Historisch Archief 1877-1940
No. 2500
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
AMSTERDAM
door S. P. VAN EEGHEN
Lid der firma Van Eeghen & Co.
De Redactie van de Groene Amsterdammer"
heeft mij gevraagd, een kort artikel te willen schrij
ven voor het 2500e nummer van De Groene
Amsterdammer".
Voor mij, van wiens familie de laatste 6 ge
slachten Amsterdammers zijn, kan het onderwerp
van het artikel dan ook niet anders dan Amsterdam
wezen.
Wanneer wij ons verheugen in de gunstige ont
wikkeling van Amsterdam, dan is deze de ge
schiedenis toont zulks aan voor een groot deel
aan inwoners en bestuurders van Amsterdam
zelf te danken.
De hoofdstad van Nederland heeft, niettegen
staande van haar steeds groote invloed op den
economischen en den finantieelen toestand van
den Staat is uitgegaan en nog uitgaat, zich voor
hare ontwikkeling niet steeds in den noodigen
steun van de zijde des lands en in het bijzonder
niet van sommige Nederlandsche Regeeringen
mogen verheugen.
Ik herinner er aan, met hoeveel moeite en op
offering zoowel van de Gemeente als van de
inwoners van Amsterdam het Noordzee-kanaal
is tot stand gekomen; gedurende hoe vele jaren
men van Amsterdam uit heeft moeten aandringen
op het bouwen van nieuwe sluizen te IJmtiiden;
hoe het Merwede-kanaal gelijk het thans is
is gegraven tegen den wensen van Amsterdam,
omdat men de stad geene goede verbinding met
den Rijn gunde.
Het Centraal Station is, tegen het advies van
het Gemeentebestuur en van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken, gebouwd op eene zoodanige
plaats aan de haven, dat deze daardoor met een
ijzeren keten van rails werd omgeven, waardoor
de ontwikkeling van het verkeer, zoowel te land
als te water, in hooge mate is belemmerd.
Ik zoude nog meer dergelijke gevallen kunnen
opnoemen, doch wensen in dit kort bestek niet
over minder gewichtige aangelegenheden te spre
ken; alleen maak ik hier eene uitzondering ten
opzichte van het voornemen van de Regeering om
den Raad voor de Scheepvaart van Amsterdam naar
den Haag over te brengen, waar hij zeker niet op
zijn plaats is te achten.
Maar niettegenstaande deze ongunstige om
standigheden is Amsterdam tot bloei en welvaart
gekomen, dank zij eigen energie en kracht.
Amsterdam, met zijne ruim 700.000 inwoners,
heeft ook na den oorlog zijne positie als
handelsstad van groote beteekenis kunnen hand
haven, in het bijzonder heeft het op finantieel en
economisch gebied zijn invloed op de wereld- en
geldmarkt belangrijk vermeerderd.
In dit licht bezien, koester ik alle hoop op eene
bloeiende toekomst van Amsterdam, wanneer ten
minste van zijne Bestuurders en inwoners, evenals
in het verleden, blijft uitgaan: Werkzaamheid,
Energie, Betrouwbaarheid, Onderlinge samen
werking en Overleg.
Moge uw Weekblad, wanneer het een nieuw
Jubileum herdenkt, ook dan in zijne kolommen van
de steeds toenemende welvaart van Amsterdam
kunnen getuigen.
OP DE MANIER VAN,
Ik zou, om van mijn kant iets bij te dragen tot
het jubileumriummer van de Groene," aan de
velen harer lezers die belangstellen in de Franse
letteren enige aangename uren willen bezorgen
door hen te wijzen op de drie deeltjes getiteld
A la maniere de...., waarin Franse schrijvers,
oude en jonge, Worden geparodieerd 1); ik geloof
dat deze ten onzent slechts bij enkelen bekend
zijn. Het zou ietwat paradoxaal schijnen, in
dien ik ze ook aanbeval aan de leraren in het
Frans, ten gebruike bij hun onderwijs, want vele
dezer charges" zijn verre van geschikt om onder
de ogen van jongens en meisjes te komen en om
hun eerbied in te boezemen voor de Franse lit
teratuur. En toch is een goede parodie leerzaam,
daar zij alken door scherpe observatie mogelik
is en op de eigenaardigheden der auteurs een
fel licht laat vallen; zij is geen bolle spiegel die
de trekken van een gezicht misvormt, maar een
vergrootglas dat de ontleding vergemakkelikt.
Doch laten wij de school er buiten ; ik voor mij ken
geen vermakeliker lectuur, vooreerst omdat,
helaas, wij nu eenmaal in het algemeen een zeker
1) Uitgegeven bij B. Grasset, te Parijs.
LEVENSONTHULLING
DOOK
WILLEM K LOOS
Ik beeldde nooit me iets in: is 't echt, vroeg 'k steeds mij af,
Wat 'k voel? Is 't de Eenwge Waarheid zelf, die, in mij levend,
Mijn diepre Diepte, als op haar aêm, beweegt, en strevend
Op eens naar wijde Hoogte me opstoot, stoer-kalm, straf?
Nooit vreesde ik voor den nijd der dwazen, 'k zweeg niet laf,
Als 'k ernstig-streng moest spreken.... Rustge boot, die stevent
Geduldig door naar 't Doelwit, ging ik, heilig bevend
Van weelde om al wat 'k vond en andren willig gaf.
't Stormt diep al wat 'k ooit schreef, of liever wat de Oneindge
Geest, die mij levenslang b.zielt, in zijn alhoog
Genadig-zijn, bevelend dat 'k mij stand-sterk rein'ge
Van al wat menschlijk-klein is, me inblaast, alsof vloog
Diep achter mij, grootmachtig-slaand met brecde vlenglen,
't Al-eeuwig Eene zelf, dat 'k eer en niet mag teugL'ii.
behagen scheppen in het hekelen van do machtigen,
en bovendien omdat wij erdoor herkennen,
duideliker dan voorheen, wat ook ons in de geparo
dieerde schrijvers had getroffen. Een werk als A
la maniere de.... eist een talent van dezelfde
soort als het nadoen" van personen: het is de
gave om de karakteristieke trek van een werk of
een individu op te merken en als het ware te
isoleren.
Paul Reboux en Charles Muller de laatste
is in de oorlog gesneuveld en Reboux alleen heeft
het derde deel geschreven zetten een krachtige
traditie voort. De XII Ie eeuw gaf ons reeds een
parodie van een chanson de geste", Rabelais
maakte de rhétoriquutrs" belachelik in de per
soon van zijn student uit Liinoges, Boileau -?? die
veel bij de adel aan tafel werd genodigd omdat
hij zo goed menschen wist na te doen en daarvan aan
het dessert proeven gaf heeft met zijn vrienden
Racine en La Fontaine een dichter uit eigen om
geving gechargeerd de beide laatsteu verdien
den dus niet beter dan het slachtoffer van Re
boux en Muller te worden ?, Molière schreef het
sonnet d'Oronte" en de Précicusjs ridicules,
Jules Lemaïtre was beroemd om zijn navolgingen
van Hugo en Coppée; ziedaar enkele namen
slechts; voor de leerlingen der Ecole normale"
is het maken van parodieën een geliefd tijd
verdrijf. Wij Hollanders kunnen daartegenover
de Oude Heer Smits met zijn Doge van Venetië,
en Piet Paalt jens met zijn Snikken en Grimlacliies
stellen.
Onder de c'iarges in A la manie/e tic. ..zijner
werkelik zeer goed geslaagde. Van Racine wordt ons
een onuitgegeven fragment voorgelegd, C/ropasfri',
zogenaamd gecommentarieerd door een leraar
uit Romorantin; de satire snijdt naar beide kan
ten, gericht als zij is tegen dichter en verklaar
der. De aantekeningen laten aan pedanterie en
onbetekenendheid niets te wensen over; ik vestig de
aandacht op deze: Les chefs-d'ceuvre du th
atre classique sont tous fondus dans Ie mêine
moule. Au théatre, Ie public applaudit toujours les
inotiles. Les spectailes contemporains en
fournissent maints exemples". Alleen de eerste aete
der tragedie krijgen wij te lezen; de rest is ver
loren; in het geheel drie korte scènes, tussen
Cléopatre qn haar confidente" Zoe, tussen
Antoine en zijn confident" Adjupfcte, tussen
Auguste en zijn confident" Exutoifc (men lette
op de namen). Zij slechts die goedlachs zijn
moet ik mij schamen daartoe te behoren? zul
len de quasi-oude schrijfwijzen, de woordspelin
gen en caiembours, die voor de niet-Fransman
eerst bij nauwlettend lezen merkbaar worden,
waarderen, maar alle lezers zullen zich vermaken
overde vermeende ernst der lange Mori'.'se, met
strenge eentonigheid opgebouwde tiraden, en hoe
hoog zij de klassieken ook stellen, zij zullen geen
gcmoedsbezwaren hebben, want de scherts is on
schuldig. Even goedig is liet pseudo- Provcnc,aalse
gedicht van M;stral, waarin het gewild n;ïve,
gemaakt tedere van zovele zijner verzen nog
wat wordt overdreven; zi ook L'iti's liefde
s:»vontuur met de apin Papaoutimari, Lnmartine's vers,
met commentaar, op het planten van de
Vrijheidsboom au milieu de mon village natal."
Maar niet alle schrijvers komen er zo goed af;
de parodie kan worden tot een vlijmend wapen.
A. D SPILLNER
Vijzelstraat 83 - Amsterdam
GOUD en ZILVER
Dat gevoelen am de lijve Léon Daudet, wiens
persoon wordt beschreven met zinnen door
hcirzelf voor anderen gebruikt, en die onmeedogend ruw
zijn; Prévost, de wereldse moralist,aan wie een.,brief
aan Franc.'>ise"wordt opgedrongen waarin hij haar
vader!ike(?) raad geeft hoe te handelen met de amant
die zij, naar men hem zeide, heeft genomen; dat
gevoelt vooral Brousson. Vernietigend is het von
nis en velen zullen de afstraffing met genoegen
hebben gelezen ? over deze secretaris van
Anatole Frai cj die, de dag na de dood van zijn vriend
en weldoener, een boek over hem publiceerde
waarin hij hem op onwaardige wijze voorstelt.
Het hoofdstuk over herinneringen aan Franc.',
Bn.u sou in de pen gelegd, eindigt met een:cène
op zee; Bron-sou is ziek en de Meester" verzorgt
hem liefdevol; als hij weer beter is, vult hij zijn
reisfles met zijn eigen braaksel omdat, zoals hij
zegt, hij vreest dat een ander die niet, zoals ik,
door de gedachte aan hoge weldaden zou worden
teruggehouden, deze vloeistof zou gebruiken om
mijn herinneringen te schrijven en, dadelik na de
dood van de Meester, diens nauwelijks koud ge
worden gelaat met het overschot zou besproeien."
Is het wonder dat Bn.u sou, op een vraag van de
Mnnrellfs litldi'aires wat hij daarvan dacht, met een
hatelikheid aan liet adres van Reboux heeft ge
antwoord ?
Waarom sommige bekende auteurs ontbreken?
Misschien omdat zij later onder handen zullen
worden genomen, misschien ook omdat zij minder
tics" en trucs" hebben; want vooral onbewust
tot gewoonte geworden uitdrukkingsmiddelen,
steeds zich opdringende voorstellingen maken
een.schrijver tot een welkom slachtoffer van de
parodist. Wij missen nog Molière en ik vermoed
dat wij hem zullen blijven missen, omdat zijn na
tuur en zijn werk zo spontaan, zo oprecht zijn.
Had ik geheel ongelijk toen ik in A In maniere de. .
een mogelike aanvulling van deftige en ernstige
leerboeken over de Franse letterkunde meende te
zien?
Wat hiervan zij, moge de Groene" nog lang
voortgaan op de manier'' waarop zij tot nu toe
met zoveel succes werkte.
J. J. S A 1.
v i; K D A D i;
'm COR3ETIÈRE la
KEIZERSGRACHT 772 AMSTERDAM
~~ 1TELEF. 57151 m 1
- ATELIEBSVOORREPAPATiËN
IN DENHAAG ELKEN VRIJDAG MOTELCENTRAL