Historisch Archief 1877-1940
No. 2490
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE TROMP EN DE HEEMSKERCK TE GENUA
Teekening voor ,,de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
(?Onze pantserschepen mogen verouderd zijn, dit wordt evenwel dubbel en 'dwars
vergoed door den schitterenden indruk, dien onze zeeofficieren maken door hun talenkennis
en omdat zij zulke onvermoeibare en onberispelijke dansers zijn."
N. R. Cl)
MARS: IK ZAL SUBSIDIE MOETENGLVEN AAN DE BERLITZ SCHOOLS EN AAN J/MES MEYEK FILS!"
DE INTERNATIONALE PUZZLE
Einde Februari 1925.
Het zijn dagen van gespannen aandacht. De
komende weken kunnen van historisch gewicht
zijn. Zwaar spel wordt van allerlei kant ingezet.
Het gaat om het geven van een nieuwen stoot
naar de rust van Europa. Alles concentreert zich
daar op 't oogenblik weer in het Westen, aan
den Rijn.
Als praktisch punt schijnt alleen een op zichzelf
staande kwestie: de ontruiming van de Keulsche
zone, aan de orde. En artikel 429 van het
Vredestractaat van Versailles lijkt duidelijk genoeg,
dat zegt: dat voor die ontruiming nu de tijd is
aangebroken, wanneer tenminste de vumvaarden
van Jut contract door Duitschland getrouwelijk
zijn nagekomen.
Maar- wat staat daar al niet dadelijk achter !
Het gaat in de eerste plaats om de ontwapenings
verplichtingen. Heeft Duitschland die redelijker
wijze nageleefd? Het rapport van de militaire
controlecommissie wordt nu te Versailles, en
daarna door de regeeringen onderzocht. Wat laat !
klagen de Duitschers, daar reeds op 10 Januari
de ontruimingstermijn aangebroken was, en de
beslissing nu waarschijnlijk niet vcor de tweede
helft van Maart kan vallen. Doch daarop wordt
geantwoord dat ten tijde van den passieven
wederstand Duitschland voor vrijwel een jaar
't uitoefenen van de geallieerde controle onmogelijk
heeft gemaakt.
De meest uiteenloopende opvattingen lekken
over het militair rapport uit. Sommigen zeggen
dat er haarstraubende" feiten van Duitsche
militaire machinatie's in aan den dag worden
gebracht. Anderen, dat 't alles slechts kleinigheden,
technische punten, zijn. Men zal zich van de
eventueele publicatie niet te veel voor moeten stellen.
Zij za! niet veel nieuwe meeningen vestigen. Zij,
die reeds nu met Wantrouwen over Duitschland's
militaire plannen vervuld zijn, zullen zeggen:
,,ziet ge wel !'' Zij die op Duitschland's hand zijn:
is t' anders niet?"
Waarheid is, dat er op 't oogenblik n: g in steeds
breeder wordenden kring een onberedeneerd,
maar ontzaglijk wantrouwen, ontzaglijke onrust
over Duitschland's verdere oogmerken heerscht.
Bereidt het zich inderdaad met nieuwe militaire
machtsmiddelen voor, den ontwapeningsbipalin
gen ten spijt? Hit geloof daaraan blijft hangen,
ook in aan Duitschland anders niet onwelgezinde
kringen. De gehcele economische ontwikkeling, de
kunstmatige markverwatering en de nu ineens
na aanneming van het Dawesplan, opduikende
rijkdommen, scheppen een huiverend geloof aan
Duitsche geslepenheid. Misschien overdreven,
waarschijnlijk overschat menig nerveuse
argdenkende de Duitsche macht ten kwade. Maar het
gevoelen heerscht nu eenmaal, en Duitschland
mist het vermogen om 't te niet te doen. In het
Duitsche volk zelf daarentegen is weer 't gevoel
gekweekt, dat andermaal tractaatsbepalingen
worden geschonden en dat de ontruiming van Keu
len al lang moest hebben plaats gehad.
Ziet hier nu het historische spel tusschcn
Engeland en Frankrijk; niet op hostielen voet,
maar wel met van weerskanten de bedoeling zijn
zin door te zetten.
Engeland wen;c'~,t, gelijk sinds geruimin tijd
in de aanhangige zaak, Duitschland niet te
kwetsen, ja het te menageercn ui het de volle
overtuiging van loyale behandeling te geven.
Het ziet daarin 't middel tot verbetering der
verhoudingen tusschen de Westereche mogend
heden. Ook de tegenwoordige ei nscrvatieve
rcgeering heeft die leer niet opgegeven, als is zij
minder genereus gezind. Ontruiming dus, zoodra
de nakoming der voornaamste militaire verplich
tingen van het oogenblik zullen zijn gec< nstatecrd.
Maar Frankrijk staat er anders voor. Het ziet
ook wel de verplichting om te ontruimen, zoodra
die voorwaarde zou zijn vervuld, maar het
ziet in de ontruiming tevens een middel om zich
te ratrappcercn en kts van Engeland gedaan te
krijgen. Wat dat is? Frankrijk is eigenlijk, na den
oorlog, tot tweemaal toe doe r zijn Angelsaksische
geallieerden gedupeerd. De eerste maal toen in
1920 Amerika en Engeland het drievoudige
garantictractaat weigerden, waarvoor frankrijk
in zake de Rijnkwestie toegegeven had. Later,
toen Mac-Donald voor de aanneming van liet
Dawesplan een Engelsche veiligheidsgarantie had
belegd en als zoodanig ook 't (Incefsche protocol
hielp op stapel zetten, dat nu echter uitgesteld en
uitgesteld wordt.
Het Fransche streven om ten slotte eene garan
tie te verkrijgen, is gerechtvaardigd; en, mits
gut d ttn uitvoer gebracht, 7:1! hit voor den
algemeenen vredcstoestand uiterst bevorderlijk zijn.
Frankrijk wil nu echter om zijn doel te bereiken
in de vroegere misrekeningen goed te maken, de
ontruiming van 't Keulsche gebied min of meer tot
een middel van pressie tegenover Engeland maken.
l fit zoekt de ontruiming afhankelijk te maken
van de verleening, in eenigen vorm, van een
KLEURECHTE
GORDIJ NSTOFFEN
VOEREN OVERBODIG.
CHENILLE
DUBBELZIJDIG
PER WIT R. ^
1 30 BR. . . ? ?
STALEN FRANCO.
Engelsche garantie, een toezegging van steun
tegen aanval. Het liefst zag 't Qua i d'Orsay
het protocol van enève aanvaard. Geeft Engeland
liever iets anders in de plaats, dan zal ook dit
worden genomen, maar: iets ! En teiwijl
GrootBrittanniëietwat spartelt om terstond van ontrui
ming van de eerste bezette zone te spreken, en
van niets meer, houdt Frankrijk andere troeven
vast. Het zal de Duitsche tekortkomingen op
bewapeningsgebied breed blijven uitmeten, en
slechts tot gematigde zienswijze geneigd zijn,
zoodra Engeland de een of andere aannemelijke
garantieverbintenis aanbiedt. Of dit oogmerk
lukken zal?
De heer Austin Chainbe'rlain zoekt naar een
vorm, waarin hij zijn aanbod zou kunnen doen.
En hij voedt op 't oogenblik tevens zijn
binnenlandsche en koloniale publieke opinie op, om haar,
naar Britsch gebruik, voor 't aanvaarden van een
bepaald plan ontvankelijk te maken. Dit is de
dubbele operatie, waarvoor op 't oogenblik tijd
noodig is, en die alles vertraagt.
Indirect is dus de Fransche politiek er op ge
richt, de Angelsaksische nieuwe wereld nu tot wat
actieve erkenning van het Europecsche veilig
heidsvraagstuk te brengen. En er vindt reeds eene
opmerkelijke kentering plaats. Coolidge's voel
hoorns naar een ontwapeningsconferentie, die
nu ten deele ecnc zijn zou ien (tiende van Europa,
en ten gerieve van Europa ge-ensceneerd, zijn er
een merkwaardig voorbeeld van; ofschoon hit
denkbeeld allicht van de zijde van Washington
nimmer zal behoeven te worden veiwizenliikt,,
wanneer Europa zelf 't initiatief m men kan.
Duitschland staat voor 't eiguibük in zekuxn
zin passief bij. Het vervult er eeist de kwestie
van de naleving der militaire tractaatsbipalingen,
en wat de veiligheidskwestie betreft, een hoofd
rol, maar een zwijgende. Wat de veiligheid
bet rel t zou het een ontzaglijke Verandering kunnen
teweegbrengen, door loyaal de atmosfeer van
dubbelzinnigheid te verdrijven, waarin het nog
gehuld is. In dit opzicht zal wellicht binnenkoit
de Volkenbond de helpende hand bieden, wanneer
hij op Duitschland's vraag omtrent zijn toetreding
in heeft te gaan. Wat de kwestie der militaire
tractaatsbepalingen betreft, hierin zullen de
geallieerden Duitschland eerlang de gelegenheid
moeten geven om te spreken, ten einde zich te
verklaren en eene aannemelijke m<'dn$ vivciiüi
voor de toekomst te helpen vormen. Doth waar
schijnlijk komt dit eerst, wanneer de garantie
kwestie tusschen Engeland en Frankrijk een stap
verder is. Men ziet evenwel, hoe Engeland daarin
nog naar tweeërlei kant getrokken wordt.
Inmiddels geven de inwendige Duitsche re ge
eringstoestRiidin geen frissehe kracht mee. In
Pruisen vormt het centrum de zwakke barrière
tegen een nationalistische ngeenng. Maar Marx
heeft dat alsnog niet kunnen bolwerken, Potsdam
schijnt weer Berlijn te overvleugelen, en dan wordt
het'de vraag, wat Potsdam geleerd heeft. Geleerd
aan modemcn geest en aan internationale wijsheid.
Wij gelooven dat het inderdaad soepeler geworden
is. De houding der rechtsche groepen in Luthev's
en Stresemann's rijksregcering wijst het uit.
Maar het Ministerie van Buiteiilandsche Zaken
aan de Wilhelmstrasse is er nog altijd vol aarze
lingen, en loenscht naar twee kanten. Het duikt
evenmin aan het samengaan met Moskou en,
grillige fantazie -- Washington ! En: liet voelt
'toch de noodzakelijkheid, met West-Europa in
harmonie te raken.
I! ',? .\ N ??' \ KIS
VaderJaécli Ifeibontl, Den Haag
Secretariaat: Pulchri Studio. E. Voorhout '5
Den Haag. Tel. 11110, Secr. Ir. j. V\'.
NiEI-'STRASZi Peiiningir. 'Mr. G. J. \ERBLRUT,
Am a Pauïownastr. G Dm Haag. I'nstrek. 2ö:-5.