De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 28 maart pagina 18

28 maart 1925 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2494 RUIZE-R1/MEN G-eacln ieAenis des "V a.<5Lerla.n.cLe ZESDE ZANG, II. Intusschen, d'adel broeit. In brieven en gesprekken Beraamt men midd'len om der Keerlen god te nekken. Er wordt een plan gevormd om den gehaten man Naar Engeland te voeren, waar zijn jongen, JAN, Verloofd met 's Konings dochter, reeds sinds jaren woonde. Wanneer men Edwa di hulp op deze wijs beloonde, Dat men zijn schoonzoon Jan tot Hollands graaf verhief, Dat wilden zij, want 't zoontje was hun wel zoo lief ! Zou de doorluchte gastheer Floris wel bewaken.... Dat was de weg dus om hun vijand kwijt te raken. De liefde echter van de Keerlen" voor hun god" Verhindert open strijd, en noopt tot valscn complot. Het waren d'edelen Van Velzen en Van Woerden, Van Amstel en Van Knik, die 't snoode plan volvoerden. Te Utrecht gaf de Graaf, na 't treffen van een zoen, Een feest, gelijk men dat nog heden pleegt te doen: De strijd is bijgelegd, men wil de zaak beklinken, En 't eindigt weer met twist door 't vele vriendschap drinken. De saamgezwoornen zijn genoodigd op het feest, Natuurlijk. Dat was de bedoeling juist geweest. Men eet vervaarlijk veel. Wie zal htt in hen laken? 't Is 't oud, beproefd recept om ruzie goed te maken. Bij d'eerste toast op Floris, en den vriendschapsband" Stopt hem een oude vrouw een briefje in de hand, Waarin een onbekende hem voor 't onheil waarschuwt. Hij fluistert haar in 't oor, dat hij slechts, die gevaar schuwt, Getroffen wordt. Hij kout, en kauwt, genoeglijk voort, En 't feest wordt door geen enklen wanklank meer gestoord. Na 't einde van het maal besluit men saam te blijven, Om straks ter valkenjacht de dampen te verdrijven. Graaf Floris gaat naar bed. Hij is een beetje moe, Een dutje na den disch, dat komt den gastheer toe. De heeren gaan kwansuis zoolang een potje kegelen, Dan kunnen ze nog rustig alles netjes regelen. Graaf Floris is gereed. Sint Geerte's minnedronk, Een borrel, die men op behouden thuiskomst" schonk, is 't sein voor het vertrtk. Van torens en van tinnen Wuift men hun 't afscheid toe en 't drama gaat beginnen. Nauw is de stad uit zicht, of Woerden grijpt het paard Van Floris bij den toom. Met opgeheven zwaard Roept hij: Uw hooge sprongen hebben uit, mijn Heer! Gij zijt gevangen. Holland zitt gij nimmermeer!" Nog voor de Graaf begreep, wat alles moest beduiden, Was hij geboeid gevoerd naar 't oude slot van Muiden. Maar als een loopend vuur verspreidt zich het bericht: De Graaf is in gevaar, de Graaf is opgelicht !" Het volk stroomt toe en wil zijn redder hulpe bieden, 't Gelukt den samenzweerders met hun prooi t' ontvlieden. Z'ontvoeren hem bij nacht, maar in hun vlucht gestoord, Door 't ziedend bosrenvolk, bedrijven zij den moord, Gedreven door den angst dat is de moed der laffen Dat Floris, bleef hij leven, hen gestreng zou straffen. De schedel schier gekloofd, de handen afgehakt, Wordt het verminkte lichaam in een sloot gesmakt. De boeren meenden 't goed. Zij leden met den lijder, En ieder voelde zich een vriend en een bevrijder.... Zoo is er meer misdaan, bewust of onbewust: Wie mij van dienst wil zijn ? die late mij met rust. De Gooiers vinden hem. Zij trachten hem te helpen, De wonden te verbinden, 't stroomend bloed te stelpen Van hem, die steeds hun steun en schutse was geweest; Een dankbre blik... .Toen gaf der Keerlen god den geest. Twee honden volgden 't lijk naar 't graf, en bleven wachten En waken bij hun baas, veel dagen en veel nachten. Zij raakten niet aan voer en drank die men hun gaf, Zij lagen droef en stil, en stierven op het graf. Als gij dit niet gelooft, dan maken wij geen ruzie, Maar ik geloof het wel laat mij nu mijn illusie! Want honaen zijn zoo goed, zoo teedtr en zoo trouw, Dat 'k heel wat nienschen graag voor honden ruilen zou, En, is u leed geschied door vijanden of vrinden, Roep dan uw hond en streel zijn kop, on; rust te vinden. De zoon van Floris, JAN, kwam onder de voogdij Van W. v. Borselen tot schrik der burgerij. Hij was een onverlaat, heerschzuchtig en wreedaardig; 't Verheven ambt van 's Graven voogd was hij onwaardig; En 't volk had maar n wensch, dat was: Van Borselen, Den fel-gehaten deugniet te vermorselen Wee hem ! Te Delft gepakt, wordt hij uit raam gehangen, Dan losgelaten, en op pieken opgevangen. Toen werd hij levend door het woeste grauw verscheurd, 't Was wel een beetje bar. Enfin, 't is nu gebeurd. Nu werd Avesnes, neef van Jan, tot voogd verheven. En kort daarop (hm ! hm !) liet zijn pupil het leven.... Dit was htt einde van het Hollandsch Gravenhuis, Want Jan stierf kinderloos, en laat ons hopen, kuisch. CHARIVARIUS TELEFOONGESPREKKEN (Als de Indische leerstoelen in Utrecht bezet zijn Toekomst-telefoongesprek). Ah, Professor, met u zelf?. ? Een oogenblik maar van uw kostbaren tijd. Ik begrijp dat u het racend druk heeft. «?Ja, ja, er komt wat kijken. Zoo, zoo. En vanmiddag vergadering met de Koffie-cultuur-onderneming De rijzende Boon"? En of je nu benoemd wordt door een Minister die ook niet vrij is wie op deze wereld is er eigenlijk wel vrij!?of door een suiker-magnaat die je benoemt zooals hij zijn chauffeur benoemt. Voeït u het verschil ? Ik niet. - U ziet wel dat we het volmaakt eens zijn en al dat geschreeuw indertijd bij de geboorte larie, Professor.... Dank voor uw inlichtingen, ik zal er een gepast misbruik van maken. Leve de Vrije Weten.... O, is u weg? CEL 2 CHARIVARIA En waarover, professor, als ik vragen mag? PARLEMENTAIRE ??Interessant onderwerp. En heeft u nog meer vergaderingen? Ook met de Thee-maatschappij Het witte Puntje"? ??En met de Petroleum-Maatschappij Het Blikje"? En met de Tabaks-onderneming De Pruim"? En met de Suiker-onderneming Htt Klontje"? Natuurlijk, alleraangenaamste mentenen. En de duiten prompt op tijd Ik bedoel er niets kwaads mee. Of je nu betaald wordt door den gewonen bclattingbctal.r of door een gewonen Indachen ondernemer. Vrijheid blijheid ! Maar Professor, wat is u Hchtgs raakt van daag. Mtt Vrijheid bedoel ik werkelijk niets hatelijks Natuurlijk, de Wetenschap is nooit vrij ge weest, ntt zoo min als de Kunst. Is het ni.t als slaaf van de stomme menigte, dan als slaaf van een of anderen stommel.... Pardon, pardon. Ik bedoel niets persoonliiks. Indische ondernemers, dat weet u ook wel, zijn nu niet direct, wat je noemt stommelingen. LSPREKENDHTID Ik erken, dat het tusschen ulieden niet alles maar boter om den boom zal zijn; het kan niet steeds alleen zonneschijn en manegeur wezen, dat gij eenige moeilijk heden op uwen weg zult aantreffen." (Hand. Iste_Kamer) ONZE TOONEELSPELERS Hierbij speelden twee factoren een rol." ( Ec. Stat. Ber.) Zijn bescheidenlijk weggeredeneerde genialiteit speelt ook nog wel een rol in zijn werk." (Versl. N. R. Cf.) De rol van het serum is nog op vele punten duister." (Gen. Gids) De oorlog heeft daarin een groote rol gespeeld." (N. K. Ct.) Het minder voorkomen der influenza speelde daarbij een gunstige rol." (N. R. Cl.) Het geschil speelt geen rol bij de ekonomische onder handelingen." (N. R. Ct.) De vraag is slechts of dit kleed past bij de rol, die het blad zich ten aanzien van de Utrechtsche leerstoelen heeft gekozen." (N R. Ct.) (Le tableau de la troupe: Twee Factoren, zijn beschei denlijk weggeredeneerde Genialieit, Het Serum, De Oorlog, Het minder Voorkomen der Influenza, Het Geschil, Het Blad). ONZE TEEKENAARS Berlijn stond reeds heden in het cf van de bijzetMngsplechtigheden." (H. D.) Gevraagd worden liederen voor samenkomsten, die staan in het (? van het vrijdenkersprincipe." (Hbl.) N.v. % F. VAN DER HEIDE HILVERSUM 'SGRAVELANOSCHEWEG. TEL. 11EO. VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN EN PRIJSOPGAAF VOOR HET SMAAKVOL INRICHTEN VAN uw LANDHUIS OF VILLA. BEKNOPT PROSPECTUS FRANCO. Zr, KUNSTCRITICI De muziek gaat verder, zwelt aan, slaat haar gloeiende oogen op naar den hemel." (Spel en Dans) D K VROUWELIJKE HOOFOFFICIER Dan zal de Staten-Generaal zich nog wel eens be denken alvorens ze Nederland een prooi doet worden van de algemeene tijdverwarring." (Tel.) Dl-.TlNCTIE Wat flauwe kul, vermengd met rijrn-gestamer." (Hbl.) De gezanten hadden er wat tegen gesputterd." (Hbl.) Frits had er nu nog lol in." (O. H. C.) CORRESPONDENTIE G. te R. Mag ik eens uw meening vragen over de juistheid van het woord secretaresse? Ik meen dat de Latijnsche uitgang -i's zoowel mannelijk als vrouwelijk is. Zou men zoo ook niet komen tot een dromedaresse en een casuaresse? Ai.tw. Ja, en tot anfjovesse. Ik stel voor een vrouwelijke politie-agent die zijn er! te n f men: smeresse. J. S, MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAB-DEN HAAO DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl