Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2496
EEN ENGELSCHE POLITIEKE
ROMAN
GEORGE BLAKE. THE WILD MEN
Het is iets anders dan wij ons indertijd voorstel
den onder een romantisch verhaal dat een voor
stelling zou geven van het Engelsche staatkundig
leven in onze eeuw, maar ik bedenk mij het
was de negentiende waaraan wij bij het cijfer
dachten. Disraëli, met zijn Coningsby nog ver
verwijderd van zijn toekomst als Earl of
Beaconsfield, en de goede Trollope, de smaakvolle boeiende
auteur van Phineas Finn, stonden voor onzen
geest met hun modellen van het politieke genre.
Er zijn zeker nog Wel biographiën van Engelsche
grootheden van hoogeren of lageren rang, die in
aanmerking kunnen komen om gelijk te worden
gesteld met political navels, ik denk b.v. aan
het leven van Wyndham, voor zoover men hem tot
de 20e eeuw kan rekenen, maar de echte kleur
van het parlementarisme uit den grooten
Whigtijd, met zijn breed gespannen intriges en zijn staan
de figuren, met zijn adelijke dames die hun hand
in 't spel steken en zijn veelbelovende jongelingen
in hun onberispelijke op crediet verschafte kleedij,
dat alles kan geen opgeld meer doen voor onzen
modernen, realistischen smaak, zelfs al zou een
Margot Tennant, die thans ook Countess is gewor
den, ons willen overtuigen dat de edelvrouwen van
honderd jaar'geleden, nog niet zijn uitgestorven.
Wis en deksels, wij leven niet meer in den poeder
tijd, maar in de dagen van Ramsay Macdonald,
en al stemmen wij conservatief, onze verbeelding
kijkt uit op de communisten die achter de sociaal
democraten komen opdagen. Wij beschouwen hen
als verblind, wij kennen de ijdelheid van hun klin
kende woorden, maar de galmen van hun ruwe
taal waren om ons heen, en de pagina's van het boek
schijnen eerst consistentie te krijgen door hun
aanwezigheid.
Ze ligt op sterven ! Hoor je me niet, omdat er
geen stuk voedsel meer is, verd.... apengebroed
als jullie bent, stikkend in je vet m'n vrouw is
stervende. Waarvoor ben jullie hier? Varkens,
te voorschijn met jullie geld, of ik rijt je bakkes
open".
Dat hooren wij, als entree en maticre niet ons,
maar het stedelijk bureau van ondersteuning toe
gevoegd. Het heeft al den heelen droefkillen dag in
Glasgow de klachten en vragen moeten vernemen
van gebrek lijdenden, wien men niet meer in staat
is bijstand te verleenen.
Dan Dalveen is een bekende straatfiguur. Met
zijn luiddoordringende stem, zijn ophitsende, niets
ontziende woorden is hij altoos zeker op de hoeken
van straten en op zijn uitgekozen plekken van
markten een willig gehoor te vinden en aan de
politie enkele moeilijke oogenblikkcn te bezorgen.
Ook uit het gemeentelijk bureau gaat hij niet weg
voordat een machtige agent hem uitwijst.
Op straat is het zijn toorn die hem overvalt tegen
een moordende maatschappij; er is een lust om
zijn haat te koelen, hij heeft noodig een slag toe
te brengen. De slag komt neer op een pasteibakkers
jongen, die den furieuzen man aangaapt wien de
tranen van machtelooze woede in de oogen zijn ge
drongen. Rumoer op straat. Opgepakt naar een
policiebureau, den volgenden morgen dertig dagen
arrest. Dertig dagen woede in eenzaamheid, scheld
woorden, uitbarstingen van geweld,
wraakverzinning, een heele rhetoriek van zinnen en verbeeldin
gen die zich opbouwt in zijn brein.
Onderwijl is zijn vrouw in het slop stervende
van uitputting op het kraambed. Dien nacht dat
hij wordt opgepakt, heeft zij het leven er bij ge
laten, nog even vertroost als haar zuster, de werk
ster die uit werken is geweest, haar het kind
in de armen aan de vermagerde borst heeft gelegd.
Zou de man niet thuiskomen om afscheid te
nemen? Niet eenmaal tegenwoordig zijn voor
het treffende oogenblik? De zuster behoort
tot een familie die steeds haar fatsoen heeft
opgehouden, zij is bitter tegen de mannen die hun
opwinding buiten 's huis zoeken, en tegelijk is er
een voldoening in haar hart wanneer zij liet teere
kleintje in haar shawl wikkelt en liet voedt met
de opgewarmde melk, die zij niet heeft vergeten
mee te brengen. Zij drukt het schepseltje aan haar
hart, zij zal het beschermen, zij voelt het als
haar eigendom, haar schat. Laat de vader maar
niet komen, hij zou het haar misschien ontrooven !
De morgen vindt haar bij het lijk; een buur
vrouw komt helpen, samen bezorgen zij het
noodige voor begrafenis en voorloopige opneming
van den zuigeling in een instelling van de buurt.
D^ onverlaat van een man verschijnt evenmin
bij de begrafenis als hij bij het heengaan tegen
woordig is geweest. Maar tante Bella kent haar
plicht; haar plicht? zij hoopt op haar woelde.
Eerst dertig dagen later, wanneer hij zijn
straf heeft uitgezeten, komt Dan Dalveen aan
zijn oude woning, nursch, niet van zins eenig
vrouwelijk gevoel te tonnen. Hij heeft andere
dingen aan 't hoofd dan kindervoeding. Even
laat hij zich meetronen door zijn schoonzuster
die hem zijn kind wil laten zien, maar de omgeving
van verpleegsters en vrouwelijke doctoren
in de crèche behaagt hem niet, hij zou willen
spreken en preeken over het onrecht door de
maatschappij aan haar slachtoffers begaan, hij
heeft een roeping gekregen, hij wil zijn vuist
ballen in het snoet van de zelftevreden
vetblozende dienaren der samenleving en het uit
schreeuwen van pijn en voldoening bij het uit
braken van zijn hoon.
Hij denkt er niet aan terug te komen in het
oude slop daar heeft Bella, de schoonzuster,
zich verschanst tegen den nacht, omdat zij niet
met Dan wil samenzijn en voor de toekomst
alleen wil waken voor het kind.
Wat geeft de man met zijn bestemming als
profeet en zijn bruisenden moed om al die
vrouwelijke besognes ! Hij zwerft over straat als
Wacht hij van het lot een vingerwijzing. Op een
hoek, als het reeds laat is geworden, spreekt een
lantaren hem toe, waar hij wel vroeger had post
gevat om eene rede tot het volk te houden. Dan
Dalveen, wellicht nog maar half beseffend, wat
er zou geschieden, nam er zijn oude plaats in,
om de woorden te uiten, die hem gereed in den
mond lagen. Een paar jongens naderden, die
om hem lachten, een man uit een kroeg komend
hield stil, eveneens een werkman, die voorbij ging
en die zich verplicht rekende den spreker zijn
Geef er hun van langs" toe te roepen. Meerderen
die op een standje hoopten kwamen toegeloopen.
Toen hij zijn gehoor bijeen had, gevoelde Dan
zich op dreef. Ontegenzeggelijk hij had talent; hij
zag dat hij zijn menschen mee had, en hij wou hen
niet loslaten.
Op eenmaal wist hij zich van achteren beet
gepakt, een lange slierie van een man, met
pimpelpaarsche lange neus, verloopen van uiterlijk en
kleeding, maar geen gewone werkman, vatte hem
met autoriteit bij den arm en Dan, toen hij zich
had omgekeerd, liet den ander begaan. Wat
hebt ge ruzie te zoeken met de agenten !" hoorde
hij zich toevoegen," terwijl we beter werk voor je
hebben."
Dan ging gedwee, en excuseerde zich bij den
baas", toen deze hem ging kapittelen over zijn
wegblijven van het comité, waarbij hij zich dadelijk
na zijn invrijheidstelling had moeten presenteeren.
Hij, de leider van de sectie der communisten in
Glasgow, die het overwicht had in de groep,omdat
hij een Engelschman was onder Schotten en de
beschikking had over geldmiddelen, Was in de/e
laatste dagen de opsteller geweest van een fameus
plan, met het doel de lauwere broeders socialisten
te betrekken in een verbitterde onderneming
tegen den magistraat van Glasgow. Alle verhou
dingen immers dienden onderste boven gekeerd.
Want de tijd voor volledige verwarring was
aangebroken.
Men had de actie en het woord van Dan noodig.
Hier was een voldoening voor den geëxalteerde.
Hij kreeg ecnig geld van den baas" om zich
enkele dagen staande te kunnen houden, en hield
zich overigens stil voor zoo ver het mogelijk
was, om de politie van het spoor te leiden. In
het comitévan actie werd het plan van den
veldtocht vastgesteld.
Het ging om niets minder dan een aanval
op het raadhuis. Een vakvereeniging wilde een
petitie overreiken aan het hoofd der gemeente.
Gewoonlijk ging dit gepaard met enkele tamme
redevoeringen over en weer. Maar nu moest door
de heethoofden die op het plein tegenwoordig
zouden aijn, de leus worden aangeheven: Werklui
op voor onze taak ! de steeneu moesten door de
lucht vliegen en een spektakel worden gemaakt,
waarbij de georganiseerde arbeiders als deelhebbers
fungeerden, z'iodat zij voor goed werden gecom
promitteerd. Dan Dalveen had den slag de gemoe
deren tot woede te doen ontvlammen, men rekende
op hem, de actieve leider zou hij we/en.
En dien morgen trok hij trotsch op aan 't hoofd
van zijn mannen, begeleid door trommen en
ketelmuziek. Bij het raadhuisplein gekomen
versperde hun een tramwagen den weg. Een
oogenblik van oponthoud.
Toen ging Dan Dalveen tot actie over. Hij sprong
op het platform van den tram, haakte een der
wagens af en verbrak den electrischen stroom",
terwijl de conducteur die zich verweerde van zijn
plaats werd gesleurd. Een cordon van politie
agenten stroomde uit het gebouw, iemand ver
scheen op de trappen van het raadhuis en las de
bepalingen voor tegen opstand. Daar werd een
steen tegen hem geslingerd die zijn gezicht raakte.
HANDGE K NOOPTE
DEVENTER
KARPETTEN
25.?PER METER
B.V. 2x3 M t r. 150
De politie rukte voort en maakte gebruik van
hun stokken, er verschenen achter hen politie
mannen te paard. Het werd een gevlucht en een
gejoel.
Dan Dalveen leefde op onder het rumoer.
Geholpen door een paar kameraden liet hij zich
hijschen op het ruiterstandbeeld der goedige
koningin Victoria, vlak tegenover het raadhuis,
hij pakte ongegeneerd de koningin bij een slip
van haar afhangend kleed, dan werkte hij zich
op aan haar scepter dien zij stevig scheen vast te
houden en met het paard achter zich den scepter
omklemmend, hield hij een scherp doordringende
rede over de hoofden der woelende en wijkende
massa.
Een oogenblik voelde hij zich heer en meester
van de stad. En was hij het niet, hij die daar
Van boven de golven van zijn toorn en zijn ver
achting uitstortte over den burcht van het raad
huis? De menschen die het tooneel bijwoonden
kregen den indruk van een nederlaag, maar die
gepaard ging met een persoonlijken triomf van
den agitator, een triomf van vijf minuten,
totdat de gewaarschuwde brandspuit aangereden
kwam en Dan, om niet komisch nat te worden,
afdaalde in de armen der agenten die hem mee
voerden. De baas", de leider had zich reeds
eenigen tijd geleden uit de voeten gemaakt.
In de annalen der arbeiderspartij is de dag
beschouwd geworden als een van historische
beteekenis.
Het naspel had plaats voor het gerecht. Daar
verscheen de schoonzuster, tante Bella Baxter.
eigenlijk als een getuige tegen haar schoonbrocder.
Zij was het navragen van Dau's partijgcnooten
ontgaan, en had zich aan de leiding van de ge
heime politie overgegeven, die had beloofd voor
haar te zullen zorgen en die haar een kwartier
iu een andere wijk had bezorgd.
Het kind nam zij mee voor de rechtbank.
zij hield het vast tegen zich aangeklemd als haar
eigendom, als een verwijt tegen den vader, die
op den dag van het leed zijner vrouw een twist
had gezocht met de politie en zich verder aan zijn
spruit niets gelegen had laten liggen.
Leugenaarster !" donderde haar de stem van
Dan Dalveen toe.
Het publiek begon te ginnegappen. De rechter
hield orde; met vaste stem sprak hij het vonnis
uit, dat den held van eenige dagen geleden wegens
opstand tegen het wettig gezag veroordeelde tut
tien jaren dwangarbeid in overzeesche gewesten.
Dan Dalveen, onverdroten en ongebogen wendde
zich om tot de arbeiders achter hem gezeten en
zijn stem riep heel fier en daverend: Werklui op
voor onze taak !"
Door een zijdeur liet men Bella heengaan.
zij betrok haar nieuwe kwartier; met het kind
op schoot zat zij lang in de koude keuken, vervuld
van de ongelooflijke vreugde haar schat voor
altoos te bezitten. Tien jaren ! de tijd voor een
heel leven.
Maar wij zien het lot reeds aansluipen, dat
den zoon, Pat riek Baxter, zooals hij wordt genoemd,
den weg op dwingt dien zijn vader is gegaan ;
Er wachten ons nog tal van hoofdstukken.
W. G. C. B v v A N c K
B ATENBURG & FOLMER
(a. W. FOLMER)
DEN HAAG, HUYGENSPARK22
SPECIALITEIT:
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MET SAFE-INRICHTINO.
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN |