De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 18 april pagina 16

18 april 1925 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DÉGROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND No. 240? DE WET HOUDERSVERKIEZING Scht'tst'n uit tien Amsterdamschen Gemeenteraad door B. van Vlijmen ?ft.Hiwi VSJfiJ C>i, IV A HEI l/iiTBe£<v>C v A v -'IJ .V S T£. f, . "Pif l? fV£(;Wïcr.T Of. '^AhJSE 10DFD51AD Pro Arte"-kwartet Spreekt men met liefhebbers van het kwartet spel, zij die zelf graag kwartetten maken", en vraagt men hun wat te spelen, dan is het meestal geen moderne muziek. Zij vinden die te moeilijk, zelfs na drie, vier keer samenspelen krijgen zij er nog geen beeld" van, weten zij hun partijen niet bij elkaar aan te sluiten, de een te verminderen, de ander te verduidelijken, en dan hun hoofdgrief: de moderne kwartet-muziek vraagt een anders hanteeren van de viool, een andere uitdrukking er van dan het zingende". De cello gaat soms obstinato te keer als een trom of tambourijn, de viool moet schrille geluiden maken als de roestige zwengel van een pomp. Nemen wij b.v. een Concertino van Strawinsky,een heel ballet schijnt er in aan het werk te zijn, het wilde onregelmatig syncopisch accentueeren, het stampen van een Russischen volksdans, en de viool schijnt als zin gende" aanvoerder geheel op stal te zijn gezet. Is dit nog kwartetmuziek ! vragen zij. Wij kunnen het niet spelen en wij hebben er geen plezier in, ook! Inderdaad deze kwartetspeiers zullen hun limiet bij Cesar Franck of Brahms zetten; Beethoven, Haydn, Mozart, Schubert blijven voor hen de dankbare" kwartetten. Maar toch, de jongeren onder hen voelen zich onbevredigd, zij voelen het al luisterend, en zij voelen het vaak tegen wil en dank, dat de oudere muziek iets mist wat de mo derne muziek juist heeft: dat zij het rhythme,den hartslag van den tijd, die de tijd is waarin wij zelf leven, heeft. Het is toch iets anders. De oude ren mogen haar minachtend verwerpen, haar muzikaal verworden noemen, !e charme d' panouit avec im habit neuf", hier ook, en de jongeren bemerken het. Zij huoren het. Zij hooren thans zoovele voortreffelijke vertolkingen van die on speelbare" onmogelijke moderne kwartet-muziek, dat zij het niet ontgaan kunnen het te bemerken. Zij zijn geboeid en zij zullen het zelf gaan probeeren. En al krabbelende en veel oude lessen vergetende en vooral veel luisterende zullen /.ij er komen. Veel luisterende naar het rhythme vooral, dat de motor van dit moderne werk is waaraan de rest als bezielde gedaanten schijnt te ontspringen. Het was daarom een goede gedachte van den Amsterdamschen Kunstkring Voor Allen" op zijn cyclus van 14 kwartetavonden ook zulk een bij uitstek modern getraind ensemble als het Bnlsselsche Pro Arte"-kwartet, dat zelfs te Parijs door de jongeren aldaar wordt uitgenoodigd hun pionier te zijn, zich te laten hooren. Een uit stekend programma hadden zij gekozen: Strawinsky, Pijper, Milhaud, met als inleider Haydn en als besluit Joseph Jongen. Was Haydn gekozen als verzoening" voor het publiek? Of hebben de gespeelde jongeren werkelijk affiniteiten met Vader Haydn? In ieder geval Haydn fungeerde zeer goed op het programma. Hij was de eerste echte kwartet-componist en hij was anti-dogmaticus. De Brusselsche spelers gaven een frissche, pittige vertolking van het Bes-dur kwartet en stopten tevens de kwaadsprekers den mond, die graag beweren dat de modernen de klassieke muziek niet meer kunnen vertolken. Ook een dwaze meening. Net alsof het een niet uit het ander is gegroeid ! Daarop werden er drie noviteiten (voor Neder land) ten doop gehouden: het tweede kwartet van Pijper, het zesde kwartet van Milhaud en het tweede kwartet van Joseph Jongen. Het kwartet van Pijper is ten opzichte van de ontwikkeling van Pijper reeds een ouder werk. Het stamt uit den tijd in Pijper's oeuvre, die mij het minst sympa thiek is en die ook de tweede symphonie opleverde. Ik heb waardeering voor de knapheid van dit polyphoon geteekend klankenbeeld, dat een per soonlijkheid verraadt, maar het doet mij met zijn te hooren effecten, zijn weinig stevige rhythme wat bloed-armoedig aan, het is alles nog wat koud en studeerkamer-achtig cerebraal. De drie stukken voor strijkkwartet van Strawinsky, die direct daarop gespeeld Werden, deden scherp gevoelen wat juist aan de muziek van Pijper ontbrak: hier leefde de zelf kracht, de onbedachtzame overtui ging, de dressuur in vrijheid van iemand, die zich kan veroorloven met zijn invallen te spelen. Prach tig zijn deze drie stukken, treffend het danskarak ter van het eerste op het trom-rhythme van de cello. Prachtig is ook het Concertino, dat u zoo sterk doet gevoelen wat er van de Sacre" in Noces", dat latere ballet, is overgegaan, Waar de vitale rhythme-uitbarstingeu van het oude werk haar maat en regel hebben gevonden in een symphonisch-choreographisch gestijld geheel. Het karakter van Milhaud is geschreven met de vlotheid, welke dezen jongen I7ranschen com ponist kenmerkt en die zich als een te groote beWegelijkheid van zijn invallen doet gevoelen, die nergens hun definitief rustpunt bereiken of zoeken te bereiken. Het heeft iets van stroomend water en het is ook voorbij vóór men het weet. Maar het is nooit langdradig, steeds beknopt, te vlak soms. maar nimmer zonder redelijkheid. Er bestaat geen consequente polytonaliteit en waar iedere stem in een normale tonaliteit gevoeld is, is het eveneens normaal dat de stemmen ook op sommige momen ten in n tonaliteit kunnen boven komen : den drieklank ! Het interessante concert werd besloten met een eveneens ver/oenend" kwartet van den Belg Joseph Jongen. Voorzichtiglijk wordt Jongen een trait d'union-figuur genoemd. Hij is het in dii tweede kwartet, dat niet een zijner laatste werken is, nog al erg. Debussy en Cesar Hranck spreken er duidelijk in mee en de academische stijl maken het noodeloos gerekt en breedsprakig. Misschien springen de Belgische spelers van Pro Arte" een volgend maal eens voor een belangrijker en jonger werk van hun eigen componisten in de bres. In ieder geval zijn wij reeds over dankbaar vour wat zij ons gebracht hebben ! C O N S T A N T V A N v V !?. n S L M

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl