Historisch Archief 1877-1940
PEEK& CLOPPENBURG
GALAPAGOS
(Slot).
Het wetenschappelijk onderzoek van de
alapagos-cilanden is niet zoo uitgebreid of grondig
geweest, als men na de onthullingen van Darwin
wel had mogen verwachten. Zij behooren tot de
Zuid-Amérikaansche republiek Ermdor, en
ZuidAmerikaansche republieken zijn nu niet bepaald
beroema om toewijding en offers, gebracht aan de
wetenschap. Wel heeft Ecuador een strafkolonie
gevestigd op het eiland Charles. Een grotp van die
kolonie vestigde zich later op Chatham. De his
torie van deze'groepen gewaagt van wei.iig anders
dan van roof en moord en vernieling. Ook op
Albemarl; kwam menschelijl' bedrijf en daarmxe
half verwilderd vee, geheel verwilderde ronden en
een menigte ratten, die alle met elkander den onder
gang bewerken van de inheemsche dierenwereld
en in 't allereerst d3 reuzenschildpadden verdelg
den. De ratten en honden eten de eieren en de
jongen; de groote schildpadden werden zeer
roekeloos g'dood om hun vleejch en vet.
Reeds onze dappere Dampier prees het
schildpaddenvet om zijn buitengewone ge
schiktheid voor het bakken van oliebollen
en in d; e rste jaren Van onze eeuw was er
op Albsmarh een formeele
schildpaddenvetsmelterij met export naar den vasten
Wal van Ecuador. B:ck, een wetenschappe
lijk verzamelaar, die heel wat
Galapagosychildpadden bracht naar diergaarden van
de Oude en de Nieuwe Wereld, vond bij
die smelterijen de leege pantsers der
dieren bij honderden en honderden. Met
Beek komen wij weer op wetenschappelijk
gebied. Hij leidde in 1605 een expeditie
van de California Academy of Sckn:es.
Deze expeditie bleef langer dan een jaar
op de Galapagos en verzamelde er een
ongeloofelijke hoeveelheid planten en dieren
en daaronder ook honderden schildpadden.
De buit was zoo groot, dat men zich
afvraagt of wat zij levend achterlieten wel
in een goede verhouding staat tot wat
er dood werd meegevoerd. Wij houden
natuurlijk allemaal van goed verzorgde en
ruim voorziene musea en uitgebreid gemak
kelijk bereikbaar studiemateriaal. De Gala
pagos echter zijn een museum op zichzelf,
een openlucht-museum met levende voor
werpen" en, hoewel het niet verboden be
hoeft te worden om die voorwerpen aan te
raken, lijkt het mij toch wel bedenkelijk
om er zoo veel van mee te nemen. Derge
lijke belangrijke terreinen vereischen een andere
techniek.
Gelukkig is die voor de Galipagos-eilanden ook
toegepast, nu bijna twee jaar geleden onder
leiding van William Bsebe, lang zal hij leven !
Een lange magere kerel, met schaarsch
haar en een groote Yankee-onderkaak. Een
overtuigend evolutionist, zelfs Darwinist, een
nederig menjch, die zich voelt als een onbe
duidend stofje in de groote, wondere schepping,
Een sportieve kerel, onvermoeid onderzoeker,
belezen geleerde, zelfs bibliophiel, hartstoch
telijk jager, eminent natuurbeschermer, dapper
krijgsman en onverzadiglijk wereldreiziger. En dan
nog bovendien een schrijver en verteller van won
derlijke versatiliteit. Jaren geleden heb ik hier
al eens verteld van zijn avonturen in de wildernis
sen van Guyana, van zijn prachtig boekje Jungle
Peace en zijn uitgebreider Tropical Wild Life in
Guyana met de historie van de Hoatzin. Daarna
heeft hij een groote monografie van de fazanten
geleverd en daarvoor deze prachtige vogels opge
zocht over de geheele wereld, waar zij Wonen, in
den Kaukasus, in Annam en de Himalaya. De
middelen, hiervoor noodig, werden in hoofdzaak
verschaft door nuttige millionnairs, die than0 reeds
alle mooie dingen dO;n, welke later wellicht tot
stand kunnen komen door de samenleving zelve,
indien deze volmaakt genoeg is en een regeering
kan scheppen, die in harmonie werkt met die ideale
samenleving. Tot zoolang zullen we ons met de
millionnairs moeten behelpen.
Een van deze heeren, Harrison Williams, stelde
tot Beebe's beschikking het geriefelijk, zelfs weel
derig ingerichte stoomjacht Noma", uitgerust
voor een wetenschappelijken kruistocht van eenige
maanden. Harrison zelf ging ook mee en bovendien
nog een dozijn bekwame beoefenaars van kunst en
. wetenschap. De reis ging natuurlijk via het
Panamakanaal en daar gaven de dammen van Gatun
met hun omgeving een schoone gelegenheid voor
een belangrijke nachtelijke expeditie op yapocks,
de zeldzame buideldieren, die daar huizen. Maar
het eigenlijke werk begon vier dagen later toen de
expeditie landde op Indefatigable. Beebe wist al
lang, dat de tijd veel te kort zou zijn voor een gron
dig onderzoek van alle eilanden en organiseerde
daarom een zoo volledig mogelijke bewerking van
enkele punten en enkele van de allerkleinste eiland
jes, die slechts bestonden uit n krater of zelfs
maar een deel ervan. In het geheel hebben zij er
zoowat honderd uren gewerkt en als tastbaar resul
taat van dat werk meegebracht: 300 pagina's
aanteekeningen, 400 gewone, foto's, 4000 meter
kinema-film, 90 aquarellen, 46 groote
penteekeningen, 40 olieverfschilderijen, 200 microscopische
praeparaten van plankton, 60 flesschen plankton,
3000 insecten, 200 visschen, 150 reptielen, 160
vogelhuiden, nesten en eieren en nog 40 flesschen
met verschillende voorwerpen op spiritus, boven
dien nog materiaal voor den opbouw van twee
De Reuzen-landleguaan van de Galapagos eilanden
(Conolophus subcristalus)
groepen van reuzenleguanen en een fa.nilie van
zeeleeuwen. Uit deze opsomming blijkt duidelijk
dat het verzamelen ondergeschikt was aan de be
studeering van de levensgemeenschap zelf.
Het relaas van deze expeditie vindt ge in het
prachtige boek van Beebe: Galapagos, Worlds
end, een mooi groot kwarto prachtwerk, dat ver
scheen heet van de rooster, binnen een jaar na de
thuiskomst der expeditie. De wetenschappelijke
resultaten in ruimer en enger zin en bewerkt door
verschillende deskundigen zullen verschijnen in
Zoologica, het orgaan van de Dierkundige
Vereeniging van New-York. In Becbe's boek vindt
ge echter een levendige schildering van alles-wat
zij zagen en beleefden, en dat was niet weinig.
Wel kregen ze slechts n reuzenschildpad te zien,
misschien de laatste zegt Beebe, maar wij willen
toch hopen, dat hij zich vergist. Na de schildpad
zijn de merkwaardigste dieren de groote leguanen:
de strandleguaan, die den kustzoom bewoont en
zich voedt met zeewier en de landleguaan, dh in
de binnenlanden huist. Beide soorten zijn nog tal
rijk vertegenwoordigd en ook weer buitengewoon
mak. Beek heeft eens een foto van de strandleguanen
genomen, duizenden bij elkaar, de rotsen bedek
kend en dat ziet er inderdaad uit als een tafereel
uit het mesozoicum. Beebe en de zijnen kregen
ook dergelijke dingen te zien en te genieten en ook
nog heel wat, waar hun voorgangers niet van had
den gewaagd. Aan de idylle ontbrak niets. De
rnenschen wekten eer nieuwsgierigheid dan angst en de
jonge zeeleeuwtjes liepen uit eigen beweging mee
met de dames van de expeditie. Op het eiland
Tower vonden ze een groote broedplaats van Fre
gatvogels en Boobies, de Jan van Genten van deze
streken. Al die vogels waren even mak en bleven
rustig op hun nest te midden van het woelen der
onderzoekers. Onderlinge strijd bestond er natuur
lijk wel, de haaien terroriseerden de zee en de
kuststrook, de vogels hadden het op de insecten
voorzien en Beebe kon een paar zeer interessante
waarnemingen doen omtrent het beruchte pro
bleem van vogels en vlinders. De honderd uren
werden goed besteed, zooals ook wel te verwachten
was van deze geestdriftige en geoefende onder
zoekers.
Toch konden zij maar een zeer gering deel van
het geheel afwerken en zij vertrokken met de over
tuiging dat nog tal van expedities op deze eilanden
kunnen arbeiden, eer we een goed begrip hebben
van de wonderlijke wezens die er huizen.
Hoc jammer, dat sinds Darwin's bezoek al zoo
veel is vernield en vernietigd en dat door een hand
jevol menschen van minder allooi, hoe jammer dat
die eilanden toebehooren aan de republiek Ecua
dor. Indien ze toebehoorden aan de Vereenigde
Staten, dan konden ze weer teruggebracht worden
tot de toestanden van Darwin's tijd. Lang geleden
is er eens sprake van geweest dat de Galépagos
eilanden aan Engeland zouden worden verkocht
tot delging van de schuld van Ecuador. Daar zijn
toen Spanje, Frankrijk en Peru tegen
opgekomen en toen een paar jaar later de
Vereenigde Staten een kansje hadden om de
eilanden te verwerven werd er geprotesteerd
door Frankrijk, Spanje en Peru met Enge
land er nog bij. Sedert dien tijd (het ge
beurde omstreeks 1850) is er echter veel
veranderd. Engeland, Rusland, de Ver
eenigde Staten en Japan hebben zich eens
onderling verstaan om de zeeleeuwen op de
Pribiloff-eilanden te beschermen en de jacht
er op te regelen. Dat ging om economische
belangen. In de laatste jaren hebben we
zooveel besprekingen, overeenkomsten,
tractaten en wat dies meer zij bijgewoond, dat
het niet onmogelijk mag lijken, om de
Galapagos-eilanden te maken tot een wereld
natuurmonument, liefst onder directie van
William Beebe. Het zou voor de Vereenigde
Staten, die toch aan het Panama-kanaal
reeds een maritiem tablissement hebben,
aangenaam en nuttig zijn, om dat natuur
monument te bewaken. De patrouille
vaartuigen zouden meteen wetenschappelijke
expedities kunnen vervoeren en verzorgen,
een idyllische toestand, geheel in overeen
stemming niet de paradijsachtige houding
van de dieren d:r Galapagos. Nu hoop ik
maar, dat de nieuwe expeditie van de Noren
en Engelschen ons in die richting wat voon it
zal helpen en ik heb Beebe gevraagd, wat hij
er wel van denkt.
JAC. P. T n ij s s E
iiimiiiiiiiiiiiilimiiiiiii ' i"" ' " U
f LAAT UW TUIN AANLEGGEN DOOR [
I?MOERHEIM"|
| DEDEMSVAART |
l 40 Hectaren met l
l VASTE PLANTEN, ROZEN, f
l HEESTERS, CONIFEREN, l
l ENZ. ? l
Levering franco Catalogus gratis i
IIIIMIIIIIIIIIIIEHIIIIII l