De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 14 maart pagina 4

14 maart 1925 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2492 * AMSTERDAMSCHE BIJZONDER HEDEN XIX HRT BOOMPJE. Tal van Amsterdammers zullen zich nog her inneren, dat aan het einde van het Rokin vlak bij het Muntpiein een gebouw stond, dat door zijn hooge. ronde ranien ai dadelijk de aandacht trok als van een huis van bijzondere bestemming. Het gebouw had overigens weinig opmerkelijks (f aantrekkelijks; met zijn grijzen gevel en banale ramen was het een staal van de wat droge bouwkunst van het midden der negen tiende eeuw. Maar dit gebouw had ook een gevel in de Kalverstraat, die veel aantrek kelijker was. Het zag er hier uit als een gewoon burgerhuis. Maar de afwisseling van rooden bak steen en helderen natuursteen gaf aan dezen gevel een frischheid, die den Rokingevel geheel ontbrak. Den deskundige ontging het niet, dat de gevel aan de Kilverstraat uit het midden der zeventiende eeuw moest zijn, een goerl voorbeeld van de min of meer klassieke bouwkunst van die dagen. Inderdaad stond het jaartal !651 tot tweemaal toe in den gevei. Dit gebouw is thans verdwenen; ter plaatse staat thans het groote gebouw van de firma Vroom en Drecsmann. Maar dat gebouw was een der bekendste katholieke kerken van Amster dam. Boven de deur aan de Kalverstraat was als versiering een boompje aangebracht. Zoo heette het huis van oudsher; zoo heette ook in de wandeling de kerk; wat deftiger sprik men van de Boomkerk. Zij behoorde tot een statie van de Minderbroeders. Maar met de verschuiving der bevolking, die in Amsterdam valt op te merken, verloor de kerk hier haar beteekenis. Zoo hebben de Minderbroeders hun huis en kerk verplaatst naar- den Admiraal de Ruyterweg bij Sloterdijk; hun oude kerk werd in 1910"verkocht, en gesloopt. Reeds in 1622 wordt dit kerkte vermeld. !n 1641 werd hier'pen godsdienstoefening der katho lieken door den schout verstoord. Wij zullen ons de kerk van die dagen ongeveer op dezelfde wijze hebben voor te stellen als het tegenwoordige Museum Amstelkring, waarover w'i onlangs hier schreven. Ook hier zal men schotten hebben uitge broken en verdiepingen hebben doorgezaagd, ten einde aldus een eenigszins behoorlijke kerkruimte te winnen. Dat de kerk aan twee straten uitkwam met verschillende deuren, is natuurlijk ook niet toevallig; een perceel met uitgangen aan verschillende zijden leende zich uit"emend voor een schmlkerk. Evenals in den Amstelkring was ook hier met de ruimte gewoekerd. Ook hier vond men een kunstig toestel, waardoor de preek stoel uit het altaar naar voren kon worden ge bracht, wanneer de gewone dienst door dt pre diking moest worden afgewisseld. Het Boompje was een zeer geliefde kerk bij de Amsti'rdamsche katholieken. De Minderbrocders trouwens waren van ouds inheemsch in Amsterdam. Zij waren hier reeds in het begin der veertiende De gevel van de Boompjeskerk aan hèRokin (na 1840); De Boompjeskerk aan het Rokin vóór 1840. (de drie huizen met het hekje er voor) eeuw, waar z;j hun klooster hadden tusschen den Oudezijds Achterburgwal en den Kloveniersburgwal niet ver van de Nieuwmarkt. Dat klooster werd natuurlijk in !578 na de Alteratie opgeheven. Maar wij mogen aannemen, dat de Minderbrojders toen in Amsterdam zijn gebleven of althans spoedig zijn teruggekomen; wij vinden ze in 1622 weer in Amsterdam. Hun statie kwam tot heugen bloei. Terwijl in de officieele lijst van priesters te Amsterdam in 1732 gemiddeld twee digni'arissen voor iedere kerk worden vermeld, telde het Boompje niet minder dan vijf geestelijke1!. In die dagen was het stellig ook van beteekenis, dat de Minderbroeders vr;j waren van Jansenisme, wat lang niet van alle Amsterdanv>che seculiere geeste lijken kon worden gezegd. Zeer veel vreemde lingen kwamen hier ook ter kerk; de hannek-.1maaiers, ook vreemdelingen natuurlijk, spraken gaarne van ,,der wahre Oott in 't Beumken", met een zeer kennelijke zinspeling op de Jansenisten elders. In de achttiende eeeuw bleef het Boompje de liefde cler katholieken behouden. Toen is ook de inwendige verbouwing tot stand gekomen, die de kerk het aanzien gaf, dat w:j nog hebben gekend. De oude huizen waren bouwvallig gewor den, zooda* consolidatie noodig was. Die ver bouwing kar, op goede gronden op 1730 worden gesteld. Toen en later zijn de rococo versieringen aangebracht, die de Boomkerk een waarlijk luxueus aanzien gaven. !n 174S kreeg de kerk haar orgel. In 1775 werd in het plafond de stigmatiseering van St. Franciscus in een groot schilderstuk afgebeeld. Ht't geheel maakte nog in onze dagen een zeer rijken indruk. Aan de zijde der Kalverstraat is de oude gevel van 1(551 met zijn drie deuren tot in onzen tijd bewaard gebleven. Aan het Rokin zon de oude gevel? tot het midden der negentiende eeuw in den ouden toestand gebleven. In 184* bouwde TY'.'ii van Elven hier een nieuwen kerkgevel van hard steen in i'c namaak-golhiek van die dag?n. Zon hebben wij het oude kerkje allen nog gekend als een treffende herinnering aan het kerkelijk leven der katholieken van het oude Amsterdam. H. B K u (i M A s < BEZUINIGING IN DE NEDERLA.NDSCHE GEMEENTEN Dj woede der begrootingsdebatten in Rijk en Gemeente is weer bekoeld, straks staan wij voor de verkiezingen en een half jaar later weer voor de begrootingsdebatten 1926. Nu is het dus het juiste oogenblik om onafhankelijk van politieke inblazingen over het probleem der gemeentelijke bezuiniging enkele feiten te noemen en bescheiden opmer kingen te maken. Voor mij liggen enkele jaar verslagen van bedrijven derge meente Amsterdam over 1923 en het Gemeenteblad met de begrotingsstukken voor 1925. De kennisname daarvan is boeiend, ook voor dengene, die niet tot de 712.224 ge lukkigen behoort, die onder den rook van Amstel's veste niogen wonen. Want mogen wij hen niet gelukwenschen, wier belastingen dalende en wier gemeentebedrijven bloei ende zijn, ondanks de groote eischcn, die de gestadige was der bevolking aan het Ge meentelijk beheer stelt, on danks ook de nog steeds ietwat wankele con junctuur ? Van de belastingen, te beginnen met 1919, volgen hier de opbrengst van gemeentelijke in komstenbelasting en opcenten op de personeele belasting met de ramingen over 1924 en 1925: gemeentelijke inkomstenbelasting 1919 / 25.190.000 43.100.000 46.687.000 36.283.000 30.133.000 25.236.000 1920 1921 1922 1923 ,, 1924 (begr.) 1925 , (begr.) 25.720.000 opcenten personeele belasting f 2.920.000 3.449.000 ,, 3.873.000 4.332.000 4.576.000 4.450.000 ., 4.900.000 Na het record-jaar 1921 is er een belangrijke daling van het totaal-cijferaan geheven inkomsten belasting. Voor elk individu afzonderlijk ge geven de bevolkingstoename beteekent dit een grooten vooruitgang, die op zijn belastingbiljet tot uiting kwam doordat de factor van vermenig vuldiging sinds het belastingjaar 1920/21 met 32.V pet. is verlaagd. Voor een niet gering deel moet dit te danken zijn aan de efficiency- en bezuinigingsmethodes, die onder leiding van B. en \V., de directies der bedrijven en de gemeentelijke bezuinigingsinspectie in den loop der laatste jaren zijn toegepast. Benige cijfers daaromtrent illustreeren dit: in 1920 brachten tram, elcctriciteitswerken, gasfabriek en waterleiding te zamen 1,8 millioen gulden in het gemeentelijk laatje, voor 1925 is de raming ruim 8J millioen gulden, terwijl het gerucht gaat, dat over 1924 de werkelij ke opbrengst reeds IJ- millioen hooger is geweest ! Als dat zoo eens doorging voorzie ik nog dat de plattelandsche bourgeoisie gaat rcquestreeren om tegen civielen prijs bij Amsterdam te mogen worden ingelijfd.... maar ter zake: enkele voor beelden, hoe deze winsten worden bereikt, zonder dat de consument het loodje legt, zijn der ver melding waard. Wat de tram betreft, het aantal afgelegde wagenkilometers per werkman en ambtenaar steeg van 6130 in 1920 tot 8200 in 1923: het aantal vervoerde passagiers per werkman en ambtenaar steeg van 32.350 in 1920 tot 37.650 in l'.123; het tarief ?0.15 voor een enkekn rit in 1920 is sindsdien regelmatig op ?(.).!() gebleven. Bij het gas steeg de productie per werkman en ambtenaar van 34.000 M:1. in 1920 tot 59.000 M". in 1923. Voor n millioen M3. waren in 1920 nog 29 ambtenaren en werklieden nocdig, thans slechts 17. Dit vindt men rerng in den gemiddelden ko.npriis van alle gas, nog iii 1923 bedroeg deze ? 113 per 1000 M3., in 1924 pi.m. ./88. Het tarief is steeds verlaagd, n.l. van ?(>.20 per M::. in 1920 !"t ? 0.1 l per M", voor 1925. Van de in een handels- en industriestad als Amsterdam zoo belangrijke voorziening van cli'ctru-iti'it vinden wij liet volgende: liet aantal opgewekte K. W. l'.'per werkman en ambtenaar s'.ciu van 72.000 in 1920 tot 13000(1 i" 1923, een De R.K l\c ;. ..O? Boom" in de Kalverstraat bij de Munt in l PI l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl