Historisch Archief 1877-1940
UKUcrsc AMï>IE.KL>AMMt,K, WttKoLAD VOOR NEDERLAND
No. 2494
FRANCE-EPILOOG
I
Hij komt er niet af zonder een narede.
Men laat hem geen rust, nu hij eenmaal van de
aarde is verdwenen.
Geen woord dat Anatole France heeft gesproken
of het wordt opgerakeld; nu komen beetje voor
beetje de feiten van zijn leven aan de beurt...
Een vriend van oude dagen her der familie
France Thibaut, kan het niet goed verzetten
dat communisten en anarchisten den beroemden
auteur tot een der hunnen rekenen en het willen
doen voorkomen alsof de representant der
Fransche taal en van den Franschen geest in
Europa tot de omverwerpers van de bestaande
orde behoorde. Hij heeft daarvoor een boek ge
schreven met den ouderwetschen titel: Leven en
opinies van A. F.; maar als hij enkele feiten uit
het leven meedeelt, en verschilende van de opi
nies woordelijk aanhaalt, moet hij toegeven, het
is en het klinkt anarchisch en revolutionnair
tot in het wilde toe; echter, daar staan andere
gevoelens tegenover, voortspruitend uit diepere
lagen van het gemoed, die hem van een tegenover
gesteld inzicht toonen; men zoU hem dan zuiver
reactionnair kunnen noemen.
Wat hij heeft wil.'en bewijzen daar stokt
hij toch in 't einde voor. Het gebeurt wel meer,
zelfs onophoudelijk, dat iemand ons wil overtuigen
en zijn aanloop neemt, maar onderweg raakt hij
zijn baan kwijt en zonder dat te willen erkennen,
moet hij zijn doel opgeven. In dit geval zou
France's would-be apologeet zich alleen kunnen
redden door de bewering, dat de verachting voor
de menschheid bij zijn auteur diep genoeg ging
om hem geen gewicht te doen hechten aan eenig
verschil van meening welke hij over de menschheid
uitsprak: te kerven in die menschheid en haar
te ergeren, naar hem, A.F., goeddacht !
Maar of dit niet zou strekken om ons juist het
treffendste en verfijndste beeld van den anarchist
te geven, dat is de vraag, en dit was toch niet
precies wat de vriend wou bewijzen.
Laat ons dan het boek van Jacques Roujon:
La vie et les opinions d'Anatole France opslaan
zonder te beginnen met ons hoofd te breken over
allerlei hinderpalen van vragen. Is er niet iets
in om ons dadelijk te pakken?
Ik geloof wel.
Het begin mag niet veel nieuws opleveren
over kindsheid en jeugd, het loopt toch een
eindweegs frisch voort in die tegelijk enge en
toch ruime, soms zelfs grootsche omgeving der
boekenkaden van de Seine. Van zelf wanneer men
hoort van de deftig doende manieren van den
nauwgezetten gewetensvollen vader en van de
levendigheid der bewegelijke kleine moeder,
gaat men denken aan een illuster voorbeeld van
een geheele eeuw vroeger, waar ook in den zoon
uit het huwelijk geboren de vroolijkheid en die
Lust zu fabulieren" getemperd werd door zeker
vertoon van vormelijkheid en een besef van
wellevendheid.
Maar de jongen die aan de Seine opgroeit in
den boekwinkel van den ouden Thibaut onder
het zorgzaam oog van zijn moeder en de be
nauwdheid van het orthodoxe lyceum, ach, hij
heeft geen wijden horizon voor zich om te ver
overen, hij is schuw en leelijk, iinksch en lui; geen
andere toekomstdroomen zijn ouders voor hem
dan die besloten ligt onmiddellijk binnen de lijnen
van de buurt. Daar stuit men op het paleis van
het Luxembourg met zijn heerlijk park en zijn
standbeelden, zetel van den Senaat.
De bibliotheek van den Senaat, dat is bij
de intree van het leven het eindpunt van France's
Wenschen. Daarheen gaat, op het eind van zijn
21e jaar het verzoekschrift om te worden opge
nomen onder haar onbezoldigde beambten.
De bibliothecaris van de instelling voegde
er een warme aanbeveling bij. Zij luidde o.a.:
,,De zoon van M. France, den maker van een
der beste bibliographiën van Parijs, met zijn
hartstocht voor boeken, wier kennis, men mag
Wel zeggen hem is ingeschapen, wordt mij bij
zonder gerecommandeerd door mijn collega's
de bestuurders van verschillende bibliotheken,enz.
De aanvraag echter had geen succes. Tien jaar
inoest de jonge man passionnc pour les livres
dont il a, en quelque sorte, l'intelligence innée,"
wachten voor hij den nederigen post van commis
surveillant" aan de genoemde bibliotheek ver
kreeg. (1876).
Waar lag zijn werk ondertusschen?
Hij was in betrekking bij den uitgever Lemerre,
die er zijn voordeel in zocht, en er zijn roeping
in vond om dicht en ondicht der jonge generatie
n keurige en onberispelijke deelen'en deeltjes
te publiccereii. Daar leerde hij de jongeren en
ook de oudereu kennen, die zich in het gebied der
letteren waagden. Leconte de Lisle was een
tijd lang zijn meester en zijn voorbeeld; bij
Bourget dien hij een eind vooruit was in jaren,
zonder nog zijn gelijke te wezen in levenservaring,
sloot hij zich intiem aan en nam wijsheid aan van
zijn opmerkingen over de maatschappij. Later was
hij een poos bevriend met Barrès. Maar de mees
ten van die betrekkingen waren slechts tijdelijk.
France was in zijn soort een ongedisciplineerde
natuur. Hoe boos kon hij den uitgever Lemerre
maken door zijn afwezigheden en zijn zorgeloos
heid ! En zijn kennissen vervreemdde hij dikwijls
van zich d»or de scherpte van zijn oordcel.
Want die jonge man, die uren verbeuzelen kon door
met Bourget te flaneeren, had een wonderbaren
slag om overal naar nieuwe kundigheden uit te
gaan die hij in zijn verwonderlijk geheugen op
stapelde en telkens Wist te pas te brengen om vrien
den die een toon aannamen in het stof te doen
buitelen.
Neen, aangenaam wist hij zich niet altoos te
maken, men mocht hem niet, hij voelde zich niet
thuis bij de menschen.
Wat natuurlijk was en wat bijna altijd gebeurt
bij jonge lieden, die geen geregelde middelen van
bestaan hebben: hij dacht aan trouwen. Hij had
van zijn allereerste tijden af een verliefden aard
gehad; talloos zijn opwindingen, al vonden zij
slechts zelden bevrediging. Want ik geloof niet
aan zijn overmeesterende zinnelijkheid, maar
wel aan zijn prikkelbare gevoeligheid.
Hij deed een goed huwelijk (1880). Het meisje,
een kleindochter van den schilder Pierre uérin,
behoorde tot den niet ongefortuneerden burger
stand. Zij was gracieus en had kunstzin en bracht
haar eigen huis mee; Papa Jules" uérin, woonde
bij het gezin en gaf zijn bijdrage, misschien nog
wel iets meer, tot de kosten.
France was in den laatsten tijd gaan werken
voor Le Temps, het blad; zijn proza verschafte
reeds eenige inkomsten. Enkele vrienden, deels
reeds beroemd op hun manier, deels beroemd
heden op nominatie, vormden een kleinen kring
in de woning rue Chalgrin, toen nog een echt pro
vinciaal kwartier, zooals er in '80 verschillende
in Parijs waren. Er werd veel geredeneerd en nog
meer gefantaseerd; France met zijn zwervenden,
op buit belusten geest kon zijn hart ophalen.
aan het spel van den luim. Zoo min mogelijk
zette hij letters op het papier. Dat verfoeide hij.
's Zomers trok men naar buiten. Er waren plek
jes in den Elzas waar men een voorliefde voor had.
Een dochtertje was geboren, dat ging mee op
reis. De kleine Suzanna was de hartlap van haar
vader. Zij leek op hem, had dezelfde guitige trek
ken en streken en kon lang stil zijn om op eens
met een dwaze opmerking voor den dag te komen.
Een paar brieven uit den tijd van vrijheid
buiten gedateerd, worden ons meegedeeld; zij
brengen ons iets van het onmiddellijke leven dier
dagen, en ik neem een paar uittreksels over.
Wij zijn hier (in den Elzas) op een plateau
midden in tusschen heuvels met hun pijnboomen
en valleien waar al zingend frissche beeken door
stroomen. De natuur heeft hier iets ernstigs
en goedigs. Daar woont een volkje in van goede
fatsoenlijke menschen met een verbijsterend getal
kleuters, rood van konen en blank van haren.
Zijn het meisjes, en dat is meest het geval, dan
zingt het troepje, blootvoets en bruingerokt,
allerliefst hun liedjes van Schiller (!). Wat een
land hebben we daar verloren ! En wat 'n boeren!
Hun huizen zien er proper en zoo aardig uit.
Aan het raam tusschen een paar bloemvazen,
ziet men soms, niet erg sprekend en een beetje
flets, maar zoo innig zacht het kopje van een jong
vrouwtje, en bij de deur op het hooi, een hoopje
honden en kinderen bijeen, al weer vroolijk,
maar nu samen uitrustend.
Dat alles dineert in 't bosch."
Ik mocht dit Heine fragment door France over
gebracht, niet aan mijn lezers onthouden, en ik
ga nog liever voort met aanhalen dan met mijn
hoofd te breken....
Vervolg van denzelfden brief.
Terwijl ik bezig ben te schrijven, komt Suzanna
me een heel aantal schoenen aandragen die niet
bij elkander hooren, en roept maar Pouah !
Pouah l Ik heb er al vijf verschillende op de
tafel voor me, wat niet precies bevorderlijk is
voor de orde in mijn ideeën. Als ge daarover
denkt zooals ik, zult ge daartegen geen bezwaar
hebben. Suzanna heeft gevoel voor de natuur en
ze is bijzonder ingenomen met Hohwald."
Een paar dagen later:
Het regent in de bergen. De wind zeurt
tegen ons venster aan. Ik heb een kleine gulden
hagedis verstijfd gevonden op den weg naar het
bosch. Wij maken het allen uitstekend. Valérie
Slapeloosheid
Slapeloosheid is een direct gevolg
van nerveusiteit. De zenuwen zijn
verslapt door een teveel van zorgen,
werk of genoegens. Wanneer gij
Sanatogen neemt, geeft gij Uw
zenuwen extra phosphorus en eiwit
en stelt gij ze in staat hun vroe
gere kracht weer terug te krijgen.
Neem lederen avond vlak voor het
naar bed gaan Sanatogen in een
glas warme melk en gij zult reeds
spoedig weer kunnen genieten van
een rustigen verkwikkenden slaap.
SANATOGEN
\0* STERKT ZENUVEr-UNlICHAAM "
(Mevr. France) houdt oneindig van bergen, maar
zij Wou wel dat ze op den beganen grond waren.
Daaren tegen begrijpt Suzanna de natuur, veel
beter dan Lamartine.
Als Suzanne er niet was, zouden we u eigenlijk
niets hebben te zeggen. Maar Suzanna verricht
allerhande merkwaardige dingen. Zij plukt leeu
wenbekken en neemt k{kkcrs(des«iieiwiiitles)'m haar
hand. Zij was met ons mee naar het kasteel en toen
ze in de theaterzaal was, schreeuwde ze het uit:
Nu krijgen we de apen te zien "
Suzanna ging altoos met haar vader mee op
de wandeling. Hij, zoo lang, moest zich bukken
om haar bij de hand te kunnen houden en moest
kleine pasjes maken.
Op een dag hield hij een oogenblik stil om met
een vriend te kunnen praten, zonder het kind
los te laten, Szuanna fixeerde den vriend al
omhoog kijkend.
Lieve hemel," zei de man, wat heeft ze een
intelligent gezicht, dat kleintje."
't Is niet alleen het gezicht, maar het verstand
is er ook, heusch, zegt de guit met haar flink
resoluut stemmetje. (J'ai pas que l'air. j'y es
intelligent).
Het tiental jaren van het huwelijk, de vrije
omgang met de vrienden, het gemakkelijk meester
zijn in een kleinen kring, de eerste aanrakingen
met de grootere wereld, de autoriteit verkregen
door het schrijven in Le Temps, hebben France
wel ontbolsterd en zijn houding meer vastheid
gegeven. Tegen het eind van de 80er jaren als
Frankrijk en Barrès met Boulanger gaan dwepen
nadert hij ie rijpheid die onvermengd en
ongekweekt het beste en zuiverste zal geven wat
hij in zich heeft, het meesterstuk van zijn jonge
jaren. Les opinions de Jeróme Coi«nard. Daar
immers zit de heele echte France in.
Dan gaat men het provinciale kwartier van de
rue Chalgrin verbouwen, het wordt opgenomen
in de transformatie die de streek bij de Champs
Hlysées ondervindt. France ook wordt onrustig.
Hij gevoelt zich beëngd .
Ik heb hem nog dien laatsten tijd in de rue
Chalgrin gekend. W. G. C. B ij v A N c K
BATENBURG & FOLMER
(O. W. FOLMER)
DEN HAAG,HUYGENSPARK22
SPECIALITEIT:
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MET SAFE.INRICHTINO.
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN