De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 21 maart pagina 3

21 maart 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Noi. 2493 DE GROENE;AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE AANSTAANDE PRESIDENTSVERKIEZING IN DUITSCHLAND Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek IJDELE VERZUCHTING Veel honden vechten om een been Ach liep i k er maar hard mee heen ! DE CONTRA-REVOLUTIE Iedere actie brengt van zelf reactie voort, de reactie is des te heviger, naarmate de actie sterker is geweest. Dat kunnen wij tegenwoordig dagelijks waarnemen en in de meer of minder roode organen is de klacht van reactie niet van de lucht. Toch let men daarop niet altijd, hoewel de geschiedenis vol is van deze les. En zij, die de groote veranderin gen voorbereiden of tot stand brengen, hebben vooral daarop in den regel zeer weinig gelet. Dat kunnen zij ook niet doen, omdat zij anders de sterke overtuiging zouden missen, die alleen in staat is het groote tot stand te brengen. Dat is natuurlijk ook in zeer sterke mate met de Fransche revolutie het geval. Het kon ook niet anders. Een zoo sterke machtsverplaatsing op politiek gebied, bovendien een zoo geweldige om zetting van bezit, ten slotte een zoo groote ver warring in alle geesten moest wel van zelf leiden tot verzet van velerlei zijde. Dat is in het algemeen bekend genoeg. En dat verklaart ook weer zeer veel van de gewelddadigheden, waaraan de revo lutie schuldig staat. Aulard heeft het beeld ge bruikt van de worstelaars, die in volle inspanning van alle krachten zich aan elkander vastklampen in haast doodelijke omarming. Zoo grijpen actie en reactie, revolutie en contra-revolutie in elkander, bestrijden elkaar en beïnvloeden elkaar; zoo ver klaren zij elkander ook historisch. Dat is in de geschiedenis der Fransche revolutie wel bekend, maar toch ook w^er niet geheel. Voor al buiten .Frankrijk is de aandacht in den regel zeer sterk geconcentreerd op Parijs, de brandende haard der revoluti.1. Daar wordt het groote drama afgespeeld, dat den toeschouwer soms verheugt, dikwijls afstoot, altijd boeit. Maar het is zaak ook en vooral in deze periode zeer sterk te letten op wat men in Frankrijk de provincie noemt. Van alle geschiedschrijvers der revolutie heeft misschien Taine het meest aandacht gehad voor wat buiten Parijs voorviel, met name in de eerste, de zoo genaamd rustige jaren der revolutie. Eerst later komt in alle geschiedenissen der revolutie, ook in Nederlandsche boeken, de provincie meer naar voren. In 1793 na den val der Gironde komt Normandiëin opstand; Bordeaux volgt; Lyon en Toulon vallen van de Conventie af; de Vendée breekt uit in bloedig verzet tegen het revolutio naire régime. Daaruit krijgt men gewoonlijk den indruk, alsof al dat verzet zich eigenlijk eerst openbaart na de executie van den koning en den val der Gironde. Die voorstelling moet worden herzien na de onderzoekingen van Emmanuel Vingtrinier.l) Door zeer uitgebreide archicfonderzoekingen is hij in staat een beeld te ontwerpen van de contra-revo lutie, dat geheel afwijkt van het gangbare. Uit zijn uiteenzetting blijkt, dat de contra-revolutie de revolutie op den voet heeft gevolgd; zij is de 1) EMMANUEL VINGTRINIER, La contre-révolution. Première periode. 1789?1791. I, Paris, Emile Paul frères, 1924. schaduw van de omwenteling zelf; zij hecht zich haast van den eersten dag aan de revolutie vast. In den zomer van 1789 reeds verlaat de graaf van Artois het nog niet gevaarlijke, maar toch weinig gastvrije Frankrijk. Hij vestigt zich dan aan het hof van zijn schoonvader, den koning van Sardinië, Victor Arnadeus Hl. En van Turijn uit begint hij de draden van connectiën en intrigues te spinnen over Frankrijk en over Europa. Hij knoopt diplomatieke relatiën aan met Berlijn en met Londen, met Weenen en met Rome, met Madrid en met Napels. Hij stelt zich in verbinding met de zuidelijke en oostelijke provinciën van Frankrijk, met Marseille, met Nimcs, met Languedoc, met Provence, met Lyon, met FrancheComté, met den Elzas. Overal vindt hij ontevrede nen met den gang van zaken in Parijs, niet alleen onder edelen en geestelijken, maar ook en vooral onder burgers en zelfs in breede vclkskringcn. Op sommige plaatsen kan hij zelfs gebruik maken van de nog lang niet overwonnen vijandschap tnsschen Protestanten en Katholieken. Zoo kan Artois in Italiëde plannen formeeren voor een groote Europeesche coalitie tegen Frankrijk en meteen voor een algemeen verzet in Frankrijk tegen het revolu tionaire Parijs. Intusfchen is van de plannen tot de uitvoering nog een groote stap. De Europeesche mogendheden interesseeren zich slechts matig voor de groeiende revolutie en den dreigenden nood van de konink lijke familie. Men vindt het zelfs niet onaange naam, dat Frankrijk, dar nog altijd een bedreiging was voor velen, door binnenlandsche woelingen wordt verscheurd en daardoor ook verzwakt. En aan de ontevredenen in Frankrijk ontbreekt alleorganisatie en samenwerking; in de verschillende steden en gewesten handelt men gescheiden van elkander; tot een groote contra-revolutionaire be weging komt het niet. Daarbij is Artois geen staat kundig talent van den eersten rang; het ontbreekt hem bovendien aan geld, dat voor revoluties en contra-revoluties nu eenmaal onmisbaar is. En vooral: welk gezag heeft hij eigenlijk? Kan hij spreken in naam van den koning? Stellig niet. Lodewijk XVI is veel te voorzichtig en ook teindolent om den strijd openlijk met de revolutiete wagen. Dat alles houdt verband met de plannen tot de vlucht van den koning uit Parijs. Want opnieuw blijkt, dat eigenlijk in 1789 alles reeds gereed ligt wat zich in de volgende jaren heeft afgespeeld. Van het eerste oogenblik af, dat de koning in October 1789 met geweld naar Parijs was ge voerd, was het plan opgekomen om hem vandaar te doen ontsnappen, zelfs te ontvoeren. Een van die plannen houdt verband met de bovengenoemde projecten van het hof der migrés te Turijn. De koning zou onder een of ander voorwendsel Parijs verlaten en zich naar het betrouwbare Lyon, de tweede stad des rijks, begeven. Daar zouden de getrouwe troepen en de royalistischc nationale gardes zich om hem scharen. Van Turijn uit zou ook militaire hulp kunnen worden verwacht. Zoo zou Lodewijk XVI in zijn vrijheid en daardoor in zijn gezag worden hersteld. KLEURECHTE GORD IJ N STOFFEN VELOURS PER MTR. A 130 BR. FL, **? STALEN FRANCO. Er was in den zomer van 1790 alle kans, dat zulke plannen konden worden verwezenlijkt. Het groote federatie-feest van 14 Juli had onmisken baar de populariteit van den koning zeer \ergroot. Het hof vertoefde in dien zomer te St. Clouel, vanwaar een ontsnapping betrekkelijk gemakkelijk /ou 'zijn geweest. Maar Lodewijk had er den meed niet toe; hij koos steeels het onjuiste nu.ment. Een jaar later werd de befaamde poging \u-rkelijk gedaan; ete koninklijke familie vluchtte in Juni 1791 haast openlijk en in het npe-nbaar, zroelat het succes alleen afhing van de goedwilligheid van de ambtenaren en het publiek. 1).- eerste kwaadwillige dien men ontmoette', Drouet, de bekende post meester, kou te Va rennes alles doen mislukken. En zelfs toen had een doortastende maatregil den koning nog kunnen redden. Maar L< de wijk tastte niet door en niemand deed het v-or liem. Zoo liep alles mis en nu,es t hu hof weer naar Parijs terr.g, daarna wel deugdelijk gcvans-eii in de Tuilerieëu. Dat alles was skcht beleid, zooals trouwens bij de- royalisten in het algemeen. Er is neg iets anders wat bij de lezing \an het boek van Vingtrinier opvalt. Het is dit, wat in de gewone geschiedenis sen der omwenteling niet sterk naar voren komt, dat haast van den eersten datum der revolutie af zoo goeel als overal in Frankrijk vrijwel anarchie hcurichtu: overal kwamen ongeregeldheden, on lusten, oproeren, plunderingen, moorden voor, zoodat het gewone- maatschappelijk leven weldia geheel stop stond. Behoeft dan de ontredderde staat der financiën, eie algemeene geldsehaarschte, de steeds stijgende- duurte ook van hu allenioocligste nog een verklaring? Zoo is er meer in het boek van Yingtrinie-r, dat de aandacht trekt en waard is. liet is si,nis wat vol van bijzonderheden, van namen zcifs, en leest daardoor ook wel soms vermoeiend. Maar als geheel brengt het den lezer een kennis,diehijstellignoodig heeft, wil hij een zoo gewichtige en ten slotte toch ook aantrekkelijke geschiedenis als die der Fran se hu revolutie goed begrijpen. H. B R i o M A N s

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl