Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2493
TEEKENINGEN VAN
JEAN COCTEAU
De uitbeelding zijner ideeën gaf Jean Cocteau
in al zijn tot dusverre verschenen werken op de
meest verschillende wijzen. En telkens weer was
het opnieuw een verrassing, omdat het telkens
weer anders was. Nu spottend, dan vlijmscherp
hekelend, dan weer bulderend van den lach.
Maar altijd was het belangrijk en daarom vond
het altijd groote en algemeene aandacht. Men
lachte, of men ergerde zich, hoe dan ook maar
altijd waardeerde men tevens, omdat men achter
alles wat Jean Cocteau publiceerde zelfs achter
zijn uitbundigste grappenmakerij toch steeds
den ernst wist, die voor het ontstaan er van de
eerste drijfveer was geweest.
En nu brengt ons de Librairie Stock een boek,
waarin Cocteau zijne ideeën heeft uitgebeeld voor
het gezicht, en waardoor hij opnieuw blijk geeft
van de veelzijdigheid van zijn talent, zoowel als
van zijn scherpe en rake visie op menschen en
toestanden. Niet met de pretentie, mooie
teekeningen te leveren, gaf hij dit werk, zelfs was hij niet
eens van plan het te publiceeren. Dat het verscheen
moeten wij danken aan zijn vriend Picasso, wi;n
hij dit boek opdraagt. Oh ! zei hij reeds vroeger
bij het verschijnen der beroemde reeks, Eugènes"
in de Potomak", Oh ! ce ne sont pas des dessins !"
En op dit standpunt stelt hij zich ook nu nog:
Les poètes ne dessinent pas, ils dénouent l'écriture
et la renouent ensuite autrement."
Het zou daarom een groote
vergissing zijn deze
teekeningen te beoordeelen van pictu
raal standpunt. Zij zijn uitingen
van poëtische ideeën, slechts
gegeven in een anderen vorm.
Zij zijn klanken in lijn. Le
trait est pris comme une sorte
de langage". De idee, de ont
roering was er, de behoefte om
ze te uiten deed zich gelden
en brak zich baan. Cocteau
werd het instrument waarop
zijn onderbewustzijn speelde.
Naar het hoe vroeg hij niet,
evenmin als naar het waarom;
hij deed het tout,court, omdat
hij moest. t-j-si»
r Het zijn geen teekeningen.
Ik ben een dichter, en dus
teeken ik slecht; dichters
hebben altijd geteekend, ik
teeken bij voorkeur als ik erg moe ben. Het
gaat machinaal."
Dit is dus zelfcritiek van den grootstcn ernst,
en onmiddellijk daarop komt alweer Cocteau's
humor kijken: Niets doet mij grooter genoegen,
dan wanneer men mij prijst als teekcnaar. Twee
dingen zijn er waarop ik altijd trotsch ben:
kunnen teekenen en kunnen jazz-spelen. De
gelegenheid om jazz te spelen heb ik nooit gehad,
alors Ie dessin est devenumon seulviolon d'Ingres."
En als wilde hij zich voor dit grapje excuseeren,
zoo laat hij op deze woorden volgen: Mijn'ongeluk
is, dat ik niet kan teekenen wanneer ik in'/. Als
ik het opzettelijk wil doen komt er^ niets van
Freud
Millerand verlaat Toulon
terecht. Ik moet wachten, totdat mijn vulpen
als vanzelf begint te schrijven."
Dit klinkt ietwat pretentieus, maar het is dat
toch allerminst. Wat Cocteau hier zegt is de
ondervinding van eiken dichter, van eiken kunste
naar.
Het is verklaarbaar dat men er teekeningen in
vindt van de meest tiiteenloopende conceptie,
geheel afhankelijk van de soort emotie, die het
waargenomene teweeg bracht. Een penteekeningals
de wielrenner (Ie Pont de Chaton) is daarom
aarzelend, onbeholpen van lijn, het onderwerp was
voor Cocteau een aardig geval" en niets anders
Maar andere zijn weer uiterst gevoelig en subtiel
geteekend, zelfs in détails volkomen juist, verre
van naïef of onbeholpen, zooals de portretten van
den jong gestorven dichter Raymond Radiguet.
De groote toewijding, die Cocteau voor Radiguet
had, uit zich ten volle in de bijna perverse ver
fijndheid, waarmee hij deze portretten teekende.
En even duidelijk als hij hier zijn sympathie
bekent, even fel is hij in zijn minachting, zijn
geringschatting althans, bij de reeks Ie mauvais
lieu" met name bij no. 17 van deze reeks: Een
verwijfde jongen" alleen gezeten op een hooge
tabouret in een nachtkroeg karakteriseert hij
onmiddellijk als de Snotneus".
Niemand is veilig voor zijn scherpe visie, die
alles opmerkt en het ook terstond weet te typeeren.
President Millerand ontkomt htm niet, ongetwij
feld heeft hij alle respect voor hem, maar hij ziet
hem bij zijn vertrek uit Toulon in het volle besef
zijner waardigheid achterovergeleund in den auto,
De snotneus"
Georges Auric
hij laat zijn vis comica" den vrijen teugel
en teekent het geval en maakt er een kostelijke
prent van, waar vriend en vijand om lachen
moet.
Zijn humor uit zich vooral ook in de bij
schriften. Wanneer hij een jong echtpaar ziet
op een boot, doodziek aan zeeziekte, dan heeft
hij stellig medelijden voor hen in zijn hart.
.Maar hij maakt er niettemin een prent van,
die al weer vol humor is, juist om het bijschrift:
S. O. S. ! S. O. S. ! » h^h-f-..
ff Enlzijn geringschatting viert hij uit in de
afbeelding van den académicien in vol ornaat
beladen met paimiers" en decoraties' Deze
belachelijke poenigheid wordt aan de kaak
gesteld met het veelzeggende bijschrift: ,,Etude
de nu !"
Alles hoont, bespot, hekelt hij of lacht er
om met een brullenden schaterlach. Zonder
onderscheid des persoons: Preud en zijn onder
bewustzijn. Einstein en zijn theorie. Pierre
Loti met zijn wonderlijke voorliefde voor het
dragen van toegeknoopte dameslaarsjes met
hooge hakjes ! Zelfs de klassieken zijn hem
onderwerp, Antigone en Créon, Oedipus en de
Sphinx. En ook zijn beste vrienden hoont hij
goedig niet hun typeerende gebaren. Erik
Satie als hij zijn lorgnet opzet, is wel een
der beste prenten uit dit boek. Picasso. Leun
Bakst, Stravinsky, allen krijgen een beurt.
Als hoffelijk Franschman wijdt hij de eerste
bladzijden aan portretten van de Comtesse de
E. J. VAN SCHAICK
MA KELAAR
Korte Jansstraat 25"" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125
Noailles, maar om haar niet te kwetsen bepaalt
hij zich tot de omtrekken alleen en laat haar gelaat
volkomen weg ! Als beste uiting van
vriendschappelijken plaaggeest noem ik de Scaricaturen van
Oeorges Auric: de primitieve manier waarop vooral
no. l van deze 3 geteekend is, het dwaze profiel
met den raren knopneus, het krentenoog en het
tuitmondje, doet duidelijk zien hoe het maken van
deze 3 teekeningen louter amusement voor Cocteau
was. Deze 3 prenten behooren ongetwijfeld tot die
welke ontstonden sur des buvards, sur des dos
d'enveloppes."
Leon Bakst
Maar hoe ook het beeld is gegeven, de gedachte
geuit, de lijn gezet, overal spreekt uit dit werk weer
Cocteau's verrassende veelzijdigheid. Scherp
spiedend gaat hij zijns weegs, noteerend wat hem
treft, en het weergevend naar zijn beste kunnen.
En hij geniet daarbij het groote voordeel van den
objectieven frisschen kijk op dingen, waarop
anderen, die tot deze dingen in nauwer betrekking
staan, zich hebben blind gestaard.
Daardoor hebbin deze teekeningen een psycho
logische en ook paedagogische waarde, die ruim
schoots goedmaakt, wat zij aan picturale verdienste
missen. Alleen daarom mogen wij Picasso erkente
lijk zijn dat hij aan het publiceeren van dit boek
den stoot gaf. Geestige spot, zooals die van Jean
Cocteau is een kostelijk geneesmiddel vuur
/.waarwichtig gedoe. De zotheid", zei Erasmus reeds,
leidt tot wijsheid. Zij schenkt aan alle menschen
hare zegeningen." En zóó is het.
W VBO M r; y i; K
NIEUWE UITGAVEN
WII.LIAM T. TII.DFN, Litu'n Te/tin^ n/r.r
bcgiimers, voor Holland bewerkt door Ju van Ammers
Kuiler, Amsterdam, Em. Querido.
De beroemde Amerikaansclie tennisspeler, die
dit boekje schreef, bestemde het voor jongens en
meisjes die pas met tennis beginnen en de grond
beginselen van deze sport nauwkeurig willen
leeren. Elf foto's illustreeren dit keurig uitgegeven
werkje met nuttige wenken.
Ooklne Wi'rtc Deiitsc/ier Dichter, eiue Auswohl
Deutfcher Gedichte, herausgegeben von weiland
Dr. C. E. POSEN. Ne u ausgewahlt von (i. Ras,
Oberlehrer am Stadtischen Gymnasium in Haarlem,
l. Alterere und neuere Dichter, 4 Auflage: II.
Dichter aus neuester Zeit, 3 Auflage. Amsterdam,
J. M. Meulenhoff.
Proeven van een Politiek Program iw.v Katho
lieke Nationalisten in Vlaanderen, duur SPHCTATUK.
Brussel, boekhandel Gadrun. Zandvonrt, A.
Trasschoert.
De schrijver wil met dit boek, dat een samen
vatting en bewerking is van verschillende bij
dragen over de Vlaamsche zaak. een antwoord
geven op de vraag der Vlamingen: wat is onze
politieke taak van, heden en morden?"
BOOKT