De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 9 mei pagina 27

9 mei 1925 – pagina 27

Dit is een ingescande tekst.

No. 2500 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 27 leiders, zooals hij ze voor ons deed leven, ooit uit ons geheugen verdwijnen? Is het karakter dier Boeren: hun vasthoudendheid naast hun groote gemoedelijkheid, niet tevens het karakter van Braakensiek en is het wonder dat hij in hun fi guren het beste van zich zelf kon leggen? Dat was zijn kracht, die hem toen, als de krachtigste vertolker van Nederland's publieke opinie, tot ver over de grenzen bekend deed worden. Temidden van felbewogen tijden is Braakensiek zichzelf gebleven. ,,De plaat van Braakensiek" is, wat de Engelschen noemen, in Nederland een ,,householdword" geworden en indien ,,de Groene" de plaats is blijven innemen, die zij in ons intellectueele leven inneemt, dan is dit voor een niet gering deel te danken aan haar oudsten teekenaar, die zijn weg gaat, ongestoord door de felheid der tijden en wars van al het nieuwerwetsche gedaas om hem heen. Het plechtgewaad der gezeten burgerij uit zijn beste jaren de gekleede jas is hem dierbaar en hij teekent met meer liefde een trekschuit of een sleepersknol dan een auto of een vliegmachine. En dan heeft Braakensiek nog n eigenschap, die hem ons, Amsterdammers, zoo sympathiek maakt er is geen beter volbloed Amsterdammer dan hij. Hij en de stad hooren bij elkaar. Hij heeft den bloei van haar burgerlijkheid meegemaakt, haar hernieuwde groei na jaren van inzinking. Hij was de illustrator van dien anderen geheiden Amsterdammer, Justus van Maurik. De gemoe delijkheid en de humor van Amsterdam zijn in hem gevaren en wie nog eenmaal de nu vrijwel uitgestorven Hartjesdag" in zijn volle glorie wil aanschouwen, hij ga naar Braakensiek's atelier en verlustige zich in het groote schilderij, waaraan hij bezig is een' Hartjesdag" zooals Jordaan en Zeedijk zich ternauwernood meer herinneren. In ons Stedelijk Museum mag zoo'n schilderachtig stuk geschiedenis van onze stad niet ontbreken, temeer waar het van de hand is van Braakensiek, den meest Amsterdamschen onzer Amsterdamsche kunstenaars. Meer dan veertig^jaar Amsterdammer aan De^Amsterdammer." Kan het. Amsterdammer? BARBAROSSA CRITIEK door COR^V.^D. LUGT MELSERT Directeur van het Rotterdamsch?Hofstadtooneel Er wordt in den laatsten tijd weer meer dan ooit in het openbaar en in besloten gezelschap geredekaveld over het nut en misschien nog meer over het kwaad van de critiek. Critiek moest worden afgeschaft". Niemand luistert er naar. Het publiek doet zelf uitspraak, is het oordeel van degenen, welke in den laatsten tijd in n of andere courant of tijdschrift er minder gunstig afgekomen zijn. Och als'het publiek ze toch niet leest, zegt een gelukkiger slachtoffer, Iaat ze dan hun gang maar gaan. De critici moeten óók eten. Nu zijn er werkelijk, vooral in de latere jaren veel iemanden" verschenen op het critisch tooneel, welke ik als'vhet alleen om het eten" ging, graag daarvan' zou willen voorzien, onder voorwaarde, dat ze iets anders gingen doen. Gebrek aan vakkennis en aan juist begrip van de technische eisenen en moeilijkheden zijn dikwijls oorzaak van fouten en misvattingen. Ervaring is ook voor een criticus een niet te onderschatten factor. Ook zijn er helaas te veel lieden, welke zich niet ontzien critieken te publiceeren, terwijl zij in zekeren zin zelf verbonden zijn aan het gezelschap waarover zij vaak moeten schrijven. Het maakt overigens een groot verschil met welk oog men een critiek leest. Het acteurs-oog zoekt uit honderd regels alleen dien eenen, waar zijn naam in staat. Wordt zijn creatie geprezen, dan laat het hem voorloopig koud, wat er gezegd wordt van de regie en van de decors, en van het stuk, en van den schrijver van het stuk. Het directeurs-oog meet, onwillekeurig en dadelijk, de trekkracht" van een beoordeeling. Hij is, aan zijn zaak en aan de velen, die daaraan verbonden zijn, verplichtte zorgen, dat het publiek in de comedie komt en met zorg weegt hij alle factoren, welke hiervoor gunstig en ongunstig zijn, zonder daarbij te denken aan persoonlijken roem of direct persoonlijk voordeel. Nu maakt een goede" kritiek niet altijd den schouwburg vol en een slechte" houdt de lief hebbers (gelukkig) lang niet altijd van bezoek te rug. Wij kennen allemaal de stukken, die unaniem afgebroken zijn en avond aan avond gespeeld werden voor volle zalen; wij kennen, helaas, ook maar al te goed de stukken met een schitte De eerstj ,,hilve" politieke plaat van'Johan Braakensiek, 3 October 1885. De bovenste helft is geteekend door Johan Braakensiek. De onderste helft door W. Steelink. Het door Braakensiek geteekende gedeelte slaat op den in 1886 beruchten magnetiseur Donato rende pers, waar de nunschcn met geen stok naar toe te jagen zijn. Vandaar dat de leider, als hij als zoodanig gewe tensvol arbeidt, in de kritiek nog iets anders ziet dan een voldoening of een ergernis voor zijn per soonlijke ijdelheid; voor hem is zij een factor, die nooit nauwkeurig te bepalen is en die toch een bepaalden invloed,op de bedrijfsuitkomsten kan hebben. Tegenover zulk een vagen en toch invloed oefenenden Mr. X. in zijn berekeningen staat hij, en dat is hem niet ten kwade te duiden, altijd een beetje wantrouwend. Het is overigens een bijzonder genoegen om deze eenvoudige waarheden te mogen uitspreken in De Groene", die in de lange jaren van zijn bestaan bij een onbeperkte vrijmoedigheid in het oordeel en de formuleering er van altijd in de eerste plaats van zijn medewerkers geëischt heeft: geest n volkomen onbaatzuchtigheid. Dat is de reden, waarom dit blad, niet het minst in de laatste jaren, een onaantastbare leidende positie in de tooneelcritiek veroverd en behouden heeft, tot heil van de tooneelkunst en de tooneelkunstenaars. BERNARD ELIAS 51 LeidschBstraat, Amsterdam ENGELSCHE WANDELSCHOENEN MET LAGE HAKKEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl