Historisch Archief 1877-1940
No. 2498
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
EEN BOEK OVER FRANCESCO
GUARDI
Guiseppe Fiocco, Francesco Guardi",
Flrenze. Luigi Battistelli editore.
Een boek over Francesco Or.ardi is geen \veelde.
De litteratuur over hem is van jongen datum en
zijn roem eigenlijk ook. Meer dan honderd jaar
na zijn dood schreef George A. Simonson de
eerste grondleggende biografie (Londen 1904).
Deze stimuleerde de belangstelling. Twee Italianen
volgden; talrijke tijdschriftartikelen vulden het
gevondene aan.
Het boekje hierboven genoemd hcett de ver
dienste van kort te zijn en overzichtelijk. Het
herhaalt niet alles wat reeds gezegd is, maar ver
werkt de resultaten van eigen onderzoek met wat
sedert Simonson gepubliceerd werd. De auteur
is lang niet bang voor een eigen meening; hij
behandelt interessante vragen en schrijft met
zuidelijke levendigheid. Daarenboven is zijn boek
met niet minder dan 120 met zorg gekozen af
beeldingen naar teckeningen en schilderijen van
Francesco, zijn lijdgenooten, voorgangers en vol
gers geïllustreerd. Tenslotte is het actueel. Schil
derijen en teekeningen van Guardi" zijn in den
handel lang geen zeldzaamheid. Men zegt, dat de
schilder zeiden signeerde; het ontbreken van een
signatuur geldt dus en r als een aanbeveling, dan
als het tegendeel. Weinigen denken aan de be
staansmogelijkheid van rneer dan n schilderen
den Guardi; men kent en veronderstelt slechts
Francesco. De wetenschap dat weinig schilders
met meer succes en meer kennis van zaken ge
miteerd en zelfs vervalscht zijn, verhoogt de
charme van zijn werk. Het is menschelijk /ijn
eigen Guardi voor echt en dien van zijn buurman
voor valsch te houden.
De schrijver van het hierboven genoemde boekje
kent alle gevaren die den naam van zijn held
bedreigen. Hij verdedigt hem met warmte, geeft
hem terug wat hem toekomt en spaart degenen
niet die huns ondanks, door de onkunde van tijd
genoot en nageslacht, met ecu deel v.in Francesco's
loem zijn gaan strijken.
Francescn Guardi de groote was niet de
eenige schilder van dien naam. Zijn vader
Domenico, die stierf toen zijn voortreffelijkste zoon nau
welijks 4 jaar was (in 1716) liet den naam van een
degelijk ornament- en decoratie-schilder na.
Hij had twee andere zoons, Niccolo, die in meer
dan n document-uit-den tijd genoemd wordt
en Antonio of Gianantonio, 15 jaar ouder dan
Francesco en tot zijn dood in 1760 diens mentor.
Francesco, tenslotte, had een zoon Giacomo, den
jongste van drie, bij den dood zijns vaders om
streeks 30 jaar oud en voorbestemd om tot het
einde van zijn 71 jaren hij stierf in 1835
de vaderlijke motieven met steeds minder geluk
en steeds duidelijker onmacht te herhalen. Het
is tragisch dat vooral het werk van dezen Guardi
den goeden naam zijns vaders afbreuk heeft
gedaan.
Het dichtst bij Francesco staat Antonio. De
herleving van dezen totaal vergeten schilder
dateert van 1912 of 1913. Aan Simonson komt de
eer der ontdekking toe. De schrijver van dit boek
volgt het gevonden spoor. Aan een onbetwist
schilderij te Berlijn, een gesigneerde teekening in
Frankfort, aan enkele schaarsche documenten
knoopt hij zijn onderzoek vast. Antonio was een
schilder van religieuze onderwerpen in grooten
stijl en de leider van een opleidingsinternaat voor
schilders. Van dit pension" spreekt Casanova
in het eerste deel zijner mémoires; dnar begon
diens jongere broer, de veldslagenschilder, om
streeks 1742 zijn loopbaan. Danr werkte ook
GUARDI.
F. GUARDI.
Francesco. Een notitie in het
museumCorrer toont aan dat hij tot
Antonio's dood in 1760 met dezen in
hetzelfde huis woonde. Hij was de
leerling en medewerker van zijn
ouderen broer.
Dit klopt met wat Francesco's
oeuvre leert. De grootste der Guardi's
begon en werkte langen tijd uitslui
tend als figuurschilder. Wat hij in
dat opzicht gepresteerd heeft is niet
gering. In Bijbelsche voorstellingen,
in de allegorie, in het mondaine
genre heeft hij voortreffelijks ge
leverd. Het orgel in de Chiesa dell'
Angelo Raffaële" in Venetiëdeco
reerde hij met voorstellingen uit het
leven van Tobias, die ,,cen der won
derbaarlijkste bladzijden uit het boek
der Venetiaansche schilderkunst"
worden genoemd; zeven paneelen mot
een triomf van Venus in het
Vcnetiaansche Palazzo Robillant heeien
te behooren tot het meest delicate dat
de 18e eeuw daar heeft voortge
bracht; zijn klcosterspreekkamers en
ridottu's (casino's) doen voor Tlepolo
niet onde1', om van [-Metro Lo:igh
niet te spreken. Dit alles en meer
dut gerekend werd te behooren tot
de groote schilderkunst, wrochtte
Francesco zoolang Antonio het hoofd
was dei bottega" die reeds zijn
vader Domenico gesticht had en
waar, naar men mag aannemen, ook
de derde broeder, Niccolo, werkte.
Na den dood van Antonio veran
deren de Guardi's van richting. Door
het succes van Ca laletto aangespoord
gaan zij over naar de minder aan
zienlijke maar eenvoudiger eu com
mercieel voordeeliger architectuur- en
landschapschildering. Met Francesco en onder diens leiding
worden zij de topografen en kroniekschrijvers van
het Venetiëuit hun dagen, bereid om (zooals een
contract uit 1782 voorde levering van vier voorstel
lingen uit het verblijf van paus !Jius VI in Venetië,
gesloten tussclien Francesco en een opdrachtgever,
leert) de publieke of bijzondere plechtigheden in
beeld te brengen, waarmee een patroon hen zal
belasten. Giacomo, Francesco's zoon, in 17(34
geboren, treedt later tot deze combinatie toe
en zet tot zijn dood, tot ver in de 19e eeuw, de
zaak des vaders voort.
Een leerling van Canalelto wns Francesco
dus niet. Van huis uit behoorde hij tot eene rich
ting wier praestaties in het rijk der kunst als
hooger golden. De kan? op grooter gewin en ecu
goedkooper succes deed hem naar het kamp van
den ouderen Canaletto overloopen, maakt'; hem
eerst tot diens mededinger en na 17(58 het
jaar van Canaletto's dood ? tot zijn opvolger.
/oo betrad hij het terrein waar hij onbewust
de onsterfelijkheid zou vinden.
Francesco heeft zich daarbij niet ontzien aan
Canaletto's werk te ontleenen wat hem goed docht.
Hij volgde een methode die ouder de Guardi's
gewoonte was. Voor een artistiek plagiaat ge
neerden zij zich niet. Antonio nam voor drie
lunetten in de sacristie der parochiekerk van Vigo
d'Anaunia ecu compositie van Tintoretto eenvoudig
over zooals hij die gereproduceerd vond in het
Gran Tcatro della Piltura van Lovisa. Francesco,
nog figuurschilder, ging voor zijn geschiedenissen
van Tobias bij Domenico Feti, voor andere voor
stellingen tot bij Titiaan te gast; voor zijn
ridot),Vs zag hij het noodige van Longhi af, die hem op
zon beurt"schijnt Ie hebben gecopieerd. En waar
schijnlijk begon hij zi;:;
loopbaan als
ceremonieschilder met het herhalen
van een serie gravures v;ui
Brustoloni, naar Canaletto,
die hij om/ette in twaalf
beroemd gebleven schilde
rijen, in het Louvre. in
Brussel, Grenoble en elders
bewaard. De schrijve1.'
meent, dat een tekort aan
phantasie, een geiris aan
compositie-gave, FrancesC'.»
tot dit plagiaat hei.lt ver
leid, een plagiaat a
co.itiecoeur, d'it eigenlijk ecu
adaptatie beteekende, want
wat de schilder ten slotte
van zijn voorbeeld maakte
werd zijn volledig artis'ii'k
ujendom. Mode, gemak
zucht, ha udclso ver wegingen
kunnen hem daarenboven
tot een herhalen van zich
zelf gebracht hebben. Van
meerdere werken bestaan
Paesagio di Fantasia talrijke/epliekeu, waarvan
Rio dei_mendicanti
er ten minste drie op den schilder/elf teruggaan.
l.'it dit alles blijkt hoc moeilijk het is een Guardi
van een Guardi te onderscheiden.
Daarbij komt dat Francesco gewerkt heeft iu
meer dan n manier. Indien hij al geen leerling
was vau Canaletto, een heele school van
Venetiaansche landschapschilders ging hem vooraf
en bleef niet zonder invloed op zijn werk. Marco
Ricci, IMranesi, maar vooral Alessaudro Magnasco
(liiSl 17-Ï7) worden in dit verband genoemd.
Ook voor wie zich met reproducties moet behelpen
is een verschil in stijl duidelijk. Tusschen de beide
stormachtige zeeën in Milaan en Montreal en
een uiterst romantisch landschap in een
Stokholmsche collectie met geweldige tegenstellingen
en een sterk geëmpateerde schildering eenerzijds,
en een etherisch in licht en lucht badend geval
als de no dei ineiu'icauti in Bergatno anderzijds,
waar ge den horizont mout raden en de oever bijna
onmerkbaar in het water overgaat, is een hemels
breed onderscheid. Voor on/.en smaak is de
schilder van dit laatste schilderij de Gua'V.i bij
uitnemendheid --? daar herkent ge den man in
wiens genie ge Tunvr en Boningion, Barbizomi'.Ts
en impressionisten aangekondigd vindt.
Dienzelfde herkent ge in zijn teekeniugi'ii. De
afbeeldingen daarvan behooren tot het meest
verheugende i;i dit boek.
Hen troepenrevue van Gabriël de Saint Aubin,
hoe behendig geteekend en charmant van voor
stelling dan nek, wordt zwaarwichtig en mat
naast den geest en de levendigheid waarmee
Frr'.ncesco de gasten van een hmvelijksplechtigheid
of de toestroomende nieuwsgierigen bij ceu brand,
op het papier te voorschijn riep.
Geen zijner tijdgenooten schijnt het ware besef
van Francesco's geuit' te hebben gehad. (Ingeleid
en onbegrepen verdiende hij moeizaam zijn brood.
/iiu eergevoel, van huis uit w-inig ontwikkeld,
verslapte door gebrek aan waanleering. Hij solde
met het werk van ruideren en met het zijne. Ais
het moest verkocht bij z.iin schilderijtjes voor een
scudo (vijf lire) het stuk. Op zijn twee en zeventigste
jaar werd hij lid dor academie; eenmarl, vijf jaar
later woonde h i; een zitting bij. Hij stierf on
opgemerkt. De verdienste van een goed leerling van,
hoogstens die van een twecde-Canaletto geweest
te zijn, was de grootst'.' lof die hem hij zijn leven
werd toegekend. Het is nver dan een eeuw lang
zijn beste aanbeveling gebleven. Eerst de
ondeiznekingen der laatste twintig laren hebben licht
gebracht in de duisternis die zijn nagedachtenis
omhulde. H H N N u s.
LAAT UWE CENTRALE VERWARMING
EN BIJKOMENDE INSTALLATIES
AANLEGGEN DOOR /_
DEKON FABR F.W.BRAAT-DELFTi
EN GE ZULT TEVREDEN ZIJN. '