De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 9 mei pagina 39

9 mei 1925 – pagina 39

Dit is een ingescande tekst.

No. 2500 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 39 HET WEEKBLAD IN ONZE JOURNALISTIEK door Dr. P. H. RITTER Ju. Hoofdredacteur van liet UtrecMsch Dagblad DIERSTUDIE: ADELAAR Teekeniiig voor het 25006' nummer door Henri Verstijnen Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen !" Dat zingen we allemaal braaf, op dien eenen avond in het jaar, die ambtshalve is vastgesteld voor eene plechtige, met tranen, chocolademelk en champagne besprenkelde en met wafelen en oesters belegde herdenking van onze vergankelijkheid. We zouden het aldoor maar door kunnen zingen bij het eeuwiglijk voorbijruischen van de papieren zee, die naar haar oorsprong pers" wordt genoemd. Uurbladen (bulletins en morgenbladen), dagbladen, maand schriften, jaaroverzichten, ze vlieden collega's, laten wij elkander een knipoogje van verstand houding geven even snel als de tijdsruimten die ze moeten notuleeren enkritizeeren. Het week blad niet? Zijn de weken bij toeval vergeten in de vergankelijkheidshymne? Blijft de week? En is het weekblad bestand tegen den storm van den tijd? Ik wil het bewijzen, ter viering van een zoo parodoxale gebeurtenis als het gouden verjaarsfeest van een groen weekblad. Ja, de week blijft. De week is de eenige, en ge zegende tijdsindeeling in ons voortjagende, mo derne leven, dat den tijd niet alleen theoretisch, maar ook praktisch ontkent. Wij rusten niet werkelijk, wij pauzeeren niet werkelijk en deelen niet in, tijdens Oud- en Nieuw. Oudejaar is een huilerig, lamenteerend feest en de Nieuwjaarsdag is, naar algemeen inzicht, de vervelendste dag van het jaar. Oud- en Nieuw is als een stijve hoogehoed, dien wij uit sleur al maar weer zetten op ons ongedwongener, krullebolachtiger wordende mo derne leven. Oud- en Nieuw is als een officieele visite, die we brengen bij aan den buitenwand van ons huis en ons leven gedomicilieerde nieuwe buren. Maar het eind van de week is de vreugde. Vrije Zaterdagmiddag. Week-end. En de gebenedijde Zaterdagavonden, met de Groene! Ik heb en zou geen goed staatsburger zijn zonder dat een geweldig respect voor de Nieuwe Rotterdammer. Die hoofdartikelen moet ge gele zen hebben en van buiten kennen, het is even noodig voor iemands cultureel evenwicht dat hij ze spelt als het voor het huishoudelijk evenwicht noodig is, dat hij zijn kasboek bijhoudt. De buitenlandsche artikelen van de Telegraaf," de officieus geïnspireerde driestarren van de Stand aard," de vakbeweging in ..het Volk," het is allemaal even noodig en nuttig er kennis van te nemen voor iemand die zijn tijd volgt, als dat men 's ochtends ontbijt en dan zijn twaalfuurtje neemt, en dan om zes uur den maaltijd. Als reusachtige geestelijke brooden liggen die couranten 's avonds naast de thee, en wie een beetje zwakke oogen krijgt, zet er zijn lorgnet bij op. Maar als iemand aan zijn huisgenooten vraagt: Is de Rotterdammer er al?", dan heeft hij een anderen klank in zijn stem, dan wanneer hij vraagt: Is de Groene er al?" De Rotterdammer behoort bij des menschen arbeidstijd, de Groene" bij zijn vrijen tijd. Hoe meneer Fockema denkt over het werkloosheidsvraagstuk en meneer van Vollenhoven over de Indische leerstoelen, dat dienen wij te weten, maar wie Jantje nu weer te pakken zal hebben, en hoe Charivarius op stelten loopt over de glibberige paden der beeldspraak (wellicht ben ook ik hier op een glibberig pad) dat inte resseert ons. Ik heb t'huis een heele la vol kladschriftuitknipsels, wij noemen ze de gruwelkamer," ze zijn waarschuwende teekenen voor mijn kinderen als ze ondeugend zijn, want ik compa reer er met alle foltertuigen die de Tucht-Unie tot haar beschikking heeft in mijn hand, en toen mijn dochter eens een onvoldoend cijfer voor Fransch had op haar rapport, was ze zoo tuchteloos mij tegen te werpen: maar vader, ik ben een rechtgeaard dochter, hoe kan ik nu wat voor Fransch voelen als ik een Vader bezit, die zoovele malen gedecoreerd is met het ijzeren kruis?" Waarop ik natuurlijk antwoordde: Heraus mit Gort!" Onwillekeurig vervalt een medewerker aan een jubileumnummer in de uitwijdingsgewoonten van den feestredenaar: mijne bedoeling was, déze gedachte te verluchten, dat een dagblad levensnoodzaak, een weekblad levensliefde is, en dat daarom het weekblad staan blijft in de zee van tijdsbeschouwingen, gelijk de week, met haar plezierig uiteinde, staan blijft in den tijd. Wat in een dagblad geschreven wordt vergeet men, wat in een weekblad wordt geschreven ont houdt men. En tegenover het maandblad heeft het weekblad de beteekenis van eenVrepertorium tegenover een dictaat-cahier. Het weekblad geeft compacte kennis, compact inzicht. Puntiger is het dan het dagblad zijn kan, omdat de lezer het nieuws dat wordt gerezumeerd en opnieuw belicht al kent, minder uit voerig en documentair dan het maandblad, met zijn annotaties en wetenschappelijke verant woordingen. De schrijver in het weekblad heeft meer tijd om zijne inzichten te verkrijgen en te formuleeren dan de dagbladschrijvcr, die voort gejaagd wordt door den jongen van de zetterij, en krapper toegemeten tijd dan de geleerde essayist van het maandblad, die wel eens wat vervelend wordt. Daarbij zijn alle weekbladen onafhankelijk." Ja alle, ook die welke pogen te schitteren met een der politieke kleuren van Nederlands vlag. Wijlen de Kroniek," het weekblad van den onvergetelijken P. L. Tak, die zijn sociaal-demokratische overtuiging niet onder stoelen of banken stak, was óók onafhankelijk. Het Volk" zou niet som mige medewerkers willen ontvangen, die in de Kroniek" volkomen waren op hun plaats. Waarom is het Weekblad onafhankelijk? Om dat het de sfeer zijner kritische belangstelling uit breidt buiten de grenzen der politiek. Hen dag blad heeft zijn politieke hoofdartikelen en, daar naast, het niet-politiekc leven, waar óók quaesties, óók geschilpunten zijn, als, een enkele maal tot opinie stijgend, nieuwsbericht. Maar in vele dag bladen is ook het nieuws doortogen met den politieken wasem. Een weekblad is a-politiek in karakter. Het begrijpt dat er veel meer levensschakeeringen en levensverschillen zijn, dan of ficieel worden erkend. En het heeft daarenboven een gelukkige voorwaarde tot objectiviteit in zijn natuur begrepen. Juist wijl het geen onmid dellijke en evenmin een al te grondige reactie op de tijdsgebeurtenissen beoogt te geven, kan het die onlichtzinnige en toch niet al te gewichtige houding aannemen, welke men paroduxaal zou kunnen formuleeren met de woorden: sceptische synthese of, als ge wilt: synthetische sceptiek. De weekbladredacteur is een kritikus in een prieel. Hij bekijkt de dingen zonder dogmatische brilleglazen, hij heeft een a-prioristische weer spannigheid tegenover de levensverschijnselen, hij weet het nuchtere geestdriftig te zeggen, en zijn hut is omrankt door de bloemen, die het il lustratief vernuft kweekt. Zijn voorvader is de pamphlettist, zijn na/aat ? Ik hoop dat het ras niet uitsterft, het ras der persoonlijklieden die het leven vrij en zelfstandig durven aan zien. Het is een troost, bij alle zwartgalligheid waar wij in gedompeld zijn, dat wanneer de deel nemers aan het kudde-leven onzer vergaderingen en congressen, naar huis toe sporen, de A. K. O. in minder dan geen tijd zijn weekbladenvoorraad heeft uitverkocht. DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT VERZINKT VERLOODT,VERKOPERT ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. LÖONSCHOOPEERAFDEELING.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl