Historisch Archief 1877-1940
No. 2500
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23
RUIZE-RIJMEN
AAN BRAAKENS1EK
Bene meruit de patria
Zoo hebt gij, Braakensiek, al welhaast veertig jaren
Uw kunst en uw vernuft geschonken aan de krant.
Uw lichaam is nog recht, en donker zijn uw haren,
En stevig is uw hand.
Al meer dan n geslacht hebt gij zoo vaak doen gnuiven,
Veel duizenden van elke kleur in politiek,
'Bij 't heerlijkst kluitje van den schotel om te kluiven:
Dekplaat van Braakensiek !
Hoe dikwijls 't kan accountant's navraag lijden !
Hebt gij zoo helderheid gebracht, den blik verruimd?
Heeft Braakensiek men vrage 't vrij in al die tijden
£én enkle maal verzuimd?
Wel moog uw goede voorbeeld Hollands jonkheid sterken,
Die dikwijls meer haar rechten dan haar plichten ziet,
En die soms heel graag hard en degelijk wil werken,
Hél graag maar liever niet!
Wie als geleerde, staatsman, rechter, werk verrichten,
Doen dienst ten bate van de maatschappij;
Kunstzinniger kan men zijn volk aan zich verplichten,
Dat, Braakensiek, deedt gij.
Wij zijn uw Boerenoorlogsplaten niet vergeten,
Noch die op Michel, die helaas zich vaak vergooit,
Geen voorkeur of partijdigheid wordt u verweten,
Maar mooi wordt Michel nooit!
Gij, held van 't zwart-op-wit, gij met uw wereldwijsheid,
Noch geel van nijd, noch rood, in politiek blauw-blauw,
Gij, met uw bruine kuif, o blijf tot in uw grijsheid
Het groene blad getrouw !
En als gij eens het moede hoofd zult nederleggen,
{jij, van ons vaderland de vaderlandsche vriend,
Dan zult gij met gerechte fierheid kunnen zeggen:
Ik heb mijn land gediend
CHARIVARIUS
EEN VROUWENBELANG
door L. TILANUS
Lid van den Gemeenteraad van Amsterdam
Waar de Groene de belangen van vrouwen
geregeld] bespreekt, meen ik een onderwerp te
moeten aanroeren, dat de belangstelling der
vrouwen heeft, n.l. de Moederschapszorg.
Een enquête door den Bond der
Sociaaldemocratische vrouwenclubs naar den toestand der
kraamvrouwen geeft mij daar aanleiding toe. Hier
voor werden te Amsterdam, Den Haag en vijf
plaatsen in Twente, in 1920 en 1921 in een be
paald tijdsverloop kraamvrouwen bezocht.
Er werden, om bij Amsterdam te blijven, in
een vastgestelde week van de maand November
in 1920 alle kraamvrouwen bezocht, die bij den
Burgerl. Stand in dit tijdsverloop waren opgegeven.
Het onderzoek had over de opgegeven 246
kraamvrouwen plaats, uitgezonderd een tiental
uit de allerhoogste kringen, waar men ver
wachten kon, dat alles uitstekend in orde was.
De gedrukte vragenlijst bevatte het onderzoek
naar de ligging van kraamvrouw en van zuigeling,
naar de verzorging van beiden, naar beider voeding,
naar plaatsvervanging in het huishouden, naar
den arbeid tijdens de zwangerschap, naar plaats
en aard der bevalling en de verloskundige hulp enz.
De beantwoording der vragen kostte veel tijd
en inspanning, vooral omdat de bezoeken na acht
dagen en nog eens na zes maanden te Amsterdam
herhaald werden, om te weten o.a. hoe beider
toe. stand nog was, hoe de voeding en na hoeveel tijd
ma de bevalling de moeder weer aan 't werk was
?gegaan.
Het geheel heeft zeer veel kostbaar materiaal
opgeleverd, waar telkens op terug te komen is.
Te Amsterdam is de toestand tegenover het
geheele land verreweg het gunstigst, en hoe slecht
?was deze toch tijdens de enquête.
Wij zullen er het een en ander over meedeelen
ren in verband brengen met het onlangs verschenen
rrapport van een commissie door den Nationalen
'Vrouwenraad benoemd ter bestudeering van het
?vraagstuk der moederschapszorg.
In Amsterdam konden we volgens de enquête
-vaststellen, dat de verloskundige hulp voldoende
?was, een bijzonder toeval maakte echter, dat in
drie gevallen deze hulp niet aanwezig was.
Aan de verzorging der kraamvrouwen ontbrak
echter zeer veel. In bijna de helft der gevallen
geschiedde deze door geheel ondeskundigenen de
verzorging van het gezin dikwijls door
onbekwa,men of in 't geheel niet. Het gevolg hiervan was,
:/lat een vierde der kraamvrouwen voor den negen
den dag opstonden, niet om dan rustig
te zitten, maar om aan den arbeid te
gaan. Er waren er, die vóór den tienden
dag verscheidene malen de wasch gedaan
hadden.
In ruim de helft der gevallen had
't kindje geen wieg en de kraamvrouw
geen bed alleen en in een vierde der
gevallen lag ze zeer benauwd in een
woonkamer, waarin alles gebeurde en
het geheele gezin vertoefde.
Als men nu weet dat er ongeveer
twaalfduizend kraamvrouwen per jaar
in Amsterdam zijn, dan kan men zich
voorstellen aan hoeveel duizenden kraam
vrouwen jaarlijks te Amsterdam het
noodigste ontbrak.
De toestand te Amsterdam moet
echter in vele opzichten sindsdien ver
beterd zijn, dank zij de
consultatiebureaux en de verbeterde
zuigelingenzorg van den gemeentelijken geneeskun
digen dienst, waarmede, toen de enquête
gehouden werd, pas een begin werd ge
maakt. Een nieuwe enquête zou dit on
getwijfeld uitwijzen. De lage cijfers van
de zuigelingensterfte duiden dit ook
reeds aan. In 1921, '22, '23 nam het
aantal sterfgevallen beneden het jaar
van 54 tot 45 tot 39 op duizend
levendgeborenen af. Kraamverzorgsters en
verpleegsters bezoeken tegenwoordig
dagelijks kraamvrouwen, er worden vier
a vijfduizend bezoeken per maand af
gelegd. De consultatie-bureaux geven
zes a zevenduizend consulten per maand
aan moeders voor hun zuigelingen, die
niet ziek mogen zijn. 1) Een groot aantal
vroedvrouwen zijn volle gemeentelijke
ambtenaressen. De wasch kan tegen
laag tarief voor en na de bevalling in
de gemeentelijke wasscherij behandeld
worden.
De verzorging der geneeskundig be
deelden, die op deze wijze geheel door
de overheid geschiedt, is zóó goed, dat
de zuigelingensterfte onder deze cate
gorie Amsterdammers lager is dan voor
de geheele stad. (In 1920, 34 op dui
zend levendgeborenen tegenover 47 in
de geheele stad, in 1921, 29 tegenover 54 in de
geheele stad). 2)
Men ziet hoe belangrijk en hoe waardevol over
heidszorg is !
Hoe slim moet 't echter op 't platteland zijn, als
men, zooals in Noord-Brabant, een zuigelingen
sterfte van 110 op duizend levendgeborenen kende
in 1921. Verloskundige hulp is daar dan ook totaal
onvoldoende en overheidszorg bestaat er niet.
Hoe onmisbaar overheidszorg daar ook gevonden
wordt, blijkt uit de houding van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant, die zich tot de gemeen
teraden gewend hebben om overheidshulp in te
roepen.
In het buitenland: Noorwegen, Oostenrijk, Enge
land, Duitschland ziet men dat de uitkeeringen
aan kraamvrouwen van overheidswege tot ? 30'
toe gaan.
Is het nu niet vreemd, dat voornoemde com
missie, ingesteld door den nationalen vrouwen
raad, bestaande uit tien leden, op n lid na niet
verder wenschte te komen in haar conclusie, dan
dat de overheid alleen als steun, controle en aan
vulling van het particulier initiatief mag optreden
en dat bij verplichte verzekering de geheele premie
voor een uitkeering bij bevalling door de
loonarbeidsters zelf betaald moet worden? (Terwijl
loonarbeidsters zoo vaak uit nood buitenshuis
arbeiden en men uit de enquête kan zien hoeveel
ellende er geleden wordt. Hoe wil de vrouw dan
nog premie betalen?)
Het is precies alsof men, hoewel men geen kosten
behoeft te sparen, als men groote haast heeft een
boemeltrein neemt om naar Parijs te gaan, in plaats
van een sneltrein of een vliegmachine.
Het stadium, waarbij overheidshulp slechts zoo
schuchter wordt aangewend, ais de commissie
dit wil, zijn we reeds lang voorbij. Daar is Amster
dam het sprekend voorbeeld van. Maar daar
wordt door de commissie in haar rapport geen
woord over gesproken. ^ ?
Zou de commissie niet anders geoordeeld hebben,
wanneer ze de enquête der sociaal-democraten
zorgvuldig gelezen had?
Hierin zijn zooveel ontroerende feiten te vinden.
De bezoeken der enquêtrices deden ons denken
aan het mooie tooneelstuk van Strindberg Droom
spel" geheeten. Daarin bezoekt de dochter van
den God Indra de aarde om ,,de Liefde' te vinden.
Zij keert ontgoocheld naar den Hemel terug. Zij
heeft ,,de Liefde" niet gevonden.
Het particulier initiatief heeft onbelemmerd de
behoeftige kraamvrouw kunnen helpen, maar door
de bezoeken der enquêtrices zag men, dat kraam
vrouw en zuigeling zeker voor de helft van het
aantal onverzorgd, slecht, benauwd, soms door
enkele lompen slechts gedekt, ter neder lagen. De
enquêtrice kwam ontgoocheld terug, want het
particulier initiatief heeft hier schromelijk gefaald.
Overheidszorg brengt alleen werkelijke verbete
ring tot stand.
Maar de commissie spreekt dit niet uit.
Wij meenen, dat men aan dit rapport van de
commissie door den nationalen Vrouwenraad in
gesteld weinig heeft.
Reeds meer dan twintig jaren geleden hebben
de sociaal-democraten betere resoluties in hun
programma's opgenomen.
BEKENTENIS
Het mooiste wat ik in de 2499 verschenen num
mers van De Groene Amsterdammer, Weekblad
voor Nederland, las in de laatste 14 dagen,
's morgens, 's middags en 's avonds, met bijzondere
Overheidsvergunning ook 12 nacht-uren waren
de Kronieken van Caprice.
Doorn, 21 April 1925. PIET VLUCHTIG
TOLK EN WACHTER
door R. CASIMIR, hoogleeraar te Leiden.
1) Zieke zuigelingen worden naar den daarvoor
geschikten dokter of polikliniek verwezen.
2) Cijfers uit het Tijdschrift van sociale genees
kunde, April 1923.
In twee functies staat de Groene Amsterdammer
mij steeds voor den geest. Allereerst als spiegel
van het Nederlandsch gebeuren en tolk van het
Nederlandsche hart. Wie de groote platen van
de laatste dertig jaren naast elkaar legt, heeft
een overzicht van het belangrijkste van wat ons
volksleven beroerd heeft. Levendig herinner ik
me hoe ik reeds als jongen de platen van Braaken
siek ging bekijken. Zij waren nimmer kwetsend
of honend, maar zij gaven een bepaalden toestand
of een bepaalde zijde van een kwestie uitstekend
weer op een humoristische wijze. Als echte humor
had ze den lach, den oolijken lach van den leuken
Holander, maar ook den traan van mededoogen.
Nu, in 1925. zie ik nog voor me het lachende
gezicht van Bronsveld, die in '97 een overwinning
van Kuyper en Schaepman verhinderde.
De Engelsche divisie, die in den Boerenoorlog
ter overwinning oprukte, werd afgebeeld als
een muis, die bij de tralies van den val opliep.
Maar ik zie ook den geknevelden Steyn en het
ontroerende portret van Kruger, die zijn vrouw
verliest.
Dan komt de geboorte van Juliana en het
wereldverkeer houdt een oogenblik stil: halt! een
jonge moeder l
Als ik een Amerikaansche millionair was,
dan maakte ik van al die platen een uitgave
met toelichtenden tekst en gaf aan elke school
voor voortgezet onderwijs eenige exemplaren
cadeau. Wat een kostelijk illustratie-materiaal
zou dat zijn voor ons geschiedenis-onderwijs!
En dan de tweede functie. De Amsterdammer
is niet alleen de tolk van het Nederlandsche
hart, maar ze is ook de wachter voor onze taal.
Wie aandachtig Charivarius leest, wordt in zijn
liefde voor de eigen taal gesterkt. En hij voelt
tegelijkertijd, dat ook op hem toezicht wordt
uitgeoefend. Vaak heb ik zelf in de copy van een
artikel of in een drukproef iets gewijzigd, wanneer
ik me afvroeg, hoe Charivarius de een of andere
uitdrukking zou beoordeelen. En de geestige manier,
waarop hij ons kastijdt, doet zijn woorden bij
een ieder ingang vinden.
Het zal wel in meerdere gezinnen voorgekomen
zijn, wat in het mijne gebeurde, dat een bundel
Reuze-rijmen" bovenaan op het verlanglijstje
stond van een der kinderen.
Dat de Groene steeds een tolk en wachter zijn
kon, dankt zij hieraan, dat zij steeds een onaf
hankelijk orgaan was en aan geen bepaalde partij
verbonden was of verknocht. Zij had belang
stelling en wekte belangstelling voor velerlei
levensgebied, en hoewel zij in haar kolommen
het lichte gekenvel en vroolijke scherts niet ver
smaadde, was de grondtoon van haar wezen:
diepe ernst. Zij gevoelde steeds, dat zij voor de
Nederlandsche beschaving een eigen taak had
te vervullen.