Historisch Archief 1877-1940
?21T
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEËKBÏ^D~VÖOR~NËDERLAN"b''
No. 2496
TJIT
?VAJN OTA.lSI'rjJsJ
, .
TWEE ENGELSCHE TANTES OP
REIS IN ANDALOESIA
Laatst, Felix Ruttens boeiende reisbeschrijving
door Spanje waardecrende, liet ik mij hier iets ont
vallen over mijn verjaarde liefde voor Spanje, dat
ik vele jaren geleden een gelukkigen, schoon te
korten, tijd bewoonde. Daarom lees ik gaarne
wat mij over dit land en zijn volk ter hand komt.
Doch niet steeds is dit den tijd van het lezen waard,
nog minder er iets over te schrijven. Het is met
reizen een eigenaardig geval. Indien je er macht
toe had, zou je het niét, in 't algemeen, willen
verbieden. Toch vraag-je je zoo dikwijls af wat
vele menschen er toe leidt op reis te gaan naar
landen, wier taal zij niet verstaan, nog minder
spreken? Wat toch noodzakelijk is, niet alleen
vooreigen levensgenot gedurende de reis, maar ook
om het vreemde volk, in wier midden men een
korten tijd gaat leven, te begrijpen. Ook in dit
opzicht toonen zij dan hun onverstand om van
eigen leven iets te maken, dat de moeite van te
leven loont. Zij hebben geld om te reizen en meer
niet. Maar om te reizen, om pleizièrig, vooral om
gelukkig te reizen, is eigenlijk geld maar 'n bijzaak.
Ds hoofdzaak is, mét gezondheid en jeugdkennis
van de taal; begrip van het volk dat men bezoekt;
openheid voor nieuwe indrukken; vatbaarheid
om met behoud van eigen karakter in den anderen
volksaard door te dringen; levenswijsheid om ver
rassende zeden, onverschillig of wij zelf die dadelijk
toejuichen of niet, te aanvaarden als uitingen van
het leven; levenskunst om ons van die zeden dat
eigen te maken, wat ons in de veranderde levens
omstandigheden goed is. Te reizen, enkel maar
met geld, dit kunnen apen ook. Te reizen, zóó, dat
het een, zij 't ook kort, levensgeluk wordt, kunnen
slechts fijngevoelige, nadenkende en wel belezen
menschen, die de menschen van het vreemde land
het Waarom?" kunnen vragen van hun leven en
het antwoord overwegen.
Hier ligt een Engelsch boekje naast mij van een
schrijfster, die Grace lllingworth heet: ,,A manth
in Andalusia". Door de Londensche firma Lund,
Hnmphries en Co. Ltd. is het uitgegeven. De
schrijfster schijnt vrienden te hebben in ons land.
Tenminste zij is er op gesteld, naar 't schijnt, dat
haar boekje in dit Weekblad wordt besproken. En
ronduit gezegd: het is dit eigenlijk niet waard. Het
verhaal van haar verblijf, gedurende de maand
Mei, geloof ik, in het mooie en zoo karakteristieke
Andaloesia, verheft zich niet boven de gewone
mededeelingen van een beschaafde tante, pas
teruggekeerd van een uitstapje met een vriendin,
die daarover nu gezellig 'n uurtje zit te hoornen.
Tante heeft een aangename, eenvoudige manier
van vertellen. Zij matigt zich geen kennis van land
en volk uit de tweede hand aan, en erkent zich
niet de moeite te hebben gegeven zich een eigen
oordeel te vormen over volkseigenaardigheden,
welke zij te voren wist toch niet te kunnen goed
keuren. Zooals bijvoorbeeld de stierengevechten
in de Plazas de toros. Van zulke akeligheden houdt
zij niet. Zij is er dus niet heen gegaan. Alleen heeft
zij een kijkje willen nemen op liet publiek, dat
naar de Plaza toestroomde, en erkent gaarne, dat
de sênora's met de witten mantilla over het hoog
gekapte hoofd en de bloemen in het haar en op de
borst mooie vrouwen, en de stierenvechters in hun
goudschitterend, kleurig satijnen gewaad, knappe
mannen zijn. Ziedaar een toepassing van misschien
onbewuste levenswijsheid, welke haar boekje aan
trekkelijk maakt om te lezen. Alks kan op een
teleurstelling uitloopen: ook een vacantiereisje
in een land, waarvoor men goed gedisponeerd was.
Maar een verstandig mensen wijt zulk een teleur
stelling eer aan de omstandigheden dan aan de
menschen, want hij of zij weet, dat gelijke levens
ervaring voor den een reden is om er daarna met
opgetogenheid ,en Voor den ander er met ergernis
over te spreken. Het is wijs om mededeelingen er
over in beide gevallen te kruiden met een korreltje
humor.
Dit doet Grace lllingworth, en omdat haar
month in Andalusia" zoo volkomen zonder preten
tie wordt verteld eu de bijgevoegde kiekjes zóó
zijn, dat geen uitgeversfivma van eenigen naam in
ons land er mee voor den dag zon willen komen,
bewijst zij, niets anders te bedoelen dan een ge
moedelijk en prettig damesreisverhaal. Dus kan
men er van zeggen, dat dit een aangename
tijdpasseering is voor iemand, die Spanje in vriende
lijke stemming herdenkt. Het is er wel juist aan
trekkelijk van, dat liet zoo echt is van een gewöie
vrouw, a lady, die met een vriendin in een vreemd
land is, waarvan zij de taal slechts wat brabbelt
en nog slechter verstaat, daarom een beetje zich
met verlof ! als een kat in een vreemd pak
huis gevoelt, en als vrouw sommige ervaringen niet
kan, durft of wil beleven. Dus werd het ook een
geval van belang, dat zij en haar vriendin aan het
eind van haar reis er 'n beetje tegen op zagen om
van Cadix naar Algcciras met de gewone, gammele
autobus acht uur lang te zitten in gezelschap van
een goed half dozijn onbekende medereizigers.
Daarom spraken zij der, dag K' voren met den chauf
feur van 'n auto op straat af met hem en zijn vehi
kel de reis te maken, in de helft van den tijd maar
het Veelvoudige van de kosten. Doch eenmaal de
afspraak voor den volgenden dag gemaakt, en de
beide dames gevoelden, dat zij 'u onvoorzichtigheid
hadden begaan eu op lul punt waren zich misschien
aan onbekende gevaren bloot te stellen. Wien
moesten zij over haar onbedachtzaainheid raad
plegen? Zij hadden zich te haastig laten inpalmen
door het knappe gezicht van den jongen chauffeur.
Want 'zij hebben oog voor knappe mannen en wat.
is ter wereld verklaarbaarder en vergevelijker dan
dit? Tevoren hadden zij, ook toevallig, gesproken
met een jongen Schot. doch deze Eugeiscli spreken
de gentleman is nu in haar ongerustheid
onbereikbaar. De Engelsche consul dan ! De meeste consuls,
naar het schijnt ook Engelsclie, kenmerken zich
door zwaarwichtige levensopvatting. Als er
landgenooten bij hen komen, die iets ongewoons ver
klaren te willen doen, dan beginnen zij dit af te
raden. Al weten zij niet, waarin het ongewone be
staat. Zoo ook de Eugelsche consul te Cadix. Twee
dames alleen, met een onbekenden chauffeur, knap
van uiterlijk, goed, maar hoezeer is juist dit
al 'n gevaar voor twee onbewaakte dames ! ? op
reis van Cadix naar AlgLciras? De chauffeur zal
zeker een vriend me.1.inviteeren. Dit is zoo 's lands
wijs in zulk een geval. De consul is niet gerust voor
hij-zelf den jongen man op het hart gedrukt heeft,
aansprakelijk te zijn voor leven en veiligheid der
dames, die hij overigens aanraadt om haar
,,juweelen" niét aan te doen. De reis wordt dan door
het avontuurlijk tweetal gemaakt, en het blijkt,
dat de knappe chauffeur wel degelijk een vriend
meeneemt, maar dit is 'n oud mannetje van het
meest geruststellend oude uiterlijk, dat zich nog
met Spaausche hoffelijkheid in het zweet draaft,
den hoed van een der dames achter na, die afge
waaid is, terwijl de chauffeur blijkt 'n beleefde en
bescheiden jongen te zijn, aan wien zij gaarne het
briefje aan den consul mee geven, dat zij over hem
tevreden zijn. Zij zijn aangekomen, in alle opzich
ten dankbaar den autorit gemaakt te hebben, en
als vier uur later de gammele autobus met zijn ver
moeide reizigers ook aankomt, dan is die dank
baarheid nog grooter. Zoo eindigt dan (irace
lllingworths boekje in dankbare stemming, en de
lezer, die Spanje liefheeft, is dankbaar, dat hij eens
verschoond is gebleven van de gewone lamentatiéu
en Jeremiaden over Spanje en zijn volk, van
toilristen, die naar een ver, vreemd land gaan en er
zich dan over ergeren, dat de mensclien daar
andere zeden en gewoonten hebben en een inner
lijke beschaving, welke defect schijnt juist op een
gevoelig punt van den bezoeker, doch die op andere
punten de zijne allicht e\enaardt of overtreft.
Tot deze laatste erkenning zal onze tourist echter
niet gauw komen.
M A l! K II S W A (i i: N V O O R T
PADOX HOUTBOUW
Houten Scholen, Winkels, Directiekeeten
Levering in korten tijd. Fabrieken Warmond