Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2492
DE MILITAIRE
VOOROEFENINGEN
In uw opstelling over het Instituut wordt als
voornaamste bezwaar genoemd het feit, dat al
vorens het examen van voorgeoefendheid kan
worden afgelegd, een aantal oefenuren van 300
vereischt wordt.
Daar ik z?lf genoemd examen op bevredigende
wijze heb afgelegd, en dus de practischc zijde van
het probleem heb medegemaakt, zou ik willen
opmerken, dat in theorie deze 300 oefcnuren wel
geëischt worden ,doch dat in de praktijk hiervan
bitter weinig terecht komt.
Ik heb n jaar geoefend, en kwam dan hoog
stens tweemaal in de we-k (hetgeen dus intoteal
pi.m. 10U uren waren).
H.'t slagveld was door gebrek aan opkomst van
mijne medestrijdgenooten dikwijls geheel verlaten,
zoodat in vele gevalhn (het gaat toch niet aan, om
een stuk geschut door n man af te laten vuren)
rechtsomkeerd gecommandeerd werd en de dienst
doende officier getrouw een streepje voor Pre
sent" in zijn boekje noteerde.
Door gebrek aan oefenmateriaal werden les
uren dikwijls omgevormd tot babbeluren, die door
de niet onbelangrijke sportnieuwigheden, welke
men er op deed, wel heel interessant waren, doch
die toch waarschijnlijk aan het door den dienst
gestelde doel niet beantwoordden.
Er was dan ook dikwijls een drang te bespeuren,
de uren maar vol te krijgen en het vereischte aantal
(indien mogelijk) te bereiken.
Het is werkelijk ergerlijk, Z')oals in vele gevallen
over den vrijen tijd van de jongelui beschikt wordt,
om aan de nietsontziende bepalingen van Oorlog"
te voldoen.
De verkeerde eischen worden dikwijls door het
Instituut zeli erkend en op bijzonder aangename
en welwillende wijze wordt op het examen hier
mede rekening gehouden. Waaraan ook ik het te
danken had, dat ik, ondanks een onvoldoende aan
tal oefenuren, toch slaagde.
Uit het oog moet niet verloren-vvorden, dat het
systeem van voorgeoefendheid, mits op practische
en verstandige wijze uitgevoerd, zoowel een
finantieele besparing voor het Rijk als een tijdsbesparing
voor den dienstplichtigen burger beteekent.
Alle zeilen moeten daarom bijgtzrt worden,
juist nu, wanneer stemmen opgaan tot afschalfing,
(voorstel S.D.A.P.) het instituut te reorganiseeren
op een gronuslag beantwoordende zoowel aan de
eischen van den dienst als aan die van de burgerij.
M.i. zou men het verplichte aantal oefcnuren
kunnen inkrimpen en deze uren uitsluitend beste
den aan den practischen dienst (recrutenschool
artillerie-schietoefeningen etc.) en wat de theorie
(kennis van rangen, krijgstucht etc.) betreft, deze
samen te vatten in handboekjes, zooals trouwens
door u reecis werd voorgesteld.
Het is echter allereerst nood/.akelijk de eischen
voor het examen te wijzigen overeenkomstig de
eischen door ilen dienst gesteld en deze
vast-omlijnd, den in oefening zijnden manschappen voor te
leggen, zoodat cie eeuwig weerkeerende vraag
Sergeant moeten we dit voor het examen ook
weten"? achterwege zal blijven.
Ook zou een uitgebreide reclamecampagne voor
het Instituut van zeer groot belang zijn, 'laar de
geringe opkomst voor het examen van Geoefend
man", hoofdzakelijk geweten moet worden aan het
feit, dat dienstplichtigen op het tijdstip dat zulks
noodig io, absoluut onbekend zijn met het bestaan
van het Instituut.
Zou het geen aanbeveling verdienen reeds bij de
loting of bij de eerste keuring, circulaires te ver
spreiden, waarin de verschillende voordcelen en
verplichtingen van het systeem van voorgeoefend
heid uiteengezet werden?
C. BERGMAN Jr.
Het is niet overal zoo slecht gesteld met het
vóór-onderricht als hierboven beschreven. Maar
het feit, dat na 100 les- en babbeluren een diploma
verkregen kan worden, dat recht geeft op verkor
ting van den eersten oefentijd met vier maanden,
is een nieuw bewijs voor de ondoelmatigheid van
de bestaande regeling, de onbillijkheid van de be
voorrechting der vóór-geoefenden en de veronacht
zaming van de militaire belangen. Wij hebben geen
verwachting van hervorming van dat instituut,
en boven verder gemodder geven wij de voorkeur
aan onbeperkte toelating tot het examen van voor
geoefendheid, met recht op verkorting van den
diensttijd met een maand.
Daarbij worden alle belangen die bij deze zaak
betrokken zijn nog het best behartigd en de groote
bezwaren vermeden.
I c K D ! i; N
PACIFISME EN
GESCHIEDENISONDERWIJS
Aan het slot van Prof. Dr. . W. Kernkamp's
bewerking van Ottosen's Eenvoudige Wereld
geschiedenis" lees ik het volgende:
Als de jongens en meisjes, die nu school gaan,
volwassen zijn geworden, zullen zij nog dikwijls
denken aan den tijd van dengrooten Europeeschen
oorlog. Het is te hopen, dat die tijd hun zal hebben
ingeprent, dat het de plicht van elk mensen is,
metterdaad ertoe mede te werken, dat er geen
oorlogen meer worden gevoerd."
Hoe is dit te rijmen met Prof. K's artikel in
De Amsterdammer" van 28 Fobruari? Daarin
toch wordt een lans gebroken voor de politieke
geschiedenis en zelfs voor de histoire bataille"
omdat het onderwijs daarvan goede staatsburgers
zou kweeken.
Daargelaten of deze prijzenswaardige eigenschap
ook niet zonder de oorlogsgeschiedenis kan worden
aangekweekt, zal ieder het wel met mij eens zijn,
dat het voor het vermijden van oorlogen in de
allereerste plaats noodig is, de menschen op te
voeden tot uweMburgers !
Hiertoe moeten nationale trots en.... ijdelheid
op zijde worden gezet, als de plicht om aan een
samenleving zonder oorlogen mede te werken
dit eischt.
Het moge waar zijn, dat De Ruyter, Tromp en
Piet Hein kranige kerels waren, maar culturcele
waarde voor onzen tijd hebben hun claden, hoe
groot" ze ook waren, niet. En wanneer we dan
de leerlingen ptr se willen vertellen van mannen.
waarop Holland trotsch kan zijn, laat ons dan
bedenken, dat Huig de Groot ook een Nederlander
was en ciat zijn werk nog van belang is op dit
oogenblik.
R. v. D. H.
EZr is volstrekt geen tegenstrijdigheid tusschen
de passage, die de inzendstcr uit Ottoscn aanhaalt.
en wat ik schreef over Pacifisme en
geschiedenisonderwijs."
Met dit laatste artikel heb ik wülen aantoonen.
dat politieke geschiedenis en zelfs histoire bataille
door een docent, die zijn vak verstaat, zóó kunnen
worden behandeld, dat er geen nationalistische
of oorlogszuchtige neigingen door worden gekw'eekt.
Tevens heb ik willen waarschuwen tegen het
m.i. dwaze streven van sommige pacifisten om.
uit afkeer van den oorlog mcnschenals Trompen
Di Ri'yter naar beneden te halen. Nationale
trots en ijdelheid" is voor mij iets anders dan het
eeren van mannen als de genoemden.
Wie mijn artikel onbevangen leest, zal ove
rigens moeten erkennen, dat ik bij het onderwijs
in de geschiedenis ook wel andere onderwerpen
behandeld wensen te zien aan zeeslagen en
belegeringen. Alleen wil ik de laatste niet uit
sluiten als minderwaardig.
K.
Kunstzaal De Rietvink"
J. A. A. M. VAN ES,
WASSENAAR
Permanente tentoonstelling vin schilderijen.
HUISHOUDSCHORTEN
JUMPER MODEL
van gebloemde
satinet in div
dessins
1.65
HUISHOUDSCHORT
extrawijdmod.
van pr. flam
1.98
HUISH. SCHORT
van waschecht
mousseline div.
dess. en maten
l 3.75
JAPON SCHORT
in dubbeldr.
gestreept en
marine flam
2.98
DE
BIJENKORF
AMSTERDAM
PEEK& CLOPPENBURG