De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 2 mei pagina 5

2 mei 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2499 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND EEN JUBILEUMBOEK LOUIS BOUWMEESTER f Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Gedenkboek van den Nederlandschen_Zionisten~ ?bond, 1899?1924. Wij lezen wel in het voorbericht van dit boek, uitgegeven bij het 25-jarig bestaan van den N. Z. B., dat de samenstellers een bundel opstellen over de toekomst van het Joodsche volk boven een waar gedenkboek verkozen hebben, maar wij betreuren het toch, als wij dit stellig belangwekkende boek doorbladeren, dat er althans niet n opstel in te vinden is, waarin ons de groei der Joodsch-nationale idee hier te lande wordt voor oogen gesteld. ,,In 't Verleden ligt het Heden" en waaraan anders het heden af te meten dan aan het ver leden? Een boek, een krant van een vijf en twintig jaar geleden toont ons eerst recht hoe geheel de denkwijze van dit geslacht door het Zionisme gerevolutionneerd is, welke werelden het van het vorige geslacht scheiden. Aan historisch aangelegde geesten, die dien afstand voor ons hadden afge meten, ontbreekt het in Nederlandsch-Joodsche kringen toch wel niet. Ook zóó echter biedt het gedenkboek wel be langrijk materiaal voor wie zich van den stand en de vooruitzichten der Joodsche Renaissancebeweging een denkbeeld wil vormen. Daar zijn dan eerst de bijdragen van den thans afgetreden voor zitter van den N. Z. B., den heer De Lieme, en die van Prof. L. S. Ornstein, welke, de een over de economische problemen van den opbouw van Palestina", de ander over de geestelijke vraagstuk ken daarbij handelt. De heer De L. laakt het ge brek aan ernstige voorbereiding en aan systeem, dat bij de leiding van den economischen opbouw aan den dag trad en treedt. Hij stelt hier eenige grondstellingen op, hoe jammer toch dat de altijd belangrijke en oorspronkelijke inzichten van dezen schrijver soms schuilgaan in een ietwat ver warden en brokkeligen betoogtrant;?zoo b.v.: ,,de industriëele ontwikkeling moet erop gericht zijn, geïmporteerde fabrikaten te vervangen door gelijkwaardige inlandsche; de industriëele en, zij het in minder mate, de agrarische ontwikkeling moeten gericht zijn op het scheppen van export industrieën". Ook trof ons des schrijvers inzicht in het Arabische vraagstuk: hij wil dit geheel eco nomisch opvatten. Ontwikkel de Arabische be volking, breng ze op een hooger levenspeil en ge zult u ten eerste een groot inlandsch afzetgebied scheppen, en ten tweede zal dit ,,remmend werken op zijn des fellachen economisch ongebreidel de toenemingsmogelijkheid". Dit is wat de schrij ver zijn economische overttiigingspolitiek" noemt in het netelige Arabische vraagstuk. Een greep te doen uit het rijke gedachtenmateriaal dat de lieer Ornstein in zijn stellig te gedrongen bijdrage verwerkt, valt nog moeilijker. Voor de cultuur die zich in de nieuwe Joodsche gemeenschap ontwikkelen zal, wil deze schrijver noch aansluiting aan de oude Bijbelsche tradities die slechts een gering stuk van het geheele moderne cultuurgebied omvatten, en bovendien de toch reeds door de Hebraïseering te duchten afgeslotenheid nog ver ergeren zouden noch aan de Arabische of andere Islamitische beschavingen, die het element der natuurwetenschappen geheel ontberen. De nieuwe beschaving zal vrij moeten opgroeien; de staat mag haar alleen nheidvormend beïnvloeden, en zij zal dit vooral door het onderwijs moeten doen. Wij zullen tot neutraal onderwijs moeten komen. Wij zullen naar opleiding, niet naar opvoeding hebben te streven. Opvoeding is mogelijk als de -stationnaire toestand waarnaar wij streven is be reikt. Opvoeding zal geschieden uit de geestelijke beginselen, die zich in de maatschappij van Erets Israël als algemeen Joodsch ethische waarden zul len ontwikkelen". Op de grootsche perspectieven, die het Joodschnationale beginsel ook buiten de concentratie in Palestina om, heeft geopend voor de samenvatting en organisatie van het wereld-Jodendom, geeft ons het artikel van Mr. H. Edersheim Wij en de Samenwerking", een kijk. In de eerste plaats wordt hier de vorming van de in art. 4 van het Engelsche Mandaat over Palestina gestelde Jewish Agency" behandeld. Aan de totstandkoming van deze vertegenwoordiging van het wereld-Joden dom, die speciaal met de zorgen verantwoordelijk heid voor de Palestijnsche kolonisatie is belast, wordt op het oogenblik hard gewerkt. Daarnaast en daarboven zit er iets als een hoogere eenheid VAN NELLESVARINAS GOUDZEGEL 5Octs. per Pakje. HET LICHT D vr VT[U>W!:I:N voor het Jodendom in de lucht. In de nieuwe groepvorming zal ook de behartiging van andere vitale belangen des Jodendoms worden nage streefd". En verder: Wanneer ieder land dan zijn eigen Joodsch Congres zou hebben, dan ware uit de vertegenwoordigers dier Congressen" de samenwerking binnen de Jewish Agency" te organiseeren. Met dit wijde en schoone toekomst perspectief, dat bij voortschrijdende ontwikkeling in de verschillende landen ten slottc een werkelijk [oodsc/i Wereldcongres zou ontstaan, een ware Jewish Agency, waarin geheel de Joodsche samenwerking tot volmaaktheid zou kunnen komen...." Uit den verderen inhoud noemen wij nog een bijdrage van den heer F. Bernstein: de Hedendaagsche Jood in de Zionistische waardeering", die ons bij alle waardeering voor des schrijvers grondigheid, wel wat zwaar-op-de-hand voorkomt. Het Zionisme is er niet om den Jood of om het Joodsche volk te verbeteren de Jood die dit meent, lijdt nog aan het inferioriteitscomplex", zooals de schrijver het modern uitdrukt, dat eeu wenlange vervolging zijn natie heeft ingegeven. Wij gelooven niet dat ons Nationale Tehuis er voor zal zijn om ons beter te maken. Het zal ons, als menschen, de gelegenheid geven ons zelf te zijn, gaver dus en daarom ook wel gelukkiger. Het zal ons een natuurlijk, ongekunsteld zelfbewustzijn hergeven en daardoor, allicht, ons aanzien onder de volkeren verhoogen. Maar terwille van anderen in ons land een modelvolk te worden, moeten wij bij voorkeur niet probeeren.... " Verder vinden wij nog bijdragen van Rabbijn de Vries; van den heer A. Polak over het Bodem probleem" (o ^germanisme !); van den heer PADOX HOUTBOUW Houten Scholen, Winkels, Directiekeeten Levering in korten tijd. Fabrieken Warmond Aehrenfeldt over Problemen van Jeugdvoediug" ook de Joodsch-nationalen hebben hun sterke jeugdbeweging, met talrijke jeugdgroepen, en daarmede hunne jeugdvraagstukken. Het gedenk boek sluit met een boeiende schets Jerusalem", van mevr. L. Spitz-Hoofiën, die ons met evenveel warmte als levendigheid enkele indrukken be schrijft van haar leven in dien wonderlijken kaleidoscocp die Jerusalem is. De schaduw van den dichter De Haan valt over deze bladzijden, doch van navolging is hier geen sprake. Met zijn groot talent heeft De Haan voor een nieuw genre in onze Hollandsche litteratuur: het litteraire feuilleton, een eigen stijl geschapen. ). O H N S T H I N?H O O !?' l K N BOUWT IN MET OOSTERPAPK DILTïiöVEN INLICHTINGEN VERSTREKT DE DIRECTIE TEIEF.INT.NS653S

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl