De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 4 april pagina 17

4 april 1925 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

UE URüEINET AIVISTEKU/ÏMMEK, WEEKBLAD VUUK TSEDEKLAND T7 HET VROOLIJKE TOONEEL Tcekeningen voor de Groene Amsterdammer" door B. run Vlijmen MAROIE MORRIS als Poppie Fair in Ambrose Applejohn's Avonturen DFES5KD Dirk Scheer. Schafer hebben wij dit seizoen wederom ver scheidene malen kunnen hooren. Hij gaf concerten in de KL Z. en de Gr. Z. Concertgebouw en in Salvatori. Zijn populariteit bij het publiek is geweldig: Schafer speelt zelden voor een zaal, die niet tot op de laatste plaats bezet is. Het spel van Schafer heeft de groote stijl-elementen, die het machtig en toch klaar-eenvoudig maken, en die een publiek dat behoefte gevoelt door muziek ontroerd en tot innige aandacht gestemd te worden, geven wat het zoekt. Het spel van Schafer is hier al eens eerder gekarakteriseerd als spel voor een waarlijk luiste rend publiek, dat om niets anders komt dan om voor zijn zwijgend, gretige aandacht een ,,embarquement pourCythère" der ziel te beleven. De grootste prestaties van Schafer blijven voor mij nog steeds Beethoven en Chopin. Vooral in Beethoven bereikt Schafer misschien de volledigste uitdrukking van wat hem als machtige, sterke en toch innig menschelijk muziek voor den geest staat en daaraan geeft hij een volmaakte expressie door een uiterst manlijk spel, een muziek, die volgens Beethoven zelf den man vuur uit den geest moet slaan". Schafer's Beethovenspel is de vrucht van een langdurige ontwikkeling van zichzelf. Zijn Beet hovenspel is geheel met hem samengegroeid, zou men kunnen zeggen; het groeit nog, iedere maal dat ik het opnieuw hoor schijnt het mij nog vol maakter. Wat Schafer gewonnen heeft in afzonde ring en innige zelfconcentratie is langzamerhand zoo rijp geworden, dat alle overweging, alle studie er van af is gevallen en het in zijn spel verwezen lijkt wordt als een spontaan geboren worden, een scheppend bouwen en bezielen. Alles staat in zijn voordracht, alles heeft zijn plaats, zijn afmetingen, alles blijft in n groote harmonie tot elkaar. Nergens overschrijdt een forto de klankruimte, die Schafer zich van de eerste inzet af in zijn spel geschapen heeft. Zijn spel is die groote harmonie zelf, zonder hetwelk een kunstwerk nooit een be lijdenis van het universeele kan wezen. Onder Beethoven's werken zijn er enkele, die Schafer nog met een bijzondere voorliefde speelt: het 5e pianoconcert en de appassionata. In deze beide werken ontwikkelt de mannelijke kracht van SchSfer zich tot ware monumentaliteit. Doch niet alleen architectuur van klinkend bewogen vormen geeft hij, er spreekt ook een taal uit deze architectuur, een inenschelijke stem, die zich een taal schept met deze vormen. Bij Beethoven hou den subjectiviteit en objectiviteit elkaar in even wicht. Zooals ik zeide, Schafer speelt met voorliefde Beethoven en Chopin. Daarnaast brengt hij Liszt en Mozart op zijn programma. Ook de modernen, Ravel, Debussy. Soms ook iets uit het allernieuw ste. Doch dan is zijn greep niet zoo gelukkig. Hij speelde onlangs een stukje Cancion y danza" van Mompou, een jong Spaansch componist; doch deze heeft veel betere van die kleine stukjes COR RUYS als het Neefje uit Honfleur geschreven dan Schafer ditmaal van hem uitkoos. Wij bevelen hem L'Homme a l'ariston" uit Suburbis" aan. Tenslotte de vraag: zal Schafer ons voor Weenen gaan verlaten, waar men hem een leergang aan bood? Doch dan zullen wij hem hier toch vele malen terug zien? Het verlies zou voor ons muziek leven te groot wezen ! Concertgebouw Het Concertgebouw-seizoen is bijna ten einde, en evenals de laatste jaren is dat einde wat slap. Ook thans is onze aandacht feitelijk al weer bij het volgende seizoen, als Pierre Monteux, zoo juist voor de eerste helft van het nieuwe seizoen, tot dirigent benoemd, waarschijnlijk een interes santer tijdperk zal brengen dan deze laatste concer ten onder dr Muck, wien het niet gelukt veel nieuw leven in zijn afdeeling te wekken, en die bovendien een te groote voorliefde heeft naar een zeer beperkt en ieder jaar weer herhaald repertoire van ten onzent overigens al zeer bekende werken. Muck is hier, niettegenstaande ontegenzeggelijk belangrijke kwaliteiten als dirigent, voor onze meening feitelijk nooit de juiste man op de juiste plaats geweest. Doch laten wij deze kwestie thans rusten, nu Muck niet meer deze plaats als tweede dirigent aan het Concertgebouw zal bezetten. Muck dirigeerde op het Donderdagavondconcert vóór de pauze, en wel werken van Beethoven, waarin hij zich op zijn best toonde en de vlugge deelen der 2de symphonie vlot liet verloopen. Teekening voor de Groene Amsterdammer" door G. J. Staller NAP DE LA MAR als Applejohn in Ambrose Applejohn's Avonturen DOOKT Dr. KARL MUCK, <lie heden zijn afscheids-concert geeft De tweede helft van het programma was aan werk van Jan van Gilse ingeruimd, die zelf diri geerde. v. Gilse heeft als componist een uitsluitend Duitsche school doorloopen. Hij voelt blijkbaar ook alleen in het Duitsch. Zijn teksten van Tagore, waarop hij muziek schreef zijn in Duitsche ver taling gekozen (terwijl er ook een zeer goede van Fr. van Eeden bestaat !), hij schreef een Hollandsche opera in de Duitsche taal Frati von Stavern" (hiervoor kan als excuus gelden, dat een Hollandsche opera geen afzet in Holland vindt, dus dat zij gereed moest worden gemaakt voor een Duitsch theater). Doch ook muzikaal voelt van Gilse alleen als Duitscher, d.w.z. alle invloeden, die hij in zijn muziek verwerkt en dat zijn er heel veel zijn aan de Duitsche muziek van zijn tijd (een tijd van 30 jaar geleden) ontleend. Overigens is het met de invloeden in het werk van Jan van Gilse een merkwaardig geval. Jan van Gilse moet onge twijfeld ook een Muze gehad hebben, die hem tot componeeren aanspoorde. Ik heb deze Muze in zijn muziek nooit vermogen te ontdekken. Waar hou den de invloeden op en waar begint Jan van Gilse? Het zijn inderdaad weer nieuwe invloeden, wisse lend met den voortgang en de muzikale veranderin gen der jaren. In de drie Donderdag uitgevoerde liederen uit Der Gartner" waren het Das Lied von der Erde" en andere herinneringen aan Mahlers melodie en harmonie-vorming, die ons troffen. Is Jan van Gilse nog Hollander? Zelfs de Hollandsche componisten, die alleen uit in vloeden bestaan, verraden nog hun waren aard door een zekere linksheid waarmede zij de afgekeken procédés aanwenden. Doch zelfs hierin is van Gilse geen Hollander, hij is niet links, hij is zeer handig. Zijn instrumentatie van de liederen uit Der Gartner" is zeer knap en klinkt uitstekend. Alleen zij boeit ons nergens: er zit niets onder deze in strumentatie. Mevrouw Noordewier had de on dankbare taak de tegen haar aanleg ingaande zangpartij als première" te vertolken. Het was niet speciaal haar schuld, dat wij niet geroerd werden. Jan van Gilse besloot het concert met zijn symphonie-wals uit Erhebung", een ouder werk van 1906 en geheel geschreven onder de toenmalige KolossaP'-cultutir van onze Oosterburen; ook een muzikale kolos met leemen voeten, helaas. CONSTANT VAN W E s s R M Rectificatie. De zetter liet mij de vorige week zeggen, dat Julius Röntgen in Mei 40 jaar werd. Men zal begrepen hebben dat het anders is. Röntgen wordt in Mei 70 jaar. J. S, MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAH-DEN HAAO DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl