De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 25 april pagina 5

25 april 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2498 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HOLLANDSCHE NUCHTERHEID EN FRANSCHE GEVOELIGHEID (DE GEVALLEN ORMINSKA EN LAVASSOR) Op het oogenblik dat wij dit schrijven, is Anna Virginie Lavassor, die te Parijs haar zwaar zieke zuster op haar verzoek doodde, nog niet voor de jury verschenen en derhalve zou het dwaas zijn te onderstellen wat de jury van dit nieuwe geval zal zeggen. Misschien is het wel heel goed, dat deze berechting ietwat op zich laat wachten, want aldus kan de publieke opinie en ook de voor lichters daarvan, wetenschap en pers, tot een meer bezonken oordeel over dergelijke gevallen komen dan onder den onmiddellijken indruk van het ge beurde mogelijk is. Is het nog noodig zeer in 't kort te vernielden, hoe deze causes célèbres" zich afspeelden: Stanislawa Orminska, aldus heette de Poolsche artiste, die haar doodzieken verloofde na rijp be raad en op diens ernstigen aandrang, door een revolverschot uit zijn lijden verloste en die in het strafproces, waarvan de dagbladen ons de bij zonderheden onthulden, werd vrijgesproken. He laas of gelukkig? haar voorbeeld vond navolging. Mogen wij het persbericht volledig gelooven, dan was het Anna Virginie Lavassor, die haar sinds 10 jaar aan t.b.c. lijdende zuster, na een verple ging van 21 maanden in een ziekenhuis, waaruit zij als ongeneeslijk werd ontslagen, op haar drin gende bede een doodelijk schot toebracht, daarna ook trachtte zelfmoord te plegen, hetgeen echter mislukte. Toen meldde zij zich zelf bij de politie.. De tragiek dezer gevallen spreekt tot ieders gemoed, het Itjkt haast profaan om anders dan met volledig medèdoogen over de bedrijfsters dezer daden te oordeelen, ja het schijnt onmogelijk om zich te onttrekken aan de sfeer van Fransch sentiment, waarin deze gevallen als vanzelf wor den gehuld. Zou het dus te stoutmoedig zijn om te veronderstellen, dat de Hollandsche geest van nuchterheid, wanneer zich hier te lande een ana loog geval mocht voordoen, zich tegen invloed van dit sentiment met vrucht zou verzetten? en met te meer succes naarmate de gevallen talrij keiworden? Ik waag deze onderstelling en meen, dat de publieke opinie hier te lande na cenige voorlichting over de gevaren aan een al te milde behandeling van dergelijke daden verbonden, misschien reeds bij de lectuur der aanstaande be rechting van M'elle Lavassor tot een veroor deeling van de daad zal komen. En waarom? Niet omdat wij hardvochtiger, achterlijker, meer godsdienstig, minder moedig, minder individualistisch heefen te zijn dan de Franschen. Ook niet, omdat ons Strafwetboek den doodslag op verzoek uitdrukkelijk strafbaar stelt, terwijl het Fransche Wetboek zich daarover niet uitspreekt. Evenmin, omdat in ons land de doodstraf is afgeschaft en de rechter steeds, ook voor het zwaarste misdrijf, de keuze heeft tusschen de maximum straf en het minimum van n das, terwijl Frankrijk nog de doodstraf kent en de vaste minimum straffen. En ook de historische lijn kan buiten beschouwing blijven, hoewel het wel frappant is dat in Frankrijk eene mildere houding ten opzichte van zelfmoordenaars e.d. door groote Franschen als Rousseau, Beccarié, Voltaire, Montesquieu reeds lang werd gepredikt, toen in 1786 de gemeente Amsterdam nog ordonneerde, dat het lijk van een zelfmoordenaar op een horde moest worden gesleept ,,tot aan het amrak, omme van daar te worden gebracht naar de Voolewijk, en aldaar gesmeeten te worden in de Put onder de galge." Van dit alles ondergaat de publieke opinie thans geen invloed, al mag de jurist zich door de wet telijke bepalingen en de historie des rechts ge bonden voelen. Neen, eer zal men tot déze be zonken gedachte komen: dat eigenlijk achteraf niet is vast te stellen , óf de zieke waarlijk on geneeslijk ziek was, óf zijn verzoek in volkomen Helderheid werd geuit, óf de daderes niet het minste indirect belang had bij den dood van de zieke, óf de ernstige wil van de daderes niet voortkwam uit gebrek aan plichtsbesef, uit gemakzucht, oveidreven dramatisch gevoel, gebrek aan levenswil en levenssuggfsfi'e vooral. Veronderstellen wij eens dat M'elle Lavassor een moreel zwakke vrouw is, geneigd tot pessimis me, missende de kracht om hare zieke zuster op te beuren, haar de mogelijkheid van genezing te suggereeren, haar sfeer te verhelderen in plaats van te versomberen, veronderstellen wij eens, dat de geldelijke gevolgen dezer ziekte haar zwaar drukten, dat het .leven der zuster dank zij een in de jeugd aangegane verzekering, hoog verze kerd is ! Hoe anders is immers vaak de werke lijkheid dan buitenstaanders achteraf meeneii, dat zij geweest is. Hoe moeilijk, zoo niet onmogelijk is het, te voorspellen dat een deugdelijke genees methode eener bepaalde ziekte vooreerst niet zal worden ontdekt, hoe leert ons niet de ervaring, vooral in oorlogstijd opgedaan, dat het ergste !ijHET GEVAARLIJKE ROOD. Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Jordaan den nog blijmoedig wordt gedragen, wanneer dr geest er in Klaagt zich aan te passen ! Bovendien, het dooden van een onbekende huisnaaister of van een armen drommel van een artiest, zou toch in wezen niet verschillen van het dooden van een groot staatsman of een beroemd kunste naar. Wie ooit gelezen heeft van Beethoven's lijden in zijn laatste levensjaren, zal toch nooit den wensen in zich voelen opkomen dat iemand, mocht Beethoven ooit dergelijken wensen hebben geuit, zijn dood zou hebben bespoedigd. En de Engelsche kunstvrienden die bekend waren met de ongeneeslijke ziekte van Chopin tijdens diens laatste optreden in Manchester en Londen, zouden toch zeker dengene verafschuwd hebben, die zou hebben belet, dat de groote pianist kort daarna op 17 October 1840 te Parijs omringd van vienden en vereerders, een natuurlijken dood stierf! Neen, mag het al geen groote en zeker geen krach tige geest zijn, die zijnen verwant het verzoek doet hem uit zijn l;jden te verlossen, w.e zich daar toe leent, bezit een gebrek aan geest en een moed, vele graden droeviger en meer te betreuren dan de moed van den soldaat, die zijn medemensen doodt, omdat hij....moet! Geheel onafhankelijk van godsdienstige be ginselen en van eet: geloof in een leven en een ge rechtigheid hiernamaals heeft, evenzeer als de zelfmoord, hef dooden op verzoek het afkeurens waardige doel om een lijden '//'/ den weg te gaan, dat hef lot heeft opgelegd, een doel, even verwer pelijk, als de aanvrage om echtscheiding van den man, wiens vrouw zenuwziek is geworden of het plan van cenige Ouitsche hoogleeraren tol doo ding van de ongeneeselijke en onproductieve krank/innigen. Dat er landen zijn als b.v.'Noor wegen, die in hunne wetgeving een bijzonder milde strafbepaling kennen voor liet dooden-uitmedelijden, is echter evenzeer te begrijpen v;m het standpunt dat het motief van den dader /o<> weinig slecht en zijn gevaar voor de maatschappi' zoo betrekkelijk gering is, dat een zware straf niet is gerechtvaardigd. Ook dit is waar, vooral omdat het strafrecht niet mag uitgaan van de gedachte, dat ieder onfeilbaar is en sterk van geest, integen deel de aan te leggen maatstaf voor elk geval op zich zelf moet worden bepaald. Maar dan voert toch eenig nadenken tot de slotsom, dat de afstand tusschen straffeloosheid en milde strafbepalingen bewaard moet blijven, omdat anders ook de pre ventieve werking van de strafwet verloren zou gaan. En ook op het afkeurend oordeel der publieke opinie over dergelijke daden moet even als bij an dere onmaatschappelijke gedragingen kunnen worden vertrouwd, opdat deze rem, waarvan men de kracht moeilijk kan overschatten, in stam' blijve. Onze tijd kent een andere waardeerinc dan te Rome gold, toen Petronius en zijn geliefde slavin xicli onder toejuiching hunner vrienden, de aderen opensneden, een andere waardeering ook dan in den pijnbank-tijd gold, toen den zelfmoordenaar quasi een tweede dood, den moordenaar de wer kelijke gruwel ten deel viel. Ni eet exces d'honneur, ni cette indignitéLaten we ten dezen met gerustheid vertrouwen op het Hollandsche gezond verstand, dat zoo vaak onze publieke opi nie en ook onze rechtspraak voor excessen heeft behoed, waaraan deze in andere landen niet steeds wisten te ontkomen. M i'. W. R. IC \i M i: N R i i-: i> E i. J. S, MEUWSEN, Hofl. A'DAM R'DAM-DEN HAAO DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl