Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2500
PERS EN REGEERING
door Jhr. Mr. CH. J. M. RUYS DE BEERENBROUCK,
Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw.
'1
I-i
Met de Volksvertegenwoordiging heeft de pers
gemeen, dat zij de daden der Regeering kan gispen,
zonder geroepen te worden zelve vraagstukken op
te lossen die vaak moeilijker zijn dan een buiten
staander vermoedt.
Hoe uitnemender ook in dezen strijd de uitrus
ting, des te meer onweerstaanbaar de aanval.
Behalve over het gevleugeld woord heeft de
Groene te allen tijde beschikt over een onover
trefbare teekenstift.
Zelfs de schandpaal wordt niet versmaad om
hen, die onze moedertaal geweld aandoen, vast te
nagelen.
Geen wonder, dat een aldus tot de tanden ge
wapende tegenstander alom schrik verwekt.
Het vermoeden schijnt niet al te gewaagd, dat
iedereen, die in een afgeloopen week openlijke
daden heeft gepleegd, met vrees en beven het blad
ontvouwt.
De invloed, aldus geoefend, laat zich kwalijk
wiskundig berekenen; te minder omdat ook hier
het gevleugeld woord van een der beroemdste
staathuishoudkundigen toepassing moet vinden:
Ce qiïon voit zijn de beenderen der verslagen
vijanden; Ce qu'on ne voit pas is de stille kracht, die
in hare geheimzinnigheid nog veel geweldiger mag
heeten.
Bij een feest past geen woord van droefenis.
Het is dan ook slechts lofspraak, te betreuren, dat
eene zoo schitterende machinerie als die van den
Groenen Amsterdammer niet kan dienen om de
Regeeringsfabriek te drijven.
Maart 1925.
PERS EN OVERHEID
door Mr. J. PATIJN,
Burgemeester van 's-Gravenhage
Ter voldoening aan uw verzoek een kort artikel
te geven voor het 2500e nummer van uw blad,
wil ik gaarne enkele opmerkingen neerschrijven
over de verhouding tusschen Pers en Overheid.
Bij deze laatste heb ik meer in het bijzonder het
oog op de plaatselijke Overheid.
Er wordt dikwijls geklaagd over onjuiste kran
tenberichten. De ingewijden weten dat berichten
in dagbladen dikwijls onjuist, zelden of nooit
geheel juist zijn. Men moet hieruit de gevolgtrek
king maken dat het kranten-lezend publiek, en
hiertoe behoort tegenwoordig iedereen, voort
durend, en over alles, meer of min onjuist wordt
ingelicht. De waarheid komt later meestal wel
aan het licht, maar ook dan wordt in den regel
de aandacht niet gevestigd op de verschilpunten
met de vroeger gegeven onjuiste lezing. De eerbied
voor het gedrukte woord wordt dan ook, ik zou
haast zeggen gelukkig, steeds kleiner; het besef,
dat de krantenwaarheid maar een betrekkelijke is,
steeds algemeener. Het is een voortdurend proces
van eenigszins scheeve voorstellingen; het eene
misverstand wordt opgehelderd, een volgend ge
schapen; verdachtmakingen worden neergeschre
ven, ergernis gewekt bij wie onrechtvaardig wordt
beschuldigd. Een wijs Duitscher dichtte het vol
gende rijmpje:
Was die Zeitung von dir meint,
Macht's dir Etwas Kummer,
Denke: morgen schon erscheint
Eine andere Nummer.
Hier zal wel nooit veel tegen te doen zijn. De
Pers moet snel werken. Zij heeft geen tijd veel te
onderzoeken. Voor den journalist is voorzichtig
heid geen hoofddeugd. Het publiek vraagt dit
ook niet. Het wil vooral geboeid worden. Voor een
krant geldt het ,,tous les genres sont permis,
hors Ie genre ennuyeux".
Toch is het een kwaad, zooals iedere onwaarheid
een kwaad is, waartegen de strijd te minder mag
worden opgegeven omdat, naar ik meen, het
grooter wordt bij de ontwikkeling onzer maatschappij
in, wat men pleegt te noemen, demokratischen zin.
Het is een niet te overschatten belang, hoe de
openbare meening wordt voorgelicht. Ook voor de
Overheid, bij de vervulling van haar taak, is het
van het allerhoogste gewicht hoe de openbare
meening ten aanzien van hare bedoelingen wordt
gevormd. De Pers heeft een ontzaggelijk groote
verantwoordelijkheid. Want al mogen wij eenigs
zins twijfelmoedig worden met betrekking tot de
juistheid van feiten en voorstellingen, zooals zij in
de dagbladen worden gegeven, het aantal menseden
dat over een zaak een andere opvatting heeft dan
de krant die zij dagelijks lezen, is en blijft gering.
De Pers is een der belangrijkste elementen onzer
samenleving en op grond van haar hooge roeping,
is haar ook van de zijde der Overheid eerbied ver
schuldigd. Maar de wijze waarop zij dien eerbied
Weekblad voor Handel, Industrie en Kunst.
HttBloon Rolt In-3
M I. l Juli
rülsprijs per r.,m. til) (.tuis,
enlieii \(\ Ceols per regel.
0 >ïS PROGRAMMA
(tad. df ze ons a!g meo-t gcna-l motto voor «ris bUd
m de gedachte brengt, ovrrdWïi-n' Waarlijk upcn '
?at handel. kunst e» industrie lin-r vureenen.
tet wieden, met al zijn M-hsUen. ii! zijn handelspost,
«1 ijn nijverheid, eet] n w Amsterdam MTrij'T. den
t*d«rt den tijd, toen de dichter leefde niet het re.-ht
ooit Amsterdam geboogd i>pkun.<tsclntten en kunstenaars,
onze eeuw, die ecu.- Acudemie en een Muueum opricht!
brengt nnn de Nederlandse)»- Kunst een hulde harer
waardig, heef' onze volksvlijt gebloeid in de roemrijke
dagen der verloopene eeuwen, een Industrie-Paleis dat
»nn nijverheid opent, en groot genoeg blijkt te njii om
van het tegenwoordige en voor de toekom»!, en beeft
ioit op .[t werddmaikl een imam geklonken, echt en
.uiTer ah goud, Amsterdum zal bewijzen, dut zijne
sohis dut, hnezuer ook soms eene mededjngster i0 <ie
rei lan Nederlands Koopsuxlsfl begunstigd werd, de
hoofdstad zich zal blijTen onderscheiden door degelijk
heid e u goe.de trouw, 2ocd«i daarom achter te etaan
10 erhten ondernetniugs- eu bande leg e est, zul weten
Daartoe wordt nlles bijgedragen, daartoe spant
elk
.(re*f« h.-l vourbweld OMI KwflfW^ïoorlilui^nrt 4oi>rl(.af»«B
en trams de ?t,id, ili' [njl-sla^ vun Itvon en hrw<>L'iD#.
dien /ij doen klappen mi) het enne eindt- lor hft midern,
drie niaaiiden zullen wi| er eene hebben onze kracht
i.- Handel. Industrie eu Kunst
«HANDEL, JNDUSTRIE EN ^UNST.
Aan deze drie h ouftl gedachten eeur uitdrukking te
jreien is dB roepiÉg ian .en A materdamsch blad ....
zijn leven, gev^ln," .lenken, streven, zjjne .yeiutcüfD e u
behoeften. De gedacht*, die on* leidt. j« d* -liefde «sor
met zijn eene l».de, die geen gebreken ziet. wy zullen,
waai liet [jst. UIJÏBII up ui da fouten, die begaan, en
vooial op al h.-tpovde. dut verzuimd wordt omAiuaUü'dniu
Om te bet* dal doel te bei eiken, zullen WU trachten
onafbankelijtt en onhevree.d t* HH; geene j.artu zul
ons regeereii, niet gaarne zoudcii wij de ooat
hankeliJktiulacg , w\j BiMten een otaudpunt innemen, dat niet
ontbyttafel, ui tram en wachtkamer, küffiehius en soci
teit zal het niet mogen ontbreken. Wat den inbouii
.Ziehier on.is- staalkaart oordeal zelf" W g zullen leTeren
boEutidp rouiïiii, e.u 110 vellen van beroemde auteurs.
al te! uiKuwaie, wat de werelii, Nederland en Aniit«rdam.
beroep ofi de beJangïieUitig d«r Ainslardamniers, om
on» meét£deeieii zvu-.elr. weuichen, bezwaren, opmer
kingen, ? eteu^vaardipiieüen, lielftngryk.e voorvallen al
U trord«n.
?HANDEL. INDUSTRIE EN KUNST
t* ««ven. en ', le .(«at-uui d»t wij ou« blad mwiKÏn
zal w,mleh ui het paleis onzer nijvof lienl. W'at Am'-rtenl.m.
bexighoutii. ruoet Ona bezighouden, wat hnt b^lftüy m
onzer stad, ,nM1 onze belangstellmg wakken, de g?v«
DE AMSTERDAMMER.
Omdat aHeen m Amaterdftni een blad »U hel -,!",,
kn*i bestaan eu omdat er hiei 'no uen ino.'l u.--.U*n
!>ij de toenemende drukte en de a.ingi oeiende be^o!kl"u.;
r««n,deling. om gereed te zijn met lionderd inliditiiigeii,
onderhoudende lectum te geven ov,-iah m.iar vojn.l
«m Eondei e«ng« per-ooulijk,. vourlifiii.- 3>ilr,>jtaan, l,ii
al wat m het bclauR der b,»,t\htiJ i-, te vi-ij.i.-n .1^.
wüt pr Irflanghuks en schonti> ,t, m haie itrateii i-n in
bare ,nus(-,'n, Op hsrc {fru-ljt,.u «u o|> lui-e p'einen
mik p de RcWten dooi handel, mJintne en kunst
opmerking verdieat. ons ontsu.ijipe.
BERICHT.
Jkrtiitirderen van Maatschappij^, lm -n.-litliu.vn v.ui
U*ndeL Iudu«trie, KunM «n Wetenm-liiijj, dir' .?^ lu .;.,
gl'lGgc-aheri züuJfD mlJeu uteïleu. Je ^sak tfiidrt }iti:<
b*«tuiu loor oiizt l«z»ts te bt)9|>r<;ken, zullen 0113
bitiooder verpliohutn. door on» hunne Statufen,
Re>flemlichtingen, al» het }mn g»*;luk( IJH oiu het doel n
den s»rd <l»r taak het duidalijkit mor Je Re -liet: t; 'e
doen uitkomen
VERKLEINDE REPRODUCTIE VAN DE EERSTE PAGINA VAN HET EERSTE NUMMER
opeischt en deze haar wordt betoond, is daarmede
niet in overeenstemming.
Ja, men is zeer beleefd jegens journalisten, dik
wijls zelfs al te beleefd naar mijn smaak. Vooral
wanneer het betreft de dii minores, waaraan in de
journalistieke godenwereld de gemeentelijke ver
slag-geving pleegt te zijn opgedragen, is die be
leefdheid niet altijd even verkwikkelijk. En wan
neer een Overheidspersoon zich verstout iets ten
nadeele van de Pers te zeggen JL van wat
l UU
de Pers zich ten aanzien van de Overheid dagelijks
veroorlooft , of wanneer de Pers bij een plechtig
heid is vergeten, of bij een gala-concert plaatsen
heeft gekregen die haar niet voornaam genoeg
schijnen, dan gaan er hooge golven. Op het punt
van uiterlijke eerbieds-betuiging is men over en
weer zeer fijngevoelig. Maar hoeveel waarde men
ook aan een hoffelijken omgang moge hechten,
dit is toch de hoofdzaak niet.
Hoofdzaak is dat Overheid en Pers begrijpen,
dat geen van beide haar roeping kan vervullen
zonder de andere. Ik verbeeld mij, dat er in het
openbaar belang meer samenwerking mogelijk
ware, met behoud natuurlijk van volledige zelf
standigheid. De Overheid is vaak te geheimzinnig,
de Pers te bescheiden. De laatste vangt gretig de
kruimpjes op, die van de tafel der eerste vallen.
Zij heeft recht op een behoorlijke portie, al zal de
afweging dier portie taak der Overheid blijven.
Bij de Haagsche politie, en naar ik meen ook
elders, bestaat de volgende regeling. Dagelijks
komen een aantal verslaggevers aan het Hoofd
bureau en ontvangen daar mededeeling van alles
wat de Politie ter kennis is gekomen en niet be
paald geheim moet blijven. Van dit laatste wordt
zelfs een groot gedeelte ook medegedeeld, onder
verplichting tot geheimhouding, omdat de kennis
neming hiervan nuttig kan zijn voor de beoor
deeling van geruchten, die de Pers bereiken. Harer
zijds verplichten de couranten zich geen berichten
op te nemen zonder zich bij de Politie van de juist
heid te hebben vergewist.
Dit is een regeling die een betrekkelijk klein
gebied bestrijkt: de feiten die dagelijks op de politie
rapporten verschijnen. Maar het beginsel van
samenwerking tusschen Overheid en Pers, dat er
aan ten grondslag ligt, is naar mijne meening voor
verdere doorvoering vatbaar. Ieder die eenige
bestuurservaring heeft, weet hoe vaak aan een maan
den achtereen verdedigd standpunt een feitelijk
onjuiste voorstelling ten grondslag ligt. Hier kan
kwade trouw bij in het spel zijn, maar dit is vol
strekt niet altijd het geval, en ik heb wel zooveel
vertrouwen in de openbare meening, dat zij de
kranten, die tegen beter weten in verkeerde voor
stellingen verbreiden, op den duur zou weten te
onderscheiden. Wanneer de Pers van den aanvang
af de ware feiten, de juiste toedracht der zaak,
de werkelijke beweegredenen der Overheid voor
hare houding, kende, zou de gedachtenwisseling
zich aanstonds meer kunnen richten op het ver
schil van inzicht en zich niet altijd weer verliezen
in de eindelooze misverstanden, waarop de kranten
hun lezers plegen te onthalen.
Meer openhartigheid van de zijde der Overheid,
ernstiger verlangen om naar waarheid te worden in
gelicht aan de zijde der Pers, dit zijn de voorwaar
den om tot een zoodanige verhouding te geraken.
Dat dit niet gemakkelijk is en in de toepassing
telkens weer tal van moeilijkheden zou opleveren,
begrijp ik natuurlijk zeer goed. Konden echter
Overheid en Pers elkander in deze richting meer
vinden dan thans het geval is, beider aanzien en het
openbaar belang zouden er mede gediend zijn.
's-üravenhage, 18 Maart 1925.
BATENBURG & FOLMER
(Q. W. FOLMER)
DEN HAAG, HUYGENSPARKZ2
SPECIALITEIT:
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MET SAFE-INRICHTINQ.
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN