De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 16 mei pagina 3

16 mei 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2501 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND NA HET COMMUNISTISCH CONGRES Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek WIJNKOOP: ER BLIJFT NIET VEEL OVEK VAN MIJN EENHEIDSFRONT ! DE INTERNATIONALE PUZZLE Half Mei 1925. Aan het einde van unze vorige kroniek wezen wij op de bewegingen die zich in allerlei hoeken openbaren en Moskou tot middelpunt hebben. Sinds dien hebben die alle zich nog duidelijker en veelvuldiger geaccentueerd. Men behoeft nog van geen paniekstemming te gewagen om dit alles eens nauwkeuriger onder de oogen te zien. Moskou en de werking van het bolsjewisme blijven nog voor een groot deel in raadsel gehuld. De zaak is, dat men hier te doen heeft met Aziatische krachten,die werken volgens Aziatische methoden, hetgeen voor de Europeesche scherpzinnigheid steeds iets onbegrijpelijks en ernstiger misschien nog, ook iets ongrijpbaars overlaat. Toch zijn in den lateren tijd de aanrakingen met Sowjet-Rusland weder veelvuldig genoeg geworden, en hebben betrouwbare waarnemers hunnen indrukken kunnen mededeelen, zoodat een aantal punten wel vast zijn komen te staan. Polen levert wel in de eerste plaats een sterk geinteresseerd en goed ingelicht waarnemingspunt. Maar ook de groote mogend heden hebben nu weer hunne betrekkingen aan geknoopt, en Berlijn is zelfs zeer nauw betrokken. Wij zouden daarmede evenwel nog niet willen zeggen, dat alle leerstellingen uit Duitsche bron over de ontwikkelingsmogelijkheden van SovjetRusland gereedelijk moeten worden aanvaard. Daarom zijn politieke schrijvers in Duitschland nog steeds te zeer geneigd zich aan staatkundige fantasiebeelden over te geven. Het eerste wat dan omtrent het wezen van de sovjetbeweging valt vast te stellen is juist, dat men met eene Aziatisch-slavische beweging te doen heeft. Dit beteekent, dat een krachtsontwikkeling in Europeeschen vorm er niet zoozeer van te duchten valt. Sprak men voor enkele jaren geleden van een machtig georganiseerd rood leger, en van te vreezen moscovitische ,,coups de main", zoo is die vrees belangrijk gedaald. Een legerorganisatie in Westerschen zin, en gericht tegen westelijke machten wordt nu niet serieus geducht. In het bijzonder heeft dit gezichtspunt de Poolsche opvattingen gewijd. Polen vreesde een tijd geleden direct voor zijne oostelijke grenzen. Polen vreest nu meer, indirect, voor geheel Polen. Dat wil dit zeggen: men ziet niet meer het gevaar in directe militaire aanvallen van den sovjet-kant. Maar men^ziet het gevaar in den ganschen ondermijnenden arbeid, die nu de methode van Moskou geworden is en die eenmaal in absorptie naar de omliggende landen zich zou kunnen uiten. Deze gebieden zijn dan in de eerste plaats Polen en de Baltische Staten (met name Litauen, Esthonie en Letland; Finland schijnt in den sovjetgeest als een te respecteeren jait-accompli te worden aanvaard) en Roemeniëwegens Bessarabië. Het is echter ook weer niet directe actie tegen die gebieden, welke wordt gevreesd. Integendeel, en dit is het tweede belangrijke punt: de tegen woordige leiders der sovjet-beweging schijnen een veelmeer indirecte politiek te hebben aangenomen; ook Trotsky's wederoptreden brengt daarin geen verandering. Die indirecte methode draagt juist de kenmerken van de eigenaardige Aziatischslavische mentaliteit, waarop de Europeesche geest zoo weinig vat heeft. Men denkt niet meer aan directe hostiliteit tegen de westersche mogend heden, groote of kleine. Het denkbeeld dat tegen Groot-Brittannië, of tegen Frankrijk, of tegen een hunner bondgenooten gestreden zal worden, is uit den tijd. Daarom heeft ook het Duitsch-Russische verdrag van Rapallo zijn militaire beteekenis verloren, gesteld dat het die gehad heeft. De vijandschap die Moscou tegen West-Europa en tegen de West-Europeesche maatschappij koestert, leidt nu tot een anderen, maar niet minder systematisch doordachten vorm van aanvallen. Deze aanvallen zien wij heden ten dage voor onze oogen voltrekken. Moscou zoekt het Westen aan te tasten in het Oosten. Het doet het niet met geweld, maar door stelselmatige ondermijning van macht. Zoo is 't idee, het wordt in sovjetkringen duidelijk verkondigd, dat waar men Groot-Brittani noch Frankrijk onmiddellijk aan het wankelen zou kunnen brengen, die groote mogendheden van hun voetstuk kunnen worden gewroet, wanneer hun macht in het oriënt wordt losgewoeld. En zoo ziet men de bolsjewistische propaganda, destruc tief, zich richten op de bevolkingen in BritschIndië; in Afghanistan; en in Perzië. In Arabi worden de elementen van onzekerheid en verzet aangewakkerd. In Egypte met de oppositie elementen geïntrigeerd. Frankrijk is blootgesteld in 't Syrische mandaatsgebied, en in Noord-Afrika. In Mesopotamie en Palestina treft men Engeland weer. Zoo straalt een geheele geest van stelsel matig gekweekte oppositie en ondermijning door, en de regeeringen der beide mogendheden geven zich volkomen rekenschap van de gevaarlijke actie, waarvoor zij staan. Die ac tie is alweer niet op z'n \Vestersch georganiseerd en gecentraliseerd. Zij berust veel meer op de stille, onuitgesproken verstandhouding die in 't oriënt de gemoederen kan verbinden zonder dat eenig bepaald plan, eenige directe lei ders zijn aan te wijzen. Het is de geest van ondergrondsche re bellie enintrigueen ondermijning, waarvan de werking even moeilijk te benaderen is als de werking van een hoop insecten. In dezen vorm doet zich op 't oogenblik het bolsjewistische probleem tegenover Europa hoofdzakelijk voor. 't Is niet gezegd, dat Europa er niet tegen opgewassen zou zijn. 't Is niet gezegd, dat die chirnerieke plan nen, welke de fantastische geesten van Moskou vervullen, nood wendig moeten slagen. Ten slofte zijn Westersche beleid en Wester sche organisatie nog wel in staat gebleken, zoodanige stroomingen af te tappen. Maar het verschijnsel neemt wel groote afmetingen aan, en werkt door. Zeer opmerkelijk is bij voorbeeld de onrust die in de Balkanlanden reeds gekweekt geworden is en die in Bulgarije tot een afschuwelijke uitbarsting is gekomen. Landen als Roemeni staan aan dergelijke invloeden gemakkelijk bloot. En het heeft de laatste maan den de aandacht getrokken, dat in schier alle betrokken landen de nationale minoriteiten" tot meer uitgesproken en aaneengesloten actie schijnen gekomen te zijn. De toon in de minderhe.denpers in Polen, Czecho-Slovakije, Roe menië, Griekenland, Serviëen el ders werd als in accoord bitterder. De stemming tegen de regeeringen scherper. De protesten luider. Zeer stellig heeft menige regeering ook nog in allerlei opzichten grieven te herstellen. Maar het zich accentueeren van al c.i.- lYondebewegingen, van de Oostzee tot in het Zuiden, is wel zeer opmerkelijk. Men heeft een "ogenblik gedacht, dat een centrale te Berlijn werkzaam was.. Maar Duitschland schijnt er toch buiten te st^an. Duitschland zal, ongeacht zijn Russische- partij, wel meer en meer noodwendig naar ve-manümet het Westen gedreven worden. Neen, ook van die losweekende ar'L i'cdt men 't brandpunt in Moskou gevonden. En naarmate men deze krachten sterke:' schat. zal men meer bevreesd zijn voor hiin politieke uitwerking. Polen bijv. is daarom voor Polen bevreesd. En 't is geen wonder, dat het RnssischJapansche tractaat van Peking in dit \x-rbandook sterk de aandacht heeft getrokken. Japan is daarbij niet naar den sovjetkant getrokken. Maar het is wel door den sovjetkant in sterke m :>*?..? ^c'm'iifniliseerd. Eén ding zou men soms zeggen, en dut is uit: dat op het oogenblik die macht in het Oosten vast houdender, en in al hare onbewustheid doelzekerder te werk schijnt te kunnen gaan, dan de macht van de ,,westelijke orde", die op 't oogen blik onder gebrek aan leiding eenheid en voort varendheid, onder gebrek om tot resultaten tekomen, lijdt. In Londen en Parijs wordt getrai neerd. In Berlijn geëquilibreerd. In Rome gebou deerd. In de kleine landen geimirniereerd. En in Washington gedoceerd...., zonder dat eenige verdere vooruitgang tot stand wordt gebracht, B R A N D v » i s o, CHINA MAT Or- 91 cM. BREED Ou PER METER TWISTEO MAT , .- 91 c M. BREED 1.4U PER METER VOOR VLOERBEDEKKING

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl