De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 2 mei pagina 21

2 mei 1925 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2499 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 VOGELVRIJ Quo VADIS Rembrandt Theater. et zij mij vergund dit maal eens 't woord te richten tot dezulken, die niet behooren tot de trouwe en aandachtige schare der film-gemeen te, welke zich doorm'n wekelijksche sermoenen laat stichten. Ik bedoel de spotters en haters metterdaad als met-denmond, de menschen, die nooit naar de bioscoop gaan omdat ze 't zoo minderwaardig vinden" zoo goed als de menschen, die er wel naar toe gaan, maar 't liever niet willen weten?de lauwen en onverschilligen, die geen film zien, omdat ze wel wat beters te doen hebben" en ook de publi cisten, die zich 'n overigens nogal goedkoop succes verwerven, door op de bioscoop te schelden en te smalen. Tot die allen wilde ik voorzoover m'n niet-professioneele tong 't permitteert eenige gemoedelijke Woorden richten. Of 't me lukken zal? Onlangs kwam me ter oore, dat de heusche en echte filmcritici (naar 'n broeder van dat gilde verzekerde) m'n geschrijf alleenlijk lazen om te weten, wat er rondomme de nietonaardige teekeningetjes staat. A la bonheure: 't wordt dan toch nog gelezen en dat kan lang niet iedere journalist, ook de heusche en echte, van z'n werk zeggen..Laat ons dus hopen, dat deze, mijne stamelende maar goedbedoelde taal doordringe ? zij 't voor n enkele keer tot de ketters en ongeloovigen. Olück auf dan en daar gaat-ie ! Tot tekst van m'n preek diene 't axioma: De Bioscoop is vogelvrij verklaard! 't Feit zal wel niemand tegenspreken ? integendeel, 't is du ton, om de cinema nadrukkelijk te verachten 't geeft de overigens meest platstraatsche en burgerlijke figuur 'n geciviliseerd tintje 't maakt je tot 'n netten intellectueel", zooals 'n boord en manchetten iedereen tot 'n heer maken uiterlijk althans. In 't particuliere gesprek zoowel als in 't ietwat luidruchtige dis cours, dat pers-polemiek heet wordt de bios coop, voorzoover niet fel bestreden, met ironische geringschatting behandeld, maar nooit ernstig verdedigd! En toch en toch zitten de cinema theaters avond aan avond vol. Toch krioelt 't er om in de schoone confectie-beeldspraak te blijven van boorden en manchetten toch betrap je nu eens die, dan weer 'n ander van je kennissen, welke je 't nooit zou hebben aangezien, op vrij drukke relaties met de tiende muze. Hoe zit dat eigenlijk? Me dunkt, daar is something rotten" in de situatie. De Bioscoop is vogelvrij verklaard. Gij kranten lezers, die gnuift om felle of geestige aanvallen op de film die u zelf klein en achterlijk voelt tegenover zulke mannen-taal ... hebt ge wel eens bedacht hoe Weinig heldhaftigs er steekt in de achtervolging van 'n vogelvrij-verklaarde? Hoe Weinig grootsch 't gebaar is, dat 'n zaak veroor deelt, die niemand durft verdedigen? Vindt ge vogelvrij-verklaarde te verdedigen, dan 'em te beleedigen. 't niet tijd worden ten aanzien van 'n toch zoo machtig cultuur-verschijnsel als de film eindelijk eens 't audiatur et altera pars" in toepassing te brengen en een weinig critisch te staan tegen over deze journalistiek misschien brillante --maar in wezen vrij goedkoope attaques? En gij publicisten, groote en kleine, geestige en vervelende oprechten en poseurs... . maar allen vereenigd in 't groote koor, dat 't anathema over de film uitspreekt ik zou u willen vragen: hoevelen van u weten \vat de bioscoop is - wat zij nu is? Hoevelen uwer kunnen naar waarheid zeggen: ik heb de film en haar ontwikkel ing aandachtig gade geslagen en op «rond daarvan is mijn houding zooals zij is. Hoevelen uwer, weten van de bioscoop iets meer, dan dat 't er donker is en erg geschikt om te vrijen, dat 'n film-scenario idioot is en de hulde" aan Torn Mix, 'n paskwil? En zegt u de gestadige gro i van de cinematografische techniek (daar hebt ge toch van gehoord nietwaar?) zegt u de intense belangstelling van 't groote publiek, die ge met al uw schimpen geen afbreuk kunt doen, dan niet dat ge hier wel eens voor 'n ander ver schijnsel kondt staan, dan ge oorspronkelijk meendet? Vreest ge niet, dat uw hardnekkig negeeren van de groote kultureele en artistieke beteekenis der film, op den duur moet leiden tot 'n vrijwillig isolement tot 'n achterblijven op den weg van den vooruitgang? Stemt 't u niet tot nadenken dat de katholieke kerk, de eeuwig jeugdige, die met scherpen blik de beteekenis weet te schatten van de roerselen van 't openbare leven, haar volle belangstelling wijdt aan de cinema om ze tot haar voordeel te beïnvloeden? Moet een priester u leeren, (zie 't verslag hieronder) u, die als voorlichters van 't publiek reeds voorlang zèif tot die erkentenis hadt behooren te komen moet 'n priester u leeren, dat de film veredeld en gecultiveerd de toekomst zal beheerschen mér dan 't tooneel, mér dan 't boek mér zelfs dan uw geschrijf? Moet hij u tot de kortzichtigen rekenen, die de film verachten en negeeren parce qu'il a mal commencé?" Zie ik maak me niet de illusie u te kunnen bekeeren of te overtuigen welke journalist heeft zich ooit door 'n polemiek laten overtuigen? maar ik wil er 't mijne toe bijdragen aan 't schelden op de volgelvrij-verklaarde bioscoop de aureool te ontnemen van superioriteit en intellectueelerigheid. 't Is geen surplus 't is 'n tekort ! En tenslotte gij, mijn hooggeacht publiek, zonder wie am Ende geen theater en zelfs geen publicist kan existeeren zou 't niet eerlijker, billijker en ook verstandiger zijn, uw houding ten opzichte van de zonde die film-bezoek" heet eens grondig te herzien? Is er eigenlijk wel reden voor, uw genegenheid voor 'n kunst, die de Nibelungen", Kean" en Phantoom" voort bracht, verlegen onder stoelen of banken te steken? 't Is Waar gij schrijft geen hooghartige, hatelijke of honende entre-filets over 'n tijdsverschijnsel, 't welk ge hoegenaamd niet kent. Maar wél lacht ge 'n beetje pijnlijk en verlegen, als uw vriend (god weet of-ie gisteren niet zelf 'n filmpje knapte) met hooge borst verklaart, dat de bioscoop toch eigenlijk 'n minderwaardig derderangs-amuseinent is/twelkde artistieke en geestelijke atmosfeer-ahembesmet. Wel zegt ge dan met 'n beetje confuus kuchje verontschuldigend, dat ge er ook maar zoo te hooi en te gras komt, terwille van de kinderen hè, of als ge niet weet, wat ge anders moet doen. Kom dit mag niet langer zijn. Als de pers ;; niet voor is toont gij dan de pers vóór te kunnen zijn. Durf er rond voor uit te komen, dat de prach tige Uitvinding van 't bewegende beeld, niet alleen hoogst belangwekkend is, maar ook oogenblikken van groote, aangrijpende schoonheid geeft ?-? durf uw geloof in de machtige, schoone toekomst van dezen jongen, nog zoekenden expressie-vorm, openlijk te belijden. Bedenk, dat 't nobeler is 'n Wat dit alles met de film ,,Quo Vadis"heeft Uit te staan? Wel terwijl ik deze rolprent zag, die niet eens pretenties kan laten gelden van nieuwe banen te betreden of bijzondere artistieke expe rimenten te demonstreeren en die toch op zoo honu peil staat, ging mij van alles door 't hoofd. Ik voelde mij met ontzag en vreugde vervuld, tegenover de machtige, mysterieuze uitvinding, die 'n gansche wereld, reeds eeuwen tot stof ver gaan, voor ons oog doet herleven, zonder dat de gedachte van 'n en scène gezet brok theater 'n oogenblik in ons opkomt. Die de schoonheid en belangwekkendheid van 't oude Rome aan ons doet voorbijgaan in 'n on-onderbroken reeks indrukwekkende beelden die de geest van dui zenden, wier verstrooiing niet hooger reikt, dan de goal van 'n voetbalterrein of de cylinder van 'n society-dancer, weet te boeien met waarachtige, zij 't ook licht-aansprekende schoonheid. En ik besefte duidelijk en klaar hoc hier de Steen der Wijzen, waarnaar volksopvoeders van diverse pluimage reeds jaren krampachtig zoeken: 't ge heim om de massa blijvend te interesseeren voor wat goed en mooi is voor 't grijpen ligt. En tegelijk herinnerde ik me en zoo kom ik waar ik wezen wil hoe over 't betreurenswaardige ongeluk, dat bij 't opnemen dezer film voorviel en vooral over 't wreede cynisme van 'n operateur die de catastrophe rustig bleef filmen de heele wereld en vooral de pers op haar achterste beenen stond. Hoe men schold en foeterde tegen 't schandelijke filmbedrijf, dat dergelijke excessen mogelijk maakte hoe 'n bekend publicist in een onzer groote bladen sinsdien de vrijheid neemt, causecrende over filmregisseurs en -operateurs, nooit anders te spreken dan van draaikastkerels" film-proleten" of iets van die standing. En 't trof me dat 't eind van de historie is, dat niemand rept over de prachtige eigenschappen van dit filmwerk, geheel buiten die catastrophe omgaand maar iedereen weet dat 't die film is van de leeuwen". Zie, dit teekent de houding van 't officieele intel lect ten opzichte van de cinematografie: de hetze op den vogelvrij-verklaarde. En hiermee eindig ik m'n preek. Ik zal m'n teekeningetjes zoo mooi mogelijk maken ? misschien win ik er 'n paar lezers door en misschien je kunt nooit weten 'n paar proselietjes. In die hoop dan: Amen ! Cinema Palace. Hoi; IK MIJN KIND HEB, door Pierre I'Hermitc. en prettige schrandere pries ter-figuur, 'n Boeiende,frissche beschouwing over du film en haar toekomst 'n voortreffelijk betoog voor haar bestaansrecht.... kort om 'n nuttig en leerrijk col lege voor onze gezamen lijke volksopvoeders en jour nalisten. Dientengevolge 'n atmosfeer van gespannen verwachting. Maar, helaas, 'n film, die op deze schoone inleiding sloeg als de klassieke tang op 't varken, 'n Misselijk, onbelang rijk verhaaltje, voor niet-katholieken, die 't apolo getische element moeilijk waardeeren kunnen van 'n kinderachtige, hinderlijke gezochtheid. n' Saaie, taaie, eindelooze reeks gedoentes van 'n vervelende, geestelijk zoowel als lichamelijk onvolgroeiden stumperd, 'n pervers joch, die als 'n mannequin van toilet verwisselt en steeds ligt te zeuren en te zanikken voor-ie ons 't genoegen doet om zeep te gaan. 'n Afgezaagde, ouwerwetsche intrige, een, in dit religieus verband, weerzinwekkende verheerlijking van chauvinisme en oorlogs-verdwazing, een.... enfin de sympa thieke figuur van M. l'Abbéten spijt, 'n sof. Le cinéma a mal commencé" zei de inleider. Dit is niet de weg om haar te rehabiliteeren, Eerwa;,rde ! l o R n \ A N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl