De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 9 mei pagina 4

9 mei 1925 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2500 WEET GE NOG WEL?" door Prof. Dr. J. A. VAN HAMEL, Directeur van dejur. Af d. vanden Volkenbond Ik zou, in antwoord op de uitnoodiging der redactie, iets willen schrijven van overleveringen vernieuwing, van traditie en actualiteit. Mijne gedachten gaan vanzelf terug naar den tijd van het 2000ste nummer, nu vrijwel tien jaar geleden, toen de uitgevers eveneens een herinne ringsnummer deden verschijnen. Ik weet niet of collega Brugmans, die nog uit de toenmalige redac tie is overgebleven, daarover thans spreken zal. Of wellicht de heer Van Dam, die toen schoor voetend de redactiezalen is binnengetreden, waar hij nu als secretaris huist. Mij staan die dagen weer levendig voor den geest, en gedachtig aan het olim meminisse invabit" kom ik er thans Wat op terug. Het waren bewogen en intens doorgemaakte tijden, voor het Weekblad,inwendig en naar buiten. Een nieuwe redactie was, onder mijn voorzitter schap, eerst korten tijd geleden opgetreden. Zij bestond niet uit beroeps-journalisten. Wij vorm den een groep die de Groene een opwekkend element wisten in den vuurhaard van Nederlands geestelijk leven, en die gaarne de/e groene vlam wilden helpen onderhouden en verzorgen. Wordt niet Ie rayon vert" gezegd een bijzonder zegenrijke straal van het daglicht te zijn? De redactiewisseling bracht echter een verwoeden strijd mede, waarin het weekblad Werd aangevallen door den zoogenaamden Nieuwen" of Mosgroene", die sinds dien weder heeft opgehouden te bestaan, maar in den eersten tijd ons Weekblad geweldig vinnig be streed. Men kan gerust zeggen dat in die dagen een groot deel van 't intellectueele en journalistieke Nederland dezen strijd der beide Groenen" als een heerlijk hapje heeft medegeleefd. Er waren partijen pro en contra, en persoonlijke heftigheid maakte zich van menigeen meester. De menschen hebben nu eenmaal altijd pleizier in strijd, en deze strijd had bovendien 't voordeel van be schaafden, dat wil zeggen litterair-journalistieken aard te zijn. Ik mag zeggen, dat onze redactie en de Oude Groene in dien kamp zich volkomen en zuiver defensief gehouden hebben. Wij hebben het orgaan Verdedigd, dat wij goed achtten, en nimmer agressie naar een anderen kant ondernomen. Maar het waren wel enerveerende tijden, en men wist dat iedere week, bij ieder nieuw nummer, duizenden kritische geesten aan 't vergelijken" gingen. De verschijning van het 2000ste nummer werd ge vierd met een groote receptie in Trianon, waar talrijke medewerkers en medestanders zich vereenigden. 't Stond toen voor velen nog lang niet vast, dat de Oude Groene de krachtigste, de meest levende zou blijken, zooals nu kan worden gezegd. De kenmerkende houding van toen mag ook kenmerkend genoemd worden voor den geest waarin het weekblad in die jaren gesproken heeft, en ik zou misschien mogen zeggen: nog spreekt. Het is de geest van: het nieuwe te eeren, maar het niet vereeren enkel omdat het nieuw is; het bestaande te waardeeren, en 't niet enkel te veroordeelen omdat het 't bestaande is. Zin voor traditie en zin voor ontwikkeling beiden hoog te houden. En daarbij mag wel worden bedacht, dat in 't geestelijke leven van Nederland de waarde der traditie vaak meer gevaar van miskenning loopt, dan de nieuwe snufjes. De aldus aangewezen richting heeft ook een kracht ten goede kunnen zijn in de groote strijdbewegingen, die ons land, gelijk de geheele wereld heeft doorgemaakt. Wij begonnen de redactie in den aanvang van den wereldoorlog, en hebben haar dien geheelen oorlog gevoerd. Het weekblad heeft daarin steeds een sterke nationale politiek hooggehouden, en waar 't pas gaf verslapping, onverschilligheid of erger, gekeerd. Braakensiek's platen waren hiertoe mede een machtig middel. Ik durf zeggen, dat ook nog na den af loop van den strijd,de goede kracht die van het weekblad als orgaan van doelbewuste Nederlandsche traditie is uitgegaan, erkenning vindt. Binnenlands stond het er eigenlijk evenzeer voor. Het ministerie Cort van der Linden had de leiding en was vrijwel almachtig. Het diende zich aan als vo/ksregeering, maar was en bleef in waarheid een product van partijpolitiek en van parlemen taire combinaties. Dit was een gevaarlijke bron van zwakheid en van politieke verwatering, die nog nawerkt; alsje blieft ! Het weekblad is toen steeds blijven op komen voor een regeeringsbasis van vereenigde nationale krachten, waarvan intusschen de grond wetsherziening van 1917, met haar compromis, haar schoolstelsel en haar evenredig kiesrecht, ons land voor langen tijd verder af gebracht heeft dan ocit. En nu terugkomende op het oogenblik, het oogenblik van 't. verschijnen van het 2500ste nummer, valt mij op,dat soortgelijke problemen als die ons toen beslommerden, s./ortgelijke denkbeelden als die ons toen doorgloeiden, zich nog immer op dringen. Nationale kracht en vereeniging, streven tot weloverwogen vasthouden aan traditie naast ver nieuwing, dit zijn nog weer de eischen die de ge heele tijd, in de geheele wereld, stelt. Juist dezer dagen kreeg ik o.a. het staatkundig advies der Nationale Unie", uit Holland toe gezonden, te lezen, en zonder mij thans over den actueelen kant daarvan te kunnen uitspreken, 1 ond ik daarin dergelijke grondgedachten weerom, als die in onze jaren het weekblad hebben bezield, en die het weekblad zocht onder de aandacht te brengen. Wat de internationale positie van ons land be treft, gddt hetzelfde. Wetende, welk een kracht de Groene Amster dammer op den htiidigen dag nog vertegenwoor digt, wensch ik hem daarmede thans van harte geluk, en voeg er de hoop van een goede verdere toekomst aan toe. Is het bij feestelijkheden wel eens vervelend, wanneer 't een of andere familielid met herinne ringen uit de oude doos aankomt, terwijl ieder ander veeleer denkt aan wat aan de orde van den dag is? En heb ik mij in bovenstaande regelen aan iets dergelijks schuldig gemaakt? Dan moge dat voor ditmaal worden vergeven aan herr, die, thans ver van 't vaderland in eigenlijk voort durend tot omzichtige zwijgzaamheid en tot discretie nopenden werkkring,soms nog met zekeren weemoed terugdenkt aan de bekoring van den tijd Waarin hem het weekblad de wekelijksche piaats en zelfs plicht bracht, om over de vragen van algemeen belang die zich aan hem opdrongen, openlijk tot landgenooten te spreken, 't Is hem vergund, van deze uitzonderingsgelegenheid ge bruik te maken om vroegeren lezers en vrienden, oud-mederedacteuren en -medewerkers, bij dezen nog eens onder den vertrouwden dekmantel van het groene omslag, de hand te drukken; en uit gevers en redactie van mijn belangstelling voor de volgende vijfhonderd te verzekeren. Genève, 12 April 1925 EEN GOUDEN FEEST door W. H. VLIEGEN, Lid van de Eerste Kamer. Ais van een weekblad het 2500e nummer ver schijnt, dan wil dat zeggen dat van dat blad het 50-jarig bestaan nadert. En als je het dan ongeveer 40 jaren kent en honderden malen in den zak hebt getast om, vroeger het dubbeltje en later het kwartje, te zoeken om het te koopen, dan voel je ook wel eenige behoefte om van de partij te zijn, en ook een duit in 't zakje van de waardeering voor den jubilaris te werpen. Waarmee is het door De Groene Amsterdam mer" gedane werk het beste te vergelijken? Veler lei werktuigen komen je voor den geest. Allereerst wel de ragebol. Vele en velerlei spinneweb heeft hij uit vele en velerlei hoeken gehaald. Want 't was in vele opzichten een duffe tijd, vooral in de politiek, de tijd tusschen '80 en '90, toen De Groene" zijn werk goed begon. De tijd dat het heele politieke leven bepaald werd door ternauwernood 100.000 kiezers, en men het volk achter de kiezers dat was zoowat het geheele volk naar waar heid kon bestempelen als de non-valeurs. Heel kleine klieken deelden de lakens uit. In die klieken leefde een oprechte minachting voor wat niet er toe behoorde en als het in de volksmassa eens wat rumoerig werd en dat was de eenige manier om gevoelens en behoeften tot uiting te brengen dan keek men daar alleen maar vol verlangen uit naar den politiestok die het rumoer moest doen ver stommen. Het intellekt werd al niet veel honger aangeslagen dan het proletariaat. De Groene" heeft, als ik het wel zie, vooral onder dat intellekt, grooten invloed geoefend. Heel wat spinnewebben weggeveegd, heel wat vuile hoeken schoon gemaakt. Veel vuil van de ramen verwijderd en het onderschepte licht .weer toegang verschaft. Ook denk je aan den roskam, die door De Groene" vaak niet onverdienstelijk werd ge hanteerd. En er viel toen nog al wat te doen waar bij de roskam te pas kwam. Men mag van de latere politieke verhoudingen en toestanden zeggen wat men wil, eu net zooveel boeken en brochures schrijven over de zieke Staat", als men kan, in de duisternis van toen, in het afge sloten, door den census hoog omheinde politieke terrein van dien tijd, gebeurde heel wat meer dat het daglicht niet verdragen kon dan later mogelijk was. Ook denk je aan den schoffel van den tuinman die het onkruid van den wortel steekt en aan de spade van den ontginner die oogenschijnlijk onbruikbaren grond tot vruchtbaarheid weet te bren gen. En dan weer aan den misthoorn die zijn waar schuwend geluid doet hooren wanneer gevaar dreigt, of aan den wegwijzer die den aarzelende weer doet aanstappen, wijl hij nu weer zeker is welken kant hij uit moet. Maar waartoe meer vergelijkingen? ,,De Groene" was een baanbreker voor de demokratie in Neder land. Om een goed demokraat te zijn moet men vertrouwen hebben in het volk en als aan dat volk iets ontbreekt om dat vertrouwen volledig te doen zijn, dan zoekt hij niet naar middelen om het dan buiten het volk om te doen, maar naar de middelen om dat ontbrekende aan het volk te verschaffen. Toen de arbeidersbeweging in Nederland opkwam en, natuurlijk, teekenen van onrijpheid vertoonde, die de machthebbende klieken voor het wezen van de beweging zelf aanzagen, hebben demokratische intellektueelen, waarvan de Groene" een vertegenwoordiger was, dikwijls, niet altijd, de situatie breeder en juister gezien. Zij speurden vaak achter het schijnbaar op vernieling uitgaande element, het opbouwende, het vernieuwende. Is het niet treffend dat de ekonomische en politieke opleving van het te voren zoo duffe en dooie Hol land, met de opleving van de arbeidersbeweging samenvalt? Zou het te ontkennen zijn dat de arbeidersbeweging die, ongetwijfeld, den heerschers op politiek zoowel als op ekonomisch gebied, moeilijkheden bracht, daarmede tevens een prikkel schiep die allerwege een verjongenden, stimuleerenden invloed had? De rekening: ik verdien met mijn zaak / 10.000, als ik / 5000 aan loonsverhooging uitgeef, verdien ik maar / 5000 meer, was een rekening die in de praktijk bleek alleen te kloppen waar de leiding zelf een dood element was. En de rekening: mijn menschen werken 12 uur per dag, als ik ze een uur minder laat werken, ben ik 1/12 van de produktie kwijt, klopte evenmin. Daar was, evenals in het politieke leven, in het be drijfsleven een en ander te hervormen, te vernieu wen, te verjongen. De opkomende demokratische beweging onder de intellektueelen wilde die hervorming en die ver nieuwing; de over 't algemeen in een steriel konservatisme gevangen bezittende klasse keek er met schrik en afkeer tegen op. Hij was wél een dankbaar object, die in vooroordeelen en klassewaan geconfijte bourgeois satisfait, die in de vaste meening verkeerde dat de wereld om hem draaide en dat ze precies draaide zooals ze draaien moest. Dat object is in dien tijd door De Groene" aan houdend naar de regelen der kunst bewerkt, met ragebol en roskam beiden. En in mijn oogen is dat zijn grootste verdienste geweest. Daarin was vooral de heer De Koo een meester. Zoodra men aan het positieve werk kwam, versaagde hij. Een man voor machtsvorming was hij niet, en toen de tijd daagde waarin dat de hoofdzaak werd, moest de taak van een blad als De Groene" een andere, ook wel een moeilijkere, worden. Dat het blad de demokratie, het algemeen kies recht, en zijn konsekwenties, trouw gebleven is, stemt tot dat dankbare gevoel dat wij bij feestelijke gelegenheden als deze in ons voelen opkomen," al is het daarbij natuurlijk niet gelukt het iedereen naar den zin te maken. Het heeft dat ook niet ge poogd en nooit de allures aangenomen van die nieuwere produkten die op massaal gebruik ge richt zijn. waarin je je misschien ergert bij de eerste, doch dan allicht glundert bij lezing van de tweede, derde of vierde pagina,, omdat iedere richting en iedere strooming ten minste ergens er wat van zijn gading in vindt. Er zat altijd een leidende gedachte in. Kortom, we hopen De Groene" nog lang te lezen in zijn veelzijdige verscheidenheid en uit zijn kolommen steeds iets te putten dat ons in den strijd voor geestelijke, politieke en ekonomische vrijheid en vooruitgang sterken en schragen kan. Mag ik dat heden als een wensch voor de toe komst uiten, waarvan de waarschijnlijkheid der vervulling steunt op het reeds zoo lange verleden? Den Haag. 15 April 1925. NIEUWE UITGAVEN Politiek Herstel, tijdschrift uitgegeven door een groep katholieken ter bevordering der anti democratische herstel-gedachte. Bestuurs- en Redactieleden: Mr. Jos. Gillissen, J. J. M. Haslinghuis, Mr. L. van Heyst, Mr. C. Baron van Hovell tot Westerflier, P. de Kuyper, Meditor. Redactie en administratie-adres: J. J. M. Haslinghuis, Westersingel 21, Rotterdam. Nr. l, April 1925.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl