Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2492
Spoors
Mosterd
De Wasch aan huis is
niet hygiënisch en dus OI1()6ZOnd!
Laat,,DE PEL IKAAN" te GOUDA
de wasch voor U behandelen, zij
doet 't al
100 JAAR!
Vraagt eens om onze
prij:.courant No. 106
xxxxxxxx
Poetie kon niet rustig slapen,
Als men haar wat liggen liet;
Zoo eens van gezondheid kraaien
Deed het kleine ukkie niet.
Bij het wasschen en verschoonen,
In een lauvvig, lekker had,
Zag de moeder dat haar Poetie
Stipjes op het rugje had.
Door de veel te stugge kleertjes
Was het huidje aangedaan
En de vindingrijke baker
Raadde Fantasie"-goed aan.
Gauw naar Dcdimsvaart" geschreven
Aan de ,,Fantasietabrie!;"....
Haar gebreide babykleertjes
Maakten Poetie vief eu kwiek.
J. H. S P E EN HO F F.
LEVERING UITSLUITEND AAN DEN HANDEL.
UW INTERIEUK LEEFT
JAREN MET U MEDE
LMT HET DOOP Dtl
VERZOENDE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 3.?per kwartaal
of f 10.?per jaar bij vooruitbetaling.
f VANJCHA1CKV
! MEUBELTRANSPORT-MI
BERGPLAATSEN v. INBOEDELS
BINNEN-EN BUITENLANDSCHE
j TRANSPORTEN
j OVERBRENGEN
v. M EU BI L Al R OOK PEH AUTO TAP ISS l EDE
BOOTHSTRAAT, UTRECHT TEL 163
BIJKOMSTIGHEDEN
CLXII.
Het gekste is, dat ik ze nog heelemaal niet van
elkaar kan onderscheiden, omdat je pas eigen
aardigheden begint op te merken, als je iets van
hun aard" hebt begrepen; ze hebben voor mij
nog allemaal hetzelfde gezicht en dat brengt de
lastigste verwikkelingen mee: wanneer ik den
eenen jongen iets heb opgedragen, houd ik met
overtuiging een ander staande om te vragen,
waar het blijft; en laatst ontving ik een vreemden
koopman, die met kant leurde, met mijn
vriendelijksten glimlach, omdat ik hem voor ons Japamche
waschmannetje hield. De venter, verrast door mijn
voorkomendheid, ontgespte zijn mand, waaruit
tot mijn schrik gordijnen en kleedjes in plaats
van de verwachte schoone, witte pakken en
gestreken japonnen te voorschijn kwamen; en
het werd voor hem n van die onverklaarbare
problemen, zooals we er allemaal wel eenige in
ons leven meedragen, waarom mijn houding op
het zien van zijn toch zeer aantrekkelijke waar,
opeens veranderde en hij me niet tot meer dan een
obstinaat afwijzend tidak" (?nitt") kon brengen.
Dat waschbaasje is, ofschoon ik hem dan nog
niet van zijn medemenschen weet te onderscheiden,
een van mijn dierbaarste vrienden: hij telt, te
mijner eere, onze bezittingen in het Hollandsch
en ik lees, als een braaf schoolkind, mijn opmer
kingen in het' Maleisch van een papiertje af.
Hij is een studieus kereltje en toen hij laatst,
toen er niemand thuis bleek te zijn, zijn mand in
onze zitkamer had achtergelaten, vonden we er een
blauw schoolschrift in, waarin hij Hollandsche
thema's had geschreven; hij lachte beschaamd
en trotsch tegelijk, toen we er hem naar vroegen..
Sindsdien hebben we taalkundige gesprekken over
de synoniemen hard" en stijf" voor een boord,
en over het verschil tusschen nieuw" en schoon",
en terwijl hij met onvergelijkelijke virtuositeit
de kousen paar bij paar knoopt en groote en kleine
zakdoeken schift, corrigeeren wij zijn moeizaam
geteekende zinnen van: De ganzen zwiemen in
de rivier", en De honden jaagt de haas".
Hij is een typische zoon van zijn land, dat alles
erop zet om vooruit te komen en mér te worden
dan een ander, maar zoo dat streven in het groot'
ons onaangenaam aandoet en vooral beangstigt,
in den energieken, toegewijden individu van onzen
kleinen dobi is het heel aantrekkelijk.
Mijn tweede persoonlijke relatie is met onzen
toekomstigen bakker, die me op Nieuwjaarsdag,
met een lach, die de prachtige, witte tanden
tusschen zijn zwarten baard deed glinsteren, een
krentenbrood offreerde, luchtig gebakken en geel
van de eieren. Hij is een Britsch-Indiër, een nobele,
eerbiedwaardige figuur, met een roode fez, eer
geschikt om in een processie voort te schrijden, dan
orn met brood langs de huizen te gaan, maar naar
ervarener lieden me meedeelden, pleegt hun
innerlijk niet geheel met dit veelbelovende uiterlijk
overeen te stemmen.
Intusschen stond hij gisteren voor onze galerij,
weer met dien breeden, veroverenden lach, en
met eenzelfde rechthoekig pakketje, gedachtig aan
de spreuk, dat kleine presenten de vriendschap
onderhouden en dat wie aanneemt zich met handen
en voeten bindt. Ik aanvaardde de hulde toch met
eenige verlegenheid, maar zijn zwarte, zielvolle
oogen schenen me te sméken, dat ik toch als je
blieft wel begreep, dat het geenszins pour
l'amotir" van de mijne was, dat hij zich deze
onkosten getroostte, en dat ik, ondanks den schijn
van niets dan hoffelijkheid, het hem eerlijk alles
terugbetalen moest door een trouwe clandisie.. ..
Toen zei ik snel, dat we Maandag naar ons eigen
huis zouden gaan; en onmiddellijk hernam hij
weer zijn strijkages en zijn air van eerbiedige
maar vorstelijke onbaatzuchtigheid.
Onze kamers worden onderhouden door een
tengeren Chineeschen jongen met iets sleepcnds
in zijn gang en met een uitdrukking op zijn mager,
gesloten gezicht, aie een versch geïmporteerde
Europeaan niet nalaten kan aan een geheim groot
verdriet toe te schrijven.... Sommige dagen is hij
voortreffelijker dan een Hollandsch bediende ooit
zou zijn: omdat ik hem eens naar lucifers heb
gevraagd, legt hij dan in elke kamer een vol doosje
neer; omdat ik altijd nog eens om warm water
roep, staat hij bij de deur te wachten, tot ik de
trekpot van het blad neem, en aan doorgeregende,
witte schoenen werkt hij net zoo lang, tot ze Weer
in hun model en egaal gekalkt zijn. . . . Maar dan
komen er weer ochtenden, dat hij nergens is te
vinden; dat hij noch op bellen, noch op het na
drukkelijk rjepen van zijn naam: Djoe Ta n"
reageert. Als hij tenslotte opnieuw verschijnt, is
hij dunner en somberder dan ooit, en ik begrijp
niet, hoe de manager den moed kan hebben,
hem nogcens flink de waarheid te zeggen over zijn
afwezigheid. Hij zal ziek zijn geweest'1, pleit ik
met een hart vol deernis, ,,'t Zal wel opium zijn",
zegt de ander met autoriteit, en als de Javaan,
die ons aan tafel bedient, het een na het ander
vergeet, aanmerkingen nauwelijks schijnt te
hooren, en in een soort droomtoestand met zijn
eigen verwarde bedoelingen doorgaat, dan is de
diagnose even weifelloos: Die kerel dobbelt.
Dan krijgen ze te weinig nachtrust en worden
achtervolgd door geldzorgen."
En ik besef weer, dat ik, die na een e'
van twee weken en drie dagen me we! ee".
beeld, dat ik me hier al een beetje thuis m;
voelen, nog niet het eerste woord van deze v
geaarde wezens heb geraden. Hoe eenv -LI
het om, als een Hollandsch dienstmiisie f
zout in de soep heeft gedaan of l.eJt v
de spreien af te nemen, te constateren, c
met haar vrijer heeft gekibbeld of dat er lan-^i
geen brief is gekomen. Maar wat een d
wereld van felle hartstochten en onbeg.'iifie
zonden is er verborgen achter de onbe.v,.
gezichten, die hier dag aan dag om ons 'nee::
hoeveel angst en begeerte en uitputtend;.'
moeienis. ... Ik denk aan de hotigkong-cl'iXcey.n.
die we gisteravond, toen we van onze wa.'.üuünjj.
thuiskwamen, onder het viaduct op der1 iir.md
zagen zitten kaarten, met die kkine Ch:»eese'ne
speelkaartjes. Het olielampje van een vruchK
stalletje scheen op hun felle, geanimeerde kjppen ;
vlak bij brandde een fornuis, met hout gestrikt.
om tot in den nacht allerlei spijzen voor her! u-.mn
te houden; ze lachten met onbiheerscha >PUI
monden, vvtg in hun spel, tot er opeens eer.
'.v;:i.rschuwend fluitje klonk, dat de politie in a.i:H'icht
was, en in minder dan geen tijd alles van oen
grond was verdwenen, en ze onschuldig op de
voetenplank van hun wagentje ;>p een vuihtje
zaten te wachten.
Waar moet een mensch hier blijven
ir.sociale gevoel ? Wat zou zelfs iemand, die m
beste einddiploma van de school voor
schappelijk werk hier aankwam, kunnen d ie;: \ >.r
deze paria's uit het groote Chineezenrijk, die \an
Maleisch soms niet meer verstaan dan ,.l:;tk-".
rechts", rechtuit", halt"; die neige;^ ..U n
weg weten en zich voor niets anders van her hen
omringende schijnen te interesseeren, da.' -. .:.i
het geldstuk, dat We hun tenslotte in de '::, iul
drukken en dat hun de gelegenheid op..;;- ''.t
nieuwe gok-partijen ?
En dit is het waarschijnlijk, wat ee:i n^nv.
aangekomene zoo dikwijls tot verzit en
ops-anaii;heid tegen zijn omgeving prikkelt: dat 'lij -ÜA;Ü:C
begint te beseffen, dat hier voor zijn eHt^i'iv
principes, die op zichzelf natuurlijk hee: ?.
...rtreffelijk zijn, de bruikbare objecten onf'rJ;.. ?'.
en dat hij voorloopig van de inbeelding :;i..et
afzien, dat hij op de wereld zou zijn gezet, nr.\ ,.;:n
alle wantoestanden, die hij opmerkt, onniid'Je'M'k
te gaan redderen.
Want dat is voor een eigenwijs, Hollar.ii.-eh
hart, dat zweert bij zijn beproefde goede inzie h'i n
en bedoelingen", een heel moeilijk te leerer .s.
A N N I E S A L O M 11 \