De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 28 maart pagina 7

28 maart 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

ISO. 2494 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PEEK & CLOPPENBURG Een hoofdfiguur uit het Heimans-diorama De Zilvermeeuw in 't duin (Foto Postma) DE HEIMANS-STICHTING Verleden week hadden we vergadering van het bestuur van de Heimans-stichting en we zijn toen meteen eens gaan kijken, hoe het Heimansdiorama opschiet. Het is nu meer dan tien jaren geleden, dat Heimans is gestorven, een paar dagen vóór het uitbreken van den wereldoorlog, in de eerste dagen van de groote vacantie. Niemand weet beter dan ik, wat die vacanties voor Hehnans beteekenden en hoe het vanzelf sprak, dat hij op den avond van den eersten vacantiedag al mijlen en .mijlen ver van Amsterdam zat, ergens in een uithoek van Nederland of ver over de gren zen. En zoo geviel het dat hij is komen te sterven plotseling, na een vermoeiende excursie op een heeten zomerdag, in Gerolstein, in den aan natuurschoon en biologische en geologische problemen zoo rijken Eifel, waar hij ons zoovee! moois van verteld heeft. Den dag van de begrafenis zelve, op het mooie landwegje van Muiderberg naar Hakkelaarsbrug kwamen eenige zijner bewonderaars reeds met elkander overeen, om iets goeds te stichten te zijner nagedachtenis. Indien de oorlog niet ge komen was, zouden wij stellig in korten tijd de middelen verkregen hebben om een van zijn lievelingsplannen uit te voeren: de stichting van een Openbaar Museum voor Natuurlijke Historie te Amsterdam, gratis voor iedereen toegankelijk en zoo ingericht, dat jong en oud er waarachtig opwekking zou ondervinden tot natuurstudie en steun en voorlichting bij zijn verdere kennis making met het leven van planten en dieren en de lotgevallen van den bodem. Er was geen sprake van, dat men in Augustus 1914 en nog lange jaren daarna met zoo iets zou kunnen aankomen. Maar de vrienden versaagden niet en organiseerden alvast de stichting, d.w.z. niet het museum, maar het wettelijke instrument, dat later /ou kunnen handelen. Wij maakten be kend, dat men zich als lid der stichting, als schen ker of begunstiger zou kunnen aanmelden bij den secretaris, prof. dr. Stomps, Hortus botanicus te Amsterdam, maar slechts weinigen gaven aan dien oproep gehoor, meest wel door de verlammende benardheid der tijden. En toch, als ieder, die Heimans te danken heeft gehad voor een aange name lezing of belangrijk tijdschrift-artikel of leerzaam boek, eens voor den dag kwam. Iniusschen werkte het kleine troepjc vlijtig door. F.r kwam een beetje geld, niet veel, maar er kwam ook een machtig bondgenoot,n .1. Artis. Dit genootschap had ook al lang plannen voor de stichting van een openbaar zoölogisch museum en nu leek het gepast, om die plannen te combi neeren met die van c!e Heimans-stichting. Deze laatste zou dan in hoofdzaak opkomen voor het Botanisch en Geologisch deel van het Museum en voor de afdeeling speciaal gewijd aan wat de oprichters van het Tijdschrift De Levende Natuur natuursport" genoemd hebben: wandelen en waarnemen, kweeken en verzamelen. Zoodia de Heimans-stichting een half millioen gulden kan fourneeren, zal dat alles tot stand komen. Geen denken aan", hoor ik zeggen. Waarom toch niet? Ik hoop het heusch nog eens te beleven, en herhaal het hier nog eens, dat zonder den oorlog dat Heimans-museum al lang in volle actie ge weest zou zijn. Ook hebben wij niet stil gezeten en alweer met Artis samen en met steun van de Gemeente Amsterdam wordt alvast begonnen met de stichting van een klein openbaar museum, toebehoorend aan Artis maar gesubsidierd door de Heimans-stichting. En daar heb ik nu wel plezier aan, dat deze stichting, die een half millioen vraagt, nu toch a! een subsidie kan geven, al is het dan ook maar een slordige vijf duizend gulden. Door die samenwerking komt thans het Heimans-diorama tot stand. Wat is dat eigenlijk? Wel, dat is meteen de verwezenlijking van den levenswensch van een ander goed mensch en groot kunstenaar, die ook van den aanvang af de be weging voor nattnirsport heeft gesteund, onbaat zuchtig en met volle kracht, dat is Paul Louis Steenhuizen. Dertig jaar geleden heb ik al eens verteld hoe ik op bescheiden wijze mocht mede werken bij het totstandkomen van de mooie vogelgroepen in het Museum Fauna Nee.landica van Artis. Reeds toen dacht Steenhuizen aan de mogelijkheid vandenbouwvan een groot dlorama, voorstellende een der schoonste landschappen van Nederland met zijn vollen rijkdom aan planten en dieren, natuurgetrouw en zonder overlading. Daar is hij nu aan bezig en het wordt prachtig, een der allereerste bezienswaardigheden van Amsterdam. Het kunstwerk beslaat de heele Oostelijke koepelzaal van het Aquarium-gebouw en stelt voor het Meer in de duinen vlak bij de zee. Gij weet dat we in Nederland vier van die meren van belang hebben: het Kwakjeswater bij Hellevoetsluis, het Zwanewater bij Callantsoog, de Muyen op Texel en Doodemans-kisten op Een schuchtere'schoone. Jonge Zilvermeeuw (Foto Postma) Terschelling. Het Heimans-diorama zal een synthese zijn van alle vier, het landschap is dat van de Muy en de Shifter, de bevolking zal die van het Zwanewater zijn. Daarin steekt niets wat we als ,,hybridisch" zouden moeten brandmerken, want alles wijst er op, dat bij voortgezette bescherming de be volking van de Muy werkelijk gelijk zal worden aan die van het Zwanewater. Een bekwaam en gevoelig schilder heeft reeds voor een groot deel den achtergrond op het doek gebracht: de mooie Muy met zijn jonge duinenrij, stovend in 't zon netje van den vroegen zomer. Daar achter het strand en de Noordzee, naar rechts de groote stuifvlakte van den Slufter met heel in de verte de Slufterbollen, wazig in luchtverheveling. Je kunt zoo zien, óat de schilder weken en weken lang met groot genoegen zijn studies heeft gemaakt op deze mooiste plek van Nederland. En straks, wanneer hij klaar is komt Steenhuizen aan de beurt. Die bouwt zijn voorgrond van duinhellingen en bevolkt ze met planten en dieren. Voor een groot deel kunnen die planten reëel zijn, maar voor bladeren en bloemen moet de kunst te hulp Onder de duindoorns. Het nest van de Zilvermeeuw (Foto Postma) komen eu nu ligt het a'weer heelemaal.in de lijn van ,,natuursport", dat de artiest in Parijs, die ze voor ons maakt, de modellen, frisch geplukt op Texel, binnen weinige uren ontving per vTegtuig. Wel, Steenhuizen, daar had je dertig jaar geleden niet aan durven denken. De dieren, dat zijn in hoofdzaak vogels en op den voorsten voorgrond krijgt ge aan de linkerhand een kolonie te zien van zilvermeeuwen en naar rechts een groep van bergeenden. Wie wel eens de zilvermeeuwen in hun glorie heeft gezien op Rottum of bij het Zwanewater, waar ze broeden bij duizenden, kan begrijpen, wat Steenhuizen maken kan van den voorgrond van zijn diorama. Als ik dat wilde uitleggen, zou ik meteen de heele natuurlijke historie van de zilvermeeuwen moeten vertellen en ik heb er nu al plezier in dat kijkgraag Amsterdam dat allemaal zoo mooi te zien kan krij gen in het op sommige dagen kosteloos toegan kelijk diorama. De bergeenden zijn al even inte ressant en dan heeft ook nog de wnlp een ncsf in een duinplooi. Misschien brengt een oude slobeend zijn jongen in optocht van het hooge duin, waar zij broedde, naar het water toe. Kneutjes, paapjes, grasmusschen broeden en zingen in de duindoorn struiken. Tapuitjes spelen voor het konijnenhol, waarin hun nest ligt. Een scholekster heeft uit zee een vet schelpdier meegebracht en gaat dat hier rustig opeten, een bruine kiekendief strijkt uit de Binnenste Muy naar de Middelste Muy, belust op jonge koeten. Op den allervoorsten voor grond kan n.ig klein-leven komen van insecten en hagedisjes en het aardige gestreepte padje mag niet ontbreken. De toeschouwer zelf staat op een platvorm, een uitkijkduin en krijgt een ruim overzicht over de rijke en bekoorlijke duinenwe reld. Meer dan cindelooze redevoeringen en ellen lange geschriften z->l dit diorama den Nederlander versterken in liefde voor zijn heerlijk land. Ook hoop ik, dat hij dan den man gedenken wil, die het begonnen is, om ons op al dat schoons opmerk zaam te maken en wiens fijne geest en rustelooze vlijt nog kunnen voortwerken in zijn stichting. Dit diorama is slerhts een schoon begin, wat er verder tot stand zal komen, hangt van u zelf af. Ik had in mijn onnoozd optimisme gemeend, dat duizenden en duizenden zich zouden opgeven als lid der Hcimans-stichting en kan eigenlijk nog niet gelooven. dat ik mij vergist heb. Het adres van den secretaris is nog altijd, prof. dr. Th. J. Stomps, Hortus Botanicus, Amsterdam. } .\ c. P. T H ij s s [?: ?1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIII Illlllllllllllllllllllllll l LAAT UW TUIN AANLEGGEN DOOR l I?MOERHEIM"I I DEDEMSVAART | l 40 Hectaren met l f VASTE PLANTEN, ROZEN, l HEESTERS, CONIFEREN, \ | ENZ. | Levering franco Catalogus gratia i HIIIIIIIII1IIII' Illlllll Illllllll

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl