Historisch Archief 1877-1940
No. 2495
DE GROENETAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
Hugo Landsheer
RESTAURATEUR VAN SCHILDERIJEN
C. B. VAN BOHEMEN - DEN HAAG
SCHILDERKUNST-KRONIEK
Stilleven aan venster
Hugo Landsheer
De Eenzame
Huoo LANDSHEER, BIJ KLEYKAMP, DEN HAAG.
Deze schilder is een nieuwe, eigenaardige ver
schijning tusschen onze schilders; hij schildert wat
hij in droomen ervaart. Dadelijk na den droom
zet hij het schilderij op, zet het dan een tijd weg,
en hervat het tot het naar zijn goedvinden is.
Dat is de feitelijke geschiedenis dezer schilderijen,
die ik hier wil vastleggen, als gegeven. Ver
der kan hieraan nog worden toegevoegd, dat hij
9 December 1896 te Schiedam is geboren, leerling
was van den heer Hardenberg te Rotterdam en
een aantal jaren van de Haagsche Akademie. Ten
slotte, dat hij dikwijls een aanta! teekeningen maakt
vóór het schilderij, die, ik zag er, in zich zelf zijn
compleet.
Dit is dus het feitelijke maar feiten krijgen
alleen belang door het werk; de vraag is dus: wat
werd het werk? De schilder noemt zichzelf een
expressionist; ge zoudt dan Jeroen van Aken en
den phantastischen Breughel expressionisten moe
ten noemen. Want in zulke streek en bij zulke
schilders hoort dit werk thuis en het moet, wil het
goed zijn, de realiteit in de phantasie bezitten. Het
moet bij Landsheer, den droom dus vertolken,
want het is in een droom beleefd, en het overkwam
hem in dien droom. Ge kunt dus vragen: gelukte
het hem den droom in werkelijkheid te vertolken?
Wanneer wij langzaam nagaan, wat bij
Kleykamp te zien wordt gegeven, dan kan ongetwijfeld
gezegd worden, dat de spheer van den Droom is
aanwezig; de werkelijkheden, die wij hier zien, zijn
werkelijkheden op een ander plan dan het
daagsche. En juist heeft de schilder Landsheer begre
pen, dat bij die werklijkheid, die de werklijkheid
is op een ander plan, al de dingen stil-bevangen
zijn van leven. Alles werd bij hem wezen; de
boomen, de huizen, de voorwerpen van een stilleven
zijn traag en vol van een eigenaardig leven; er
zijn geen doode dingen in den Droom, er zijn alleen
verstilde wezens, wat anders ook hun functie is in
het dagelijksche en alledaagsche. Een ding is steeds
gevaarlijk bij schilders van het Droom-beeld. Zij
geraken licht tot eentonigheid; zij hebben gewoon
lijk de hertoetsing niet van het objectieve. Lands
heer meed in dit werk uit '23, '24 en '25 dit euvel.
Er is geen eentonigheid; er ontstond telkens een
schilderij vol kleur; nu en dan met zwakheden,
maar over 't algemeen nooit onbelangrijk. Er zijn
huizen aan wegen, die peinzen; er is een reis van
een houten speelgoedezel over den weg, waarlangs
hij moet gaan, en waar twee dobbelsteenen als
hinderlijke blokken liggen; er is een wijd
dorpgezicht, en een vrouw in rood, met
hoog-opgeduwKUNSTZAAL VAN LIER
naast het Postkantoor te LAREN (N.-H.)
- ANTIQUITEITEN
OUDE OOSTERSCHE
KUNST - SCHILDERIJEN
- NEGERPLASTIEK
Nieuw saamgestelde collectie
Dagelijks ook des Zondags geopend
Telefoon 424
den hoed, is daarin de voortgedreven figuur; er is
een landschap (met den spoortrein) vol van vor
men, die een zwaai in zich hebben; er is een zee
met te romantische koggen? (het te romantische
is 't gevaar van zulke kunst, die, wil ze goed blijven
bestaan, voor eigen verfrissching steeds de natuur
moet blijven verkennen); er is ergens anders een
weg, die zich onverwacht naar boven wendt; er
zijn huizen, die het gezicht" hebben van iemand
die ge aanziet, staande in 't manelicht.
Dat dit alles bereikt werd, en dat deze vondsten
werden gedaan is een onmiskenbare verdienste.
Het moeielijke zal voor Landsheer zijn, niet te
eentonig te worden, niet te verzwakken in reali
teit"; feller kan de Droom nog worden, en van
scherper symbolische en andere beteekenis.
TUINHUIZEN TE AMSTERDAM, ETSEN DOOR
MEVROUW WESTENDORP?OSIECK. VISSCHEN IN
'T AQUARIUM, ETSEN DOOR MEVROUW WESTEN
DORP?OSIECK.
Wanneer ge het album met etsen nagaat van
Mevrouw Westendorp?Osieck, dan erkent ge
onmiddellijk den geest, waarmee zij die oude, in
tuinen als opgeborgen, bouwsels heeft aangezien.
Zij zag ze met den weemoed om het verlatene
schoon, en ze zag ze, hoe vrouwelijk, met een zwier
in dien weemoed. Er is een weemoed in deze etsen,
waarmee de dichters een oud park kunnen be
schrijven, en ze zijn in aard wat verwant met de
Régnier's verzen over Versailles; er is een adieu
aan het leven in. Dat is voor mij de waarde van dit
album, en dat is het verrassende van Betsy Osieck's
uiting hier. Want dit beteekent een zekere ver
innerlijking bij dit talent, dat vroeger meer den
zwier der mondaniteit had, dan dien van den
luchten weemoed. Ik zal hiermee mijn kritische
bespreking eindigen, en niet voor u neerschrijven,
welke de verdiensten zijn en'welke de tekortko
ming hier en daar van deze etsen; het is dik
wijls aangenaam, van een ding den algemeenen
aard te bepalen en de détails onberoerd te laten.
Twee etsen van beesten uit een aquarium kwa
men mij tegelijk met het album der Tuinhuizen.
Op d'eene ets ziet ge een groote kreeft (rechts
onder aan) zich als opheffend; op het andere zijn
de dieren kleiner en van verschillende soort. In deze
laatste is de ruimte in het water uitgedrukt, en
zijn de diertjes als maar kleine voorwerpen daarin
op het eerste is eveneens het water niet vergeten,
maar werd het ne beest toch een belangrijk deel
der compositie. In deze etsen treft eveneens de
luchte manier van teekenen, en deze etsen zijn
goed genoeg, om ook daarvan gaarne een vervolg te
zien.
PLASSCHAERT
Boekbespreking
JOHN FLEMING WILSON, De man die terug
kwam. Bew. naar de Amerik. uitg. door
Ellen Eek. Amsterdam z. j. Van Holkema
en Warendorf.
Jarenlang is men al bezig, romans en
tooneelstukken te verfilmen. De groote heldendichten der
wereld zijn nu aan de beurt. Dante genoot al de
eer; Homeros, Vergilius en Milton zullen wel op de
nominatie staan. Maar wat, als het laatste epos
verfilmd is? De filosofie misschien. Hegel,
Schopenhauer en Bolland zouden, bij een wat ruim
opgevatte regie, stof kunnen geven voor een uit
nemend scenario .... !
Maar de veer schijnt terug te loopen. Het
roVRAAGT ONZE
Prisma Kijker Cristal Prisma
8 x vergroeiend fl. 40.?.
Speciale aanbieding. Wordt onder garantie
geleverd.
JOS. HARTOG,
Hoofdsteeg 17, Nobelstraat 28,
ROTTERDAM. UTRECHT
mannetje De man die terug kwam" draagt al(e
kenteekenen van naar een tilm bewerkt te zijn.
Het opent een reeks, die geïllustreerde film
editie" heet. De illustraties zijn reproducties van
foto's en dragen het opschrift Copyright Neth.
Fox Film Corporation". Precies het omgekeerde
als bij de film: daar een opeenvolging van beelden
met nu en dan een regeltje verhaal; hier een ver
haal met nu en dan een plaatje.
Het heele verhaal doet aan een fiim denken.
De avonturen van Harry Potter, den
millionnairszoon, gaan haast je, rep je, aan ons voorbij; het
eene oogenblik zit hij nog op een kantoor in een
Amerikaansche stad, en n acte" verder vinden
we hem in een opium-kit in Shanghai, berooiden
aan den rand van den afgrond. Maar hij komt terug.
Het aardige is, dat Harry Potter, nadat hij door
Marcello weer op den goeden weg is gebracht, de
verschillende stadia van zijn verval in omgekeerde
volgorde weer net zoo doorloopt, tot hij, met zijn
vrouw, bij vader Potter in New-York terug is.
Een amusant boekje, vlot, boeiend en ontspan
nend als een film van net goeie soort.
J. TREFFERS, Eenzaamheid. Amsterdam 1924.
Uitgevers-Mij. Elsevier".
4
Een roman van een lief dele ven, van trouwen,
scheiden en weer bij mekaar komen ; het laatste
element, thans door wet en publieke opinie getole
reerd, is de nieuwste scène ter opfrissching van
den psychologische!! roman. Erg overtuigend is de
roman van den heer Treffers niet, al komen er
verscheidene goede bladzijden in voor. Dat de
gebeurtenissen in het verhaal loopen zooals de
auteur het beschrijft, is eigenlijk niet veel meer dan
toeval; de zielkundige overgang van de gedachte
tot de daad had evengoed anders kunnen zijn.
De corruptie van een huwelijk te beschrijven, is
om den drommel geen gemakkelijke zaak, al heeft
iedereen in zijn omgeving de voorbeelden voor
oogen ; dat is een aaneen-rijing van tallooze kleinig
heden, ieder op zich-zelf van weinig beteekenis,
maar tezamen terug-leidend op het grond-idee
van weerzijdsche onbereikbaarheid. De heer
Treffers geeft ook wel een stuk of wat van die
kleinigheden aan, maar het blijft te veel aan de
oppervlakte, al zijn die scènetjes op zich-zelf vol
strekt niet slecht. Het lijkt mij, dat de auteur het
proces heeft uitgeschreven, eer het in hem vol
groeid was. Het slot is wel zeer onbevredigend:
hoe deze man op het laatst weer bij zijn vrouw
terug komt, is totaal onvoldoende verklaard. Het
beste is de figuur van de vrouw; die redt wat er
aan het boek te redden valt.
HERMAN M i D n E N D o R v
TABA SIGAREN
ZIJN TOCH DE BESTE