Historisch Archief 1877-1940
No. 2496
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
Teckening voor de Groene Amsterdammer'
door Wybo Meyer
Dr. A. BARON SCHIMMELPENNINCK VAN
DER OYE VAN HOEVELAKEN,
Voorzitter van het Nederl. Olympisch Comit
MUZIEK
Italiaansche avond
De Vereeniging Dante Alighieri" organiseerde
in de KI- Z. Concertgebouw een avond van moder
ne Italiaansche muziek.
De moderne Italiaansche muziek kan ten onzent
nog altijd een flinke introductie gebruiken. Wij
kennen haar nog onvoldoende, meer op papier,
d.w.z. door de artikelen, die wij over deze renova
tie" hebben gelezen en waarbij Jean Aubry, Henry
Prunière en de Italiaan Guido Oatti belangrijke
woordvoerders zijn geweest, dan door het werk zelf.
Wij kennen van de meeste der genoemden:
Respighi, Tommasini, Malipiero, Castelnuovo,
Casella, Pizzetti eenige stukken, doch een totaal
beeld nebben wij van deze figuren nog niet. De
muziek van Casella en Malipiero deze laatste
werd terecht door Jean Aubry Ie temperament de
plus fortement personel de la musique italienne
actuelle" genoemd kennen wij hier nog het
meest en herinneren wij ons nog het best. Maar
wat al deze persoonlijkheden bereikten, na onder
de leuze, a bas Ie vérisme" te zijn opgetrokken,
stelling nemend tegen de conventioneele Itali
aansche opera-aria en de overheerschende
Duitsche schooi, kunnen wij niet beoordeelen. Men heeft
het al een heele vooruitgang gevonden dat thans
de jongeren contact met elkaar houden na een
tijd dat de eene kunstenaar zich niets van den
anderen aantrok en zijn eigen dierbare individuali
teit beschermde.
De muziekavond van Dante Alighierie" liet
deze jongeren alleen aan het woord met de viool
sonate van Ottorino Respighi. Blijkbaar zocht men
meer de attractie in het optreden van ertrud
Leistikow, die op muziek van Enrico Bossi danste
en een choreographische partij had in een sonate
voor dans, viool, piano en triangel van Paolo Litta.
Dit laatste werk, genaamd poènie sotérique:
La déesse nue" en speciaal voor deze combinatie
geschreven leek een interessant experiment, doch
viel tegen. Zwevend tusschen dansmuziek en
lyrische uitdrukking voldeed deze muziek van Litta,
die bovendien weinig plastiek en structuur bezit,
naar geen van beide richtingen. Men kreeg een lang
dradig en oninteressant geval", waarop ook
Leistikow niets inspireerends kon uitdenkenn, een
waarbij het spelletje met de triangel alleen aardig
was om het raadseltje: hoort u mij, hoort u mij
niet?"
De beste beurt" voor de Italiaansche muziek
bleef de vioolsonate van Respighi, door de dames
Brooks en C. van Oeuns voorgedragen, niet zeer
vast van samenspel, wat gejaagd en niet heel
zeker ook geïntoneerd, doch dat tenminste een
bloeiend muzikaal werk is, met mooie invallen,
aangenaam pathos zonder breeksprakigheid en
warm getint.
Dr. Muck's afscheid
Voor zijn afscheidsconcert had Muck een geheel
Wagner-programma gekozen. Een goede keuze,
vooral met het oog op den eindindruk, dien wij van
Muck's optreden als dirigent zullen behouden.
Want Wagner ligt Muck buitengewoon. Hier
krijgt zijn directie feu sacré". Een
Tristan"opvoering onder leiding van Muck in de Stads
schouwburg behoort tot onze beste herinneringen
aan hem. Een geheel Wagner-programma kan
des (juten zuviel" zijn. Muck's schikking van het
programma was eenigszins didactisch: men had een
zeer goed overzicht van Wagner's ontwikkeling
als musicus en orkest-componist. Het repertoire
moest uiteraard beperkt blijven tot voorspelen en
de Trauermarsch uit Götter dammerung"; Wag
ner werkte alleen in verbinding met het theater.
Wij zagen Wagner zich uit de opera-achtige
Fliegende Hollander"-ouverture over de nog
eveneens zeer opera-achtige
,,Tannhauser"-ouverture naar het voorspel van Tristan" en van
Parsifal" ontwikkelen.
De muziek van Wagner is een vergift" genoemd.
Zij is niettemin de muziek van een genie. Zij bezit
nog steeds een eigenaardige kracht, die niet door
een decadent talent had kunnen voortgebracht
worden. Sommigen noemen haar sensueel. Waar
is het dat Wagner voor zekere verleidelijke scène's,
die op rekening van de ondeugd komen, een zeer
overtuigende en aantrekkende muziek heeft ge
schreven. De Bacchanale" uit de Venusberg
Wagner verwierp deze bladzijden later schildert
een opwinding, die in Wagner's oeuvre zijns gelijke
niet heeft, (zelfs niet in de Tristan") en haar
gloeiende muziek is uitputtend en verterend als de
triomphen en extasen waarvan zij spreekt. Alleen
Strauss heeft in zijn Salome" iets dergelijks weten
te bereiken. Met Wagner's muziek is een zenuw
zieke", veroordeelde Nietzsche haar reeds. Maar
aantrekkingskracht bezit zij nog altijd, zelfs voor
onzen tijd. Zij heeft niet voor niets zulke felle vij
anden gehad !
Men deed Dr. Muck zeer hartelijk uitgeleide.
Toespraken, bloemen, kransen, een aandenken van
vereerders: Beethoven's Ode symphonie in
facsimilie-druk, het eere-lidmaatschap van Apollo".
De dirigent zal de prettigste herinneringen aan dit
afscheid behouden.
M DE HONDT f
Nog een afscheid. Maar helaas niet meer met de
mogelijkheid tot weerziens.
Cavaliere M. de Hondt is gestorven ! Op
75-jarigen leeftijd.
Er zijn personen van wie ons het doodsbericht,
wanneer wij het lezen, aanvankelijk absoluut on
geloofwaardig voorkomt. Wij kunnen ze ons niet
als sterfelijk indenken.
Zoo was het met M. de Hondt, den zoo populairen
en energieken directeur der Italiaansche Opera in
ons land, een man, dien wij jaren en jaren al met
een troep, die hij zelf in Italiëging bijeenbrengen,
zagen weerkeeren en hier zijn seizoen Italiaansche
Opera" maken, dat steeds verrassingen en meestal
belangrijke ontdekkingen bracht. Wij hadden nog
zoo juist afscheid van hem genomen voor dit sei
zoen waarin een prachtige Barbier-opvoering
het hoogtepunt was geweest; wij schreven hier
over en rekenden alweer op zijn terugkomst
het volgend jaar, zooals het al 27 jaar ging en
zooals het door kon gaan nog zoovele jaren, dach
ten wij. Want niemand zag het den nog jeugdigen,
wel grijze, maar nog volstrekt niet ouden man aan,
dat hij al zoo dicht bij het graf stond. Het was
ontstellend, en het beteekent een verlies, dat men
eerst op het moment zelf in vollen omvang gevoelt.
Er is bij het overlijdensbericht vermeld dat de
Hondt onvervangbaar was. Hij is inderdaad een
unicum geweest. Hij mocht het zich als een eer
aanrekenen de eenige directeur te zijn geweest, die
een opera-gezelschap wist in stand te houden en
zelfs te doen floreeren zonder subsidies. Zijn
taktiek was juist: hij kwam met een kort, maar fel
seizoen, waarbij de schouwburg te klein bleek om
al het publiek te bevatten en na een intense exploi
tatie van al wat hij had meegebracht, vertrok hij
weer. Een seizoen van twee maanden was al lang.
En ieder seizoen kwam hij met andere sterren.
andere zangeressen, andere zangers. Cesaretti
was de grootste onder hen. Zij kwam helaas tijdens
den oorlog om bij de torpedeering van de Sussex"
(die ook den Spaanschen componist (iranados het
leven kostte). Doch de Hondt had denzelfden
d.rigent. Omdat deze eenig in zijn soort was:
Maestro Fratini, die wonderen verrichtte met zelfs
het miserabelste orkestje, hij de ziel, de slagader
van iedere voorstelling. Had de Hondt directeur
van de Ned. opera kunnen worden ! Hij heeft het
nooit gewild. Zijn liefde en ambitie waren nu een
maal de Italianen. Steeds zocht hij nieuws daar
ginds in Italië, nieuwe stemmen, soms een nieuwe
partituur (hij had meer vertrouwen in de oude)
en enthousiast telegrafeerde hij naar Holland wat
hij gevonden had. Onvermoeibaar was hij in dat
opzicht. Viel zijn vondst ons een enkele maal niet
mee, hij zelf geloofde er vast in en bleef er in
gelooven, tegen de meening van anderen in. Hij be
zat het enthousiasme en de daadkracht, waarmee
men ten slofte alleen kan overwinnen.
De Hondt is thans gestorven. Wij zullen hem
niet meer zien met zijn bekende Offenbach-kop,
het publiek met breed gebaar van uit zijn loge
toewuivend in dank voor de ovatie en de fanfare,
waarmee de openingsvoorstelling van ieder nieuw
seizoen steeds onveranderlijk werd ingeleid. Zullen
wij zijn Italiaansche opera, die ten onzent de ware
volksopera was geworden nu ook moeten missen?
Wij vreezen er voor. De Hondt is onvervangbaar.
EEN JAARBOEK DER MODERNE
MUZIEK
Vi>n tiener Mnsik.
MarcanVerlag, K/uleu 11)25.
Sdiaaüch zijn nog de samenvattende, over
zichtelijke werken over moderne muziek. Uiter
aard ligt dit aan de moeielijkluid de kumt, waarvan
wij zelt de tijdgenoot zijn, wier groei en wording
wij ma ui rondom ons meemaken, reeds
overzicntelijk te zien. Men kan stroomingen
constatei-rcn, figuren bepalen, verschijnselen
bccritiseercn, maar een cjnclusie is nog niet te trekken,
al wagen velen er zich reeds aan, spreken een oor
deel uit, waarbij dit of dat hemilhoog wordt ver
heven, het andere, dat niet aanstaat, ver weg ge
worpen. Maar onze tijd u een tijd, die temidden
vaneen chaos zich vormt, waarin een componist na
tien jaren, plotseling met een werk komt, dat zijn
voorgaande scheppingen schijnt tegen te spreken.
Woeste futuriste.i worden op eens of schijnen
op eens kalme classicisten, brave degelijke
noten; c h rij vers treden opeens met getrokken zwaarden
voorop in de rijen hunner aanvankelijke tegen
standers. Echt of onecht, waar of niet waar,
slechts de tijd kan rechtspreken.
HU was daarom ook goed gezien van den
Keulschen uitgever F.J. Marcan, die het plan ten uitvoee
brengt ieder jaar een stevig jaarboek over moderne
muziek te laten verschijnen en nu thans het eerste
deel VonneuerMusik" aanbiedt, om minder naar
eenheid van oordeel en neiging bij de schrijvers
die voor de verschillende artikelen zijn uitgeiK
odigd, te vragen, doch het geheel juist zijn attractie
te laten door de verscheidenheid in de onderdeden.
Er wordt nu met dit boek geen standpunt inge
nomen, noch een oordeel uitgesproken: men kan
het zich zelf vormen als men wil. Slechts het
materiaal wordt aangeboden en dat materiaal
wordt bijeengebracht door hen, die geacht mogen
worden persoonlijk met hun afdeeling" door aard
en relatie het meest bekend te zijn. Men vindt
jongere en oudere musici en schrijvers aan het
woord; hun vereenigt alleen het inzicht van Busonie:
het goede is van iederen leeftijd'.'
Zeer belangrijke opstellen bevat dit jaarboek
en zij geven een goede poging tot wat volledigheid.
Naast een uitstekend artikel van Adolf Weissmann
Tradition und Entwickelung", waarin deze
EC h rij ver er terecht op wijst dat men den tijd niet
oen etiketje op kan plakken, h.v. tijd deratonalitcit,
want dat een atonalist als Strawinskv zich thans
opeens weer tot (Je tonaliteit bekeerd betoont en
dat het slechts de kwestie is wie bevruchtend
op de toekomst zal werken: De theoretisch en
ethisch sie-rkeSchonberg kan verlammen, de ver
bluffende en effectvolle Strawinskv tot durf aan
vuren", ??vindt men een flink doorwerkte studie
van Franz Wilms (de schrijver noemt het beschei
denlijk Ein Versuch") over Pau! Hindemith, den
jongen Uuitsclien componist, die den laatsten tijd
meer en meer naar voren komt, een der weinige
troeven, die de moderne Dnitsche muziek tegen
over de sterke buitenlanders kan uitspelen. B iris de
Schloezer schrijft een goed artikel over Igor, Stra
winskv en over liedcndaagschc stroomingen in de
Russische muziek. Charles Koechlin bespreekt zijn
collega in leeftijd" KrikSatie. De Belg Paul O-llaer
trekt de lijnen der jonge Fransche muziek en be
handelt meer in het bijzonder de Six", die, voor
hem rechtstreeks uit de hedendaagsehe stroo
mingen in Frankrijk voortgekomen, de jonge
Fransche muziek zijn. De Italiaansche musicoloog
(juido (iatti draagt een wat te omvangrijk artikel
bij o ver lldebrando Pizzetti (de eenige keuze in
dit boek, die ons minder gelukkig toeschijnt : 'ecu
algemeen overzicht der jonge Italianen was hier
meer op zijn plaats geweest). Ook aan het balkt
en d'e t.pera wordt aandacht geschonken. Waag
stukken over vorm, do< r Ewin Steil! en Ego n
Welles?, ei-n herdrukte geloofsbelijdenis" van
Se! (Jilvrg in e-en degelijke--tudie over de muziküie
t'icoi'iLéH van Ca r! P'iilipp Emamrel B.ich men
zal ejui oogeiiiiük verbaasd zijn den zoon van
Bach in dit boek over mi.-deine muziek aan te
l i'efteu, d;.cii hij is d-e R,uin.au dei' Ihiitsclïe'i's
compL'tcireii m.i/t de ingelas'chK' liJMeii van
het volLdige oeuvre v;:n Busoni, Ilindemit'i,
Kreiiek, Pizz.tti, Sc h on berg, Schreki-r, Strawiüsky
en Egon Willesz, eiit interessant e-r zeer geslaagde
boekdi-el dat door vel-.1 gevolgd mnge worden,
even verz -rgd uitgegeven en even rooyaal en goed
gedrukt als dit.
C ONS 'l' A N T V A N W i: S S L M
l H. RAHR
l MUZIEKHANDEL ^H
l Violen ? Snaren ??
Achter St. Pieter 4
Utrecht ? Tel. 443
PIANO'S