De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 9 mei pagina 26

9 mei 1925 – pagina 26

Dit is een ingescande tekst.

26 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 25CO DE PLAAT VAN BRAAKENSIEK" Het Weekblad zal voortaan iedere week eene Plaat bevatten, waarin de belang rijkste gebeurtenissen van binnen- en bui tenland door onze eerste teekenaars in beeld zullen wor den gebracht. De abonnements prijs zal hierdoor niet worden ver hoogd." Aldus deed de uitge ver van het Weekblad zijn lezers den 3den October 1886 kond en in het nummer van dienzelfden datum vin den wij reeds de aan gekondigde plaat, voor de onderste helft geteekend door Willem Steelink, voor de boven ste door Johan Braakensiek. En sinds dien heeft Braak," zooals de opvolgende redacties der Groene" hem met een zekere gemoedelijk heid genoemd hebben, elke week zijn plaat geleverd, tot op den dag van het huidige jubileumnummer toe! Slechts nmaal heeft hij op het appèl ont broken in de week waarin hij trouwde, had hij zooveel aan zijn hoofd dat ds plaat er bij inschoot. En een maal scheen er geen plaat te zullen komen hij lag ziek te bed, het was gedurende de eerste hevige influenzaperiode en reeds had de redactie de plaat voor die week opgege ven, toen een jongetje bescheidenlijk aan de redactiedeur klopte en een rolletje van meneer Braakensiek bracht. Het was Braak's zelfportret, geteekend op zijn bed en den teekenaar voorstellend als lijder aan influenza Deze twee feiten zijn kenmerkend voor den Groene" teekenaar en geven tegelijkertijd den sleutel tot zijn talent: zijn gelijkmoedigheid. Zie hem op een redactie-vergadering binnen treden. De deur zwaait anders open dan als pro fessor Brugmans, dan als Charivarius of als Top Naeff binnenkomt. Er zit een lichtelijke artistieke zwaai in zijn vaart, Braak" schiet ineens de opening binnen, zwaait in denzelfden zwaai zijn breede flambard, wenscht de dames en heeren goedendag en nog altijd in dezelfde be weging, gaat de hoed naar den kapstok. Een oogenblik later zit Braakensiek aan de groene zijde van zijn hoofd-redacteur. Hij draait een rolletje los, legt voorzichtig een groot vel wit papier voor zich, diept een koker met vele potlooden uit zijn binnenzak op, legt ze naast zich neer, wrijft in zijn handen en is gereed het zaad van redactie-wijsheid en redactie-overleg in zich op te nemen en op het wit papier in beeld uit te werken. Johan Braakensiek in zijn atelier aan het teekenen van de politieke plaat Met groote aandacht volgt hij de beraadsla gingen, werpt er een enkele technische opmerking tusschen, stelt een nuchtere vraag, herinnert zich een plaat van twintig jaar geleden en nog voor het onderwerp goed en wel is vastgesteld, is hij reeds aan het teekenen en verschijnt John Buil of Colijn, Braat of Marianne, Chamberlain of Duymaer van Twist, zwart op wit. Zijn eerste krabbel doet de ronde en het is een zeldzaamheid als er iets gewijzigd moet worden. Het idee is er. De uitwerking is verder aan Braa kensiek. Hij rolt zijn vel papier op, bergt zijn potlooden weg en verdwijnt even plotseling als hij gekomen is en met denzelfden artistieken zwaai. n dag neemt hij om zich stevig in het onderwerp in te denken en het is gewoonlijk Donderdagmorgen als hij zich in zijn mooi atelier aan den Overtoom, ten huize van zijn schoonzoon, den zanger Hen drik van Oort, voor den steen zet en begint te teekenen. De lijst van de plaat heeft hij met vaste hand getrokken, een lichte potloodschcts dient hem ter verdere orienteering en langzaam groeien de figuren. Ik heb zoo'n séance meegemaakt en terwijl mevrouw De Eerste Kütner" als het ware uit den steen schijnt op te groeien en hij met enkele vaste trekken het toetje" op haar achterhoofd aanbrengt, kijk ik naar zijn hand, de hand die nu al een veertig jaar week aan week op dezelfde wijze gewerkt heeft. Een ma gere, gespierde hand, met een zwaren knokkel aan den wortel van den wijsvinger; een zelfde zware knokkel waar de duim ontspringt en daar tusschen een diepe kloof waarin de teekenpen gestadig op en neer gaat. Slechts duim en wijsvinger bewegen. AI de rest is in rust. Het zijn geen wilde, zwierige trekken waarmee hij teekent. Daarvoor is de steen een te stug mate riaal, het is eerder de groote gelijkmatigheid der beweging die treft, deze rustige beweging die behoort bij dezen gelijkmoedige,die lekker aan zijn pijp sabbelt, een enkel woord spreekt en verder geheel ver diept is in de détails van zijn plaat, die altijd volkomen harmonieeren met de kern der voor stelling. Deze détails zijn dikwijls verrukke lijk. Of dacht ge dat het toeval is dat aan den muur bij mevrouw ,,De Eerste Kamer" een schilderij hangt waarop een trekschuit is afgebeeld? Alles in de plaat is weloverwogen de houding der figuren, zoowel als hun plaats in het geheel en deze zuiverheid der compositie naast zijn reeds vermelde gelijkmoedigheid is oorzaak dat hij in al deze veertig jaar geen plaat geteekend heeft die den uitgebeelde striemde of hem het venijn indruppelde. Dat hier geen gebrek aan temperament achter schuilt, heeft hij vooral bewezen in den Boerenoorlog. Dat was Braakensiek's glorietijd ! Hij voelde het onrecht, onzen stamverwanten aangedaan, heel scherp en be roemd zijn zijn platen geworden, waarop hij ko ningin Victoria afbeelde als de uitpuilende dikzak en wie herinnert zich niet de duizend en n hou dingen waarin hij Chamberlain teekende voor wiens caricaturale figuur hij een zwak had? En zullen de waardige Oom Paul en de andere BoerenBraakensiek's plaat wordt door den steendrukker allereerst op een grooten steen vermenigvuldigd De groote steen ligt op de pers

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl