Historisch Archief 1877-1940
No. 2492
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE SCHEEPSRAMP BIJ HOEK VAN HOLLAND
Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
,,De wind stak hevig op uit zee,
De golven beukten 't strand,
En schielijk was de droeve maar
Verbreid door 't gansche land"
(JACOB BEU.AMY, Roosje)
DE INTERNATIONALE PUZZLE
Half Maart 1925.
De ontwikkeling is zoo snel en zoo afgepast
mogelijk gegaan. Wat men vergelijkenderwijze
bijkwestie's zou mogen noemen, zijn voorloopig
ter zijde geraakt. Oagenbliksaangelegenhedcn
wachten. Men is weer midden in d; behandeling
oer principicelste vraagstukken, en sommigen
hebben zelfs kurnen zeggen, dat sinds de dagen
van Versailles zulke ernstige beslissingen niet
meer aan de orde zijn geweest. Waarmede nog
niet gezegd is, dat de gewenschte beslissingen nu
ook genomen zullen worden. Dit immers is even
eens een herinnering uit de dagen van Versailles,
cat in de internationale onderhandelingen zóó
licht, een enkel misverstand, of een gebrek aan
door;:icht, of van aansluiting op het juiste
oogenblik, gansche voortreffelijke plannen voorgoed
kunnen doen .mislukken, dat men weer jaren
achterop raakt.
In elk geval is thans het oogenblik daa>, waarop
alle invloedrijkste factoren in de groote po
litiek tot de conclusie zijn gekomen, dat het
noodig is een vaster gestel te schoppen voor de
harmonie van Europa. De geheele wereld gevoelt
ook, d?t met het inzetten van deze harmonie
het belang van alle andere werelddeelen is gemoeid.
In Frankrijk dringt het besef door dat de beste
ontwapeningsreglementen bij een geduchten na
buur niets baten. Het oorlogsgevaar wordt niet
meer opgeheven doordat men eenig land zelfs
aan de scherpste militaire beperkingen onderwerpt.
Het geloof aan zulke beperkingen is een naïef
overblijfsel van vóór den oorlog. De deskundigen
die uit dien oorlog hun lessen hebben getrokken,
weten wel dat 't niet daarvan meer afhangt,
doch hiervan: dat ook de meest gedemilitariscerde
staat, wanneei hij zich maar in drie maanden tijd
na 't uitbreken van een conflict economisch en
industrieel tot het voeren van den strijd
organiseeren kan, dien strijd tegemoet kan gaan. En
terwijl dus de specialiteiten van de andere school
zich te Parijs nog uit en te na bemoeien om in de
Diiitsche demilitariseering den waarborg van
Prankrijks veiligheid te vinden, is de nieuwe school
van politiek en staatkunde-chefs er daar te lande
van doordrongen, dat alleen door het vormen
van een goede en welgeregelde verstandhouding
met Duitschland eenerzijds, anderszijds door het
vormen van algemeene garantieverbintenissen,
die waarborg verkregen kan worden.
Eigeland heeft, na eenig aarzelen en schom
melen, gelijke kleur bekend. Tal van invloeden,
te veel en te merkwaardig om op te noemen,
h bben h t L>nden?che kibinet van zijn neiging
naar de isoleeringsleus afgebracht. Acstin
Chamberlain is d.' woordvoerder geworden van de leer,
dat het kanaal maar een slootje" is, en dat
Engeland iets anders dan 'n lijdelijke houding
moet bijdragen tot de verzekering van de rustige
geestesgesteldheid in Europa.
Terwijl Frankrijk in dezen een sterk logisch
doorgedachte muxwu/mpolitiek voert,waarvan het
Geneefsche protokol de uiterste consequentie was,
blijft evenwel Engeland te dezen aan een
minimnmpolitiek gehecht, waarvan de
Engelfche-rranschBelgische alliantie het eerste begin \vas
Het proces, dat de eerstvolgende weken te
zien zullen geven, is de wedcrzijdsche toenadering
van die maximum- en de minimumgedachte.
Het Geneefsche protokol als zoodanig is reeds op
den achtergrond gestald, waarvoor ten slotte de
destructieve autoriteit van Lord Balfotir in 't
geweer is geroepen. Maar ook het aanvankelijke
Engelsche minimum is reeds verdwenen, en dit wel
voornamelijk dank zij de oppositie der liberalen
en labonrpartij. Zoo is, als een eerste verdere
stap, het nu op naam van Stresemann aangediende
ontwerp gekomen van liet Pakt van Vijl", ciat
met deelneming ook van Duitschland en Itali
en onder de auspiciën \an den Volkenbond,
den Rijngrens als algemeen onbetwistbaar zal
vaststellen. De groote beteekenis van dit plan
ligt in de deelneming van Duitschland, (lat daar
mede niet langer als gevreesde boeman, maar als
solidaire deelgenoot zou optreden. Het gebrek,
de leemte van het plan ligt er evenwel in, dat
met de garantie van den Rijngrens de zekerheiu
en het gevoel van zekerheid in Europa nog
volstrekl niet verkregen zou zijn. Men zou het tot
zijn schade en schande al zeer spoedig na de
sluiting van het Pakt van Vijf ervaren, dat andere
gegronde redenen van internationale nervositeit
naar den voorgrond zouden komen; en des te
gegronder juist, wijl zij buiten de regeling gelaten
zijn. Voorbeelden, in niet toevallige volgorde:
de Duitfch-PoolEche grens, de
Roenieensch-Hongaarsche, de Duüsch-Cz'.chische, de
ItaliaanschOostcnrijksche (in verband met de
DuitschOostenrijksche verhouding)en zoo meer. Bovendien
blijft de Russische moeilijkheid.
Het Duitschc denkbeeld heeft dus al dadelijk een
aanvulling ondergaan, door het voorstel van
bijgevoegde DuiUch-Poolscrie en
Dritsch-Czcchische arbitragjtraetaten. Voor Engeland scheen dit
een uiterst natuurlijke en gemakkelijk te aanvaar
den oplossing te zijn. .Maar de Fooi zag er aan
stonds zichzelf tot kind van de rekening, of liever
het zoenoffer gemaakt en men verhaalt dat
Minister Skrynski dan ook reeds de heer
Chaniberlain langs zijn neus weg heeft gevraagd of men,
wanneer aan Duitschland zekere tegemoetkoming
moet worden bewezen, daartoe niet een paar
koloniën in Afrika zou kunnen teruggeven.
Polen ziet immers in ongelimiteerde
arbitragetractaten de gelegenheid dat al zijn grenzen
weer aan scheidsrechteilijke herziening zouden
kunnen worden voorgelegd, en wat dit voor een
land beteekent, kan ieder gevoelen. Aan den
anderen kant intusschen is men vooral van den
Britschen kant, met Berlijn, van meening dat de
kwestie's van den Poolschen corridor" die
Oost-Pruisen afscheidt, en van de
8o\en-Silezische verdeeling, nog weer te bespreken motsten
zijn. Hier is dus op 't oogenblik het spannende
grensgebied gelegen tusschen maximum en mini
mum, en met groote belangstelling moet men de
verdere ontwikkeling aanzien. De teekenen zijn
er naar, dat het Poolsche standpunt in Engeland
meer erkenning begint te vinden, en dat dus nog
verder evolutie's mogen worden verwacht.
Het is inderdaad te hopen, dat de leidende
staatslieden zich niet met schoonschijncnde
partiecle regelingen en oogenbliks-stoplappen te
vreden zullen verklaren. Dit kan slechts weer
voeren tot een bedriegelijken en onrustiger) slaap.
Het zekerheidsvraagstuk", als vraagstuk van
internationale geestesgesteldheid, is in zijn aard
een algemeen vraagstuk, en het is vergeefsche
moeite, er een stuk van te willen afdoen. Het baat
bijvoorbeeld niet, de kwestie van Elzas-l.otharingen
eervol hegraven te verklaren, wanneer terstond
daarna die van Zevenbergen het kerkhof op komt
dansen en de bcgrafenisgasten weer in de war
brengt. Sommigen tneenen dan ook, dat het eenige
nuttige middel thans zou zijn, Duitschland in
den Volkenbond op te nemen, omdat die band
automatisch alle kwesties omvat. Maar daartoe is
noodig, dat de Duitsche bezwaren kunnen worden
ondervangen; en ook daarover schijnt men thans
wel te discussieeren, maar is men 't nog niet eens.
BRANDARIt>