Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER/ WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2496
f VANJCHAICKT
! MEUBELTRANSPORT-MT
BERGPLAATSEN v. INBOEDELS
BINNEN-EN BUITENLANDJCH
j TRANSPORTEN j
l OVERBRENGEN
v.MEUBUAJR OOK PER AUTO TAPISSIEBE
BOOTHSTPAAT, UTRECHT TEL 163
HOE DIKWIJLS ?«
ziet men niet in Hotels en Restau
rants dat het tafel- enbeddeg^ed
niet naa' eisch is?
DE PELIKAAN' te GOUDA
levert de HOTELWASCH even
keurig af als voor particulieren.
Volle garantie voor onschadelijke
behandeling!
Vraagt eens om onze prijs
courant No. 106.
Spoor s
Mosterd
>r tf _ C u i « rr
PICHT l TOT
<SSSK9*»>»EOOJTKBKK
VOOR /PECIAIE
WOON INLICHTINGEN
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 3.?per kwartaal
of f 10.?per jaar bij vcornitbeUling.
De Nieuwe en Verbeterde Rem- en Koppeling-Bekleeding
HET BESTE VOOR HET MINSTE GELD
Alle maten uit voorraad leverbaar. Vraagt prijzen.
J. A. HUSSER.Technisch Handelsbureau
AMSTERDAM, Prins Hendrikkade 174
Telegram-adres MEDIATOR" TELEFOON Nr. 46337
BIJKOMSTIGHEDEN
CLXVI.
,Neen mevrouw," zei de kapper somber, terwijl
hij mijn hoofd met een menthol-oplossing masseer
de, die de verrukkelijke sensatie gaf, dat mijn huid
bevroor, neen, de menschen in Holland interes
seeren zich niet voor Indië. Ze zeggen dadelijk
tegen je, dat je zeker goed geld hebt verdiend, en
bedenken, dat ze dan ook wel eens een dtiitje van
je kunnen leenen, maar verder.... ho maar !"
Ik overpeinsde: dat is een droevig geval.... Ik
schrijf week aan week, wat ik zie en beleef in deze
nieuwe omgeving, en Holland geeft er niet om,
Holland vindt: dat is me te ver; daar kan ik niet
heelemaal naar toe denken.... En ik ben nu een
maal niet van de menschensoort, die dan flink
rechtop gaan zitten, en met overtuiging zeggen,
dat ze juist daarom een roeping te vervullen heb
ben. ... En over versterking van de banden
tusschen het moederland en de koloniën", en het
wekken van belangstelling, die al te lang heeft ge
slapen".
Ik ben soms bang, dat ik heelemaal geen princi
pes heb, en nooit iets kan doen in het algemeen
belang". Ik schrijf alleen maar prettig, als ik me
daar aan den anderen kant van de wereld, waar
deze gelukkige papiertjes heenreizen mogen, oogen
voorstel, die met verlangen naar m'n verhaaltjes
uitkijken.... Maar ik was zelf immers vroeger
niet anders. Ik herinner me nog heel goed, hoe
onverschillig het me liet, toen ik den dood las van
den sultan van Deli, in het najaar, toen ik nog in
Holland was; hoe ver af zijn begrafenis meieek,
met al zijn praal en luister. Kan ik nu van u ver
wachten, dat u laait van belangstelling voor de
kroning van zijn zoon? En ons leven is de vorige
week door dit feit beheerscht: maandag de eigen
lijke kroning, waarvan ik niet veel mér merkte,
dan dertien kanonschoten, met zóó lange
tusschcnruimten, dat je het vorige al lang vergeten was,
vóór het volgende kwam, en het klokgelui van onze
drie kerken (vrouwen waren bij deze plechtigheid
niet toegelaten; alleen een paar uitverkorenen
mochten door de tralies toekijken); dinsdag de ver
heffing van de vrouwen van den sultan tot
princessen; dag aan dag kermis rond het paleis voor
de inlanders en eindelijk zaterdag tot slot het bal.
Dat was weer een eigenaardige vermakelijkheid,
en ik geloof, dat ik den tocht er heen en weer
terug, onder den besterden hemel, in de koelte
van den open wagen verreweg het prettigste
heb gevonden; we moesten op weg naar het
paleis heel lang in de file staan; aan beide kanten
van den auto stroomden rustig en stil de in
landers voorbij, op weg naar de tentendrukte;
niemand, die een opmerking maakte over de Euro
peanen in grand gala, en we haalden herinne
ringen op aan roeien onder Leidsche bruggen door,
of aan een gesprongen band in Rotterdam....
Overal langs den donkeren weg stonden kraampjes
met olielampen verlicht, waar visch en vruchten
en rijst te koop lagen, en fleschjes limonade en
zuurtjes in stopflesschen. . . . We zagen vaag in de
verte, op een hoog platform, het langzame, deinende
beweeg der Javaansche danseressen; iets als een
Chineesche volkscomedie, en de schimmen der
wajangpoppen onder het liefelijk gedroppe! der
gamelanklanken; maar de kenners zeiden, dat dit
alles maar namaak was; het mooiste was dan ook
het stille, aandachtige staan kijken van al die
honderden inlanders, mannen, vrouwen en kinde
ren, en soms opeens een salvo van gelach, als de
comedie heel grappig was.
Eindelijk waren we bij het verlichte paleis aan
geland. Door het boek van Couperus: Oostwaarts"
was ik er al een beetje op geprepareerd, dat ik niet
te veel moest verwachten: zulk een paleis, zulk
een ontvang-paleis van een sultan van Deli, moet
ge u niet voorstellen als een ensemble van smaak
en pracht, air, een decor uit Scheherazade's
toovcrvertelling. Maar ik had de paleizen van den Bev
gezien te Tunis en was dus voorbereid. Ook hier
vreemdsoortige meubelen en ornamenten en spie
gels, die u doen vragen: waar komen ze vandaan?
De Oosterling heeft alleen een zondeloozen smaak
als hij zijn eigene sclioonheidstraditie volgt. Dan is
alles mooi, ge-eigend, sierlijk, zelfs weelderig. Ent
hij Westersche begrippen op zijn Oosterscheii stam,
dan ontspruit er maar al te vaak een smakelnoze
mengeling".
De ontvangzaal zelf ging nogal, al was de frissche
verf naar onzen smaak vee! te druk en te kleurig en
al maakte het groote draaiorgel met de vergulde
beelden en bazuinen, dat achter den sultan stond
opgesteld, op zijn zachtst gezegd een eenigszins
eigenaardigen indruk; maar toen we naar de zijza
len en de galerijen afdwaalden, waar het buffet
was aangericht en waar bridgetafeltjes stonden,
wachtte ons de eene verrassing na de andere; want
daar was het niet gezelliger dan in een stations
wachtkamer derde klas: schunnige rieten stoelen
op kalen grond, hier en daar een leege piedestal, en
op een soort schoorsteenmantel een verwarde
chaos vazen en bakken uit een guldensbazar. Vanaf
de galerij boeide weer de aanblik van het groote
plein met de honderden aandachtige inlanders in
hun lichte baadjes met kleurige hoofddoeken en op
een afgeschoten balcon zagen we de vrouwen uit de
harem, die door de tralies naar het feest mochten
kijken; maar toen we ons omdraaiden, stonden we
voor tafeltjes met blauw en wit geblokte hand
doeken belegd, met hun bestemming netjes inge
weven in den rand: aan die tafeltjes moest men
zich neerzetten, om de spijzen en dranken te ge
nieten, waarop de sultan ons zou onthalen. Dit
scheen dan ook de eigenlijke clou van het feest te
zijn, want zooals in Holland de volgorde der dansen
op balboekjes placht vermeld te worden, stond hier
op onze waaiert ies gedrukt: van af 't uur koffie
en likeuren; van af 10 uur: vatbier. kloster- en
koentjibier, Gingerale, Whiskey split, cognac fine;
van af 11 uur: Turquo sorbet, gepralineerd ijs,
Plombiére ijs. Van af half twaalf: sandwiches.
Vuurwerk. Na afloop vuurwerk: Pasteitjes, Hom
mers1 en Greno; van af l uur: Timbales modernes;
vanaf half twee: roulade van getruffeerde
ganzenlever, vruchtensalade; van af twee uur: bouillon.
Ik kan vrienden en kennissen tot hun gerust
stelling meededen, dat we alleen de soliede boter
hammen, die men hier sandwiches" noemt, nog
voorbij hebben zien dragen; toen hadden we genoeg
van de zaal. vol menschen in danszwijmel, van heel
dit heterogene en onzekere" feest. Maar toen we
in de koele hall stonden te wachten, terwijl een
fietser er op uit was om onzen auto uit den chaos te
zoeken, wist ik opeens weer. waarom ik toch blij
was, dat we gegaan waren, en wat me znn bij
blijven als iets moois: ons binnenkomen langs de
hooge trap, waar de prinsen van den blorde en de
leden van de hofhouding en haie geschaard ston
den, in hun kostbare Batoe Balira weefsels, don
kerblauw met matzilveren sterren of donkerrood
niet dofgoud, een enkele sterkere noot er tusschen:
hei helle paars van den kroonprins en n/ze rood
met zilver en brillanten sterren van een jongeren
zoon van den sultan, die een Europeesche moeder
heeft. En dan onder de hoog opgehouden Mnleische
hoofddoeken de stille, beleefde gezichten; om de
tengere schouders de breede sjerpen, zooals de
schutters bij Rembrandt en bij Frans Hals ze om
hadden, en het ingetogen afwachtende staan.
En dan, als tweede moment, het Wilhelmus, dat
gespeeld werd, toen de Gouverneur verscheen: de
melodie als een plechtige psalm, als een bede voor
het heil van het verre vaderland en van allen, die
er ons lief zijn.
A N N i E S \ i. o M o N s