Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER; WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2497
Clichés
Van Leer
AMSTERDAM
DE 25 MODELKAMEB/
VAN
ItOO/IKbtbc
ZUN
/IEED/IEE>HI(HTI<iEN
De Nieuwe en Ver beterde Rem- en Koppeling-Bekleeding
HET BESTE VOOR HET MINSTE GELD
Alle maten uit voorrard leverbaar. Vraagt prijzen.
J. A. HUSSlR.Techn isch Handelsbureau
AMSTERDAM, Prins Hendrikkade 174
Telegram-adres M E ! A TOR' TELEFOON Nr. 46337
Snelschiiff HIS Bilï^.IJ^^I^^ posfw-hij R1ÉNTS
Zelfond. 95 Cent fr. <^ ^ / ^-«x BALT' Den HaaS>
In den Boekh. en na _? ^^^.L^te^n Daguerrestraat 28.
DEGELIJKE OPLEIDIHG, mond. en schrift.
aan bovenstaand adres
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f3.?per kwartaal
of f 10.?? per jaar bij vooruitbetaling.
$ en Joijfe
DEMKT
BIJKOMSTIGHEDEN
CLXVII
Het is jammer, dat op het oogenblik de beschei
denheid zoo in de mode is, want op die manier
komt er werkelijk de klad in. Menschen van het
formaat van Berlage en Van Looy zullen altijd
wel van nature bescheiden zijn geweest, een onop
vallende, zuivere bescheidenheid, die beheerscht
zelfgevoel geenszins uitsloot. Maar de kleineren
plachten vroeger meer openhartig hun ijdelheid
ten toon te dragen, tot vermaak van hun
medemenschen en tot vreugde van henzelf. Een matig
begaafde schilderes, die op een slechte recensie
reageerde met een: Hooge boomen vangen veel
wind," een beginnend schrijvertje, die met som
beren blik orakelde, dat het genie in den opgang
altijd wordt miskend, boven een amusanter en
in zekeren zin betrouwbaarder aanblik, dan de
vriendelijke dames en heeren met hun nadrukkelij
ke n eenvoud en hun nadrukkelijke gewoonheid,
waardoor we op het oogenblik worden bezocht.
Want we kennen ze nu langzamerhand allemaal
uit de interviews, de lieve mevrouwen, die lachen
om haar eigen gewichtigheid en meer belangstel
ling aan den dag leggen voor haar cigengebakken
cake dan voor haar kunstwerken en de sobere
mannen, die timmeren of telkens over hun kin
deren praten of dol zijn op voetballen of bier
drinken, in elk geval iets zoo treffend simpels
zeggen, dat de man in the streef' met
waardeerende verbazing het hoofd schudt en zegt: Wel,
wel, ik had, nooit gedacht, dat zoo'n kunstenaar
of zoo'n man van wetenschap zoo gewoon
menschelijk zou zijn".
Maar tenslotte bederven ze het voor hun eigen
standje, want als ze niet eens meer ijdeler zijn dan
een gewoon mensch, wat onderscheidt hen dan
nog van de duizend? Als zij zelf niet meer zich
dikmaken over hun gewichtige vocatie, wie ter
wereld zal het dan doen? Het eenige opvallende
aan hen blijft dan slechts hun opvallende, zich op
dringende bescheidenheid, die ons het woord van
Nietzsche in de herinnering roept: ,,Wer sicli
erniedrigt, Will erhöht werden". Maar het is een
doodelijk vermoeiend werk al die terre a terre
geesten altijd weer met onze bewondering in de
hoogte te moeten steken; het is heusch beter, als
ze er zelf maar opklommen, zooals in den goeden,
ouden tijd. En dan de echte bescheidenheid over
lieten aan de werkelijk bizonderen, want het is
een van de nobelste menschelijke eigenschappen.
Aan dit alles dacht ik, toen ik hier op de boot
het volgende berichtje aangeslagen zag: Speciaal
Hollandsch bericht. De filmoperateurs der
Hispaniafilm uit Den Haag, de hr. Alsem en Neyenliof,
2iillen te Suez aan boord Patria komen tot het
maken van filmopnamen van den terugkeer naar
Holland van de Holland-Indiëvliegers". Toen
realiseerde ik me pas weer, hoe de couranten vol
hadden gestaan met meedeelingen over de wijze,
waarop die drie jonge mannen overal in ludi
waren gevierd; hoe ze met bloemen en kransen
waren overladen en in versierde auto's hadden
rondgereden, toegejuicht als jonge vorsten; ik
herinnerde me het uitbundig uitgeleide, dat de
Udianen hun in Balawan hadden gegeven, en de
stillere hulde van Sabang; en vooral: ik werd me
weer de diepe, persoonlijke dankbaarheid bewust,
die elk bewoner van Indie voor den moed, den
ondernemingsdurf en de energie van deze eerste
overwinnaars moet hebben gevoeld, omdat het
voor ons wezenlijk een andere manier van leven
zou beteekenen, als brieven in acht dagen over
zouden kunnen komen, en als we de veilige ze
kerheid zouden bezitten bij ziekte altijd binnen
een week thuis te kunnen zijn !
Op welke wijze hadden deze
helden-van-delucht ons nu betooverd, dat we, zelfs in de vele,
leege uren van een in alle opzichten voorspoedige
reis, hen niet met onze hinderlijke onbescheiden
belangstelling volgden? Hoe speelden ze het klaar
op te gaan in een menigte, die niets te doen had,
en voor een groot deel nooit iets anders had ge
daan dan trachten emotie te slaan uit de faits et
gestes van hun omgeving? Hoe sterk en sober
moesten karakters zijn, die, na de meest over
stelpende huldigingen, onmiddellijk weer hun
geestelijk evenwicht hernamen, en hun eigen uit
zonderlijke positie zoo werkelijk vergaten, dat ze
ook ons er toe dwongen er niet meer aan te denken.
Maar zoo'n bedwongen en fiere natuur is een
alles behalve gemakkelijk object voor een inter
view, en ofschoon Van der Hoop altijd bereid
was op vragen te antwoorden of inlichtingen te
geven, was toch eigenlijk de lezing, die hij in de
donker gemaakte eetzaal hield, bij photo's van
den tocht, de eenige gelegenheid, dat hij eens over
hun ondervindingen doorpraatte; anders was hij
elk oogenblik weer afgeleid door opmerkingen over
het volkskarakter, over religie of eigenaardigheden
in de natuur; want heusch, als alles goed ging,
verzekerde hij, als de motor draaide, was vliegen
niet zoo'n romantische bezigheid; je zou van een
jacht veel meer aardige avonturen kunnen ver
tellen, dan van zoo'n tocht door de lucht.
Als een zeer grondig onderlegd tourist, met
sterk intellectueele belangstelling en een stalen
geheugen schijnt van der Hoop dezen tocht van
wereld-belang te hebben bestaan, en het trof me,
toen we de foto's van de ongerepte grootschheid
van Voor-Indie bekeken en de oevers van den
Ganges met de herinneringen aan zoo oude cul
tuur, dat hij plotseling uitbarstte: Als je daar
dan in zoo'n paar uur overheen gaat, over die tot
nu toe bijna ontoegankelijke gebieden, dan dacht
ik wel eens:,,Waar zal het einde zijn? Binnenkort
zit Jan Alleman te picnicken in het verrukkelijke
park rond Taj Mahai, dien wonderbaarlijke!!, blan
ken graftempel, dien Shali Jehan voor zijn overleden
vrouw heeft laten bouwen ; binnenkort Worden de
sprookjesachtige flamingo's van de kust van I'erzi
verdreven door het rumoer der motoren. Wat
maken we de Wereld klein op deze manier !" Maai
om iets van de moeilijkheden van de onderneming
te raden, moet je heel aandachtig naar zijn lezing
luisteren, want zijn stem verloor niets van haar
correcte vlotheid, als ze vertelde, hoe, toen ze in
Rangoon kwamen, het officieele" vliegveld, waar
ze al door de autoriteiten opgewacht werden, te
klein bleek om te landen, of tenminste om weer
te starten. F.ven hadden /.e hoop Bangkok nog wel
te kunnen halen, da! (illll K.M. verder lag, maar
de wind was tegen hen uu /.e besloten dan maar
terug te keeren naar Aky.ib, f>00 K-M- terug, dat
DOORSCHRIJF
KASSABLOKS
zijn de beste en goedkoopste!
Kantoor en Fabriek te ALMELO
ze juist verlaten hadden; tot het laatste oogenblik
redding bracht.
Wat houdt u voor de meest noodzakelijke
eigenschappen voor een vlieger?" vroeg ik, als
een echte, onbescheiden interviewer, toen ik van
der Hoop een middag op de brug onderschepte.
O, dat is niet mijn terrein, dat moet u aan den
dokter, die de vliegers keurt, vragen. Ik zal u een
brochuretje van hem geven."
,,ls het niet snelle besluitkracht, persoonlijke
moed en doorzettingsvermogen?" hield ik aan, eu
ik dacht aan het kiekje in de lucht van hem ge
nomen, waar hij recht vooruit tuurde, elke spier
van zijn gezicht gespannen, in een verslondeuheid
van wil en aandacht.
Als u die eigenschappen heel nuchter neemt,
misschien wel."
Maar toen ik de brochure had gelezen en weer
keek naar het gesloten en wilskrachtige gezicht
van den eersten van de drie luchtmanuen, met
nog iets van den ernst van een kind in zijn blik,
toen leek het me bijna, dat dr. van Wulften Falthe
in zijn beschrijving van den ideaal" vlieger de
zen jongen man als voorbeeld moet hebben ge
nomen: vasthoudend als een buldog, beheerscht
nerveus; zonder de burgermansdeugden van te
vredenheid en verlangen naar veilige rust; toe
gankelijk voor het nieuwe, voor de bekoring van
spanning; maar zouder desperado-roekeloosheid.
Ik weet niet, of ik het mezelf suggereer, maar
ik verbeeld me, dat ik, zonder iets te weten, dezen
tengeren knaap uit alle andere mannen hier aan
boord, vele met, vele zonder groote beteekenis,
zou hebben uitgepikt door de teruggetrokken
wilskracht van zijn houding, door dat bedwongen
heftige, dat den dichter, den wijsgeer, den uit
vinder kenmerkt; dat ingerekende vuur, dat ieder
mensch boven de maat drijft tot zijn daden, die
het aanzien van de wereld veranderen kunnen, tot
heil of ten verderve.
A N N I !?: S A I. O M O N S
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie.
Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem