Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2493
MAISON DE L'OEUVRE. Racine's Phédre."
In mijn Phèdre-exemplaar, dat een familiestuk
is, kwam ik het programma tegen d'une repr
sentation extra-ordinaire de Mad.elle Agar" in het
jaar 1875. Dit programma het heett den be
scheiden omvang van een speelkaart en vermeldt
hoe de prix des places in dit gelukkig tijdperk
den rijksdaalder niet te boven ging vervult
mij op dit oogenblik eigenlijk meer dan mijn her
innering aan de jongste Phèdre-opvoering in den
Stadsschouwburg, welke als ,,representation de
gala" achter ons ligt. In den naam van Agar
hooren wij nog den sonoren tooverklank, die c.nze
ouders en grootouders verrukte, en naai dien
klank kunnen wij, de generatie die in 1875
dit schouwtooneel nog niet betreden had, ons
ook ^enigermate een beelc vormen der gefolterde
Koningin, in wie de donkers te hartstochten
:vergeefsche liefde, zondig berouw, en bittere
jaioerschheid, zich vochten ter dood. In een tijd die wit,
wit noemde en zwart, zwart. Sindsdien nam o.m.
Sarah Bernhardt de rol op en vond het compromis
tusschen dit klassisisme en het klassiek moder
nisme, haar geheim, dat den overgang scheen te
vormen naar een jongeren tijd, dcch uitteraard
een verschijnsel op zichzelf is gebleven. Intusschen
lag het in de lijn dat de frêle Madame Piérat van
?de Comédie Franchise in haar schoenen zou tre
den, en dat deze vooi het geslacht dat met Sarah's
opvatting een nieuwe traditie geboren zag wor
den, de dynastie zou bevestigen in het voor
deel van Racine. Het viel in diens nadeel tut.
Ons althans heeft zij slechts kunnen bewijzen,
dat wat het genie zich veroorloven kan, door geen
talent in deze bevredigend kan worden nagevolgd,
en hoe hachelijk het is een auteur als Racine iets
anders te willen geven dan datgene wat hij naar
zijn aard en wezen in strenge vormelijkheid
vraagt. Zoo dankbaar als het in onzen tijd kan
zijn de groote antieken te vertolken met een in
slag van moderne menschelijkheid, men heeft
deze oergestalten slechts de kothurnen te ont
nemen om mensch tegenover mensch te staan,
zoo weinig loonend komt het mij voor Racine,
?die even ver van de goden als van de menschen
verwijderd bleef, te willen moderniseeren naar
<le eisenen van het spontaan gevoel. Een netwerk
\an zenuwen wordt op die manier blootgelegd,
doch het hart wint er niets bij. Want al geeft
Racine in dit, in zijn soort zoo bewonderenswaar
dig werk gevoelens, waarin ieder onzer kan ko
men," en al verleent hij die gevoelens gestalte op
edele en complete wijze, de oogenblikken van
contact zijn bij deze uitvoerige schildering der
hartstochten zeldzaam, in verhouding tot de
aandacht, die van ons wordt verlangd. De an
tieken kenden de stilte, Racine behoefde de woor
den. De waarde onzer moderne tooneel kunst ligt
in haar suggesties de droom en de hallucinatie
verkregen in onzen tijd realiteits-rechten de
geladen stilte der noodlotstragedie spreekt der
halve inniger tot ons, wij naderen met onze ge
voelens dichter tot de onheilspellende, zwijgzame
gestalten der oudheid, dan dat wij ons n ge
voelen met de, al hun zielservaringen
uitjammerende figuren van het zeventiende-eeuwsch klas
sisisme
Sarah Bernhardt is het bij uitzondering gegeven
geweest dezen, de natuurlijke ontroering stremmen
den, verzenvloed tot zulk een metaphysische
hoogte op te voeren, dat wij, ontheven aan den
woordelijken tekst, werden medegevoerd als in
?den droom, op de muziek van haar harmo
nisch wezen.
Dit surplus vermocht Mad. Piérat den dichter
niet te geven. Deze gemalin van Theseus deed
zoo ijverig haar best voor den modernen Racine,
dat een zekere gêne ons nu en dan besloop. Het
stond als in de tooneelwolken geschreven, dat zij
tot daar niet stijgen zou, althans niet in dit werk,
dat haar in zijn tallooze strenge verzen gekluisterd
hield. Het was een rukken en plukken. Telkens,
bij den inzet van een claus, scheen zij het accent te
hebben gevonden, de rust in bewogenheid, de
houding, die aan de lieflijke verschijning van Mad.
Piérat een grooter nobelheid verleende, doch
zoodra zij zich weder in het vuur gaf, daalde zij
in haar rol, die dan niet meer beheerscht werd
maar naar den letter afgemeten, tot een sfeer
van klein-burgerlijke ruchtigheid. Een misslag
voelden wij dan deze moderne interpretatie, en
?den dichter in zijn rechten roekeloos gekort.
Met vaste hand, in gaven, in zijn uitvoerigheid
nog weder beknopten, glashelderen stijl, wil hij
ons leiden langs lijnen van geleidelijkheid in het
tragisch levenscomplex, waarheen het hem niet
gegeven was ons met n hartstoot op te voeren.
Intimiteit verlangt hij daarbij niet. De innigheid,
zoowel als de heftigheid van Mad. Piérat toonden
ons vooral de omwegen.
Dit wat de hoofdpersoon betreft. Moeten wij
daar nog iets aan toevoegen, waar het voor het
overige een vertooning geldt, die in haar verre
gaande stijlloosheid ongetwijfeld slechts ergernis
heeft gewekt? Het schijnt wel of LugnéPoe, die
hier terecht veel vrienden maakte met wat hij
altijd een beetje met den Franschen slag maar
vaak ontroerend bracht aan moderne
tooneelkunst, geen denkbeeld heeft van den ridiculen
indruk, dien zulk een gala-vertooning moet achter
laten in een land, op het punt van stijlvolle bui
tengewone" voorstellingen zoo verwend als het
onze. De onvoldoende bezetting der rollen deert
ons, vergeleken bij dit gebrek aan eerbied en toe
wijding, betrekkelijk nog minder. De dictie der
Franschen, al blijft ze, zooals in dit geval, veelal
leeg, is technisch zoo geperfectionneerd, dat het
voor menige leerling of ster ten onzent il
n'y a qil'un pas een lesje kan zijn er grondig
naar te luisteren, en Racine's taal geeft op zich
zelf den toehoorder een zeldzaam muzikaal genot.
Behalve dat, kregen wij een athletischen
Hippolyte" van M. Audel, welke, als om de moderne
Phèdre nabij te streven, voor eiken ademtocht
een gebaar vond, zonder daarmede ook maar iets
uit te drukken, en een Aricie," die van haar
vluchtig lieve rol nog minder maakte. Wanneer
van deze figuur niet de reinste lieftalligheid uit
gaat, wordt haar optreden ten opzichte van Ph
dre een onnoozele bijkomstigheid. Het sterkste
gedeelte van Madame Piérat's vertolking (bedrijf
IV) ,,Le Ciel de leurs soupirs approuait
l'innocence" maakte, waar zij stond tegenover zulk een
onbeduidende mededingster, veel minder indruk
dan haar uitbarsting van radelooze jaloezie zou
hebben gedaan indien hier, al ware het maar in de
uiterlijke persoon van Aricie, naar eenig portuur
was gestreefd. De opkomst van Thésée (M.
Desrnoulins), in een radicaal aan de moderne opvat
tingen tegenstelden oerstijl, kwam mij in dien stijl
overtuigend voor, en zoo bracht ook de altijd
treffende stem van Lugné, in de kleine rol van den
goeverneur Théramène, die het verhaal heeft te
doen van Hippulyte's roemrijk einde, op het laatst
nog een verrassend soulaas.
Waaraan kan het liggen, dat Amsterdam in de
laatste winters herhaaldelijk doo' Franse1";;;
«tervertooningen van dit gehalte wordt teleurgesteld,
terwijl den Haag in het afgeloopen seizoen o.a.
kennis mocht maken met een zorgvuldig voor
bereide, fijne opvoering van J. J. Bernard's
L'invitatiun au voyage?" De bedoeling is toch
liefde te wekken vo'or het Fransche tooneel, of
deze te bevestigen, en met de Amsterdamsche
gala-beproevingen zal daar op den duur een zware
wijs op gaan.
Tournee Louis de Vries. Glicttu.
Het heeft geen zin ons te verdiepen in
Heijermans-reprises, die het werk beneden zijn oor
spronkelijke en erkende waarde aan het publiek
voorstellen. Dat zich rondom de officiëele ver
tooningen, waarbij de directies het zich een eer
hebben aangerekend de vertolking tot het zoo
volmaakt mogelijke op te voeren, in den loop van
dezen winter ook losse combinaties zouden vor
men met den naam van den betreurden schrijver
in haar vaandel, was te verwachten, en dat zoo
wel Louis de Vries als mevrouw de Boer- van Rijk
zich persoonlijk daartoe gerechtigd gevoelden,
kan niemand verwonderen. Doch naast datgene
wat zij dan door dit persoonlijk optreden in onze
waardeering terugroepen, laat zulk een opvoering
met krachten, die toevallig vrij zijn, in toevallig
aanwezige decors, te veel te wenschen, en zou pi et ei t
jegens den schrijver voorzeker anders getuigen ....
Een werk als hetto" behoort tot de zwakkere
Heijermansstukken, doch om de karakteristiek,
het warm coloriet en de innigheid van het Joodse h
milieu, om de onpartijdigheid waarmee joi>d en
christen hier naast elkaar zijn gesteld, en om tal
van goede hoedanigheden nog, verdient het een
plaats op het repertoire bij een gezelschap, dat
in omstandigheden verkeert, die een zorgvuldige
interpretatie niet uitsluiten.
Aan den anderen kant zouden wij echter, be
treurend dat een gevoelig talent als dat van
Louis de Vries, een fijne genre-speelster als me
vrouw de Boer, niet tot de steunpilaren van zulk
een gevestigd gezelschap behooren, niet in ge
breke willen blijven hun als tooneelspelers de
hulde te brengen welke hun ook nog in dit milieu
toekomt.
Wat Louis de Vries van den blinden Sachel"
maakt is een fiin-doorwerkte, karaktervolle fi
guur, eenvoudig en treffend in zijn koppig
schuldbesef aan het slot.
de meest volmaakte wagen.
AUTO-CENTRALE - HAARLEM
Het prachtig jodenvrouwtje van mevrouw de
Boer (Esther) behoort tot de rollen, die ik het
liefst van haar zie, om de voorname ingetogenheid,
waarmede zij, in het bewustzijn van haar
rasuitverkorenheid, de Sabbath-tafel presideert.
Dit schilderachtig figuurtje leeft en sterft met haar,
en wie het nog eens zien kan, late het zich niet
ontgaan.
T o i' N A E F F
m n
EERHERSTEL
Met hoe groote belangstelling ook gevolgd
Worde de uiteenzetting door dr. P. Catz van den
groei en het karakter der Zuid-Afrikaanschc be
volking, toch mag m.i. niet achterblijven een woord
van protest tegen zijn beschuldigen van ons voor
geslacht. Bekrompen" noemt hij de politiek der
. 1. Compagnie, welke den vrijen handel aan de
Kaap belemmerde en zoodoende de Kolonisatie
tegenwerkte. Doch in het licht van dien tijd
bezien ware het wel verstandig geweest van de
Compagnie, indien zij een andere politiek had ge
volgd? Lag het wel op den weg van een Handels
lichaam om Koloniën te stichten? Was het niet
enkel de Compagnie te doen om een vast punt
aan de Kaap, waar o.a.: de Oost-lndië-vaarders
zich konden ververschen; even als zij bijv. vaste
punten had te Malacca en te Batavia? De eenige
maal trouwens dat de Compagnie koloniseerde, is
haar dat slecht bekomen. Indien niet
Zwaardecroon zoozeer bevorderd had de neerzetting der
Chineezen op Java, hen had aangemoedigd als
handelaars en landbouwers, de beruchte opstand
van 1740 en de al te beruchte moord daaropvolgen
de, waren achterwege gebleven.
Trouwens, als de Kaap werkelijk een kolonie
ware geweest, zoude zij dan beter zijn behandeld?
Hoe weinig het begunstigen van nederzettingen
strookte met den geest van dien tijd, leeren de
Amerikaansche koloniën van Engeland. De meest
onbillijke maatregelen nam de britsche regeering
om te voorkomen dat haar bloei het moederland
nadeel zou berokkenen.
En te meer reden is er om op te komen tegen de
opvatting van dr. Catz, nu blijkt dat ook anderen
zijne mcening deelen. Heeft niet in de jongst ver
schenen aflevering van het Tijdschrift van ons
aardrijkskundig (k-nootschap professor Colen
brander tr uitdrukkelijk op moeten wijzen, dat het
allerminst past te verwarren Koloniaal bezit met
vestiging of nederzetting? Van Koloniën kan men
eigenlijk eerst na 1810'spreken ; onze O. I. Com
pagnie was op en top handelslichaain en niet een
wereldveroveraarster. Hu dat zij zelfs in haar
slechtste tijden geenszins als zoodanig ztki laat
stond, als hare benijders en bestrijders beweerden.
heeft dr. Mansvelt bewezen met zijne studie over
het geldelijk beheer bij de O. I. Compagnie. Waar
lijk, wij hebben geen reden onze voorvaderen te
kleineeren ! Zij waren slechts wat langzaam, wat
aarzelend. Doch handelen wij zooveel sneller en
beslissender? Is er wel aanleiding om een streep te
trekken tusschen de geschiedenis der euniëerde
provinciën en die van het koninkrijk der Neder
landen? In alle geval, handelde de Compagnie
bedachtzaam toen zij hare vestigingen niet tor
Koloniën verhief. De toekomst zal leeren of haar
opvolger verstandiger handelde, al dan niet.
R. P. J. Tti' "i1 i: i N ' N o i- T n i: N i u
QQKTFRED:.ÏROESKE
ZANDBLAD-SIGAREN 8 enIO ets