Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2497
Ti/DGENGÖf EN'
i .1 ,»S , : i , ., . .... i . . i
EEN ENGELSCHE POLITIEKE
ROMAN
GEORGE BLAKÉS WILD MEN
II
Men wou er eerst niet van weten in de zuige
lingen-instelling, dat Paddy Baxter, zooals het
kind werd genoemd, door zijn tante naar haar
woning werd meegenomen, het kon voor het jon
getje met zijn zwakke rug en zijn zwakke beentjes
niet anders dan voordeelig zijn, wanneer hij een
poos nog in het gesticht werd verzorgd. Maar
Bella kon haar schat niet langer afstaan; zij had
een crèche gevonden voor overdag, wanneer zij
aan het werk moest, 's ochtends droeg zij haar
lieveling daarheen, tegen den avond haalde zij er
hem vandaan, aan haar zou 't niet mankeeren,
wanneer hij niet stevig opgroeide. Wat maakte
men haar bang !
Het is een heel mooi ding, zooals in den roman
met sobere trekken en nogtans sprekend, de op
voeding en de omgeving van het kind worden ge
schetst in zijn armelijk bestaan onder de moeder
lijke liefde van Bella Baxter. Want zij is de moeder;
zij draagt een ring aan haar vinger, die haar voor
den niet wetende tot Mrs. B. maakte.
Zij heeft het gevoelige kind zooveel mogelijk
de ruwe tooneelen willen besparen die het
dagelijksch leven zijn in de sloppen der fabriekstad,
en zij heeft zich aangesloten bij een gezin in haar
huis, waar eveneens het fatsoen wordt gediend.
Het gelukt de tante niet haar doel geheel te be
reiken, dronkenschap en brutaliteit dringen toch
wel door tot binnen de wanden van haar kamer
die een keuken is; en in het gevoel van verdrukt
te zijn en in de ernphase van egoïstisch leed,
toonen zich zelfs al vroeg bij het kind sporen van
Dan Dalveens' wrok, toch blijft het nog bedekt.
De innerlijke groei ontwikkelt de kiemen echter
niet minder.
Hij is wat verwend het ventje, ten
gevolgevan zijn zwakke gezondheid, hij kan niet goed
mee met zijn flinkere kameraden, zij noemen hem
het bocheltje, ofschoon er in werkelijkheid geen ver
groeiing van den rug is, alleen zakt het hoofd
wat diep in tusschen de schouders.
Hij, voor zich, het ventje, zoekt zijn vergoeding
in het lezen en vormt zich een heldenloopbaan
in den droom nu hij bij 't spelen en vechten moet
achterblijven in de werkelijkheid. Een
jongensvriendschap met een kind nog zwakker dan hij
zelf wordt hem een voldoening, de vriendschap
voor een meisje, heel bedeesd opkomend, moeilijk
ontluikend, en eerst laat woorden vindend, sluit
zich na die eerste vriendschap in zijn leven daar
aan, en zij barst plotseling uiteen, wanneer men
hem een bocheltje noemt en het meisje hem den
rug toedraait.
Tante Bella, de moeder, heeft haar best gedaan
met het kind mee te leven; het kostte haar geen
moeite, want zij ziet met en door zijn oogen, zij
heeft den anders niet gemakkelijken jongen zelfs
de bekentenis ontlokt van zijn liefde voor het
straatkind, zijn Beatrice, en toch er is in haar
cordate, uit een stuk gevormde natuur niets dat
beantwoordt aan de fijnere prikkelbaarheid en
aan de onrust die een uitstorting zoekt, van haar
pleegjongen.
Waarom mij ook niet vooruit gewaarschuwd,
dat ik een bochel had !" klaagt haar haar zoon
aan, het is alsof zij hem heeft verraden. De vol
doening van haar zorg blijft haar niet lang
streelen, zij moet ook den zelfkant van de moederliefde
leeren kennen.
Paddy ondertusschen zwerft na de schooluren
doelloos door de stad. Op een avond in de Meent,
als ik het Hyde Park van Glasgow zoo mag noe
men, daar is een straatredenaar aan 't profeteeren
tegen de onrechtvaardigheid der samenleving en
de jongeling voelt zich geboeid, een idee van zijn
voorbestemming bevangt hem; als hij heengaat
wordt hij aangesproken door een der bewoners
van hun huis, een mysterieus man, hebben^ze
OLOO
_ TABAK. ^
_ f 0.2 S _ ,
E.N
altoos gedaehl, schoenlapper van zijn ambacht,
maar een man van geheimzinnige wijsheid die hij
uit /.ijn hoeken haalde, als zijn oogappels brwaaid.
Daar /at wal in dien kerel, hoorde hij zich
loeroepen, hèPaddy, voel je niets in je, heb je
geen lust in de politiek?"
Of hij er smaak in had ! Dan moest hij maar eens
bij hem komen, hij zou hem van zijn boeken leenen
die hem gauw genoeg van zijn vooj'oordeelen zou
den genezen.
Paddy ging en zag het rijtje boeken door den
schoenlapper opgesteld bij zijn bed, en hij las er
in de bewijzen tegen het bestaan van Goei, en in
Sorels' boek over de anarchie, hoe er een recht
was van het geweld tegen een onherroepelijk
verdorven samenleving.
Bella Baxter behoorde tot een Evangelische
gemeente en had haar kind, zoolang het ging,
trouw tempelwaarts genomen. Zij schrok geweldig
toen zij bij toeval merkte op welke stroomen de
gedachten van haar kind, geheel buiten haar weten
dreven. Zij vroeg raad bij haar buurman in huis,
die het fatsoen diende.
Hij raadde aan den jongen een werkkring te
geven, en hij wist niet beter voor een afleiding
van buitennissige denkbeelden dan hem kappers
leerling te maken. Daar was veel vertier van gaan
den en komenden, men had een soort van
nieuwsen van ideeënwisseling met beschaafde menschen.
Dat was een kweekplaats voor ontwikkeling; de
coiffeurs-salon was het eene noodige.
Zij vroeg hem ook met Paddy ernstig te komen
spreken.
Het fatsoen, die een tijdlang militair was ge
weest in den grooten oorlog, wou niet achterblijven,
maar ach, hoe deerlijk had hij zich misrekcnd !
van de hoogte van zijn geleenden boekenstapel
af, gilde de jongen bij den eersten aanval in te
genwoordigheid van Tante Bella hem toe: Wat
jij, kleine aterling, mij de les lezen," en hij nam
de pook op als aanvalswapen.
Bella wist niet waar zich te wenden, zij zou zich
tusschen de strijdenden hebben geworpen, maar
het kwam niet tot den strijd. Het fatsoen retireerde
met waardigheid als militair. Na de uitbarsting
kwam het tot een toenadering tusschen Bella en
haar pleegkind. De jongen, nu tegen zijn zestiende
jaar, wilde wel een beroep aanvaarden, en hij werd
bediende, maar het hart was elders en de
huisgenooten stonden er buiten.
Ten minste kwam hij nog geregeld 's avonds
thuis; zag zijn pleegmoeder hem daar bij het lamp
licht met zijn scherp gespannen gezicht over een
boek gebogen waarvan hij den inhoud wou ver
meesteren, dan week haar vrees, als zij het ten
gere lichaam in strijd met de wereld dacht, voor
een innig meegevoel; er was meer ernst bij het
werken van Paddy, dan er ooit was geweest bij
haar zwager, Dan Dalveen, den vader; die ver
troosting bestond echter niet lang, zij moest be
vinden dat hij zijn bezigheden buiten 's huis had,
en dat hij den verkeerden weg opging.
Paddy was opgenomen in de Proletarische Re
volutie Partij, de angstwekkende P. R. P. De
mysterieuze schoenlapper bracht hem in betrek
king tot Roche Rourke, den leider, een cynicus,
vol van grappen en lagen, den meest gewiktsten
partijman, die alle knepen van het demagogenvak
verstond. Maar dat is het gezicht van Dan
Dalveen !" had Rourke dadelijk uitgeroepen, toen
hij met Paddy in aanraking kwam, en nam den
jongen in zijn hart op. Hij beloofde zich van hem
een praktische meewerking.
Rourke had een klasse van zeven, die hij on
derwees. Daarvan was Paddy de jongste, maar
hij beloofde het meest, hij had de spanning van
zijn ziel bij het werk. Onder het toezicht van Rourke
maakte hij als vanzelf de verrassendste vor
deringen. Hij had niet alleen de behoefte maar ook
de gaaf van te overtuigen, hij gaf niet sentimen
ten slechts, hij bracht feiten aan en stelde hen
bij elkaar. Een cursus van oefeningen tot voor
bereiding van het jongere geslacht toonde aan
den leider der partij welke drijfkracht men in den
jeugdigen redenaar bezat. Hij wilde hem dadelijk
utiliseeren.
Bella, de pleegmoeder, las op een affiche ter
aankondiging van een volksvergadering het pro
gramma der bijeenkomst waarbij met nadruk
het optreden van een onbekenden jeugdigen rede
naar werd vermeld. Haar gevoel zeide haar wie
het was. Onmogelijk, haar weetgierigheid, haar
medelijden terug te houden. Ze stond dien avond
op de Meent onder de honderden toehoorders die
zich voor de opgerichte tribune verdrongen. Was
zij soms te laat gekomen? Had hij reeds gesproken?
Men lichtte haar in: neen, het oogenblik was
aanstaande. Toen zag zij een kleine gestalte op
de tribune omhoog geheschen en daverend ont
vangen, een zeer korten tijd als verblind staan
voor het gelaai der toortsen en de oogen van gre
tige menschen, maar daarna kwam kalm en
duidelijk: ..Kameraden!" Meer kon Bella niet
HANDQEKNOOPTE
DEVENTER
KARPETTEN
25.?PER METER
B.V. 2 x 3Mtr. 150
over zich verkrijgen aan te hooren, /.ij ijlde naar
huis. Ken uur later kwam daar Paddy aan. Hij liet
niets los van /.ijn avontuur, zij wou niet zeggen, dat
zij hem was achterna gegaan. Geen sprak een woord
gedurende het avondmaal. En geen van beide
had een uistigen nacht. :
Daar werd 's morgens met geweld op de deur
geklopt. Het was niets, beet Paddy zijn pleeg
moeder toe, zij hoefde zich niet ongerust te ma
ken, er was niets gebeurd, waarvoor de politie
hem kon lastig vallen....
Het was zoo, Rourke en hij waren voor den
rechter geroepen; van beteekenis was de zaak
echter niet, zij kwamen met een aanmaning uit
de hoogte vrij. Eerder lag er een vernedering
voor zelfbewuste gevoeligheid in opgesloten. Maar
een triomf volgde bij het naar buiten gaan, door
het onthaal der kameraden.
Paddy was nu in den draaikolk der beweging.
Aan alle kanten vertoonden zich voorboden van
een groote onrust die wellicht door een toevallige
oorzaak tot een formidabele uitbarsting kon lei
den. De gansene Clyde-streek was in beroering.
Roche Rourke hield zijn jeugdigen aanhanger
gereed, om hem waar noodig, voor den dag te
laten komen.
Een staking was aan den gang van de scheeps
werf. Zes duizend werklui zouden bijeenkomen.
daar had men den jongen spreker noodig. Roche
Rourke klopte Paddy op den schouder. Jongen.
in de St. Andrews' Hall, is het een kans die het
kereltje heeft !"
Waarlijk het was beangstigend, toen hij in de
enorme zaal van de tribune af die duizenden bij
duizenden voor zich. zag. Hij had weg willen
Ionpen, maar geen mogelijkheid om te ontkomen. Kr
was een brok in zijn keel en hij herinnerde zich geen
woord meer van wat hij zich had bedacht te /.eggen.
Hij schrikte even terug, toen hij onstond. Daar
schoof een duw hen naar voren; hij begon, en de
woorden volgden. Hij werd zichzelt meester en
was liet weldra van zijn gehoor: Gejuich volgde
toen hij had geëindigd, handen moesten gedrukt;
nog meer redevoeringen werden gehouden, hij
zat er overweldigd bij.
Daar naderde het besluit. Ken machtige dame
met rumoerige altstem, altoos in beweging,
stevende op hen los en werd dooi' Rourke als
een oude vriendin ontvangen: O, de jonge re
denaar!" riep ze. ..Hij moet met ons mee. ik wil
hem bij ons zien!" l let was, of zij noemde zich
een Poolsehe gravin, avontuurlijk aanhangsel
van internationale beroeringen; behalve Rourke
troonde zij ook den jongen Paddy mee naar hel
apartement dat zij in Glasgow tijdelijk bewoonde
met haar vriend, den deftigen stijven (iraham.
wonderlijk contrast met de bóhème-gasten in haar
huis. Paddy's oogen werden voornamelijk getrok
ken door Ilma. het zeventienjarig dochtertje
der gravin, die te /.amen met Graham de
aankomeiuien ontving. Het was hem alsof hij in een
sprookjeswereld binnenkwam, en hij. het wonder
kind, werd genood zijn thuis hij de Punische gravin
te zoeken en daar zoo dikwijls hij 't wenschte als
een welkome gast te verschijnen. Ken nieuwe hemel
opende zich eensklaps voor zijn verbeelding.
\\'. G. C. B Y V A N C K.
Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER &Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein