Historisch Archief 1877-1940
No. 249?
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE OUDE HUIZEN IN FRANK
FORT EN NIEUWE KUNSTRICH
TINGEN IN DUITSCHLAND
Hem, die naar Franfort trekt en daar de uiterst
suggestieve nauwe straatjes, rondom Dom en
Romer opzoekt, met de vele romantische oude
huizen, wacht een groote verrassing. Want de
meeste der gevels schijnen volkomen vernieuwd
en hebben het uiterlijk van vervallenheid dat,
vooral voor eenigszins sentimenteel aangelegde
naturen, een zoo groote bekoring heeft, geheel
verloren. Bijna zou men denken aan nieuwe
bouwwerken in ouden stijl en inderdaad is er een
zekere verwarring mogelijk daar er, dicht in de
buurt, werkelijk dergelijke architectonsche pro
ducten te vinden zijn. Enkele der oudjes suffen
nog voort in hun grauwe havelooze plunje van
eeuwen her, wel een beetje schuchter nu tusschen
de opgeknapte makkers. En hoe zijn die opgeknapt!
Waarlijk niet zachthandig met de pie'teit des
modernen restaurators, die slechts tracht te
conserveeren, en alles onaangetast laat, wat zijn
zorgzame hand niet behoeft, neen, grondig en
overvloedig is de verf in sterke kleuren uitge
streken over wanden en kozijnen, over
deurpaneelen en kroonlijsten. En niet maar zoo in een
enkele kleur ! Er zijn huizen die dof-wijnrood en
spinaziegroen, die geel en kobaltblauw stralen,
ja, ik zag op een gevel boven de ramen van het
benedenhuis een breede band in veelkleurige
blokjes, zoodat men geneigd zou zijn aan een
leerling van Theo van Ooesburgh te denken; ook
was er een huis met een genoeglijk bonte optocht
van figuren in 18e-eeuwsche dracht, zooals zelfs
Holbein optochten voor oude Bazelsche gevels
ontwierp; en een ander toonde in de breede
muurstrooken boven iedere ramenrij een uitge
laten dansend en feestend gezelschap in die eigen
aardige expressionistische vormbehandeling, die
onmiudellijK, en hier wel terecht, den naam van den
schilder K'C-.ard Ewald te binnen riep.
Die barbaren !" roept men uit, is dan alle
piëteit, bij die menscnen verdwenen? Is hun
dan niets meer heilig?"
Wonderlijk schijnt het wd ! Juist schijnt in de
gemoederen doorgedrongen te zijn, hoe oneindig
veel er verloren is gegaan door de onbarmhartige
sloopzucht van vorige generaties, juist spant men
zich allerwege in, tot, menigmaal, in het
overdrevene toe, om nog te behouden wat behouden
kan worden, en daar gaan de menschen nu het
oude grondig bederven, en berooven van zijn
schoonsten luister: zijn uiterlijk van eerwaardigen
ouderdom I
Lieve lezer; wat daar gedaan wordt is geenszins
barbaarsch, is niet alleen verstandig, maar ook
;en uiting van zeer respectabel aesthetisch inzicht,
komt eigenlijk overeen met de grondprincipes
van onze Hollandsche moderne
restauratiepolitiek, en heeft resultaten, die verrassend bekoor
lijk zijn. Immers, men kan, vooral tegenwoordig,
de huizen maar niet rustig laten staan vervallen.
De verflaag is in de eerste plaats noodig voor het
behoud. Maar hoe moest men die huizen verven?
Er heeft in Frankfort zich een vereeniging
gevormd met het doel het verven te subsidieeren,
mits de eigenaars of bewoners de leiding daarvan
aan die vereeniging overlaten. Daarbij gaat men
uit van deze grondgedachte: hoe het vroeger
precies geweest is, kan men onmogelijk meer
nagaan, daar ook de laatste resten dier eeuwenoude
verflagen verdwenen zijn. Maar men weet wel, dat
die gevels er oorspronkelijk heel wat bonter,
fleuriger uitgezien hebben dan die der 19e eeuwsche
huizen. Ik noemde reeds Holbeins
gevelversieringen; zoo waren er vele in de Zuid-Duitsche landen;
nog zijn er stadjes, als D.nkelsbühl, waar iedere
gevel een andere tint heeft; dus handelt men niet
al te zeer tegen het oorspronkelijke karakter
van deze architectuur, wanneer men die huizen
bont gaat verven, en men handelt tevens vol
gens zekere tendenties in de allermodernste
bouw- en sierkunst. Men denke aan de wijze
waarop Taut het Hannoversche stadtafereel
bont maakt. En het lijkt mij oneindig beter met
hypermoderne decoratieve schilderingen deze
muren te tooien dan met pseudo-oude, zooals
die voorstelling van een optocht, die onweer
staanbaar aan een groote en slechte reclameplaat
doet denken.
Maar, kan men nog opmerken, waarom heeft
men niet getracht, tennminste den indruk van het
oude te behouden? Ik geloof, dat men hierin een
typisch blijk van een in Duitschland zeer sterke
cultuurstrooming moet zien; die nl., die wars en
beu is van alle sentimentaliteit, en die, na de ge
weldige crisis, een nieuw leven wil beginnen.
Men weet dat het expressionisme in Duitschland
een groote macht is geweest. Het was een des
tructieve kunstrichting met de wellust in het
gedrochtelijke, gruwelijke, die alles naar voren
Voelt Gij U slap?
Bedenkt dan dat Sanatogen aan de cellen van het lichaam
en zenuwen juist die elementen phosphorus en eiwit ?
toevoegt, die noodig zijn om de gezondheid blijvend
op te bouwen.
De bekende Neder!, romanschrijfster Jacqueline Reyneke
van S/uwe, verklaart: Sanatogen is een versterkings
middel van groote beteekenis, waarvan ik de waarde zelf
ondervonden heb en waardoor ik dezen overdrukken
laatsten winter van ononderbroken hard werken, zonder onge
steldheid van bijzonderen aard door heb kunnen komen."
Begin vandaag nog Sanatogen te gebruiken (2 a 3 thee
lepels na iederen maaltijd) en U zult al spoedig Uw
vroegere weerstandsvermogen weer terugkrijgen.
SANATOGEN
%^ STERKT ZENUWENeNUCHAAM * *
Bij alle Apothekers en Drogisten vanaf Fl 1.?per bus.
stootte wat vorige generaties angstvallig van de
oppervlakte teruggestuwd hadden, die alles pro
faneerde wat den ouderen heilig was, die gal en
hoon uitbraakte over de idyllen des levens, die
meende een streep te kunnen halen door het on
middellijk verleden. Ook deze periode is voorbij;
maar iets van die bitterheid, iets ook van die
brandende wonden uit dien offerbrand van het
verleden steekt nog na in het hart van hen die
nu weer opbouwen. Er is een kloof geslagen, die
niet zoo heel gemakkelijk te overbruggen is en de
jonge kunstenaars zoeken een nieuwe solide basis
voor hun werk, de basis van weergalooze, onbarm
hartige objectiviteit en uiterste vereenvoudiging,
en in dat kader: de meest praegnante expressie.
Zij haten den bourgeois niet minder dan hun
d.recte voorgangers, maar terwijl deze zich in
zelfbelijding en verheerlijking hunner geestver
wanten terugtrokken, verpletteren de jongeren
den braven burger door de macht hunner schijn
baar tot het uiterste geobjectiveerde vertol
king van diens wezen. Deze kunst is bitter, ijzig
koud, stroef, zonder de geringste poging tot beha
gen, schroomeloos. En ik denk nu niet alleen aan
dat gruwelijke werk van Dix, der
Schutzengraben" in het Museum te Keulen, dat een helsch
vizioen schijnt, maar waarvan het meest ijzing
wekkende is, dat ons verstand ons direct zegt,
dat het geen vizioen is, doch een beeld der wer
kelijkheid; maar ook aan de portretten en de
vreemd gecomponeerde zinrijke composities van
dien meester en zijn geestverwanten. Deze kunst
vlucht niet weg in fantasiën over het verleden, in
droombeelden van het verlangen, maar aanvaardt
de nuchtere, verkillende, brutale werkelijkheid
van het moderne, vermechaniseerde en
vercommercialiseerde leven.
Maar in deze kunst uit zich niet alleen de geest
dier schilders, doch een geestesrichting, die een
gedeelte van het denkende Duitsche volk van
heden beheerscht. En deze geestesrichting is
romantisch, al lijkt zij tot het uiterste realistisch
en objectief gestemd, omdat zij ten slotte toch
weer niet de realiteit eenvoudig aanvaardt, maar
onder een zeer bepaald en uit de gestemdheid
van de volksziel zelf voortvloeiend licht wenscht
te zien en voor te stellen. Het is realistische ro
mantiek, zooals men bij David van idealistische
romantiek kan spreken.
En deze romantische stemming wenscht krach
tige accenten, sterke prikkels, doch vreest tege
lijkertijd niets zoozeer, als alles, wat sentimenteel
kan schijnen. En daartoe behoort zeker ook de
verteedering voor het oude en vervallene. Daarom
moesten die oude Frankfortsche huizen, wier
werkelijk schoone vormen en verhoudingen men
kan blijven bewonderen, hun schilderachtige
schamelheden bedekken met een gloednieuwe plunje,
waarin zij terngschetteren kunnen tegen het felle,
dreunende moderne stadsleven. Zoo zijn die oude
huizen op eenmaal de getuigenissen van den geest
van onzen tijd geworden.
En waarlijk, het is niet leelijk ! Men moet er
aan wennen; dan voelt men eene blijheid om de
bonte frischheid der kleuren, om den durf van
hen die dit lieten tot stand komen, om de nieuwe
aanvaarding van het leven, zooals dat nu eenmaal
is. die er uit spreekt.
Doch zeer schoon, en vol fantastischen luister
zijn die straten bij avond, wanneer de vreemde
kleuren fel opbranden onder de stralen der lan
taarns en direct wegdooven in het egale duister
rondom.
De Stille Getuige
DOOR
TOP NAEFF
ZESDE DRUK
Ingenaaid /3.50 Gebonden / 4.50
Want dit boek is vol van bizondere en
schoone gevoeligheid.
W. O. VAN NOUHUYS in Groot Nederland.
Uitgave van
Van Holkema en Warendorf, Amsterdam.