De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 9 mei pagina 11

9 mei 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 25001 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 JOODSGHE REINHEIDSGED ACHTEN door A. S. ONDERWIJZER, opperrabijn te Amsterdam. LEIDERS, DIE ZIJN HEENGEGAAN Heilige lieden zult gij Mij zijn," Een heilig volk zijt gij," zoo luidt het in den Pentateuch. Ligt hierin het voorschrift opgesloten, om zich alle stoffelijke genoegens te ontzeggen, om zich geheel terug te trekken uit de in zonde zich voortwentelende maatschappij, een kluizenaarsleven te leiden en alleen aan stichtelijke overpeinzingen zich te verzadigen? Onmogelijk. Een geheel volk kan immers zichzelf niet ont vluchten. . Maar bovendien wordt de eisch der heiliging in den Pentateuch met spijswetten in verband ge bracht. Het nuttigen van onrein" gedierte of van het aas van zelfs rein" gedierte wordt op grond der heiliging verboden. Meermalen nu is de stelling verkondigd, dat de joodsche spijswetten eigenlijk niet anders zijn dan hygiënische maatregelen in het belang der volks gezondheid. Ten deele leidde dit tot ongeveinsde bewondering voor het hooge standpunt, dat de medische wetenschap reeds in de grijze oudheid bij de Joden moet hebben ingenomen, een bewon dering, die des te grooter werd, wanneer men eerst door nieuwe ontdekkingen^resultaten verkreeg, die, naar men meende, reeds voor duizenden jaren bij de Joden moeten bekend geweest zijn en aan hunne spijswetten ten grondslag lagen. Ander deels echter werden zekere wetten waardeloos verklaard, omdat zij den toets der huidige weten schap niet konden doorstaan. De vraag, of inderdaad de Bijbelsche wetten verouderd zouden kunnen zijn, is een theolo gische kwestie, die wij hier niet verder behandelen. In confesso, mogen wij wel zeggen, is het feit, dat door opvolging van zoo niet alle, dan al thans toch vele van die wetten de hygiëne bevorderd wordt. Kan nu deze verzorging van het lichaam hei liging" genoemd worden? Het jodendom kent tal van voorschriften, die schijnbaar alleen de lichamelijke verzorging be oogen. De Bijbel heeft een uitgewerkt desinfectiesysteem, om voortplanting van onrein heden te voorkomen en wijst op den ernstigen plicht zich te reinigen. In een lange reeks van bepalingen behandelt de H. Schrift de verschillende soorten van melaatschheid en huidontstekingen, de re gelmatige menstruatie, bevalling, ziekelijke vloe ngen bij mannen en vrouwen enz.; schrijft verplicht onderzoek door deskundigen, afzondering en opsluiting voor, en offeranden wanneer de on reinheid geweken is. Voor definitieve reiniging zijn dan wasschingen en baden onmisbaar. Veel daarvan heeft ten gevolge van verschil lende omstandigheden voor het hedendaagsche Jodendom geen praktische beteekenis meer. En kele bepalingen zijn nog van kracht, zooals het categorisch verbod van iedere vleeschelijke aan raking voor echtgenooten gedurende minstens 12 dagen na het intreden der menstruatie of bij bevalling, en het daarna verplicht zich wasschen en baden der vrouw, zonder welke de onreinheid niet geacht wordt te zijn geweken. Traditie, zeden en gewoonten hebben echter aan de in den Bijbel voorkomende nog nieuwe rcinheidsvoorschriften toegevoegd. - Hebben deze nu ten doel het alleszins prijzenwaardig streven, om het uiterlijk zoo goed moge lijk te verzorgen? Ongetwijfeld zijn zij uit sanitair oogpunt voor treffelijk en voldoen zij ook aan maatschappelijke behoeften. Onzindelijkheid hindert niet slechts den persoon, die er door aangetast is, maar wek( ook afkeer en walging bij zijn omgeving. Bij me nigeen wordt ook de ijdelheid niet weinig gestreeld door een schoon en frisch uiterlijk. Het jodendom ziet echter in dit alles niet de voldoening aan menschelijke behoeften of zwak heden. In den Talmud wordt hel. dagelijks zich baden en wasschen geprezen als een hulde aan den Schepper van den mensen, tot Wiens eer c-n lof deze verplicht is het werk van den Schepper niet te laten bezoedelen, maar in den meest goeden staat te houden. In het licht der religie wordt het alledaagschc tot iets hoogers verheven, door haai' stralen de gewone feiten in hoogere wijding. Boven het hoofdstuk in den Bijbel, dat o.a. een reeks van voorschriften omtrent het sociale leven bevat, staat als inleiding: heilig zult gij zijn." Heiligheid is daarbij uitgangspunt en einddoel tevens. Sociale rechtvaardigheid, juridische nauwgezet heid, milddadige philanthropie, sexueele zelfbeheersching, die zuilen der maatschappelijke wereldorde, zijn niet slechts voor ons zelfbehoud van waarde, maar koesteren in ons het heilige vuur, dat het dierlijk element in ons doodt, en maken ons in zekeren zin tot hoogere wezens, die aan het doel der schepping beantwoorden. S. WARENDORF Jr. t Uitgever 1891- 1918 Mr. H. P. L. WIESSINO, Redacteur 1907- -1914 Prof. Mr. J. A. VAN HAMl-ll. Redacteur 1914?1921 Mr. O. KFI.I.F.U, Rcdactcui 101-1 l'.ll' . }-.. S. OROBIO DKCASTRO, Rpdiictcui l OM IOLM FRF.n. VAN l.il;1)F.N, RpdactPiii IQM I9K'.> IIF.HMAN S Kpdacfrin U> l fi l O'.! ?'.K.V, A N IJKI.IKKMANS, f Rrdactcui l <l'<M Ik'trgroofsclH', verhevene, maa wordt ons daarbij opgelegd. Te moeilijk misschien? Kr zijn gelukkig middelen, die^ons daarbij hun beproefden steun verleeueit. D<>or stoffelijke reinheid ontstaat hij nnslig nadenken ook reinheid der /iel. Met uiterlijk is dikwijls een reflex'van liet in nerlijk, enjmigekeerd. Reinheid haat het^leelijkc en koestert liefde tol hè.t schoone. /.ij vereischt nauwgezetheid en gaat met moeitet enj[zekere opoffering gepaard.^ij vei wijdei l hel ongepaste, schaamt zich over het wanslalt i ge, e n doet het ware, liet natuurlijke ongehinderd Ie voorschijn treden. '/.(Kt wordt het hooge doel^beteikl: de heiliging, de psychologische reinheid, die een, afkeer heeft van zedelijke bezoedeling.} Yv'ascht uw handen, zoo hooren wij ons toeroepen,, .. .in onschuld. Weesl rein in denken en spreken, in doen en laten, in handel eti wandel, tegenover vriend^cnj vijand, in het geheim zoowel als in het openbaar, (leen oneerlijkheid, niet slechts in den zin der wet, maar ook voor de rechtbank van nw geweten. Geen valschheid, die met onedele gedachten be zield, door schijnheiligheid den naaste in den val lokt en ten onder brengt. Geen ongebreidelde eerzucht, die elk middel goed genoeg acht, om zijn ctoèlTëbereiken. Merkïgij de vlek'dcr^nielaatschheid aan uw_ziclvwees opjiwjioedê, opdat gij niet als; gevaarlijk nif de^ maatschappij gestooten be hoeft Ie worden. Ook uw kleed /.ij rein; zorg er voor, dat gi| niet door perverse gewoonten wordt besmet. Alleen door waatheid en trouw, door zuiverheid van geweten en adel van karakter hl inkt gij in onvergankelijke helderheid. Mocht uw ziel door welke omstandigheid ook hovlekl zijn, pas aan stonds de middelen toe om haai' weer rein te was schen. In alle vertakkingen des levens vindt gij raad en voorlichting in Israels zcdeleer. Geheel de rijke ethica des Jodcndoms is het compliment van zijn reinheidswettcn. Evenals het offer lot verzoening lot inkeer moet brengen en bij het besef van het gepleegde misdrijf tot onderwerping van den goddelijken wil moet voe ren; evenals het gebed niet slechts het prevelen van woorden bedoelt, maar den mensen moet doordringen van de heerlijke gedachten, die daarin zijn neergelegd; zoo vormen de reinheidswetten de oefenschool, waarin de mensch tot de hoogste zedelijkheid, tot afkeer van het booze en liefde tot het goede wordt opgevoed. Zoo wordt men, staande in het volle practischt; leven, aan allerlei verleiding blootgesteld, dooi hen tot een heilig volk" gekroond.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl