Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2502
MOZAÏEK
Het gaat soms zonderling in de wereld.
Toen ik indertijd een letterlijk wijdloopig"
onderzoek instelde naar de technieken van muur
en glasschilderkunst, kwam ik ten slotte te land .
bij Maler Stummel" in Kevelaar. Ik kende zijn
werk niet al was hij naar ik meen een destijds
in de Rijnlanden befaamd Kerkschilder. Maar
ik leerde hem weldra kennen als een intelligent
man, die (wat heusch niet zoo algemeen is) zijn
,,vak" verstond, zooals dat ten onzent met Jan
Dunselman het geval is. Wat mij van onze be
sprekingen het meest bijbleef, dat waren zijn
mededeelingen over mozaïek.
Door de restauratie van den Dom van Aken
was deze kunst aan de orde van den dag; en hij
toonde mij een reeks studies die buitengewoon
werkwaardig Waren. Hij had n.I. bij een reis door
Italië, op groote stukken wit dik vloeipapier
eenige schoone mozaïeken afgeklopt", d.w.z.
hij had de bladeren op het moziiek gelegd en dan
zoo lang met een harde borstel geklopt, dat de
steentjes in het weeke papier doordrongen en
daarop een compleet indruksel maakten. Toen had
hij met waterverf elk steentje trouw en aandachtig
zijn eigen kleur gegeven. Het resultaat was,
buitengemeen ! Zelden zag ik instructiever
teekeningen.
Maar hoe verlegen moet mijn glimlach geweest
zijn, toen hij mij te verstaan gaf, dat ik dat
werk eigenlijk in Holland introduceeren moest.
Ach ??ik wist er iets van, hoe moeilijk het was
glas- en muurschilderingen haar plaats te doen
thans een werkplaats in Nijmegen geopend heeft.
Herhaaldelijk zag ik in het winkelraam der Firma
Fetter het aantrekkelijke kunstwerk; en het blijft
mij door zijn waardige voordracht, zijn gelukkige
kletiren-keuze, zijn groot en rustig begrip een
veelbelovende daad. Het is geen geringe verdienste
om met een zoo weinig soepele techniek een zoo
milde expressie te bereiken als in het gelaat der
H. Maagd gegeven is.
Een nieuw terrein voor onze jonge kunstenaars?
Ik hoop het gaarne !
A. J. DER KINDEREN
SCHILDERKUNSTKRONIEK
TEN KIOOSTER, PICTURA, DEN HAAG.
Zonder twijfel zijn de houtsnedenhet belangrijkste
deel van Ten Klooster's tentoonstelling. We zul
len deze bespreking dan ook daarmee besluiten
om 't oude Hollandsche woord lest best" te
kunnen handhaven. Want Ten Klooster vertoont
in zijn schilderwerk noch in zijn pastels en
teekeningen de gave van een colorist, terwijl hij
in zijn teekeningen ook de bekoring mist der strak
ke zwart-en-wit verdeel ing. Er zijn ttisschen de
schilderijen ten eerste werken, die sterk den in
vloed doen zien van de kleur van Konijnenburg,
zonder daarom te naderen tot de beteekenis van
't innerlijk van Ten Klooster's leermeester. Ge
zoudt hierbij kunnen voegen, dat deze invloed
van Van Konijnenburg op Ten Klooster, duidelijk
in zijn Moeras" en in zijn ,,Tropen!and" (No. 3)
steunt op twee perioden in het werk van Konij
nenburg en dat het Tropenland (het beste schil
derij hier te zien) gebaseerd is op een latere pe
riode dan het schilderij 't Moeras." In zoo'n schil
derij vindt ge de vormen van Konijnenburg be
grepen door een begaafd leerling; ge vindt de
compositie gebouwd overeenkomstig de theorieën
van Willem van Konijnenburg; ge vindt in het
geheel een innige vreemdheid, die bij geen ander
dan bij den leermeester werd gevonden.
De pastels zijn zwak, omdat ze om de kleur"
gegeven zijn, en omdat kleur" als zoodanig Ten
Klooster niet eigen is. Het spreekt van zelf, dat
de teekeningen beter zijn dan de pastels, want
Ten Klooster is een zwart-en-wit kunstenaar.
Tot de beste daarvan kunt ge rekenen de geknielde
Javaansche danseres, de schorren bij Veere (13)
twee tropenlandschappen (24 en 28) het
Riviergezicht met boot. Merkwaardig om te erkennen
is, dat in de krijtteekening Veere eer een neiging
te bespeuren is naar Toorop dan naar van Ko
nijnenburg.
De houtsneden zijn inderdaad het belangrijkste
deel van de verzameling in Pictura. Niet, dat zij
zijn van een verwonderlijk-diepzinnigen geest,
Jfljfnoch dat hun styleeringen overal onaantastbaar
herwinnen ! Mozaïek, Wien zou het niet bekoren ?'fof onaanvechtbaar zijn maar ze zijn duidelijk
Maar het scheen mij overmoediger verder aanfr persoonlijk; het landschap en de figuur zijn in
te denken ! hun verscheidenheid gekend en begrepen. Ten
De schoonste mozaiekwerken heb ik sedert
dien mogen zien en bewonderen vooral op Sicili
te Palermo, Monreale en Cefalu. Een Fransch
dichter schreef niet ten onrechte dat de Capella
Palatina te Palermo het schoonste wonder der
wereld is. En toch toen ik hoorde dat Mongr.
Galliër, de energieke Bisschop van Haarlem
besloten had in zijn St. Bavo Kathedraal slechts
mozaiek toe te laten, toen was ik ietwat aarzelend
in mijn gedachten en althans zonder groot ver
trouwen. Hoe zullen we deze kunst, die we eigen
lijk in ons land nooit beoefend hebben, en waarvan
zoo weinig ervaring bestaat, hoe zullen wij ze
ooit leeren? Maar werkelijk het gaat soms
zonderling en wat niet verwacht kon worden
gebeurt wel eens. Er zijn in later jaren ver
schillende mozaiek-werken aangebracht echter
steeds, wanneer ik mij niet al te zeer vergis, m: t
behulp van buitenlandsche mozaiek-werkers. Ik
geloof zelfs, dat de wakkere Joep Nicolas
voornen ens is in de kapel van Dom Bellot te
Bloemendaal een mozaiek versiering eigenhandig
uit te voiren, maar hoe veirassend is het daarbij
in den kunst andel eensklaps een aantrekkelijk
mozaiek paneel geëxposeerd te zien, dat door een
Nederlander, den heer Boissevain, gemaakt i#.
Ik denk er niet aan mij als een geheel bevoegd
beoordeelaar voor te doen in een zoo eerbiedwaar
dige en mysterieuze kunst. Maar gaarne wil ik
deze nieuwe proeve, teeken van een wakkeren
geest in ons land, hartelijk welkom heeten.
Hoe kwam de onbekende jonge man tot deze
zoo interessante proeve? Ik weet het niet en vernam
slechts, dat ook hij Italiëen Siciliëbezocht, en
RESTAURATEUR VAN SCHILDERIJEN
C. B. VAN BOHEMEN - DEN HAAG
Klooster had hier, door een Indische geboorte
en door een langdurig verblijf in Indië. grooter
vertrouwheid met de dingen en menschen, dan
de meeste of alle Hollanders, die speciaal voor een
gelijk doel gingen naar de Oost. De vraag is dan
te stellen, welke eigenschappen Ten Klooster eigen
zijn in het graphisch werk? En dan is de eerste
eigenschap, die treft, een smaakvolle voordracht
van het gegeven : steeds zijn overdrijving en moed
willige bizarrerie gemeden. Er is in sommige der
houtsneden daarenboven de spanning van een
dramatisch moment; iets, Wat ge in geslaagde
illustraties van anderen nu en dan ook bespeurt
en waardeert. Deze dramatische spanning is in de
Overwinnaar"; in de Zeeschuimers", in den,,
Koppensneller"enin den ,,Zeeroover",inde Golfen inde
orkaan met het stadje Veere, star-wachtend, op
den achtergrond achter een rivier vol golven, en
onder een fel-bewogen lucht. Het lijkt mij toe,
dat we hier ten Klooster op zijn hartstochteüjkst
en op zijn belangrijkst zien. Teederder, hoewel
nog dramatisch, is de Javaansche danseres met haar
kleed in krinkels uitstaand, zooals ook een bloem
blad, papaver, gekrookt kan zijn aan den rand.
Maar naast de figuur is ook het landschap der
houtsneden te loven, zooals de kreek, de
Molukken etc. Een algemeene opmerking, die ik reeds
vroeger te kennen gaf, moet ik herhalen. De
houtsnede van Ten Klooster heeft in het algemeen
niet sterk de uitdrukking van het materiaal in
zich; ge gevoelt, met andere woorden, de plank,
het materiaal niet sterk in de manier, waarop
de lijn is gegeven etc; het konden ook teekeningen
zijn met O. I. inkt Als eindindruk blijft van deze ten
toonstelling de groep der houtsneden echter bij,
als smaakvol, soms dramatisch, kundig, met d
tail en met saamvattingen.
PLASSCHAERT
KUNSTZAAL VAN LIER
naast het Postkantoor te LAREN (N -H.)
VAN HALF MEI TOT EINDE JUNI
TENTOONSTELLING VAN EEN VOOR
HOLLAND GEHEEL NIEUWE COLLECTIE
OUDE NEGERPLASTIEKEN
TOEGEPASTE KUNST
MARIONETTEN.
Bij S. L. van Looy te Amsterdam is verschenen
een boekje over marionetten, samengesteld door
J. W. F. Werumeus Buning; Constant van Wessem
en C. J, Kelk. De illustratie's zijn voor het
meerendeel overgenomen uit het Marionetten-nummer
van het Tijdschrift Wendingen" en van het be
kende boek van Helen Hayman-Joseph (L'itg.
Huebsch. New York 1922).
Men krijgt den indruk dat verschillende bij
dragen voor het boekje wat lang zijn blijven liggen
voor het tot afdrukken kwam, waardoor later
uitgekomen werkstukken op dit gebied onvermeld
bleven.
Doch hoe het zij, al wat de belangstelling voor
het marionettenspel kan verlevendigen verdient
waardeering en ook al zou men vooral van den
fijnzinnigen Buning gaarne eene wat uitvoeriger
bijdrage gelezen hebben, dan neemt dit niet weg
dat de samenvoeging van eenige korte oorspron
kelijke bijdragen over De Historie der Marionet
ten," Marionetten in Nederland" en Jan
Klaassen" door Constant van Wessem; over Mario
netten in de practijk" door Herman R'telvink;
De Poppenkast op den Dam" door C. J. Kelk
en over Oude Jan Klaassen-teksten" door Dr.
G. J. Boekenoogen, benevens afdrukken van ver
schillende tijdschriftartikelen en citaten nut
kan hebben en in elk geval aangename lectuur
vormt. Vooral de beschrijving der vertooningen
van den Antwerpschen Poesjenellenkelder, wel
ker voortzetting naar het schijnt ernstig wordt
bedreigd (overgenomen uit das Puppentheater")
door G. Schmook en de vertaling van het
opstel van Wladimir Solokoff Gedanken zur
meinem Theater musikalischer Dynamik" uit het
zelfde tijdschrift, geven een blik op twee kanten
van de marionet als uiting van de ruwe volks
ziel eenerzijds en van het verfijnde kunstenaars
gemoed anderszijds.
Aanpakken en probeeren" schrijft Herman
Roelvink en vertelt van de poppen die hij uit
Italiëmeebracht en van de lessen die hij van
Signor Graeco kreeg, maar eigenlijk is alleen iets
waarlijk goeds te verwachten van hem, die met
marionetten speelt, welke geheel en al uit eigen
hand en fantasie geboren zijn. Dan zijn er, naast
de tastbare draden welke den pop bewegen ook die
onzichtbare wires which stretch from divinity"
welke het wonderlijk contact handhaven tusschen
kunstenaar en marionet stijgend tot hoogten,
waar het levenlooze door een bezield inleven tot
het leven wordt opgeroepen.
Het is te wenschen dat dit boekje daartoe
aansporing zal zijn !
OTTO VAN TUSSENBROEK
HETBOEK
VAN DEWEEK
YanCalcutlatotCeylon
Een Oorspronkelijk Reisverhaal
DOOR
Mr. B. HELDRING
MET TALRIJKE FRAAIE
ILLUSTRATIES
Prijs ing. f2.50
Gebonden f 3.50
Ultuve «in Vil HOIKEH1i «UEIOOIF. fdim