De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 28 maart pagina 16

28 maart 1925 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2494 Wiener Abend" Francis Aranyi en Wilhelm Qrosz hebben samen ons een Wiener Musik"-avond gegeven. Het was een verheugende avond, leerrijk en interessant. Leerrijk: de uitvoerenden hebben ons in de walsen van Johann Strauss het kunstwerk laten zien. Zij speelden de intensiteit van deze muziek, die het barok-vroolijke Weenen onthult in zijn mengsel van melancholie en hartstochtelijkheid. Zij speelden ons de walsen voor zooals zij niet meer in de balzaal klinken, maar in de kunstenaarsziel. Men danste niet meer met de voeten op het rythme van deze muziek, maar met het gemoed. Prachtig was het: soms klonk de wals geheel gemaskeerd in de met oneindig verlangen geladen melodie, die wervelt en dan weer mijmerend stilstaat, de tonen der muziek rekkend en dan weer grillig haar tempo verhaatend, bruusk-nonchalant de accenten ver zwarend, het rythrne soms roekeloos in de war makend wanneer viool en piano in zekeren zin tegen-speelden: Willekeur, die toch onthulling van een dieper wezen bleek, onvermoed in de bal zaal, doch duidelijk gepositiveerd op de viool van een kunstenaar als Aranyi. die het geheel met supe rieure phantasie beheerschte. Schubert en Strauss waren dien avond aan het woord. Schubert nog teeder-speelsch als een Bieder meier-plaatje, Strauss donker-brandend, betooverend, vol schittering, nu eens heimwee-zoet ge kweld, dan weer wild bevrijdend zich uitzwierend. En toen Strauss eenmaal gekomen was, scheen er geen einde meer aan. Men kon niet ophouden. Het programma was afgeloopen, maar Aranyi en Grosz bleven doorspelen, de eene wals na de andere, Künstlerleben", Donau", Rosen aus dem Suden".Het publiek, op het punt heen te gaan, stond telkens weer geboeid te luisteren, applaudiseerde. En dan kwam er weer een wals. Het leek de natuurlijkste zaak ter wereld, dat dit concert bijna de helft langer werd. Zou het geen aanbeveling verdienen, meer van zulke avonden van volks"-muziek te geven? Eigenlijk snakken wij zoo naar muziek, en juist de nationale liederen en dansen der verschillende landen bevatten er zooveel van. Interessant zou het ook wezen uit muziek-folkloristisch oogpunt. De muziek is internationaal, maar iedere nationali teit drukt er, rythmisch of melodisch, haar eigen stempel op. Concertgebouw Het Zondagmiddag-concert opende met een suite Oud-Nederland" van Julius Röntgen. Deze uitvoering beoogde tevens een voorloopige hulde aan den componist, die aanstonds in Mei 40 jaar wordt. De suite Oud-Nederland" is een bewerking van oud-Nederlandsche melodieën, liederen en dansen. Haar vierdeeligheid was geor dend als de deelen van een sonate: een vlug deel, een langzaam deel, een scherzo en een langzamer slotdeel (allegro moderato). De heer Röntgen voel de zich altijd zeer aangetrokken tot de oud-Hollandsche volksmuziek, meer speciaal boerenlied en -dans. Talrijke bewerkingen van boerendansen kennen wij van hem. De heer Röntgen be werkte deze muziek naar zijn eigen muzikale op vattingen, d.w.z. naar die van zijn tijd, waarin de figuur van Brahms den toon aangaf en de Duitsche muziek-aesthetiek de regels voorschreef. Het is natuurlijk het goed recht van Röntgen ons de muziek zoo voor te zetten, zooals hij ze zelf goed vindt en hij doet dat met een behoorlijke kennis van technische zaken. Dat hij niet met zijn tijd meegaat kan men beoordeelen zooals men wil. Wij tegenwoordig, denken inderdaad anders over zulke bewerkingen, die de volksmelodie tot the ma" maken voor een'hoop oefenstukjes contrapunt, fuga, canon, etc. Wij zijn er juist op uit de volks muziek te ontdoen van zulke academische bewerkin gen, die rythmisch en tonaal het karakter van deze muziek onderwerpen aan' voorgeschreven uit drukkingsvormen. Wij schrijven de volksmuziek niet meer voor hoe zij moet klinken om behagen te wekken in de ooren van een muziek-aesthetisch opgevoed publiek. Zij zou zeker ook anders ge orkestreerd moeten worden dan Röntgen het deed, die ook hierin zijn eigen tijd niet verloochent. Wat niet wegneemt dat Röntgen het op zijn manier knap deed, en wellicht zou een vastere directie dan die van den componist, die zijn werk zelf leidde, zijn compositie in een nog beter licht gesteld hebben. Er viel nu van nauwelijks meer dan een succes d'estime te spreken. Adolf Busch trad als solist op met het viool concert van Brahms. Busch is een violist van groote kwaliteiten, hij is eenvoudig en levend en geheel overgegeven aan zijn spel. Het eenige wat den in druk wel eens vertroebelde was het samengaan tusschen orkest en violist. Wij hebben reeds meer de opmerking moeten maken dat het begeleiden van een solist niet de sterkste zijde van Muck's directie is. De tutti in de finale klonken niet fraai, grof geaccentueerd, in tegenstelling met de voor dracht door Busch van dezelfde melodie, en op en kele plaatsen waren violist en orkest niet gelijk. Busch behaalde niettemin een groot succes en het publiek heeft hem warm toegejuicht. Bep Bos Janszen Jet Troostwijk Twee Nederlandsche debutanten vroegen in de KL zaal Concertgebouw onzen aandacht. De celliste Bep Bos Janszen en de pianiste Jet Troostwijk hebben samen een sonatenavond gegeven en ons gevraagd wat wij er van vonden. Wel, wie zal debu tanten er hard over vallen, dat debutanten ge woonlijk plegen nog niet zeer zadelvast te zijn en dat hetgeen zij spelen niet heelemaal tot ons komt zooals het bedoeld is. Talent hebben de beide uit voerenden zeker. De pianiste ontplooide zich vrijer dan de celliste, die nog wat te veel in de overigens goede Hollandsche deugd: gereserveerdheid, bleef vastzitten. De toon van me j. Bos Janszen, was wat stug, ontwikkelde zich te zelden tot een vrij zingen en liet zich meestal geheel door de piano overstemmen, wat een onduidelijk samenspel geeft. Alleen in de sonate van Saint Saëns, de beste prestatie van den avond, werd ook het samenspel meer gelijk en gaf ons de overtuiging, dat er wel flink en serieus gewerkt is, doch dat het gebrek aan podium-routine de beide uitvoerenden nog wat in den weg zat. Haar voordrachten werden vriende lijk door het publiek ontvangen en veel bloemen verhoogden den indruk van feestelijkheid. Ten slotte, naar aanleiding van een nieuwe fluitsonate van Willem Pijper, geïntroduceerd op een Seroen-Cornelis-avond van den Kunstkring Voor Allen": Waarom vindt ook ten onzent niet de goede ge woonte ingang, die in het buitenland bij het introduceeren van nieuwe, moeielijker verstaanbare kamermuziek-werken meer en meer gebruikelijk gaat worden: deze tweemaal op het concert te doen uitvoeren? Een enkele maal is het ook hier wel ge beurd, doch te sporadisch. De duur van het concert door zulk een herhaling kan geen bezwaar zijn, nu de concerten tegenwoordig over het algemeen steeds korter duren en men om kwart voor tien meestal op straat staat. Ook de critiek zou dit haar taak vergemakkelijken, daar het vooraf hooren, op repetities b.v., niet steeds doenlijk is en toch van haar gevergd wordt, dat zij bij eerste auditie haar oordeel uitspreekt. Misschien willen onze concertgevers dit eens overwegen? CONSTANT VAN WESSEM TOEGEPASTE KUNST TENTOONSTELLING VAN AARDEWERK DOOR H. J. HOBBEL EN ETSEN EN TEEKENINGEN DOOR TOON DE JONG. De kunst van het pottenbakken is, zoo zou men ietwat lyrisch kunnen zeggen: kunst der elementen. Aarde, Vuur en Water werken ertoe mede om hetgeen uit menschenhand groeit, gestalte te geven en duurzaamheid: de aarde waaruit het voorwerp op de draaischijf wordt gevormd; het water om de drooge aarde tot kneedbare klei te maken; het vuur om het water te doen \erdampen en aldus de nopdige hardheid gevend. En zoo groeit dan het schoone en bruikbare object.dat des teschoonerkan heeten,al naarmate bruikbaarheid en schoonheid tot een onverbreke lijke eenheid zijn saamgebonden. Hobbel, die met Toon de Jong, beiden uit Laren, thans eene tentoonstelling heeft ingericht bij de firma Boskamp te Overveen (welke firma blijk geeft van een prijzenswaardig verlangen telkens weer iets goeds te bieden) is een trouwhartig, dege lijk, eerlijk werker, die veeleer verkiest in eenvoud dat te geven wat hem het naast aan het hart ligt, dan dat hij zichzelf geweld aandoet. Zoo vast als de aarde, zoo klaar als het water, is zijn werk doch men zou er toch wat meer vuur in wenschen ! Men zou zoo graag uit het mooie, eenvoudige melk witte, diep-blauwe, gele en zwarte aardewerk met de stil glanzende glimlichten, ook af willen lezen een verlangen naar nieuwere vormen, want te zeldzaam zijn de uitkomsten van Hobbel's oven, waarin of aan archaisch-nobele verhoudingen pf aan anarchistisch-nieuwe oplossingen herinne d wordt en zoo zij de gulden middenweg dezen zuiveren en vruchtbaren werker warm aanbevolen. Van Toon de Jong werd eene verzameling teekeningen en etsen bijgevoegd. Zijn werk sluit sich uitnemend bij dat van Hobbe! aan en men zou deze beide kunstenaars in vele opzichten geest verwanten kunnen noemen. l MUZIEKHANDEL l l PIANO'S f ' VLEUGELS A°1835 Q U DAUD D Tel. 443 Achter St.Pieier 4 H. RAHR UTRECHT l Ik ken zijn werk al heel lang en i< weet precies wat wel en wat niet binnen het kader van zijn kun nen valt. Doch eene rake en zeer vlotte en zelfs.... moderne teekening van een jong student" met een jockey-pet op en een uilen-bril bracht hier de groote verrassing, naast de teederheid van een paar sublieme teekeningetjes van baggeraars in den nevel. OTTO VAN TUSSENBROEK YANNELLESVARINAS GOUDZEGEL 5Octs. per Pakje. Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele GOEDE SIGAREN l S. O. S. *) Wij gaan door de dagen als marionetten; wij gaan en bewegen naar dwingend gebod; wij doen en gebaren naar ijzeren wetten; wij spelen voor koning; wij spelen voor zot. Wij gaan door een wereld van eindeloos wonder; wij gaan door een leven van luidloos gerucht; wij grijpen (en vinden het heel niet bijzonder !) wij grijpen de feiten maar zoo uit de lucht ! <*' We vreezen noch vragen; we zien en gelooven; w' aanvaarden het wonder op ieder gebied; het gaat er ons mensch'lijke denken te boven: we leven in 't wonder, en weten het niet. 't Heelal is in trilling van wichtlooze stroomen, en 't allerbelangrijkste wereldbericht, langs wonderen weg t'onzer kennis gekomen, is trillend van spanning (maar zonder gewicht !) Wij hooren en spreken, en wanen te weten, wat wonder de wereld zoo hoog overhuift; wij geven verklaring die schoon we 't vergeten geen moeilijkheid oplost, doch louter verschuift. Wij trachten alom het besef aan te kweeken, dat heden geen wonder zich langer voltrekt; wij wanen te weten, en praten en preeken ins Blatie hinein", en we wachten effect ! Wij weten de waarde van wonder en waarheid, en schiften de mystificatie van 't feit; wij brengen in alle mysteriën klaarheid, en 't wonder is niets dan een kwestie van tijd. Eerst weten we 't goed: later weten we 't beter: en eindelijk weten we alles het best: en kenden we slechts het geheim van den aether, dan kenden we ook het geheim van de rest ! Zoo zenden we tijdingen uit, en ontvangen in trillende spanning elk wereldbericht. Ook 't landje, waar misten en nevelen hangen, zendt nieuws (wel belangrijk, maar zonder ge wicht !): Wij gaan door de dagen als marionetten, en dagelijks worden ons nieuwtjes verspreid van Kamerdebatten, ontwerpen, en wetten, in 't kort: van een draadloos regeeringsbeleid ! K u M G R A NOSALIS *) Bij de Rotterdamsche Radio-tentoonstelling. Door eenvoudige behandeling met ABIS garandeeren wij abso luut afdoende bestrij ding van Kakkerlak ken en andere schade lijke insecten, muskieten, wandgedierte, enz. Vraagt inlichtingen en prospectus voor schepen, gebouwen en particulier gebruik aan N.V. A.B.I.S., Mlj.ter Afdoende Bestrijding van Insectenschade, Heerengracht 281 Tel. 32281 Amsterdam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl