in 1918 en in 1924, toen groote gevaren dreigden, ontvingen wij den moed en de kracht om voor de beste goederen. . . . U had eens moeten hooren hoe hij dat goe deren" uitsprak, 't _was of ik meneer Pierre hoorde als hij lieve woordjes sprak. Om voor de beste goederen van ons Volk pal te staan en zagen wij onzen arbeid niet met rijken zegen bekroond? Ik huilde. ? De binnenlandsche rust, mejuffrouw Alida Zevenhuizen, kunnen wij op ons credit boeken, doch vergeet vooral dien anderen pijler niet die onder ons volksbestaan dreigde omver geworpen te worden. Het financieel evenwicht, mejuffrouw Zevenster. . . . Ik gaf een gil, want het haardkleedje was aan het schuiven gegaan op mijn gladde parketvloer en hij was bijna languit gevallen. Maar hij bleef op de been en glimlachte. In twee machtige momenten der geschiedenis, waarin heel het nationale volksleven werd be dreigd, mejuffrouw Zevenoog, mochten wij toonen berekend te zijn voor onze taak. Hij sprak net zoo gevo: lig als dominee de Gaay Fortman toen ik tin kind was en ik snikte. Die twee voorname dingen sluiten kritiek op onze daden ni.t uit, mejuffrouw Zevenlirg, maar zij geven ruLti^.' kracht tot verweer. Wij behoeven het oordcel van d.n tijdgenoot noch van het nageslacht te vrecz n. Zegt u dat wel, z.i ik, want ik was erg ont daan. Van meer dan n zijde tracht kleine kritiek, mejuffrouw Zevenboer, te knabbelen aan den ar beid die het inflatie-gevaar kon kecren. Men be weert dat het gevaar opzettelijk werd overdreven, teneinde inillioenen van de salarissen van de amb tenaren te kunnen afnemen.... Schandalig, zuchtte ik door mijn tranen heen. Alsof men een brand bhischt om waterschade te kunnen aanrichten, mejuffrouw Zevenmeer. Zij die meenen dat de maatregelen welke tot her stelling van het evenwicht.... Ik schrok me een punt ! Want pats", daar lag hij in zijn volle lengte. Het doet wel eens pijn zijn beste bedoelingen PADOX HOUTBOUW Houten Scholen, Winkels, Directiekeeten Levering in korten tijd. Fabrieken Warmond zoo verdacht gemaakt te zien, mejuffrouw Zevenklapper, zei hij en krabbelde met mijn hulp weer op en wreef liet ondereind van zijn rug. Ik snoot mijn neus, want ik was werkelijk ge sticht en uit dankbaarheid d.'ukte hij mij een gulden in de hand. Ik was te beduusd om te be danken. Het is een echte, mejuffrouw Zevensprong, zei hij, hij is weer honderei centen waard, dank zij ons. En net wou ik zeggen: als de cent voor ons tnenschen nu ook maar een cent waard was", toen gelukkig meneer binnen kwam. Hij bleef dineeren en ik heb hem goed bediend. Het komt hem toe. A L l U A Z E V E N B O O M

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl