Historisch Archief 1877-1940
No. 2496
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Nieuwe Engelse Boeken
ISABELL4 VAN TUYLL
The Portrait of Zélide. By GEOFFREY SCOTT.
Constable 1025. 12-.
De Fransen noemen 'r Bdle de Zuylen, en d'r
volledige Hollandse naam is zo lang als die van 'n
Nederlandse maar kan zijn. In 'r geboorteland,
waar ze zich niet thuis gevoelde, is men 'r vrijwel
vergeten. We hoeven 't ons niet aan te trekken.
Liefde kan niet van n kant komen. Er zullen
altijd wel persoonlikheden gevonden worden die
't hier, in het grote toverland van wolkenpaleizen,
? te banaal vinden; die het hier in 't vrije jacht
terrein van alle winden des hemels, benauwd
hebben. Isabella heeft 'r trekken thüisgekregen."
Auf den Bergen lebt man f rei Maar
tussen de bergen te moeten kniezen, temidden
van allerlei benepens en hnisbakkens, viel ook
haar niet mee.
En het stemt bitter, dat deze vrouw van
ontegenzeggelike geestesgaven, verfranst in spreken,
denken, gevoelen, schrijven, aan 'r eigen land
moest worden onthouden, van d'r stam moest
worden vervreemd, om de Franse letterkunde,
nu niet zoo bijster te verrijken; en dan nog minder
rechtstreeks, door eigen produktie, dan wel door
invloed op 'n ontluikend talent als dat van Ben
jamin Constant. Onze povere achttiende eeuw had
'r kunnen gebruiken. Het heeft niet mogen zijn.
En nu hebben we d'r levensbeschrijving, van de
bekwame hand van de schrijver van The Archi
tecture of Humanism, onlangs door mij besproken.
Qeoffrey Scott heeft iets blijvends willen leveren,
iets dat gelezen zou Worden, en waartoe 'n lezer
zou kunnen terugkeren. Hij is er in geslaagd. Wie
'm zou tegemoet voeren, dat ie bij z'n
karakterpeilen de Freudiaanse psychologie heeft ver
waarloosd en complexen heeft genegeerd, zou
waarschijnlik van 'm horen dat ie dit met opzet
heeft gedaan, ten eerste omdat ie de theorieën
van Freud niet aanvaart, ten tweede omdat 'n
al te diep wroeten niet met z'n kunstzinnig ka
rakter strookt. Wie mocht willen aanmerken dat
de aanhef van z'n werk wat geforceerd is, zond'
ie kunnen ontwapenen met te getuigen van z'n
drang naar 'n zo fijn mogelik uitdrukken van wat
'n fijne intuïtie 'm heeft geopenbaard. Hij zou
ook kunnen wijzen op de zorg door hem aan z'n
zinnen en wendingen besteed, waardoor bladzijde
na bladzijde zo prettig leest als ware het 'n
achttiende-eeüws prozawerk. Als ook op d
etypografiese verzorging van 't boek; 'n keurige letter,
'n uitstekende spatie, alles 'n plezier voor 't oog,
zonder kwasi-aesthetiese buitennissigheidjes als
b.v. het niet inspringen bij 'n nieuwe regel. En
bovendien nog op de illustraties, twee portretten
van Zélide, een naar 'n olieverf, een naar 'n borst
beeld; 'n sprekende silhouet van Benjamin Con
stant; 'n dito van Zélide's huisbakken echtgenoot,
de Charrière; huisbakken, en toch geen Hollander,
maar 'n Frans-Zwitser.
De twee portretten, beide authentiek, zijn te
genstrijdig, de olieverf verkondigt Zélide's im
pulsief temperament; de buste, harder, killer,
getuigt van 'r intellekt, van 'r aanbidding van
de achttiende-eeuwse Rede, 'n rede die niet kom
pleet was en daarom onbetrouwbaar. Zélide was
nol more reasonable, in the last resort, than the rest
of humanity. She paid in full and stoicallv, the
penalty of supposing herself to be so. Ze hield van
Wiskunde en van de waarheden, die men
onomstotelik" kan bewijzen met behulp van a + b.
Anders dan John Keats, die door ,,things of
beauty" aan 'n verkwikkende nachtrust werd
geholpen, sliep zij lekkerder na 'n meetkundig
bewijs. Ze zou het volkomen eens zijn geweest
met wijlen Katherine Mansfield, die mij in 1912
verklaarde, dat 'n flinke dosis wiskunde uitste
kend was bij 't onderwijs aan meisjes. It knocks
the nonsensc out of them."
Ik weet niet of 't laatste, algemeen gesproken
waar is, en ben geneigd het te betwijfelen. Het
is ook de vraag, of de wiskunde kans heeft 'n
zegenrijke uitwerking te weeg te brengen bij per
sonen, die haar de toegang versperren, iets waartoe
de vrouwelike jeugd nog al 'ns geneigd is. Maar
Zélide's onberaden stappen zijn legio geweest, en
Geoffrey Scott heeft er 'n zeer onderhoudend boek
van gemaakt.'
GRENSGEBIED
Inner Cirde. By ETIIEL COLBIRX MAY.NU.
Constable,' 1925. O
Dit is 'n verzameling van short stories. Als short
stories worden ze aangediend. Maar dat etiket
is het enige dat ze gemeen hebben met de klassieke
short stories, met die van Mérimée en de
Alaupassant, of met The Outcasts of Poker Flat," het
k'ei;ne meesterwerk van Bret Harte.'Ethel
Colburn Mayne geeft geen gekondenseerde epiek.
Ze geeft lyriek in proza, 'n uiterst moeilik genre.
Want het wil ekonomies zijn, als 'n goed vers.
En het doet vrijwillig afstand van wat 'n vers tot
ekonomie in staat stelt: het hypnotiese van het
metrum, dat de verbeelding vrij maakt en begif
tigt, zoniet met de wieken van Pegasus dan toch
met Mercurius-vleugels. Wanneer overigens alles
gelijk is, vizie en opzet en woordekeus en adem,"
dan zal 'n proza-vertolking van intens-doorleefde
ogenblikken mér van de lezer eisen, z'n voor
stellingsvermogen sterker op de proef stellen, dan
'n metriese weergave dit zou doen. En ziedaar
met 'n paar woorden het eeuwige bestaansrecht
van 't soms zo dom-beschimpte vers. De lijn van
de minste weerstand is ook in de letterkunde 'n
faktor van betekenis.
En al is Ethel Colbu'rn Mayne 'n bazin in d'r
vak, ze is toch 'n enkele maal gestrand op de klip
der onduidelikheid. B.v. in Dialogue in a Cab, 'n
echt ra-ra-wat-is-dat, dat bij lang nadenken wel
klaarder wordt, maar zonder dat het béter-be
grijpen de lezer ten volle voor z'n moeite schade
loos stelt. Meestal echter is dit wél het geval.
In the Latchkey b.v., de bloedeloze maar schrijnen
de tragedie van 'n vrouw, wier edelmoedige op
wellingen worden misverstaan en miskend. Of in
Campaign, met z'n galerij van pleegzusters in
aktie. Twee van de allerbeste dringen vergelij
kingen op. The Picnic, met het doodsbenauwde
kind dat zich door d'r kameraadjes ziet verlaten,
doet denken aan de griezelkunst van de Ameri
kaan Ambrose Bierce. In Lavender and Lucinda
(of: Hoe 'n ouwe snoeper aan 'n extra
snoepduitje komt) zit iets van de geest van H. G. Wells.
ROMANS
Cubwood. By W. R. SUNDERLAND LEWIS
(with an Introduction by WALTER DE LA
MARE). Lane, 1924. 7(3.
Upstairs. By MRS VICTOR RICKARD. Constable
1925. 7/6.
Spanish Sunlight. By A. R. WEEKES. id. id.
Blackmarston. By MRS. HICKS BEACII. id. id.
De eerste twee zijn thrillers." Nummer vier
zet de traditie voort van de eens te zeer
bewierookte, later onverdiend in 'n hoek gezette, en tegen
woordig om z'n degelike kwaliteiten degelik ge
waardeerde Anthony Trollope. En nummer drie
is van alles wat; is het minst gaaf, het minst
uit-én-stuk, ook is 't lang niet vrij van sentimen
tele smetten. Maar ook nummer drie heeft veel
goeds en raaks. En al zullen wel hoofdzakelik de
minder nobele kwaliteiten van het boek (als de
van ouds beproefde en deugdelik gebleken exploi
tatie van 'n afschtiwelik misverstand) zorgenvoor
deszelfs succes, de criticus zal 't best doen met
niet al te meewarig te schamperen. De schrijver,
die z'n verhaal laat spelen op de Balearen, geeft
blijk dat ie daar thuis is; z'n beschrijvingen zijn
geen cliché's, en z'n stijl is behoorlik.
De twee thrillers" zijn van meer letterkundige
waarde. De schrijver van C/iöiroorftreedt voor zover
mij bekend met dit werk voor 't eerst als zodanig
op. Het is lijvig, lijviger dan de meeste een-delige
romans van tegenwoordig, en houdt, na 'n
rijstenbrijberg van plm. 20 bladzijden, de opmerkzaam
heid en nieuwsgierigheid voortdurend gespannen.
Maar de grote prestatie van de schrijver zit 'm
niet in griezelige vondst, die z'n helden" doen in
het ongure bos, het lijk van 'n gehangene; het
zit 'm ook niet in de brandende en
brandend-gehouden vraag: Moord of zelfmoord En evenmin
in het gruwelike van 'n mismaakte, door plage
rijen tot het uiterste gedreven krankzinnige, die,
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25b" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125
aan z'n bewakers ontsnapt, het welpenwond on
veilig maakt. Het zit 'm in de vizie van de jongen
die het verhaal heet te schrijven. Die jongen is
geen miniatuur-man, maar 'n soortelik verschil
lend wezen, wiens wegen niet de wegen van 'n
volwassene zijn. En we aanvaarden, zonder aar
zeling zijn voorstelling der feiten-reeks.
Een ding echter aanvaard ik niet. En dat is de
voorliefde die deze knaap aan den dag legt voor
rijmloze anapesten. Vooral in 't begin is dit 'n
in 't oor vallende eigenaardigheid. Men luistere:
No nightingale sang there by moonlight
but the fence on the north side was gone,
and no one respected the owners.
Wild men met and fought 'mong the bushes;
there were tales of the grave of a miser,
in some place not exactly located,
but deep in the gloom of the trees.
Soms komt rijm die indruk versterken:
So the combat went on through the summer,
for while Hilda was one of the throng,
it could not be forcibiy ended;
and a good deal of rancour was rising
out of this inane little song.
Wie mocht denken dat Engels proza zich steeds
leent tot dergelijke manipulaties van 's lezers
kant, nodig ik uit het maar 'ns te proberen met 'n
bladzijde van Mrs. Rickard of Mrs Hicks Beach.
Hij zal er niet in slagen, hetgeen bewijst, dat deze
twee dames 'n zuiverder proza-stijl hebben dan
Sunderland Lewis. Van de eerste heb ik enkele
jaren geleden 'n verdienstelike roman besproken,
The Fire of Green Bonghs. Blijkbaar heeft ze d'r
niet te betwijfelen krachten getoond aan 'n thriller
in de hoop er 'n financieel succes van te maken.
En die hoop kon wel bewaarheid worden, en suc
ces zij 'r toegewenst. Ze heeft op uitstekende wijze
aan alle voorwaarden voldaan en werkelik iets
nieuws gegeven.
Mrs. Hicks Beach vertoont sporen van verwant
schap met Galsworthy. Veel kennis van 'r
evenmens; 'n dosis humor groter dan waarover de
meeste schrijfsters beschikken. Een van 'r
geslaagdste uitbeeldingen is die van 'n volkomen in
elkaar opgaand gezin van vader, moeder en vier
kinderen, die altijd samen uitgaan, en mekaar
nooit kwijtraken Benauwd ! 'n
lezenswaard boek, maar niet geheel overtuigend.
Ik wou dat het buitensporige!' was, en er he
lemaal niet naar streefde overtuigend te zijn.
Dat zou 'n kostelike, en meer dan bevredigende
traktatie wezen. De heldin nog wat schranderder,
energieker, overredender. De domme Hans, die
in zelfgenoegzaamheid de vruchten, die z'n be
drijvige nicht van allerlei bomen en struiken heeft
gegaard, zonder dankjezeggen in de wijde zakken
van z'n versleten broek doet verdwijnen, nog
wat dommer, bekrompener en zelfgenoegzamer.
Wat 'n Pickwicks juweel had vader Dickuns
d'r van kunnen fabriceren ! Benut' dich Gott....
W I l, L E M V A N D O O R N.
Onze grootste tooneelspeelster
Mevrouw Theo Mann-Bouwmeester,
wordt 19 April a.s. 75 jaar.
De wederwaardigheden van haar merkwaardig leven heeft zij neer
gelegd in een hoekje:
MIJN JEUGD EN TOONEELHERINNERINGEN,
dat, naast uitstekende foto's van de telden van liet geslacht BOUW
MEESTER en afbeeldingen van hunne verschillende creaties, bijzonder
heden bevat omtrent de loopbaan van deze beminde actrice en haar
niet-minder aangebeden broeder
Louis Bouwmeester
Het omslag is versierd met haar, door ANTOON VAN WEL IE ge
teekend, portret.
Prijs f l .25
Uitgave: VAN HOLKE.MA EN WARENÜORF te Amsterdam