De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 18 april pagina 1

18 april 1925 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

No. 2497 ZATERDAG 18 APRIL 1925 \&or Onder Hoofdredactie van G. W. KERNKAMP Redacteuren: H. Brugmans, Top Naeff en G. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie: C. F. van Dam UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prfls per Jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 cent Advertentiën f 0.75 p. Regel Dispositiekosten 20 Cent REDACTIE EN ADMINISTRATIE! KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM DE CANDIDATUUR-HINDENBURG Het doet er weinig toe, of Hindenburg zich al dan niet door den gewezen Keizer heeft laten ontslaan van den eed van trouw en of hij de candidatuur voor het presidentschap eerst heeft aanvaard na zich van de toestemming van zijn vroegeren Kriegsherr te hebben verzekerd. Want het staat ook buitendien wel vast, dat hij in hart en nieren monarchaalgezind is. Op de laatste bladzijde van het boek, waarin hij zijne levens geschiedenis en die van den oorlog heeft beschreven, getuigde hij van zijn ongeschokt vertrouwen in de monarchie. Wanneer de stormvloed van wilde politieke hartstochten is afgezakt, zoo schreef hij daar, zal uit de bewogen zee die rots weer opduiken, waaraan zich eens de hoop onzer vaderen heeft vastgeklemd en waarop, een halve eeuw geleden, de toekomst van ons vaderland stevig gegrondvest werd: het Duitsche keizer schap !" Toen hij die woorden op het papier stelde, in September 1919, sloegen de golven nog hoog over die rots heen en liet het zicli niet aanzien, dat spoedig kalmte over de wateren zou strijken. En nog minder zal hij toen verwacht hebben, dat hem te etniger tijd het lot zou zijn beschoren, candidaat te worden gesteld voor de hoogste waardigheid in de Duitsche republiek ! Met de politiek had hij zich nooit bemoeid, noch gedurende zijne militaire loopbaan, die in 1911 een einde scheen te nemen, toen hij als generaal met pensioen ging, noch in de daarop volgende jaren van ambteloos leven. Onverwacht, in het begin van den oorlog, weder tot een hoogen militairen post geroepen, werd hij plotseling, door zijne overwin ningen op de Russen, de gevierde nationale held; toen hem in Augustus 1916, als chef van den generalen staf, de opperste leiding der krijgsverrichtingen werd opgedragen, met Ludendorff naast zich als generaal-kwartiermeester, gevoelden de Duitschers zich gesterkt in hun vertrouwen, dat ook de eindoverwinning hun ten deel zou vallen. De bittere teleurstelling, die de gebeurtenissen in den herfst van 1918 hun bereidden, heeft aan de populariteit van Hindenburg geen afbreuk gedaan. Integendeel, zijne houding bij de catastrophe: het op zijn post blijven, het terugvoeren van het ontredderde leger naar het vaderland, het zich stellen onder de bevelen van de republikeinsche regeering, het betrachten van zijn plicht als militair tot aan het laatste toe, heeft den eerbied voor Hindenburg ver hoogd, niet alleen in Duitschland, maar ook daarbuiten. En terwijl Ludendorff zich in de jaren na den oorlog liet ver leiden tot het begunstigen van de avontuurlijke politiek der extreemste nationalisten, bleef de figuur van Hindenburg intact. Al trachtten de conservatieven wel eens misbruik te maken van zijne populariteit, hij zelf moedigde hen niet daartoe aan. Er moet den partijen van rechts wel veel aan gelegen zijn, den presidentszetel door een der hunnen te doen innemen, dat zij thans, voor de tweede en definitieve verkiezing, Hindenburg candidaat hebben gesteld ! Reeds zijn leeftijd hij is acht en zeventig jaar, of wordt dat binnenkort zou als bezwaar daartegen kunnen gelden. Ook zijn gemis aan politieke ervaring maar misschien heeft dit juist tot aanbeveling gestrekt voor hen, die hem als strooman willen laten figureeren. Wat echter aan niemand kan ontgaan, is de slechte invloed, dien een eventueele verkiezing van Hindenburg op Duitschland's betrekkingen tot de andere mogendheden zou uitoefenen. Al heeft hij zich dan buiten de politiek gehouden, hij vertegen woordigt het Duitschland van vóór den oorlog: het conservatieve, monarchaalgezinde en militaristische Duitschland; zijn, naam wekt de herinnering aan den tijd, toen Duitschland over een wereld van vijanden scheen te zullen zegevieren; zijne verkiezing zou als een bewijs gelden, dat Duitschland niet alleen de hoop niet heeft opgegeven, zijn vroegeren rang onder de Europeesche mogendheden te herwinnen, maar dat het ook vertrouwt, dit reeds spoedig te kunnen doen. Hindenburg zou als president van de Duitsche republiek een zelfde figuur zijn als maarschalk Mac Mahon, toen hij in 1873 tot president der Fransche republiek werd gekozen: een als poli ticus onbeduidende persoonlijkheid, maar daarom des te gemak kelijker te bcheerschen door de monarchaalgezinden, die het oogenblik nog niet gekomen achten om een einde te maken aan de republiek, maar in afwachting daarvan de hoogste waardigheid in die republiek laten bekleeden door iemand, die naar hunne aanwijzingen zal regeeren en bereid is plaats te maken voor een gekroond hoofd, zoodra de tijden daarvoor rijp zullen zijn. En deze candidatuur wordt gesteld op een oogenblik, nu tal van redenen ervoor pleiten, dat Duitschland geen argwaan wekt omtrent zijn bedoelingen ! Nu de Duitsche regeering onderhandelingen is begonnen over een garantieverdrag, dat alleen zal worden aanvaard, wanneer de mogendheden, met wie het moet worden gesloten, vertrouwen stellen in de vredelievende gezindheid der Duitsche politiek. Nu de ontruiming van de zone van Keulen reeds eenige maan den veitraagd door het uitblijven van het definitieve rapport over het in gebreke blijven van Duitschland ten opzichte van zijn ontwapening opnieuw onder allerlei voorwendselen zal worden uitgesteld, wanneer het wantrouwen de overhand krijgt. Nu er sprake is van Duitschland's toetreden tot den Volken bond kortom, nu de Duitsche regeering, zoo men althans niet wil twijfelen aan de oprechtheid van hare toenaderingspolitiek van de laatste maanden, aan niets meer behoefte schijnt te hebben dan aan het vermijden van alles, waardoor voet wordt gegeven aan hen, die verkondigen dat men Duitschland nooit moet ver trouwen en vooral niet, wanneer het zich hult in het vacht van een lam. Inderdaad, wél moeten de partijen van rechts er een groot be lang in zien, Hindenburg aan liet hoofd der Duitsche republiek te plaatsen, dat zij alle schade, die zijne verkiezing aan Duitsch land's betrekkingen tot de overige mogendheden zal toebrengen, op den koop toe nemen en dat zij het wagen, dezen man aan een echec bloot te stellen ! Want het is verre van zeker, dat hij gekozen wordt. Zelfs niet waarschijnlijk, zoo men let op de cijfers, die bij de vorige verkiezing door de verschillende candidaten zijn be haald. Maar allerlei onberekenbare omstandigheden maken de voor spelling toch gewaagd, dat de candidaat der gezamenlijke reptiblikeinsche partijen republikeinse!! met een vraagteeken, want behalve de democraten en sociaal-democraten behoort ook het Centrum daartoe de overwinning zal behalen. De sociaal-democratische partij is wel zoo verstandig geweest om, hoewel haar candidaat bij de eerste verkiezing meer stemmen kreeg dan die van het Centrum, toch Marx te aanvaarden als republikeinschen candidaat, maar het blijft de vraag, of zij <// hare kiezers er toe kan bewegen, op een Centrum-man te stemmen. De communisten komen weer met een eigen candidaat maar zullen er niet een aantal communisten zijn, die op Hindenburg stemmen, alleen om den boel in de war te sturen? En ten slotte bij de eerste verkiezing bleef ruim 30 procent van de kiezers thuis; behooren die thuisblijvers meerendeels tot die categorieën van het Duitsche volk, op wie de naam Hindenburg een groote aantrekkingskracht uitoefent? Zoodat de a.s. presidentsverkiezing in Duitschland nog altijd verrassingen kan brengen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl