Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2500
WEET GE NOG WEL?"
door
Prof. Dr. J. A. VAN HAMEL,
Directeur van dejur. Af d. vanden Volkenbond
Ik zou, in antwoord op de uitnoodiging der
redactie, iets willen schrijven van overleveringen
vernieuwing, van traditie en actualiteit.
Mijne gedachten gaan vanzelf terug naar den tijd
van het 2000ste nummer, nu vrijwel tien jaar
geleden, toen de uitgevers eveneens een herinne
ringsnummer deden verschijnen. Ik weet niet of
collega Brugmans, die nog uit de toenmalige redac
tie is overgebleven, daarover thans spreken zal.
Of wellicht de heer Van Dam, die toen schoor
voetend de redactiezalen is binnengetreden, waar
hij nu als secretaris huist. Mij staan die dagen weer
levendig voor den geest, en gedachtig aan het
olim meminisse invabit" kom ik er thans Wat op
terug. Het waren bewogen en intens doorgemaakte
tijden, voor het Weekblad,inwendig en naar buiten.
Een nieuwe redactie was, onder mijn voorzitter
schap, eerst korten tijd geleden opgetreden. Zij
bestond niet uit beroeps-journalisten. Wij vorm
den een groep die de Groene een opwekkend element
wisten in den vuurhaard van Nederlands geestelijk
leven, en die gaarne de/e groene vlam wilden
helpen onderhouden en verzorgen. Wordt niet
Ie rayon vert" gezegd een bijzonder zegenrijke
straal van het daglicht te zijn? De redactiewisseling
bracht echter een verwoeden strijd mede, waarin
het weekblad Werd aangevallen door den
zoogenaamden Nieuwen" of Mosgroene", die sinds
dien weder heeft opgehouden te bestaan, maar in
den eersten tijd ons Weekblad geweldig vinnig be
streed. Men kan gerust zeggen dat in die dagen een
groot deel van 't intellectueele en journalistieke
Nederland dezen strijd der beide Groenen" als
een heerlijk hapje heeft medegeleefd. Er waren
partijen pro en contra, en persoonlijke heftigheid
maakte zich van menigeen meester. De menschen
hebben nu eenmaal altijd pleizier in strijd, en
deze strijd had bovendien 't voordeel van be
schaafden, dat wil zeggen
litterair-journalistieken aard te zijn.
Ik mag zeggen, dat onze redactie en de Oude
Groene in dien kamp zich volkomen en zuiver
defensief gehouden hebben. Wij hebben het orgaan
Verdedigd, dat wij goed achtten, en nimmer agressie
naar een anderen kant ondernomen. Maar het
waren wel enerveerende tijden, en men wist dat
iedere week, bij ieder nieuw nummer, duizenden
kritische geesten aan 't vergelijken" gingen. De
verschijning van het 2000ste nummer werd ge
vierd met een groote receptie in Trianon, waar
talrijke medewerkers en medestanders zich
vereenigden. 't Stond toen voor velen nog lang niet
vast, dat de Oude Groene de krachtigste, de meest
levende zou blijken, zooals nu kan worden gezegd.
De kenmerkende houding van toen mag ook
kenmerkend genoemd worden voor den geest
waarin het weekblad in die jaren gesproken heeft,
en ik zou misschien mogen zeggen: nog spreekt.
Het is de geest van: het nieuwe te eeren, maar
het niet vereeren enkel omdat het nieuw is; het
bestaande te waardeeren, en 't niet enkel te
veroordeelen omdat het 't bestaande is. Zin voor
traditie en zin voor ontwikkeling beiden hoog te
houden. En daarbij mag wel worden bedacht, dat
in 't geestelijke leven van Nederland de waarde der
traditie vaak meer gevaar van miskenning loopt,
dan de nieuwe snufjes.
De aldus aangewezen richting heeft ook een
kracht ten goede kunnen zijn in de groote
strijdbewegingen, die ons land, gelijk de geheele
wereld heeft doorgemaakt.
Wij begonnen de redactie in den aanvang van
den wereldoorlog, en hebben haar dien geheelen
oorlog gevoerd. Het weekblad heeft daarin steeds
een sterke nationale politiek hooggehouden, en
waar 't pas gaf verslapping, onverschilligheid of
erger, gekeerd. Braakensiek's platen waren hiertoe
mede een machtig middel. Ik durf zeggen, dat ook
nog na den af loop van den strijd,de goede kracht die
van het weekblad als orgaan van doelbewuste
Nederlandsche traditie is uitgegaan, erkenning
vindt.
Binnenlands stond het er eigenlijk evenzeer voor.
Het ministerie Cort van der Linden had de leiding
en was vrijwel almachtig. Het diende zich aan
als vo/ksregeering, maar was en bleef in waarheid
een product van partijpolitiek en van parlemen
taire combinaties.
Dit was een gevaarlijke bron van zwakheid en
van politieke verwatering, die nog nawerkt; alsje
blieft ! Het weekblad is toen steeds blijven op
komen voor een regeeringsbasis van vereenigde
nationale krachten, waarvan intusschen de grond
wetsherziening van 1917, met haar compromis,
haar schoolstelsel en haar evenredig kiesrecht,
ons land voor langen tijd verder af gebracht heeft
dan ocit.
En nu terugkomende op het oogenblik, het
oogenblik van 't. verschijnen van het 2500ste nummer,
valt mij op,dat soortgelijke problemen als die ons
toen beslommerden, s./ortgelijke denkbeelden als
die ons toen doorgloeiden, zich nog immer op
dringen.
Nationale kracht en vereeniging, streven tot
weloverwogen vasthouden aan traditie naast ver
nieuwing, dit zijn nog weer de eischen die de ge
heele tijd, in de geheele wereld, stelt. Juist
dezer dagen kreeg ik o.a. het staatkundig
advies der Nationale Unie", uit Holland toe
gezonden, te lezen, en zonder mij thans over den
actueelen kant daarvan te kunnen uitspreken,
1 ond ik daarin dergelijke grondgedachten weerom,
als die in onze jaren het weekblad hebben bezield,
en die het weekblad zocht onder de aandacht te
brengen.
Wat de internationale positie van ons land be
treft, gddt hetzelfde.
Wetende, welk een kracht de Groene Amster
dammer op den htiidigen dag nog vertegenwoor
digt, wensch ik hem daarmede thans van harte
geluk, en voeg er de hoop van een goede verdere
toekomst aan toe.
Is het bij feestelijkheden wel eens vervelend,
wanneer 't een of andere familielid met herinne
ringen uit de oude doos aankomt, terwijl ieder
ander veeleer denkt aan wat aan de orde van den
dag is? En heb ik mij in bovenstaande regelen
aan iets dergelijks schuldig gemaakt? Dan moge
dat voor ditmaal worden vergeven aan herr, die,
thans ver van 't vaderland in eigenlijk voort
durend tot omzichtige zwijgzaamheid en tot
discretie nopenden werkkring,soms nog met zekeren
weemoed terugdenkt aan de bekoring van den
tijd Waarin hem het weekblad de wekelijksche
piaats en zelfs plicht bracht, om over de vragen
van algemeen belang die zich aan hem opdrongen,
openlijk tot landgenooten te spreken, 't Is hem
vergund, van deze uitzonderingsgelegenheid ge
bruik te maken om vroegeren lezers en vrienden,
oud-mederedacteuren en -medewerkers, bij dezen
nog eens onder den vertrouwden dekmantel van
het groene omslag, de hand te drukken; en uit
gevers en redactie van mijn belangstelling voor de
volgende vijfhonderd te verzekeren.
Genève, 12 April 1925
EEN GOUDEN FEEST
door W. H. VLIEGEN,
Lid van de Eerste Kamer.
Ais van een weekblad het 2500e nummer ver
schijnt, dan wil dat zeggen dat van dat blad het
50-jarig bestaan nadert. En als je het dan ongeveer
40 jaren kent en honderden malen in den zak
hebt getast om, vroeger het dubbeltje en later het
kwartje, te zoeken om het te koopen, dan voel je
ook wel eenige behoefte om van de partij te zijn,
en ook een duit in 't zakje van de waardeering
voor den jubilaris te werpen.
Waarmee is het door De Groene Amsterdam
mer" gedane werk het beste te vergelijken? Veler
lei werktuigen komen je voor den geest. Allereerst
wel de ragebol. Vele en velerlei spinneweb heeft
hij uit vele en velerlei hoeken gehaald. Want 't was
in vele opzichten een duffe tijd, vooral in de
politiek, de tijd tusschen '80 en '90, toen De
Groene" zijn werk goed begon. De tijd dat het heele
politieke leven bepaald werd door ternauwernood
100.000 kiezers, en men het volk achter de kiezers
dat was zoowat het geheele volk naar waar
heid kon bestempelen als de non-valeurs. Heel
kleine klieken deelden de lakens uit. In die klieken
leefde een oprechte minachting voor wat niet er
toe behoorde en als het in de volksmassa eens wat
rumoerig werd en dat was de eenige manier om
gevoelens en behoeften tot uiting te brengen dan
keek men daar alleen maar vol verlangen uit naar
den politiestok die het rumoer moest doen ver
stommen. Het intellekt werd al niet veel honger
aangeslagen dan het proletariaat.
De Groene" heeft, als ik het wel zie, vooral
onder dat intellekt, grooten invloed geoefend. Heel
wat spinnewebben weggeveegd, heel wat vuile
hoeken schoon gemaakt. Veel vuil van de ramen
verwijderd en het onderschepte licht .weer toegang
verschaft.
Ook denk je aan den roskam, die door De
Groene" vaak niet onverdienstelijk werd ge
hanteerd. En er viel toen nog al wat te doen waar
bij de roskam te pas kwam. Men mag van de latere
politieke verhoudingen en toestanden zeggen wat
men wil, eu net zooveel boeken en brochures
schrijven over de zieke Staat", als men
kan, in de duisternis van toen, in het afge
sloten, door den census hoog omheinde politieke
terrein van dien tijd, gebeurde heel wat meer dat
het daglicht niet verdragen kon dan later mogelijk
was.
Ook denk je aan den schoffel van den tuinman
die het onkruid van den wortel steekt en aan de
spade van den ontginner die oogenschijnlijk
onbruikbaren grond tot vruchtbaarheid weet te bren
gen.
En dan weer aan den misthoorn die zijn waar
schuwend geluid doet hooren wanneer gevaar
dreigt, of aan den wegwijzer die den aarzelende
weer doet aanstappen, wijl hij nu weer zeker is
welken kant hij uit moet.
Maar waartoe meer vergelijkingen? ,,De Groene"
was een baanbreker voor de demokratie in Neder
land. Om een goed demokraat te zijn moet men
vertrouwen hebben in het volk en als aan dat volk
iets ontbreekt om dat vertrouwen volledig te doen
zijn, dan zoekt hij niet naar middelen om het dan
buiten het volk om te doen, maar naar de middelen
om dat ontbrekende aan het volk te verschaffen.
Toen de arbeidersbeweging in Nederland opkwam
en, natuurlijk, teekenen van onrijpheid vertoonde,
die de machthebbende klieken voor het wezen
van de beweging zelf aanzagen, hebben
demokratische intellektueelen, waarvan de Groene" een
vertegenwoordiger was, dikwijls, niet altijd, de
situatie breeder en juister gezien. Zij speurden
vaak achter het schijnbaar op vernieling uitgaande
element, het opbouwende, het vernieuwende. Is
het niet treffend dat de ekonomische en politieke
opleving van het te voren zoo duffe en dooie Hol
land, met de opleving van de arbeidersbeweging
samenvalt? Zou het te ontkennen zijn dat de
arbeidersbeweging die, ongetwijfeld, den
heerschers op politiek zoowel als op ekonomisch gebied,
moeilijkheden bracht, daarmede tevens een prikkel
schiep die allerwege een verjongenden,
stimuleerenden invloed had? De rekening: ik verdien met
mijn zaak / 10.000, als ik / 5000 aan
loonsverhooging uitgeef, verdien ik maar / 5000 meer, was
een rekening die in de praktijk bleek alleen te
kloppen waar de leiding zelf een dood element was.
En de rekening: mijn menschen werken 12 uur
per dag, als ik ze een uur minder laat werken, ben
ik 1/12 van de produktie kwijt, klopte evenmin.
Daar was, evenals in het politieke leven, in het be
drijfsleven een en ander te hervormen, te vernieu
wen, te verjongen.
De opkomende demokratische beweging onder
de intellektueelen wilde die hervorming en die ver
nieuwing; de over 't algemeen in een steriel
konservatisme gevangen bezittende klasse keek er
met schrik en afkeer tegen op. Hij was wél een
dankbaar object, die in vooroordeelen en
klassewaan geconfijte bourgeois satisfait, die in de vaste
meening verkeerde dat de wereld om hem draaide
en dat ze precies draaide zooals ze draaien moest.
Dat object is in dien tijd door De Groene" aan
houdend naar de regelen der kunst bewerkt, met
ragebol en roskam beiden. En in mijn oogen is dat
zijn grootste verdienste geweest. Daarin was vooral
de heer De Koo een meester. Zoodra men aan het
positieve werk kwam, versaagde hij. Een man voor
machtsvorming was hij niet, en toen de tijd daagde
waarin dat de hoofdzaak werd, moest de taak van
een blad als De Groene" een andere, ook wel een
moeilijkere, worden.
Dat het blad de demokratie, het algemeen kies
recht, en zijn konsekwenties, trouw gebleven is,
stemt tot dat dankbare gevoel dat wij bij feestelijke
gelegenheden als deze in ons voelen opkomen," al
is het daarbij natuurlijk niet gelukt het iedereen
naar den zin te maken. Het heeft dat ook niet ge
poogd en nooit de allures aangenomen van die
nieuwere produkten die op massaal gebruik ge
richt zijn. waarin je je misschien ergert bij de eerste,
doch dan allicht glundert bij lezing van de
tweede, derde of vierde pagina,, omdat iedere
richting en iedere strooming ten minste ergens
er wat van zijn gading in vindt. Er zat altijd een
leidende gedachte in.
Kortom, we hopen De Groene" nog lang te
lezen in zijn veelzijdige verscheidenheid en uit zijn
kolommen steeds iets te putten dat ons in den
strijd voor geestelijke, politieke en ekonomische
vrijheid en vooruitgang sterken en schragen kan.
Mag ik dat heden als een wensch voor de toe
komst uiten, waarvan de waarschijnlijkheid der
vervulling steunt op het reeds zoo lange verleden?
Den Haag. 15 April 1925.
NIEUWE UITGAVEN
Politiek Herstel, tijdschrift uitgegeven door een
groep katholieken ter bevordering der anti
democratische herstel-gedachte. Bestuurs- en
Redactieleden: Mr. Jos. Gillissen, J. J. M.
Haslinghuis, Mr. L. van Heyst, Mr. C. Baron van
Hovell tot Westerflier, P. de Kuyper, Meditor.
Redactie en administratie-adres: J. J. M.
Haslinghuis, Westersingel 21, Rotterdam. Nr. l,
April 1925.