De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 9 mei pagina 43

9 mei 1925 – pagina 43

Dit is een ingescande tekst.

Ne. 2500 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 43 Een der Fransche zalen in het bij de Ermitage gevoegde winterpaleis te Leningrad Leningrad, Ermitage. Nieuwe opstelling van ivoorsnijwerk en email de Limoges UIT DE RUSSISCHE MUSEA door Prof. Dr. W. MARTIN Directeur van het Maüritshuis Er valt zooveel te vertellen van de eindelooze reeksen kunstschatten, die de Russische musea en paleizen bevatten, dat ik volgaarne voldoe aan het verzoek der Redactie om daarover ook in deze kolommen nog het een en ander te schrij ven, na hetgeen ik reeds elders publiceerde. De musea in Rusland hebben de gevaren en beroerten der revolutie glansrijk doorstaan. Door het vele Wat de sowjet-regeering uit particuliere collecties heeft bijeengegaard en als genationaJiseerd goed" aan de musea heeft toegevoegd, hebben deze zelfs een zeer groote uitbreiding ondergaan. Van de drie groote Russische kunst centra: Leningrad, Moskou en Kicf, bezocht ik de twee eerstgenoemde en kon ik constateeren, dat b.v. de terecht wereldberoemde Ermitage is uit gebreid met het grootste gedeelte van de boven verdieping van het enorme aangrenzende Winter paleis, de Petersburgsche residentie der Tsaren. In de zalen van dit Winterpaleis zijn de beste .schilderijen, bronzen, beeldhouwwerken en ta pijten bijeengebracht, die de Directie van de Re.geering als genationaliseerde kunstwerken" ter schifting en rangschikking had ontvangen. Zaal na zaal doorkruist men met klimmende belang stelling. Dit alles was vroeger in 't bezit van Petersöurgsche particulieren of hing in een of ander paleis van den Tsaar of van een der grootvorsten. Deze. afdeeling der Ermitage bevat o.m. werken uit de Italiaansche en Fransche school der 17e en 18e eeuw, en uit de Duitsche, Fransche en Nederlandsche 19e eeuwsche schilderscholen. Wij willen niet vervallen in een opsomming van het voornaamste, doch liever een tot heden onuit gegeven afbeelding afdrukken van een der acht zalen, gewijd aan de Fransche schilderkunst. In .het midden ziet men een bijzonder aantrekkelijk portret van Joséphine de Beauharnais, door O rard, en links daarvan Ingres' beeltenis van Goerjeff, toentertijd Russisch gezant in Zwitserland. Dit portret (halffiguur), waarin Ingres den gezant heeft afgebeeld tegen een achtergrond van ber gen, behoort tot de meest opmerkelijke werken van dezen meester. Dezelfde afbeelding geeft links een doorkijkje door de drie volgende zalen, waarvan de laatste een prachtig schilderij van Troyon bevat,, op de afbeelding in de verte zichtbaar. Het verbeeldt het uittrekken van een kudde in den vroegen ochtend en is uit denzelfden tijd als Troyon's terecht beroemde meesterwerk vaches se rendant au labour" in het Louvre. Door schifting en door toevoeging van Winter paleiszalen, heeft ook de eigenlijke Ermitage meer ruimte gekregen en daardoor hadden talrijke verschikkingen plaats. Vooral de opstelling der voortbrengselen van oude kunstnijverheid heeft hierdoor veel gewonnen, al is, door gebrek aan geldmiddelen, slechts zelden het ideaal bereikt, vooral omdat men geen nieuwe vitrines kon aan schaffen. Evenwel hebben de verschillende afdeelingsdirecteuren en hunne assistenten (allen nog mannen, die reeds vóór de revolutie deze ambten bekleedden) met zeer veel smaak, ijver en volharding dusdanig partij weten te trekken van de gelegenheid tot ruimer expositie, dat de opstelling in 't algemeen zér veel verbeterd is, ook binnen de vitrines. Onze tweede afbeelding, een hoekje uit een der zalen met kunstnijverheidsvoorwerpen toonend, is hiervan een aardig voor beeld. De vitrine links bevat Fransch laat-romaansch en gotisch ivoorsnijwcrk, terwijl in de vitrine rechts 16e eeuwsch email de Limoges is opgesteld. Men ziet hier duidelijk het sober ar rangement. De duplicaten en minder mooie stuk ken, wier mede-opstelling het genot van het mooie zou vertroebelen, zijn in de kastjes onder de vitrines geborgen. Onze derde afbeelding, evenals de beide vorige hier voor het eerst gepubliceerd, geeft een ge deelte te zien van de afdeeling kerkelijk zilver op de tweede etage van het Ermitag>gebouw, in hare nieuwe opstelling. De zilveren ikonenversieringen aan den wand zijn afgenomen van de geschilderde ikonen, die zij, op de koppen en handen na, geheel bedekten. Die geschilderde ikonen, vaak van zeer bijzondere schoonheid, heeft Leningrad, Ermitage. Nieuwe opstelling van kerkelijk zilver men afzonderlijk in een andere afdeeling tentoon gesteld, waar men nu de ontwikkeling der ikonenschildering uitnemend kan bestudeeren. Het voor kunsthistorisch onderzoek toegan kelijk maken der ikonen is wel een der merkwaar digste gevolgen van de systematische monumentenverzorging, die de Russische regeering na de revolutie heeft ondernomen. Men heeft ze overal vandaan gehaald en ze alle geïnventariseerd. Ook heeft men, in een speciaal daarvooringericht atelier te Moskou, honderden ikonen uit alle deelen van Rusland gerestaureerd, bij welken arbeid bijzonder interessante vondsten zijn gedaan. Het beste komt nu in de musea. Men heeft thans, behalve de bekende prachtige ikonen-collectie in het Russi sche Museum te Leningrad (opgesteld en gecatalo giseerd door den bekenden geleerde Kondakott), nog de ikonen-verzameling der Ermitage en die in Moskou, terwijl ook elders in Rusland kleine collecties zijn aangelegd. Een moeilijke kwestie is nog steeds die van de verdeeling der kunstschatten over Rusland. De regeering te Moskou wenscht zooveel doenlijk in steden, wier bevolking rijp is voor het genieten van hoogere kunst, musea van beteekenis in te richten en zou liefst uit de groote schatten der Ermitage putten. Ook Moskou, sinds de revolutie het centrum van Rusland, moet, volgens de op vattingen der regeering, meer musea krijgen en het groote, centrale Museum moet meer kunstwer ken van beteekenis gaan bevatten. Ook al ten koste van de Ermitage. Theoretisch is hier veel voor te zeggen, maar het verspreiden van een groot deel der schatten der Ermitage over andere musea in den lande zou toch tot een betreurens waardige decentralisatie leiden, die in een land met zoo groote afstanden als Rusland zeer voel baar /ou zijn. Evenwel, men is, volgens de laatste berichten, werkelijk bezig, die decentralisatie, althans voor een deel, door te zetten. In het Museum voor Schoone Kunsten te Moskou waren reeds tijdens mijn bezoek (October 1924) verscheiden schilde rijen uit de Ermitage tentoongesteld en er zouden er nog meer volgen. Bovendien slokt het groote museum te Moskou diverse genationaliseerde (d.w./., den eigenaars ontnomen) particuliere verzamelingen op, waarbij cenig;1 die de mooist denkbare voortbrengselen der moderne Fransche schilderkunst bevatten. Op die wijze zal zeer zeker ook in Moskou op don duur een indrukwekkend geheel worden, verkregen op museum-gebied. Eigenlijk heeft men daarvoor een nieuw gebouw noodig, maar daar is, wegens den disiiateu finar.tieeleu toestand, geen denken aan. Met da.t al zijn er twee verheugende factoren in het hedenelaafschc Russische' rnuseumwe'/Aii: in de eerste plaats el e werkkracht en kunde der di recteuren en helpers. De/en zitten niet stil en zijn in voortdurend contact met het buitenland, vooral met Berlijn. Zelfs tot Holland strekken /.ich hun studiën uit, vooral die van de jongeren. Verleden zomer werkte hier een jong Russisch kunsthistori cus die in de toekomst veel voor de Nederlandsche kunst in Russische musea zal kunnen zijn, en dezen zomer komt een ander specialist op 't gebied der oud-Hollandsche kunst (ditmaal een jonge dame uit Moskou) eenige maanden in ons land werken. Een tweede heugelijke omstandigheid in het Russisch Museumwezen is de organisatie ervan. Van Moskou uit, waar het plan, het werkprogram, wordt overwogen en zooveel doenlijk uitgewerkt, doet de organisatie haren invloed in geheel Rus land gelden en, voor zoover valt na te gaan, is dit een invloed ten goede, ondanks de omstan digheid, dat het geldgebrek en de moeilijkheid om gedaan te krijgen dat hetgeen Moskou be veelt, werkelijk wordt uitgevoerd in afgelegen streken, desillusies geenszins uitsluit. Rusland is in dit opzicht nog slechts aan het begin van uitvoering van waarlijk grootsche plannen, die aan de talrijke kunstschatten, waar onder zich ook 7.00 onnoemelijk veel Nederlandsche scheppingen bevinden, slechts ten goede kunnen komen. HET adres voor prima PARKETVLOEREN tegen sterk concurreerende prijzen is FRED.MEIJER, Amsterdam v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 - Gev. 1908

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl