Historisch Archief 1877-1940
Noi. 2493
DE GROENE;AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE AANSTAANDE PRESIDENTSVERKIEZING IN DUITSCHLAND
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
IJDELE VERZUCHTING
Veel honden vechten om een been
Ach liep i k er maar hard mee heen !
DE CONTRA-REVOLUTIE
Iedere actie brengt van zelf reactie voort, de
reactie is des te heviger, naarmate de actie sterker
is geweest. Dat kunnen wij tegenwoordig dagelijks
waarnemen en in de meer of minder roode organen
is de klacht van reactie niet van de lucht. Toch
let men daarop niet altijd, hoewel de geschiedenis
vol is van deze les. En zij, die de groote veranderin
gen voorbereiden of tot stand brengen, hebben
vooral daarop in den regel zeer weinig gelet. Dat
kunnen zij ook niet doen, omdat zij anders de
sterke overtuiging zouden missen, die alleen in
staat is het groote tot stand te brengen.
Dat is natuurlijk ook in zeer sterke mate met
de Fransche revolutie het geval. Het kon ook niet
anders. Een zoo sterke machtsverplaatsing op
politiek gebied, bovendien een zoo geweldige om
zetting van bezit, ten slotte een zoo groote ver
warring in alle geesten moest wel van zelf leiden
tot verzet van velerlei zijde. Dat is in het algemeen
bekend genoeg. En dat verklaart ook weer zeer
veel van de gewelddadigheden, waaraan de revo
lutie schuldig staat. Aulard heeft het beeld ge
bruikt van de worstelaars, die in volle inspanning
van alle krachten zich aan elkander vastklampen
in haast doodelijke omarming. Zoo grijpen actie
en reactie, revolutie en contra-revolutie in elkander,
bestrijden elkaar en beïnvloeden elkaar; zoo ver
klaren zij elkander ook historisch.
Dat is in de geschiedenis der Fransche revolutie
wel bekend, maar toch ook w^er niet geheel. Voor
al buiten .Frankrijk is de aandacht in den regel
zeer sterk geconcentreerd op Parijs, de brandende
haard der revoluti.1. Daar wordt het groote drama
afgespeeld, dat den toeschouwer soms verheugt,
dikwijls afstoot, altijd boeit. Maar het is zaak ook
en vooral in deze periode zeer sterk te letten op
wat men in Frankrijk de provincie noemt. Van alle
geschiedschrijvers der revolutie heeft misschien
Taine het meest aandacht gehad voor wat buiten
Parijs voorviel, met name in de eerste, de zoo
genaamd rustige jaren der revolutie. Eerst later
komt in alle geschiedenissen der revolutie, ook in
Nederlandsche boeken, de provincie meer naar
voren. In 1793 na den val der Gironde komt
Normandiëin opstand; Bordeaux volgt; Lyon en
Toulon vallen van de Conventie af; de Vendée
breekt uit in bloedig verzet tegen het revolutio
naire régime.
Daaruit krijgt men gewoonlijk den indruk, alsof
al dat verzet zich eigenlijk eerst openbaart na
de executie van den koning en den val der Gironde.
Die voorstelling moet worden herzien na de
onderzoekingen van Emmanuel Vingtrinier.l) Door
zeer uitgebreide archicfonderzoekingen is hij in
staat een beeld te ontwerpen van de contra-revo
lutie, dat geheel afwijkt van het gangbare. Uit
zijn uiteenzetting blijkt, dat de contra-revolutie
de revolutie op den voet heeft gevolgd; zij is de
1) EMMANUEL VINGTRINIER, La contre-révolution.
Première periode. 1789?1791. I, Paris, Emile
Paul frères, 1924.
schaduw van de omwenteling zelf; zij hecht zich
haast van den eersten dag aan de revolutie vast.
In den zomer van 1789 reeds verlaat de graaf
van Artois het nog niet gevaarlijke, maar toch
weinig gastvrije Frankrijk. Hij vestigt zich dan
aan het hof van zijn schoonvader, den koning
van Sardinië, Victor Arnadeus Hl. En van Turijn
uit begint hij de draden van connectiën en
intrigues te spinnen over Frankrijk en over Europa.
Hij knoopt diplomatieke relatiën aan met Berlijn
en met Londen, met Weenen en met Rome, met
Madrid en met Napels. Hij stelt zich in verbinding
met de zuidelijke en oostelijke provinciën van
Frankrijk, met Marseille, met Nimcs, met
Languedoc, met Provence, met Lyon, met
FrancheComté, met den Elzas. Overal vindt hij ontevrede
nen met den gang van zaken in Parijs, niet alleen
onder edelen en geestelijken, maar ook en vooral
onder burgers en zelfs in breede vclkskringcn. Op
sommige plaatsen kan hij zelfs gebruik maken van
de nog lang niet overwonnen vijandschap tnsschen
Protestanten en Katholieken. Zoo kan Artois in
Italiëde plannen formeeren voor een groote
Europeesche coalitie tegen Frankrijk en meteen voor
een algemeen verzet in Frankrijk tegen het revolu
tionaire Parijs.
Intusfchen is van de plannen tot de uitvoering
nog een groote stap. De Europeesche mogendheden
interesseeren zich slechts matig voor de groeiende
revolutie en den dreigenden nood van de konink
lijke familie. Men vindt het zelfs niet onaange
naam, dat Frankrijk, dar nog altijd een bedreiging
was voor velen, door binnenlandsche woelingen
wordt verscheurd en daardoor ook verzwakt. En
aan de ontevredenen in Frankrijk ontbreekt
alleorganisatie en samenwerking; in de verschillende
steden en gewesten handelt men gescheiden van
elkander; tot een groote contra-revolutionaire be
weging komt het niet. Daarbij is Artois geen staat
kundig talent van den eersten rang; het ontbreekt
hem bovendien aan geld, dat voor revoluties en
contra-revoluties nu eenmaal onmisbaar is. En
vooral: welk gezag heeft hij eigenlijk? Kan hij
spreken in naam van den koning? Stellig niet.
Lodewijk XVI is veel te voorzichtig en ook
teindolent om den strijd openlijk met de
revolutiete wagen.
Dat alles houdt verband met de plannen tot de
vlucht van den koning uit Parijs. Want opnieuw
blijkt, dat eigenlijk in 1789 alles reeds gereed ligt
wat zich in de volgende jaren heeft afgespeeld.
Van het eerste oogenblik af, dat de koning in
October 1789 met geweld naar Parijs was ge
voerd, was het plan opgekomen om hem vandaar
te doen ontsnappen, zelfs te ontvoeren. Een van
die plannen houdt verband met de bovengenoemde
projecten van het hof der migrés te Turijn. De
koning zou onder een of ander voorwendsel Parijs
verlaten en zich naar het betrouwbare Lyon, de
tweede stad des rijks, begeven. Daar zouden de
getrouwe troepen en de royalistischc nationale
gardes zich om hem scharen. Van Turijn uit zou
ook militaire hulp kunnen worden verwacht. Zoo
zou Lodewijk XVI in zijn vrijheid en daardoor in
zijn gezag worden hersteld.
KLEURECHTE
GORD IJ N STOFFEN
VELOURS
PER MTR. A
130 BR. FL, **?
STALEN FRANCO.
Er was in den zomer van 1790 alle kans, dat
zulke plannen konden worden verwezenlijkt. Het
groote federatie-feest van 14 Juli had onmisken
baar de populariteit van den koning zeer \ergroot.
Het hof vertoefde in dien zomer te St. Clouel,
vanwaar een ontsnapping betrekkelijk gemakkelijk
/ou 'zijn geweest. Maar Lodewijk had er den meed
niet toe; hij koos steeels het onjuiste nu.ment.
Een jaar later werd de befaamde poging \u-rkelijk
gedaan; ete koninklijke familie vluchtte in Juni
1791 haast openlijk en in het npe-nbaar, zroelat het
succes alleen afhing van de goedwilligheid van de
ambtenaren en het publiek. 1).- eerste kwaadwillige
dien men ontmoette', Drouet, de bekende post
meester, kou te Va rennes alles doen mislukken.
En zelfs toen had een doortastende maatregil
den koning nog kunnen redden. Maar L< de wijk
tastte niet door en niemand deed het v-or liem.
Zoo liep alles mis en nu,es t hu hof weer naar
Parijs terr.g, daarna wel deugdelijk gcvans-eii in de
Tuilerieëu.
Dat alles was skcht beleid, zooals trouwens bij
de- royalisten in het algemeen. Er is neg iets anders
wat bij de lezing \an het boek van Vingtrinier
opvalt. Het is dit, wat in de gewone geschiedenis
sen der omwenteling niet sterk naar voren komt,
dat haast van den eersten datum der revolutie af
zoo goeel als overal in Frankrijk vrijwel anarchie
hcurichtu: overal kwamen ongeregeldheden, on
lusten, oproeren, plunderingen, moorden voor,
zoodat het gewone- maatschappelijk leven weldia
geheel stop stond. Behoeft dan de ontredderde
staat der financiën, eie algemeene geldsehaarschte,
de steeds stijgende- duurte ook van hu
allenioocligste nog een verklaring?
Zoo is er meer in het boek van Yingtrinie-r, dat
de aandacht trekt en waard is. liet is si,nis wat
vol van bijzonderheden, van namen zcifs, en leest
daardoor ook wel soms vermoeiend. Maar als geheel
brengt het den lezer een kennis,diehijstellignoodig
heeft, wil hij een zoo gewichtige en ten slotte toch
ook aantrekkelijke geschiedenis als die der Fran
se hu revolutie goed begrijpen.
H. B R i o M A N s