Historisch Archief 1877-1940
UIT DEN GEMEENTERAAD
Mei teekeningen voor de_Groene Amsterdammer" door B. van Vlijmen
Wb
Er waren raadsleden die op een afstand van de
tafel van B. en W. gingen staan en door hun hand
als verrekijker ze bekeken en Doornbusch bukte
zich zelfs en keek tusschen zijn beenen door en
mompelde: het is nog niet veel zaaks." Maar
gezien van de pers-tribune leken de heeren, in
dezen tijd van groote schoonmaak.allemaal
verfrischt en opgeknapt. Eduard Polak, die anders
aan den uitersten linkervleugel zat, heel onder
aan in de schaduw van Willem III, zit thans in
het volle daglicht en zijn manlijk schoon komt
thans allervoordeeligst uit en, zoo pas na de in
wijding der gemeentelijke Montessori-school, zag
hij er in zijn zwarte jas en schoon boordje bijna uit
als een boven-meester. Op zijn plaats zit nu de
overwinnaar: von Frytag Drabbe. Meer dan ooit
lijkt hij op een monnik en als Abraham met hem
smoest, is de illusie volkomen: een benedictijner
en een trappist.
Dr. Vos heeft de crisis blijkbaar goed gedaan.
Er is vandaag vreugde in zijn zwarten jongenskop,
of is het 't licht dat van den Machtige op hem af
straalt, nu hij zich aan zijne zijde bevindt?
De Machtige zelf hij peinst. Zijn gedachten
zijn blijkbaar i iet bij dezen Raad, met zijn klein
gedoe en zijn kleine politiek. Daar is edeler wild
in de politieke jungle te schieten en hij kijkt of
hij ze al onder schot heeft
En de oorzaak van de drie weken verwarring
zit onschuldig op zijn zetel en is in 't beantwoorden
van Peters en Spier, de erfpacht-kanonnen van
dezen Raad, weer even pienter als te voren, alsof
er geen stormen over zijn hoofd gevarenw aren
En% Broeder Douwes bekijkt het geheel met tra
nen in_de*oogen en zegt tot broeder Spier: ziet,
Daarop stelde de heer Boekman een vraag over
de verbreeding van het! Noordzee-kanaal. Het is
goed dat dit lid van tijd tot tijd op dit onderwerp
terugkomt, anders zou men ten Prinsenhove bijna
vergeten dat het? Noordzee-kanaal Amsterdam's
verbinding met de zee is.
herinnerde zich plotseling niets meer van wat hij
gezegd had en toen Ketelaar en zijn commissie
zijn hersenen hadden opgeschud, wist hij het niet
verder te brengen dan tot deze verklaring, die hij
van middag aflegde: het kan zijn dat ik het ge
zegd heb, maar bedoeld heb ik het niet." Ook dit
maakte geen frisschen indruk en het is begrijpe
lijk dat een man als Zachie Jansen, die de eerlijk
heid van den Jordaan in zich heeft, zijn verachting
voor dit optreden niet voor zich hield en er op
wees dat, dank zij de evenredige vertegenwoordiging
Wibaut als no. l op de lijst heel wat kaf,
zullen we maar zeggen, met zich mee den Raad
in sleept.
De heer Boissevain betoogde, dat Overst de door
hem afgelegde verklaring, bij het zitting nemen
in den Raad niet had geschonden en ten slotte
blijkt er niets anders over dan te constateeren, dat
deze over-ijverigey secretaris t van de afdeeling
Amsterdam van den Transport-arbeiders-bond
zijn positie als raadslid had trachten te misbrui
ken in het belang van zijn eigen salaris, aldus legde
Jansen het uit, want moeten de door hem aange
nomen leden niet contributie betalen en is een deel
hoe heerlijk is het als broeders saam te wonen en
dit is ons werk !"
Intusschen is Jan ten Haar met vacantie ge
gaan, beu vermoedelijk van het min of meer or
dinair gedoe om hem heen en hij joedelt het hoogste
lied op der Alpen toppen en heeft sportieve ont
moetingen met intelligente koeien, die hem denken
doen aan bekende facies, dewelke hij om de veer
tien dagen het genoegen heeft in de Raadszaal te
aanschouwen.
Het begon met een diepzinnig debat over erf
pacht, borgtochten en hypotheek aan
woningbouw-vereenigingen, een materie die alleen de be
langstelling had van de .hh. Peters en Spier en
Gulden en van den wethouder, zoodat ieder der
anderen wat anders deed en het dwaze dat dit
sympathieke, om niet te zeggen gezellige gezel
schap over dergelijke financieel-technische bouw
kwesties mee te oordeelen en te beslissen heeft,
weer eens in het licht stelde.
Hebben wij waarborgen, aldus vroeg de lei
der der S.D.A.P.'sche fractie dat de verbreeding
in 1834 kant en klaar is?
Niets dan het woord der Regeering, ant
woordde de Burgemeester.
En als het in 1834 niet klaar is, wat dan?
vroeg de heer Boekman weer.
ja, wat dan? antwoordde de Burgemeester
en keek alsof hij verwachtte dat Boekman van hem
verwachtte dat hij dan het Noordzee-kanaal met
zand van de Amst. Ballast Maatschappij zou dicht
gooien.
Toen kregen wij het rapport-Overst. Een pijn
lijke kwestie. Jaren geleden, bij de blijde inkomste
van het toen met eenige herrie gekozen liberale
raadslid Mr. Jules Napoleon de Vries hebben wij
eveneens pijnlijke kwestie gehad. Toen verdacht
men den nieuwgekozene er van dat hij wat al te
mildelijk rijksdaalders onder de kiezers uit den
omtrek van het Waterloo-plein had laten rollen
en zoo de overwinning had behaald een ver
denking die nooit bewezen is en waar men dit
waardige sieraad van den Raad jarenlang op heeft
aangekeken. Sindsdien leefden wij in den reinsten
der reine atmosfeeren. Totdat op eens de heer
Overst ons op straat brengt. Dit sociaal-democra
tisch raadslid, die wonderlijk veel op Jan Musch
lijkt,. doch meer naar den kwajongensachtigen
kant toe, had in zijn ijver om leden voor zijn Trans
portarbeidersbond te winnen, zijn toch al niet te
kleinen mond voorbij gepraat en de werklui van
den expediteur Puls beloofd, dat hij zijn best zou
doen dat zij Miranda's gemeentelijk meel zouden
mogen vervoeren. Een belofte in den geest van
dien van mijn vijfjarig neefje, dat zijn zusje be
looft, dat ze in de auto van de Koningin mag mee
rijden, als ze haar appel aan hem geeft.
Als de heer Overst, als een echte kwajongen,
rond voor de waarheid ware uitgekomen en ge
zegd had: ,,ik heb me aardig verkletst," dan zou
de Raad hem met rust hebben gelaten, maar hij
dier contributie niet bestemd als salaris voor den
secretaris?
Zoodat de werklui van Puls niet in de auto van
de Koningin zullen zitten en het een heel zure
appel was, die Overst in handen kreeg. Dat hij er
niet door heen beet, moet hem kwalijk worden
genomen. Overigens is hij een nette jongen,
B A R B A R O S S A
HEEREN-SCHOEISEL
BERNARD ELIAS.
51 LEIDSCHfcSTRAAT A'DAM