De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 28 maart pagina 11

28 maart 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2494 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 De Coddelose Boef OVER KINDERPRENTEN Toen ik, 'n kleine dertig jaar geleden, op de schoolbanken zat en onder de kwellende reken- of taalles, m'n verlangende blikken liet ommedwalen, zoekende naar iets, dat ik zelf niet precies wist, maar dat stellig iets anders moest zijn dan 'n repeteerende breuk of 'n persoonlijk voornaam woord bleef m'n aandacht telkens hangen aan de wandplaten, die 't lokaal versierden. Immers er was geen keus: noch de gekalkte muren, noch 't zwarte bord, noch zelfs de groote kaart van Europa waren nou bepaald erg geschikte onder werpen voor 'n hongerige, tienjarige fantasie. En dus staarde ik, als gezegd, naar de wandplaten. Deze wandplaten nu, waren wel 'n zeer armzalig specimen van vaderlandsche beeldende kunst. Zij behoorden tot de brave, ouwerwetsche serie van Van Lummel, die ieder onderwijzer uit dien tijd zich nog herinnert: slecht geteekende, grove kleuren-litho's, saai als 'n namiddag-preek dood als 'n pier. Maar ik zou liegen, als ik zei daar des tijds ooit iets van gemerkt te hebben. Integendeel 't kunstwerk Een Huzaar te paard" staat me nog levendig voor oogen: ik vond 't prachtig ! De gebrekkig geteekende kavallerist, met 't gebruike lijke vet krijt en 'n kleurtje neergepeuterd, suf en leelijk riep oogenblikkelijk 't beeld van den levenden man bij mij op. En starende naar de on mogelijke plaat zag ik in m'n verbeelding de hu zaren van die dagen, in bevallige deining op hun wiegeldansende paarden, 't profiel krijgshaftig geïdealiseerd onder den flatteerenden kolbak alles in 'n schatering van brutale kleuren: 't rood der brandebourgs, 't wit der tressen en vangsnoeren en 't blauw van den dolman. En geen oogenblik kwam 't in me op, dit alles te missen in de miserabele litho daar vóór me. Zelfs betwijfel ik of 't zelfde onderwerp, behandeld door 'n Meissonnier of 'n Rochussen, meer indruk zou gemaakt hebben. Hiermee wil ik geenszins beweren, dat 't er niet toe doet, wat 't kind aan afbeeldingen om zich heenziet. Godbeware aesthetische scholing is 'n prachtig ding en 't natuurlijk gevoel voor 't schoone, komt later zoo dikwijls in 't gedrang, dat we 't niet te vroeg en nooit te sterk kunnen ont wikkelen. Maar 't treft me bij zoo'n herinnering (die overigens natuurlijk zuiver persoonlijk is) toch altijd weer, met hoe weinig de fantasie van 'n kind tevreden is'. In ieder geval echter heeft de aesthetische op voeding van 't kind de groote verdienste als 'n soort koepok-inenting te werken tegen latere in fectie mer smakeloosheid en pseudo-kunst en 't ware de moeite waard eens vooruit te zien hoe komende geslachten zullen staan tegenover ge kleurde Ansicht-karten, Paramount-films en de Serenade van Tosti. Om op onze kinderprenten terug te komen 't is merkwaardig 't verschil te constateeren tusschen hetgeen men in onze jeugd den kinderkens dorst voorzetten en wat er tegenwoordig op dit gebied wordt gedaan, 'n Teekenaar, zei men vroe ger, was 'n teekenaar en of-ie nou voor kinderen of voor groote menschen teekende, was krek 't zelfde. 't Moest leerzaam zijn en braaf en duidelijk.... van ouderstandpunt bezien. Dat t kind door eigen oogen kijkt, z'n eigen aparte zieleleven leeft,kwam bij niemand op. We zien hier op dit plaatje (zit stil, Jantje) een huzaar op een paard. Wat heeft hij op z'n hoofd? 'n Muts. Wat houdt-ie in z'n hand? 'n Sabel". En daarmee was alles in orde de man had duidelijk 'n muts" op z'n hoofd en zonder eenige twijfel 'n sabel in z'n hand dat was voor 't aanschouwelijk onderwijs in die dagen voldoende. Hoc zoo'n voorstelling geïnterpreteerd was, of zij 't kind op weg hielp 't schilderachtige en belangwekkende in de figuur te zien ja, of 't onderwerp op zichzelf wel zoo bij uitstek geschikt was dit alles maakte geen punt van overweging uit.... n huzaar op n paard. ..." en daarmee basta ! Maar wat 'n ideaal-toestand nog, vergeleken bij de kinder-illustratie van 'n honderd jaar terug. Ik denk hierbij niet eens aan de dwaze miniatuurmannetjes en -vrouwtjes de meysjens en knegtjens" die de prenten in van Alphen's kinderversjes bevolken. Immers men zwoer destijds bij 't geen men met deftige strengheid 't ,,exempel" noemde en waarvan n van de ergerlijkste excessen hier in bestond, dat men de onnoozele bloeden van kinders meenam naar openbare terechtstellingen, om ze de veredelende en opvoedende uitwerking van 't geeselen, brandmerken en vierendeelen deelachtig te doen worden. Geheel in overeenstem ming hiermee was de kinderillustratie en wat de Historische Kinderbijbel" van 1753en de Kleine Printbijbel" (1772) op dit gebied te zien gaven, spot met alle verbeelding. Wat dunkt u van 'n afbeelding als Adonibezek gestraft" uit den prentenbijbel voor kinderen.... voor kinderen"! Eenige beulsknechten zijn met de nauwgezetheid van ervaren slagers bezig den heer Adonibezek (wie hij dan ook geweest moge zijn) handen en voe ten af te kappen. Deze ietwat bloederige liefhebbe rij wordt den kinderen verklaard door 't volgende stichtelijk rijm: Gods rechtvaardige straf ondergaan. Gij liet veel Koningen, met afgehouwen duimen En stompgeknoste teen, oprapen tafelkruimen, O Bezek, dit 's uw loon. Zoo wordt de wraak vernoegt, En ongeregte straf den straffer toegevoegt". KLEEDING VAN DE MAAND Teckening door Tonny Fortuyn Adonibezek gestraft David verlieft op Berzeba Op 'n andere prent zien we de bekende geschiede nis van David en Bathseba afgebeeld en onder 't op schrift: David verlieft op Berzeba ledigheid werkt veel kwaads" wordt de jeugd als volgt ingelicht: ,,O Man naar 's hemels hert, bekoort u 't blanke vel, Voor dulle lust tot moord, en schendig overspel? Waartoe vervald de deugd V helaas! Wat baart liet minnen. Een zinneloze zorg in zorgelooze zinnen?" 'n LLrdc ZLdeprint" tetkende den goddelosen boef", die 'n kind in den brandenden haard werpt met de volgende sensationeele mededeeling: Een Goddelose Boef, tot Tiranny genegen. Heeft een onnosel Kind in 't Brandend Huys gekregen, Het Kind dat lagt hern toe, en jankte na de Mam, Hij vatten 't by een Been en wierp het in de Vlam." Nietwaar bij dit alles vergeleken is van Lummel's Huzaar te paard" de hoogste pacdagogieche wijsheid en 't kan je aldus progressief door denkend angstig maken te bepeinzen wat men honderd jaar verder wel van onze kinderillustratie zal zeggen. Want ook wij zijn heilig overtuigd 't Kind te geven wat des Kinds is. Ons illustratorenleger telt 'n afzonderlijk corps ('n Keurcorps!) speciale kinderteekenaars, geroepen of getraind voor hun werk en alles wat de hedendaagsche grafische kunst aan volmaaktheid en raffinement oplevert, wordt aangewend ten bate van 't kind. 't Komische 't ernstige 't vlotte 't nauw keurige 't gestyleerde 't fantastische genre.. niets wordt 't kind onthouden en 't merkwaardige is, dat al die genre's prachtige resultaten hebben opgeleverd. Naast 't geestige werk van 'n Nclly Bodenheim en 'n van Raemdonck staat 't ernstige, soms dramatische van 'n Henk Meyer. naast de fijne, teere fantasieën van 'n Rie Cramer, de solide en knappe composities van 'n Wenckebach naast de vlotte, virtuoze teekeningen van 'n Tjeerd Bottema, de pijnlijk aandachtige van 'n Midderigh-Bokhcrst. En zoo zijn we beland bij 't stel wandplaten 1) van Mevr. Midderigh-Bokhorst, dat de aanleiding vormde tot dit babbeltje en waar ik nu eindelijk op neer wou komen, 't Beteekent naar mijn meening 'n groote vooruitgang in 't werk van deze artiste. Haar vroegere arbeid, vooral die (naar ik meen) in samenwerking met haar echtgenoot, was al heel weinig sympathiek. Wat illustraties, als die Dit model kan als ochtend- of gekleede japon ge dragen worden, is gemaakt van grijsbruine gabardine met punten, slip en strooken aan de mouwen van marocain imprimé, terwijl de sluiting na overelkaarslaan van de japon wordt verkregen door een enkele knoop of gesp. uit Eenvoudig Schoon" (Hilarius) Kinnie" (van Goor Zonen) en Uit mijn mouw geschud" (de zelfde) aan 'n zeker streven naar fijnheid en dis tinctie bevatten, werd hopeloos bedorven door 'n verschrikkelijke stijfheid in compositie en teekening. Haar latere illustraties zijn losser en makke lijker neergezet minder saamgeknutseld en ge wrongen en 't allerbeste is wel deze serie Jeugd", Tot de vlotte en zwierige teekenaars zal mevr. Midderigh uitteraard wel nimmer behooren, maar haar kinderfiguurtjes zijn in deze wandplaten met aan dacht en liefde geobserveerd en bijzonderlijk in de hier gereproduceerde compositie, smaakvol en geestig neergezet. Met haar achtergronden ligt de teekenares nog wel eens overhoop en kktir en tonaliteit is ook niet overal even gelukkig maar alles saamgenomen geeft deze Jeugd" uitgave van de firma Martin G. Cohen het Kind 't volkpond. Zij kan ons, na Adonibezek en Een huzaar te paard", 't oordeel van den recensent der toe komst, met vertrouwen tegemoet doen zien. J o R D A A N 1) .,Jeugd" naar ontw. van mevr. B. Midderigh Bokhorst Uitgave N.V. v.'li Hrven Martin G Cohen. 's-Hage. Midderigh-Bokhorst Jeugd Wenscht U Boter met Rijksmerk? O U D-B U SS E M" bezorgt U die dagelijks tegen marktprijs Kerkstraat 187. Tel. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl