Historisch Archief 1877-1940
No. 2500
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Teekening^ynnr het 2$ooc nummer door (ïenrge van Raemndonck
HET FEEST
HET BOEK EN DE GROENE"
door JAN TADEMA
Voorz. Necl. Uitgevers Bond
Dit is het 2500ste nummer. Een respectabel aan
tal, waarop Redactie en Uitgevers trotsch mogen
gaan.
Wat is het merkwaardige van dit jubileum?
Natuurlijk maken die 2500 nummers indruk; een
weekblad uit te geven, stand te houden en te
kunnen voortgaan bijna een halve eeuw lang, is
zeker van genoeg beteekenis om er bij stil te staan.
Toch maakt dit nog niet den meesten indruk.
Het gehalte is meer waard, dan het aantal en
juist dat gehalte is het, wat den trouwen lezer
verwondert, nu hij zich rekenschap geeft van dat
lange gezonde leven: al die vele jaren door bleef De
Groene op peil. Dat is geen kleinigheid, een halve
eeuw koers te houden, leiding te geven, niet op
den stroom af te drijven, zichzelf te blijven, mede
werkers met zorg te kiezen. Wie om zich heen
ziet in den loop der jaren de andere weekbladen
en tijdschriften nauwkeurig volgt, weet dat de
meeste en volstrekt niet alleen de Nederlandsche,
hoe frisch ook opgezet, gaandeweg bijna alle matter
worden, inzinken, verwateren en verloopen.
Trots moeilijke tijden, die De Groene ook heeft
doorgemaakt hoe verlaten moet zij zich eens
hebben gevoeld, menigeen zou bij de pakken hebben
neergezeten werd zij niet ontmoedigd, doch veer
krachtig ging zij voort met dezelfde lust en voort
varendheid van weleer.
Een halve eeuw ! Hoe zou het anders kunnen,
of Redactie en Medewerkers toonden vaak andere
namen, maar naast de uitgevers bleef Braakensiek
trouw en frisch en iederen Zaterdag zal elke lezer
nog steeds allereerst nieuwsgierig en verlangend
naar de plaat uitzien.
Heel dien langen tijd gaf De Groene haar oor
deel voor die velen en velen, die er zulk een
behoefte aan hebben op elk gebied, waarin zij
ondersteld kunnen worden belang te stellen en
waarop zij voor- en inlichting wenschen. Toch
biedt een dag- en weekblad zooveel zaaks tot
overdenking, ontspanning en verstrooiing, dat
de general reader daarmee reeds voldaan is en hij
zijn leesbehoeften volkomen bevredigd acht.
In zeker opzicht is dit vele en velerlei een na
deel; want hij die boeken uitgeeft, welke niet
alle in een behoefte voorzien, noch den lezer met
zijn tijd willen doen meegaan, vraagt zich wel eens
af, of dat vele het koopen van het boek niet in den
weg staat; hoewel anderen er een opwekking in zien.
Maar de Nederlandsche Uitgeversbond mag De
Groene zeker reeds hiervoor erkentelijk zijn, dat
zij in de eerste plaats hem terstond de hand reikte,
toen de enquête Welk boek?" werd beraamd. De
goede uitslag is zeker voor een groot deel aan
haar sympathie en medewerking te danken; ja
hoe zou het plan ooit zonder haar medewerking
goed kunnen zijn uitgevoerd?
Er is meer. Naast artikelen en bijdragen over
allerlei onderwerpen, ruimt De Groene ook een
groote plaats in aan de boek-kritiek. Juist dit
onderdeel is van groote waarde voor den uit
gever; hij kan het zonder haar niet meer stel
len. De kritiek heeft zulk een plaats ingenomen,
zulk een eigen karakter gekregen, al was het reeds
om den gansch anderen aard van de boeken zelf,
vergeleken met dien van vroeger, dat door haar
ook de courantenlezer steeds opnieuw tot het
besef wordt gebracht van de groote waarde, die
het bezit van het boek voor het leven kan hebben.
Zeker er wordt veel gecritiseerd, maar zoo ge
makkelijk als die Franschman zich de kritiek
dacht, is zij waarlijk niet.
Neen de uitgever zou De Groene niet gaarne
missen; zij is een vriend, die hem in haar kritiek
sorns zijn feilen toont, maar ook zulke diensten
bewijst bij den verkoop van het boek.
Hartelijk gelukgewenscht.
KATTEBEL
't Is avond en in de veiligheid van schemer
lamp en breede diepe fauteuils nemen zij elkaar
op, bereid om vriendelijk te zijn.
A. Je ziet er nog vrij gaaf uit na al die jaren.
B. En wat heb jij in dien tijd uitgespookt?
A. Veel dineetjes. Maar je krijgt 't niet onder
de knie. Altijd steken weer nieuwe mogelijkheden
den kop op. Ik slaap er soms niet van. Toch is 't
leuk de menschen op te scheppen als suiker.
B. Zoo zoo. En verder?
A. Verder begin ik me oud te voelen. Misschien
Ie tour d'age. Ik heb ertegen pleizier gemaakt.
Daarop is gevolgd een periode, dat ik over mijn
slijtage ging prakkezeeren. Ik ben toen wat gaan
liefhebberen in naastenliefde, schilderijen en
weinig vleesch. Ik tracht 't zwaartepunt te ver
leggen naar het onpersoonlijke vanwege 't on
vergankelijke en probeer er in te komen in de
wijsgeerige gedachte, dat 't stoffelijke eigenlijk
eene hallucinatie is.
Op 't oogenblik heb ik een nieuw huis en leuke
overburen en ben erg in mijn nopjes.
Voila tont ! En jij?
B. Ik heb niet veel op mijn kerfstok. Ik ben
niet voor modderen. Ouder wordende raak je van
zelf gesteld op wat meer ruimte en losheid. Ik
ga dan de geestelijke hoogte in om een luchtje te
scheppen en de ijdelheden hier beneèaan te zien
niet goedertierenheid.
A. Ja dat ken ik, dat opstijgen in hoogere
sferen, 't Is eigenlijk verraad, want al gauw zoekt
men zijn heil weer bij de krant of een bridge of
even naar Parijs.
Trouwens als je geld hebt en een goede maag,
is er niet veel kunst aan, de wereld en bagatelle
te behandelen.
B. Zeg, hoe is 't thuis eigenlijk met vrouw en
kinderen?
A. Best. Betsy neemt mijne weeën niet tra
gischer op dan een stap met 't verkeerde been uit
bed. Betsy heeft veel zin voor evenwicht en wacht
kalm af, totdat ik weer den hemel te rijk ben.
Zij is meer begaan met 't lot der kinderen. Examens,
ingaan tot 't Casino, dun haar zijn hachelijker
/aken.
En nou jij weer eens !
B. Och, je hebt zeker wel gehoord van mijne
tegenslagen. Mislukte vrijage, mislukte Bank in
de provincie, mislukte ridderorde.
En ik, die nog wel zoo belust ben op groot.
J H DE BOIS - KRUISWEG 68 - HAARLEM
>: SCHILDERIJEN EN PRENTKUNST :-:
Groot van gestalte, groot kapitaal, groot van geest.
En omdat 't groote oneindig klein is, kan ik mij
tevens vergasten aan 't betrekkelijke.
A. Ga je gang, geneer je niet !
B. Ik ben gesteld op lichtheid van tred en jij
hebt 't meer gemunt op welbehagen en stijl.
A. Ik begrijp wel waar je heen wilt. Het weg
smelten te stellen tegenover het geestelijk schrap
staan. Trouwens je bent altijd meer een verstands
mensen geweest.
B. Pardon. Ik maak er liever geen
tegengesteldheden van, die zich toch achter je rug weer
vereenigen. Zulk bestralen heeft al geen genees
kracht meer. Maar snelheid is kracht en verrukking
vertraagt. Wil je vaart of zwaai krijgen, waarbij
't kleine en de oneffenheden in 't niet zinken,
wacht je dan voor verteedering of minachting.
A. En schoonheid dan, de eigenlijke warmte
bron van ons bestaan, is zij niet een quaestie van
gevoel?
Maar man, je springt van den hak op den tak.
Waar blijven je slotsommen? Zoo kunnen wij
wel blijven doorpraten.
B. Wij behoeven ook niet door te praten, be
halve om de gezelligheid. Conclusies zijn ook
slechts schreden. Maar als je nu en dan last hebt
van leegte, probeer dan ook eens de geestelijke
waarden te behandelen als oud blauw of fijn kristal
dat je uit de kast neemt, een paar maal omdraait
en weer weg zet. Fijne, lichte stukjes als ziel,
heelal, zelf, je behoeft er geen hand voor uit te
steken en evenmin ze weer op te bergen. Zij ver
schijnen als op een tooverspreuk.
A. Maar zonder leidende gedachte en doel kom
je er geen steek verder mee.
B. Wat noem je verder en waar kom je wel
verder mee? Soms met eene verzameling schedels
of orchideeën? Als je met de geestelijke bibelots
weet om te springen, is dat een heele rijkdom. Zij
nemen geen ruimte in en behooren aan ons allen
nog meer, dan wrft in een museum staat.
A. 't Is de vraag of dit laatste een voordeel is.
Maar bovendien, je moet er dan toch zin voor
hebben.
B. Natuurlijk. Maar oefening kan ook smaak
baren. Je ontdekt dan telkens nieuwe trekjes.
Je ziet telkens dezelfde teekening. En je kunt ook
telkens een stel maken, want de geestelijke
kostelijkhedeu hehooren bij elkaar als en familie rose.
Kijk uu eens dit prachtstukje 't subjectieve.
Houd 't eens tegen 't licht. Pas op, laat 't niet
vallen. Zie je wel hoe 't objectieve er door heen
schijnt.
A. 't Is mij een beetje dada. Maar je hebt
misschien gelijk en geen kind van zijn tijd is hij,
die niet van elk relletje een tik meekrijgt.
In ieder geval bevalt 't mij, dat je voor het goed
begrip van geestelijke kostbaarheden toch bij het
schoone te leen gaat. Al lijkt mij dit niet heel
consequent voor iemand, die 't gevoel traag vindt.
Maar consequentie is waarschijnlijk ook al uit
den booze. Val nu niet weer op consequentie
aan als op een lekkeren heet. Steek liever nog eens
op en neem nog een whisky.
P E T K o N l u b