Historisch Archief 1877-1940
DÉGROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND
No. 240?
DE WET HOUDERSVERKIEZING
Scht'tst'n uit tien Amsterdamschen Gemeenteraad door B. van Vlijmen
?ft.Hiwi VSJfiJ C>i, IV A
HEI l/iiTBe£<v>C
v A v -'IJ .V S T£. f, .
"Pif l? fV£(;Wïcr.T
Of. '^AhJSE
10DFD51AD
Pro Arte"-kwartet
Spreekt men met liefhebbers van het kwartet
spel, zij die zelf graag kwartetten maken", en
vraagt men hun wat te spelen, dan is het meestal
geen moderne muziek. Zij vinden die te moeilijk,
zelfs na drie, vier keer samenspelen krijgen zij er
nog geen beeld" van, weten zij hun partijen niet
bij elkaar aan te sluiten, de een te verminderen,
de ander te verduidelijken, en dan hun hoofdgrief:
de moderne kwartet-muziek vraagt een anders
hanteeren van de viool, een andere uitdrukking
er van dan het zingende". De cello gaat soms
obstinato te keer als een trom of tambourijn, de
viool moet schrille geluiden maken als de roestige
zwengel van een pomp. Nemen wij b.v. een
Concertino van Strawinsky,een heel ballet schijnt er
in aan het werk te zijn, het wilde onregelmatig
syncopisch accentueeren, het stampen van een
Russischen volksdans, en de viool schijnt als zin
gende" aanvoerder geheel op stal te zijn gezet.
Is dit nog kwartetmuziek ! vragen zij. Wij kunnen
het niet spelen en wij hebben er geen plezier in, ook!
Inderdaad deze kwartetspeiers zullen hun limiet
bij Cesar Franck of Brahms zetten; Beethoven,
Haydn, Mozart, Schubert blijven voor hen de
dankbare" kwartetten. Maar toch, de jongeren
onder hen voelen zich onbevredigd, zij voelen het
al luisterend, en zij voelen het vaak tegen wil en
dank, dat de oudere muziek iets mist wat de mo
derne muziek juist heeft: dat zij het rhythme,den
hartslag van den tijd, die de tijd is waarin wij
zelf leven, heeft. Het is toch iets anders. De oude
ren mogen haar minachtend verwerpen, haar
muzikaal verworden noemen, !e charme d'
panouit avec im habit neuf", hier ook, en de jongeren
bemerken het. Zij huoren het. Zij hooren thans
zoovele voortreffelijke vertolkingen van die on
speelbare" onmogelijke moderne kwartet-muziek,
dat zij het niet ontgaan kunnen het te bemerken.
Zij zijn geboeid en zij zullen het zelf gaan
probeeren. En al krabbelende en veel oude lessen
vergetende en vooral veel luisterende zullen /.ij
er komen. Veel luisterende naar het rhythme
vooral, dat de motor van dit moderne werk is
waaraan de rest als bezielde gedaanten schijnt te
ontspringen.
Het was daarom een goede gedachte van den
Amsterdamschen Kunstkring Voor Allen" op
zijn cyclus van 14 kwartetavonden ook zulk een
bij uitstek modern getraind ensemble als het
Bnlsselsche Pro Arte"-kwartet, dat zelfs te
Parijs door de jongeren aldaar wordt uitgenoodigd
hun pionier te zijn, zich te laten hooren. Een uit
stekend programma hadden zij gekozen:
Strawinsky, Pijper, Milhaud, met als inleider Haydn en als
besluit Joseph Jongen.
Was Haydn gekozen als verzoening" voor het
publiek? Of hebben de gespeelde jongeren werkelijk
affiniteiten met Vader Haydn? In ieder geval
Haydn fungeerde zeer goed op het programma.
Hij was de eerste echte kwartet-componist en hij
was anti-dogmaticus. De Brusselsche spelers gaven
een frissche, pittige vertolking van het Bes-dur
kwartet en stopten tevens de kwaadsprekers den
mond, die graag beweren dat de modernen de
klassieke muziek niet meer kunnen vertolken. Ook
een dwaze meening. Net alsof het een niet uit
het ander is gegroeid !
Daarop werden er drie noviteiten (voor Neder
land) ten doop gehouden: het tweede kwartet van
Pijper, het zesde kwartet van Milhaud en het
tweede kwartet van Joseph Jongen. Het kwartet
van Pijper is ten opzichte van de ontwikkeling van
Pijper reeds een ouder werk. Het stamt uit den
tijd in Pijper's oeuvre, die mij het minst sympa
thiek is en die ook de tweede symphonie opleverde.
Ik heb waardeering voor de knapheid van dit
polyphoon geteekend klankenbeeld, dat een per
soonlijkheid verraadt, maar het doet mij met zijn
te hooren effecten, zijn weinig stevige rhythme wat
bloed-armoedig aan, het is alles nog wat koud en
studeerkamer-achtig cerebraal. De drie stukken
voor strijkkwartet van Strawinsky, die direct
daarop gespeeld Werden, deden scherp gevoelen
wat juist aan de muziek van Pijper ontbrak: hier
leefde de zelf kracht, de onbedachtzame overtui
ging, de dressuur in vrijheid van iemand, die zich
kan veroorloven met zijn invallen te spelen. Prach
tig zijn deze drie stukken, treffend het danskarak
ter van het eerste op het trom-rhythme van de
cello. Prachtig is ook het Concertino, dat u zoo
sterk doet gevoelen wat er van de Sacre" in
Noces", dat latere ballet, is overgegaan, Waar de
vitale rhythme-uitbarstingeu van het oude werk
haar maat en regel hebben gevonden in een
symphonisch-choreographisch gestijld geheel.
Het karakter van Milhaud is geschreven met
de vlotheid, welke dezen jongen I7ranschen com
ponist kenmerkt en die zich als een te groote
beWegelijkheid van zijn invallen doet gevoelen, die
nergens hun definitief rustpunt bereiken of zoeken
te bereiken. Het heeft iets van stroomend water
en het is ook voorbij vóór men het weet. Maar het
is nooit langdradig, steeds beknopt, te vlak soms.
maar nimmer zonder redelijkheid. Er bestaat geen
consequente polytonaliteit en waar iedere stem
in een normale tonaliteit gevoeld is, is het eveneens
normaal dat de stemmen ook op sommige momen
ten in n tonaliteit kunnen boven komen : den
drieklank !
Het interessante concert werd besloten met een
eveneens ver/oenend" kwartet van den Belg
Joseph Jongen. Voorzichtiglijk wordt Jongen een
trait d'union-figuur genoemd. Hij is het in dii
tweede kwartet, dat niet een zijner laatste werken
is, nog al erg. Debussy en Cesar Hranck spreken er
duidelijk in mee en de academische stijl maken het
noodeloos gerekt en breedsprakig. Misschien
springen de Belgische spelers van Pro Arte" een
volgend maal eens voor een belangrijker en jonger
werk van hun eigen componisten in de bres. In
ieder geval zijn wij reeds over dankbaar vour
wat zij ons gebracht hebben !
C O N S T A N T V A N v V !?. n S L M