Historisch Archief 1877-1940
No. 2499
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
,,ONS HUIS" WERK
't Is een groote tentoonstelling die Ons Huis"
in 't Stedelijk Museum heeft georganiseerd. De
benedenachterzaal en twee zijgangen zijn met 't
Ons Huis" werk uit de afdeelingen van de ver
schillende stadswijken overvol. Tévol zou men
kunnen zeggen. Want waarlijk 't is onmogelijk
om een juiste waardeering te hebben voor elk
werkstuk in 't bijzonder. Hier en daar komt wel
een mooi handwerk, een aardig stuk speelgoed,
een flink huishoudelijk gebruikstak naar voren
dat onze geheele aandacht vraagt, doch de om
geving is te onrustig, en de kleurenmengeling
rondom te overheerschend om het tot zijn volle
waarde te brengen.
Doch hierom gaat 't ook niet. Die groote col
lectie van voorwerpen van zoo verschillenden aard,
omvat den clubarbeid in zijn vertakkingen: van
de kleintjes, van de jeugd, van de rijpere jeugd
en van volwassenen. In dien arbeid van de
schier ontelbare clubs centraliseert zich het Ons
Huis" werk. Elk onderdeel van deze uitge
breide expositie spreekt voor zich zelf, door de
zorg, de toewijding de liefde tot den arbeid,
waarmede gezamenlijk werd getracht het beste te
geven, wat te bereiken viel.
Zie die bakken met bloeiende lenteplantjes,
met stekjes, waaraan zich juist de jonge blaadjes
beginnen te ontwikkelen, alles zelf gezocht, ge
kweekt en verzorgd in de eenvoudige volkskamer.
Zie de waterbeestjes, vischjes, schilpadjes, en
ander gedierte wier leven in aquarium of terrarium
nauwkeurig werd gevolgd en die opgroeiden ten
spijt van hun enge behuizing. Zie de talrijke
natuuropnamen van de fotoclubs, waaronder
prachtstukjes van belichting en groepeering, de
kranig gebouwde scheepjes, die de reis kunnen
aanvaarden, zeilree als ze daar op 't droge ter
vaart gereed liggen.
En dit alles ligt slechts op 't gebied der
natuurkennis. Maar vél meer is er nog tot stand gekomen
binnen de muren van het Ons Huis"-gebouw
in het clubvertrek. Werk van nut en vermaak,
waarmede de uren omvlogen. Van dat gemeen
schappelijk samenwerken en willen bereiken van
het hoogste gaat een invloed ten goede uit, die
verdieping medebrengt en den geest van kinder
lijke blijheid in het menschelijk gemoed doet ont
waken. Dat clubwerk, het is de kracht van het
Ons Huis"-werk. Innerlijke levensverrijking
brengt het binnen ieders bereik door 't genot
van natuur, wetenschap en kunst. Geen volledig
beeld is hiervan op een tentoonstelling te geven.
Wat thans in 't Stedelijk Museum bijeen is,
wat kartonwerk, houtbewerking, handwerken,
speelgoed, teekenen en zooveel meer arbeid in
zoo degelijk-technische afwerking te zien geven,
wat dans, zang en spel, gymnastiek, licht
beelden in deze week tot 4 Mei nog zullen
demonstreeren, overtuigt den nauwlettenden bezoeker,
dat Ons Huis" bezit een corps van knappe leiders
en leidsters die vol toewijding" de opvoedende
waarde van hun taak doorzien, n-dat Mej. Van
Asperen van de Velde, hoofdleidster van het
geheele Amsterdamsche Ons Huis"-werk, de
vrouw is, die met vreugde haar levenstaak met
den dag kan zien rijpen.
De opening van de tentoonstelling op 25 April
was een feestdag voor velen, niet het minst voor
het bestuur. De sierlijke theetafel prijkte in de
Speelgoed op de tentoonstelling van Ons Huis"-werk
Eerezui! op de tentoonstelling van Ons Huis"-v.e k
fleur van veelkleurige cinerarias. Vriendelijke
handen dienden een geurig kop thee, het Ons
Huis"-gebak smaakte overheerlijk.
Er was een sfeer van blijheid door
saamhoorigheid, vreugde over het aanvankelijk succes en
vertrouwen dat velen door het aanschouwen dezer
grootsche arbeidsbetooging het belang van dit
sociaal werk voor onze volkswelvaart zullen inzien
en steunen, nu de hand der bezuiniging het in
haar sterke greep heeft.
E L t s. M. ROGGE
ZIEKENHUIS-SILHOUETJE
Ongezeggelijk was Gijs als geen van de andere
kinderen. Hij verzon stoutigheden om van om
te vallen hij had 'n oude guitigheid nog niet
voleindigd of hij bezon zich alweer op 'n nieuwe.
Verbazingwekkend is 't, te ontdekken wat al
streken men niet kan uithalen in 't enkelvoudig
bezit van 'n kussen en onschuldig uitziende
beddelakens. Verbazingwekkend was 't te zien, hoe ijs,
rechtop zittend in z'n degelijke vierkante zieken
huis-bedje, alleenheerscher werd over de
speelgrage vernuften van z'n mede-kinderen. Hij
was 't Koninkje, heerschte met vvoord en gebaar,
met n blik. Zijn stemmetje was, alleen
do.irdat 't zijn stemmetje was, 'n belangrijk
klankding waarvoor de andere stemmetjes zwegen,
waarna geluisterd werd met oogjes die tin
telden van nauw-bedwongen overmoed of van
bewondering voor durf. De keeren zijn niet te
te'len, dat hij op zijn hoofd staande de
ziekenhuisdingen van uit zijn bedje bekeek. De keeren zijn
niet te tellen dat ie beslist onherkenbaar verkleed
in 't verbergend hi Isel van z'n beddelaken als spook
z'n mede-kinderen vermaakte en deed ijzen. De
keeren zijn niet te tellen, dat ie zonder medische
noodzakelijkheid zijn tong tegen dokters en zifter,,
itstak. De keeren zijn niet te tellen, dat ie
inplaats van de behagelijke warme rust in bed,
't kille alleen-zijn .ider bed verkoor.
We knorden op 'm, we bromden op 'm. Hij
moest immers rust houden. Hij liet knorren, liet
brommen, luisterde niet naar de noodzakelijke
maatregelen, die wij beloofden te zullen neiv.en,
als hij niet veranderde. Hij zag alleon de lach
in onze oogen, als ie na 'n ellenlange
stralpredicatie heel onschuldig en \rindelijk vroeg alsof
we iets onverstaanbaars en onverschillig hadder.
beweerd: Wat zegt u, zuster?" Ik dreigde 'm
eens heel onpaedagogisch in 'n donkere kast
te zullen stoppen, 'm er 'n heelen dag in te laten.
Waar staat die kast?", vroeg ie geïnteresseerd,
en waarom is die donker? Is er wel plaats voor me
in die kast?" Sinds 't 01 gcnblik dat ik 'm bedreigde
vond ie 't geopperde kast-idee zoo belangwekkend,
dat ik 'm cp 'n goeden dag betrapte terwijl ie
op 't punt stond 'n ondcrzi.ekings-tr.cht naar 't
donkere ongekende ding te zullen ondernemen.
We werden er gelaten onder. We hadden < p
allerlei manieren geprobeerd z'n ongebreidelde
levens-lust binnen de ziekeiihui.ï-spheer te beper
ken, 't Lukte niet. Hij vreesde niets. Geen op
voedkundige groote straffen, geen
experimenteele kleine strafjty. Hij zag van alles de zon/ij
Soms scheen, of 't 'm bezig hield te ontdekken,
wat wij nu weer zouden verzinnen om 'm de baas
te worden.
Wij verzonnen niets meer, deden boos en koel.
Deden ook alleen maar. Boos, :ht boos kon
je niet op 'm worden, daarvoor was ie te oprecht
kinderlijk stout, te geestig van
guitigheidsvondsten. Daarvoor was ie 'n te open levens-kind,
te weelderig van jeugd-mateloosheid. Hij voelde
onze onechte boosheid, kon schudden van 't
lachen om m'n kwade gezicht, om m'n willen
ernstig zijn. Als 'k dan ongenaakbaar bleef doen,
van 'm wegging zonder n vrindelijk woord riep ie
me na: Dag zuster apekop .'".... verborg z'n
snuitje proestend in 't gewillige kussen.
Had ik me voor hem nog goed gehouden, dan
verrieden zijn kinder-bondgenooten m'n lach als
ik 'm den verbergenden rug toekeerde.
Maar 't Werd te erg. Ik verloor al mijn
zusterwaardigheid tegenover z'n dolle
kindervroolijkheden, ik werd z'n niet willende speelgenoot
binnen 't rijk van zijn bedje, tot zijn schade.
omdat rust nu eenmaal voor 'm 't belangrijkste
bleek.
Tot 'k een glorieus idee kreeg.
Op zekeren dag had ie 't weer erg bont gemaakt.
was ie niet in bed te houden geweest, had ie de
meest ingewikkelde en tot nu toe onbestaanbare
dansen in 't midden van de zaal uitgevoerd, mei
om 'm heen de liggende, zittende, genietende
toeschouwers in bedjes, die straalden om 't ge
noegen van iemand zóó iets te zien durven.
Ik nam 'm op, droeg 'm terwijl ie met al zijn
ledematen tegenspartekle, stopte 'm in zijn bed.
Uit de zak van m'n schort nam 'k 'n rolletje
kleefpleister, ontrolde 't, kleefde een stukje
rondom z'n pols, 't eindje aan de post van zijn
bedje, knipte de rest af. Hij bestaarde m'n beweeg,
n en al verbazing.
Zoo. En nu laat ik je net zoo lang zóó zitten
tot je wat bedaard ben," zei ik plechtig, heilig
ervan overtuigd, dat ie met n ruk zich zou
bevrijden. Hij deed 't niet. Hij keek met groote,
verschrikte donkere kijkers naar 't
vrijheidsbeletsel om zijn pols. En begon te schreien.
Toen dokter kwam, verborg ie de pols met de
handschel" onder 't laken, schaamde zich mate
loos. Was niet tot bedaren te brengen van schaamte
om 't bijna niet voor hem te verduren idee
van openlijke, schandelijk-merkbare ;-,cliiuar(li[!,
gevangenschap.
En Gijs, Gijs de ontembare vroeg om vergiffenis.
Beloofde beterschap. Mits ik 'm verloste.
Van dien tijd was er iets, waar ie voor vreesde . .
M l N N Y H K Y L K M A N ^
Wenscht U Boter
met Rijksmerk?
O U D-B U SS E M"
bezorgt U dia dagelijks tegen marktprijs
Kerkstraat 187. Tel. 49344.